Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 maart 2003
gepubliceerd op 31 maart 2003

Ministerieel besluit tot vaststelling, wat de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister betreft, van de regels voor de berekening van de jaarlijkse compensatietoelage bedoeld in het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking

bron
federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister
numac
2003021072
pub.
31/03/2003
prom.
28/03/2003
ELI
eli/besluit/2003/03/28/2003021072/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

28 MAART 2003. - Ministerieel besluit tot vaststelling, wat de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister betreft, van de regels voor de berekening van de jaarlijkse compensatietoelage bedoeld in het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking


De Eerste Minister, Gelet op het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, inzonderheid op artikel 5;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 maart 1965, houdende de algemene regeling van de vergoedingen en toelagen van alle aard toegekend aan het personeel der Federale Overheidsdiensten, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 29 oktober 2002;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Ambtenarenzaken van 19 maart 2003;

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting van 19 maart 2003;

Gelet op het protocol nr. 118/4 van 27 maart 2003 van het Sector-Comité I - Algemeen Bestuur, Besluit :

Artikel 1.Voor de toepassing van dit besluit moet worden verstaan onder : - het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking; - de FVD : de Belgische Federale Voorlichtingsdienst; - de Dienst : de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister; - de personeelsleden : die bedoeld bij het koninklijk besluit; - de bezoldiging : de bezoldiging en de voordelen toegekend aan de in dienst genomen personeelsleden, overeenkomstig artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 11 februari 1991 tot vaststelling van de individuele geldelijke rechten van de personen bij arbeidsovereenkomst aangeworven in de ministeries; - de jaarlijkse compensatietoelage : de toelage bedoeld in artikel 5 van het koninklijk besluit; - de datum van indienstneming : de datum van inwerkingtreding van de individuele arbeidsovereenkomst, bedoeld in artikel 4, § 2, van het koninklijk besluit; - het vakantiegeld : het vakantiegeld of het equivalent ervan.

Art. 2.De personeelsleden genieten een jaarlijkse compensatietoelage bovenop hun bezoldiging.

Deze jaarlijkse compensatietoelage verdwijnt wanneer het personeelslid vast word benoemd, de pensioengerechtigde leeftijd bereikt of de Dienst verlaat.

Art. 3.§ 1. De jaarlijkse compensatietoelage stemt overeen met de specifieke voordelen toegekend door de FVD waarvoor geen equivalent bestaat in de Dienst en neemt, naar gelang van het geval, de in dit artikel opgesomde elementen geheel of gedeeltelijk over.

De berekeningswijzen worden verduidelijkt in bijgevoegde bijlage. § 2. Luik 1 van de toelage omvat : 1° een compensatie voor het verschil tussen de verworven weddenschaal vastgelegd op de datum van indienstneming en de binnen de Dienst geldende weddenschaal bij indienstneming;2° een compensatie voor het verschil dat in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het vakantiegeld, rekening houdend met de verandering van weddenschaal die als basis dient voor deze berekening;3° een compensatie voor het verschil dat in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de eindejaarstoelage, rekening houdend met de verandering van weddenschaal die als basis dient voor deze berekening;4° de op de datum van indienstneming verworven loonpremie. § 3. Luik 2 van de toelage betreft de verschillende berekeningswijzen van het vakantiegeld. Het stemt overeen met het verschil tussen het door de Dienst toegekende vakantiegeld en het vakantiegeld dat door de FVD zou zijn toegekend in dezelfde weddenschaal bij indienstneming. § 4. Luik 3 van de toelage omvat een compensatie voor één verlofdag per schijf van 5 jaar (met inbegrip van het jaar 2003), volgens de bestaande toestand op de datum van indienstneming. § 5. Luik 4 van de toelage betreft de verworven premie op de datum van indienstneming voor de uitoefening van een functie of voor de uitvoering van duidelijk omschreven taken, zolang deze functie of deze taken behouden blijven en worden uitgeoefend in de Dienst.

Art. 4.De jaarlijkse compensatietoelage wordt aangepast op basis van de evolutie van één van de factoren bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, 2°, 3° en § 3, met het oog op de vermindering van de overeenkomstige voordelen die in de toekomst kunnen worden toegekend aan de contractuele personeelsleden van de Dienst.

Art. 5.Luik 1 van de jaarlijkse compensatietoelage bedoeld in artikel 3, § 2, 1°, 2° en 3°, wordt aangepast met het oog op de evolutie van de verworven weddenschaal vastgelegd op de datum van indienstneming.

De toelage toegekend in het kader van de competentiemetingen wordt afgehouden van luik 1 van de jaarlijkse compensatietoelage.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 28 maart 2003.

De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

BIJLAGE Berekeningsformules voor de jaarlijkse compensatietoelage Met dien verstande dat : WVI= weddenschaal verworven op de datum van indienstneming DWI= binnen de Dienst geldende weddenschaal bij indienstneming VG %= percentage van een twaalfde van de DWI toegekend als vakantiegeld SJ = aantal schijven van 5 jaar vervuld binnen de FVD Luik 1 1° het bedrag van de compensatie voor het verschil tussen de verworven weddenschaal vastgelegd op de datum van indienstneming en de binnen de Dienst geldende weddenschaal bij indienstneming, wordt bepaald volgens de volgende formule : WVI - DWI 2° het bedrag van de compensatie voor het verschil dat in aanmerking wordt genomen bij de berekening van het vakantiegeld, rekening houdend met de verandering van weddenschaal die als basis dient voor deze berekening, wordt bepaald volgens de volgende formule : (WVI/12*92 %) - (DWI/12*92 %) 3° het bedrag van de compensatie voor het verschil dat in aanmerking wordt genomen bij de berekening van de eindejaarstoelage, rekening houdend met de verandering van weddenschaal die als basis dient voor deze berekening, wordt bepaald volgens de volgende formule : (WVI*2,5 %) - (DWI*2,5 %) 4° het jaarlijkse nettobedrag van de loonpremies verworven op de datum van indienstneming wordt forfaitair vastgesteld op 1839,66 EUR. Luik 2 : het bedrag dat overeenstemt met het verschil tussen het vakantiegeld toegekend door de Dienst en het vakantiegeld dat toegekend zou zijn door de FVD voor dezelfde weddenschaal bij indienstneming, wordt bepaald volgens de volgende formule : (DWI/12*92 %) - (DWI/12*VG %) Luik 3 : het bedrag van de compensatie voor één verlofdag per schijf van 5 jaar, wordt bepaald volgens de volgende formule : WVI/260*SJ Luik 4 : het jaarlijkse nettobedrag van de premies verbonden aan de uitoefening van een functie of aan de uitvoering van duidelijk omschreven taken wordt forfaitair vastgesteld op 1839,66 EUR. Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 maart 2003 tot vaststelling, wat de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister betreft, van de regels voor de berekening van de jaarlijkse compensatietoelage bedoeld in het koninklijk besluit van 20 september 2002 tot vaststelling van de wijze waarop de personeelsleden van de Belgische Federale Voorlichtingsdienst in dienst worden genomen door de Federale Overheidsdienst Kanselarij van de Eerste Minister en door de Federale Overheidsdienst Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.

De Eerste Minister, G. VERHOFSTADT De Minister van Begroting, J. VANDE LANOTTE

^