Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 februari 2003
gepubliceerd op 28 maart 2003

Ministerieel besluit houdende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer uit derde landen van honden en katten

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2003022258
pub.
28/03/2003
prom.
28/02/2003
ELI
eli/besluit/2003/02/28/2003022258/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 FEBRUARI 2003. - Ministerieel besluit houdende de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer uit derde landen van honden en katten


De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Gelet op de dierengezondheidswet van 24 maart 1987, gewijzigd bij de wetten van 29 december 1990, 20 juli 1991, 6 augustus 1993, 21 december 1994, 20 december 1995, 23 maart 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 14 augustus 1986 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren, gewijzigd bij de wetten van 26 maart 1993 en 4 mei 1995;

Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 1883 houdende reglement van algemeen bestuur van de diergeneeskundige politie, inzonderheid op hoofdstuk 13, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 5 december 1952, 16 juni 1967, 16 mei 1989 en 11 juli 1991;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 februari 1967 houdende reglement van de diergeneeskundige politie op de hondsdolheid;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het infracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten;

Gelet op het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren ingevoerd uit derde landen;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 november 1993 betreffende de bescherming van proefdieren;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en de registratie van honden, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1998, inzonderheid op artikel 18, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 17 februari 1997 houdende de erkenningsvoorwaarden voor hondenkwekerijen, kattenkwekerijen, dierenasielen, dierenpensions en handelszaken voor dieren, en de voorwaarden inzake verhandeling van dieren gewijzigd bij het koninklijk besluit van 19 augustus 1998;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 september 1998 betreffende de veterinaire certificering voor levende dieren, bepaalde producten van dierlijke oorsprong en bepaalde producten van plantaardige oorsprong;

Gelet op het koninklijk besluit van 9 juli 1999 betreffende de erkenningsvoorwaarden van vervoerders, handelaars, stopplaatsenen verzamelcentra;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 december 1985 betreffende de invoer, de doorvoer en de uitvoer van [als gezelschapsdier gehouden] honden en katten;

Gelet op het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A , van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 25 juli 1995, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op het ministerieel besluit van 25 januari 1993 tot vaststelling van het model van meldingsbericht zoals bedoeld in artikel 7, § 4, 1°, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten;

Gelet op het ministerieel besluit van 15 juli 1998 tot vaststelling van de datum van inwerkingtreding van het koninklijk besluit van 17 november 1994 betreffende de identificatie en registratie van honden en van het bedrag van de verplichte bijdrage voor de registratie van honden, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 20 augustus 1998;

Gelet op het overleg tussen de Gewestregeringen en de Federale Overheid op 4 november 2002;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat België voldoet aan de voorwaarden, gesteld door het Internationaal Dierenziektenbureau of Office International des Epizooties (O.I.E.) om erkend te worden als grondgebied vrij van hondsdolheid en deze erkenning nu ook verworven heeft;

Overwegende dat de richtlijn van de Raad van 13 juli 1992 (92/65/EG), tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeesnchap van dieren, sperma, eicellen en embryo's waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG geldt, inzonderheid artikel 10, omgezet in Belgisch recht bij het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het koninlijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, inzonderheid artikel 12, enerzijds geen harmonisatie ten aanzien van de invoer uit derde landen omvat en anderzijds geen rekening houdt met het gewijzigde statuut met betrekking tot hondsdolheid van de lidstaten;

Overwegende dat het ministerieel besluit van 31 augustus 1993, voormeld, bijgevolg zonder verwijl dient gewijzigd te worden ten einde de insleep van hondsdolheid op ons grondgebied te voorkomen, Besluit : HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied en definities

Artikel 1.Dit besluit is van toepassing op honden en katten die in het buitenland worden aangekocht, verworven of verkregen met het oog op hun overbrenging naar het Belgische grondgebied, om aldaar hetzij bij hun nieuwe eigenaar te verblijven dan wel verder gecommercialiseerd te worden.

Art. 2.Voor honden en katten die, als gezelschapsdier gehouden, hun eigenaar vergezellen tijdens diens verblijf op het Belgische grondgebied, ter gelegenheid van een tijdelijk verblijf of verhuis van de eigenaar, gelden de bepalingen van het ministerieel besluit van 30 december 1985 betreffende de invoer, de doorvoer van als gezelschapsdier gehouden honden en katten.

Art. 3.Voor de toepassing van dit besluit gelden de definities van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren ingevoerd uit derde landen en van het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten. HOOFDSTUK II. - Intracommunautair handelsverkeer

Art. 4.Het handelsverkeer van honden en katten jonger dan 3 maanden is slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden : 1. de dieren moeten minstens zeven weken oud zijn;2. de dieren moeten rechtstreeks verzonden worden vanuit een door de bevoegde overheid erkende of geregistreerde fokkerij en sedert hun geboorte aldaar zijn gehouden;de dieren mogen niet via een verzamelplaats of ander bedrijf verzonden worden; 3. de dieren moeten geïdentificeerd zijn bij middel van ofwel een onuitwisbare tatoeage die door de bevoegde overheid is goedgekeurd ofwel een microchip die voldoet aan de ISO-normen 11784 : 1996 (E) of 11785 : 1996 (E);4. de dieren moeten vergezeld gaan van het certificaat vastgesteld in bijlage I bij dit besluit. Dit certificaat moet worden afgeleverd door de officiële dierenarts die bevoegd is voor het bedrijf of een dierenarts daartoe door de bevoegde overheid aangesteld. Dit certificaat mag opgesteld worden voor een groep dieren, die deel uitmaken van dezelfde zending; 5. de dieren moeten vergezeld gaan van een deugdelijk ingevuld individueel paspoort of vaccinatieboekje waarin de volgende gegevens worden vermeld : - ras; - geboortedatum; - geslacht; - kleur; - identificatienummer (tatoeage of chip); - naam, adres en erkennings- of registratienummer van de fokker.

De dierenarts die het certificaat onder 4 aflevert, vermeldt het nummer van dit certificaat op het individueel paspoort of vaccinatieboekje en viseert dit met zijn handtekening en stempel.

Art. 5.Het handelsverkeer van honden en katten ouder dan drie maanden is slechts toegestaan onder de volgende voorwaarden : 1. de dieren moeten verzonden worden vanuit een door de bevoegde overheid erkend of geregistreerd bedrijf, handelszaak of fokkerij;2. de dieren moeten geïdentificeerd zijn bij middel van ofwel een onuitwisbare tatoeage die door de bevoegde overheid is goedgekeurd ofwel een microchip die voldoet aan de ISO-normen 11784 : 1996 (E) of 11785 : 1996 (E);3. de dieren moeten na de leeftijd van 3 maanden gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid met een door de bevoegde overheid geregistreerd geïnactiveerd vaccin, dat tenminste één internationale antigeneenheid bevat.De vaccinatie wordt gecertificeerd door de door de bevoegde overheid daartoe gemachtigde dierenarts die het vaccin heeft toegediend; 4. ingeval van honden, moeten de dieren gevaccineerd zijn tegen de ziekte van Carré (hondenziekte) met een door de bevoegde overheid geregistreerd vaccin;de vaccinatie wordt gecertificeerd door de dierenarts die het vaccin heeft toegediend; 5. de dieren moeten vergezeld gaan van het certificaat vastgesteld in bijlage I bij dit besluit. Dit certificaat moet worden afgeleverd door de officiële dierenarts die bevoegd is voor het bedrijf of een dierenarts daartoe door de bevoegde overheid aangesteld. Dit certificaat mag opgesteld worden voor een groep dieren, die deel uitmaken van dezelfde zending. 6. de dieren moeten vergezeld gaan van een deugdelijk ingevuld individueel paspoort of vaccinatieboekje waarin de volgende gegevens worden vermeld : - ras; - geboortedatum; - geslacht; - kleur; - identificatienummer (tatoeage of chip); - naam, adres en erkennings- of registratienummer van de verzender; - de gegevens met betrekking tot de vaccinatie, met, per vaccinatie, de datum van toediening, de naam, het fabricatielotnummer en de vervaldatum van het vaccin, hiervoor mag het zelfklevende vignet dat door de procucent is meegeleverd gebruikt worden. Deze gegevens moeten geviseerd worden door de dierenarts, gemachtigd door de bevoegde autoriteit en die de vaccinatie heeft toegediend, door het plaatsen van zijn handtekening, en zijn stempel of vermelding van zijn naam in hoofdletters.

De dierenarts die het certificaat onder 5 aflevert, vermeldt het nummer van dit certificaat op het individueel paspoort of vaccinatieboekje en viseert dit met zijn handtekening en stempel.

Art. 6.Op het handelsverkeer van honden en katten zijn de controlemaatregelen van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, van toepassing. HOOFDSTUK III. - Invoer uit derde landen

Art. 7.De invoerder dient voorafgaandelijk en schriftelijk een invoermachtiging te vragen aan en te bekomen van de Dienst.

Art. 8.De invoer van honden en katten is slechts toegesaan onder de volgende voorwaarden : 1. de dieren moeten verzonden worden vanuit een door de bevoegde overheid geregistreerd bedrijf en sedert hun geboorte in gevangenschap zijn gehouden.De dieren jonger dan 3 maanden moeten rechtstreeks verzonden worden vanuit een fokkerij, geregistreerd door de bevoegde overheid, en waar zij sedert hun geboorte werden gehouden, zij mogen niet verzonden worden via een verzamelplaats of ander bedrijf; 2. de dieren moeten in het land van oorsprong geïdentificeerd zijn bij middel van een ingeplante microchip die voldoet aan de ISO-normen 11784 : 1996 (E) of 11785 : 1996 (E) en die de oorsprong van het dier opspoorbaar maakt;3. de dieren moeten gevaccineerd zijn tegen hondsdolheid sedert tenminste 30 dagen en ten hoogste 12 maanden vóór verzending met een geïnactiveerd vaccin dat door de bevoegde autoriteit van het land van oorsprong is geregistreerd, dat tenminste één internationale antigeeneenheid bevat.De vaccinatie wordt gecertificeerd door de door de bevoegde overheid gemachtigde dierenarts die het vaccin heeft toegediend. Ze moeten gevaccineerd zijn na de leeftijd van 7 weken; 4. ingeval van honden ouder dan 3 maanden, moeten de dieren gevaccineerd zijn tegen de ziekte van Carré (hondenziekte) met een door de bevoegde overheid geregistreerd vaccin;de vaccinatie wordt gecertificeerd door de dierenarts die het vaccin heeft toegediend; 5. de dieren moeten vergezeld gaan van het certificaat vastgesteld in bijlage II bij dit besluit. Dit certificaat moet worden afgeleverd door de officiële dierenarts die bevoegd is voor het bedrijf. Dit mag opgesteld worden voor een groep dieren, die deel uitmaken van dezelfde zending. 6. de dieren moeten vergezeld gaan van een deugdelijk ingevuld individueel paspoort of vaccinatieboekje waarin de volgende gegevens worden vermeld : - ras; - geboortedatum; - geslacht; - kleur; - identificatienummer (chip); - naam, adres en registratienummer van de verzender; - de gegevens met betrekking tot de vaccinatie, met, per vaccinatie, de datum van toediening, de naam, het fabricatielotnummer en de vervaldatum van het vaccin, hiervoor mag het zelfklevende vignet dat door de producent is meegeleverd gebruikt worden. Deze gegevens moeten geviseerd worden door de dierenarts, gemachtigd door de bevoegde autoriteit en die de vaccinatie heeft toegediend, door het plaatsen van zijn handtekening en zijn stempel of vermelding van zijn naam in hoofdletters.

De officiële dierenarts die het certificaat onder 5 aflevert, vermeldt het nummer van dit certificaat op het individueel paspoort of vaccinatieboekje en viseert dit met zijn handtekening en stempel.

Art. 9.Op de invoer van honden en katten zijn de controlemaatregelen van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire controles voor dieren ingevoerd uit derde landen, van toepassing. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 10.Het Hoofd van de Dienst kan, na schriftelijk en gedocumenteerd verzoek van de invoerder, een afwijking geven op de bepalingen van artikel 5, punten 3 en 4, en op de bepalingen van artikel 8, punten 3 en 4, voor honden en katten bestemd voor wetenschappelijk onderzoek.

Art. 11.§ 1. Honden en katten bestemd voor het Verenigd Koninkrijk en Ierland moeten, onverminderd de bepalingen van de artikelen 4, 5 en 8 van dit besluit, voldoen aan de volgende, bijkomende voorwaarden : De dieren moeten : a) hetzij na de leeftijd van drie maanden en ten minste zes maanden vóór hun verzending zijn ingeënt tegen rabies met een geïnactiveerd vaccin van ten minste één internationale antigeen-eenheid, volgens de norm van de wereldgezondheidsorganisatie, en dat gemeten is overeenkomstig de effectiviteitstest volgens de methode beschreven door de Europese farmacopee en dat door de Dienst is erkend, met jaarlijkse herhalingsinenting of met een herhalingsinenting volgens een door de Dienst voor dat vaccin toegestane frequentie.Het vaccinatiebewijs wordt afgeleverd door de aangenomen dierenarts en vermeldt de naam van het vaccin en het lotnummer. Bovendien moeten zij na vaccinatie een serologische test ondergaan waaruit een beschermende anti-lichamentiter blijkt van ten minste 0,5 internationale eenheid; deze serologische test moet worden uitgevoerd volgens de specificaties van de wereldgezondheidsorganisatie. Indien deze test na de primovaccinatie plaatsvindt, moet deze worden uitgevoerd tussen de eerste en de derde maand na genoemde vaccinatie; b) hetzij in quarantaine geplaatst worden voor zes maanden in de Lidstaat van bestemming. § 2. Onverminderd het bepaalde in § 1, mogen Ierland en het Verenigd Koninkrijk hun nationale regelgeving inzake quarantaine voor alle voor rabies vatbare dieren als bedoeld in het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten en waarvoor niet kan worden aangetoond dat ze op het bedrijf van herkomst geboren zijn en sedert hun geboorte in gevangenschap gehouden zijn, handhaven, met dien verstande dat handhaving van deze regelgeving geen invloed kan hebben op de afschaffing van de veterinaire controles aan de grenzen tussen de lidstaten. § 3. Voorwaarden die, uitgaande van andere lidstaten en na goedkeuring door de Europese Commissie, afwijken van de bepalingen van dit besluit, zullen per dienstinstructie door het Hoofd van de Dienst worden medegedeeld voor uitvoering aan de buitendiensten.

Art. 12.In artikel 12 van het ministerieel besluit van 31 augustus 1993 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer van dieren, sperma, eicellen en embryo's, van soorten waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke reglementering is opgesteld, als bedoeld in bijlage III, A, van het koninklijk besluit van 31 december 1992 betreffende de veterinaire en zoötechnische controles, die van toepassing zijn op het intracommunautaire handelsverkeer van sommige levende dieren en producten, worden de §§ 2, 3 en 4 opgeheven.

Art. 13.Inbreuken op de bepalingen van onderhavig besluit worden opgespoord, vastgesteld en bestraft overeenkomstig hoofdstukken V en VI van de dierengezondheidswet van 24 maart 1987 en overeenkomstig hoofdstuk XI van de wet van 14 augustus 1998 betreffende de bescherming en het welzijn der dieren.

Art. 14.Dit bestluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 28 februari 2003.

J. TAVERNIER

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 februari 2003.

De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, J. TAVERNIER

^