Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 28 september 2000
gepubliceerd op 30 september 2000

Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage

bron
ministerie van justitie
numac
2000009837
pub.
30/09/2000
prom.
28/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/28/2000009837/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

28 SEPTEMBER 2000. - Ministerieel besluit houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage


De Minister van Justitie, Gelet op het Gerechtelijk Wetboek, inzonderheid op 259bis-9, § 3, ingevoegd bij de wet van 22 december 1998;

Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat de oproep tot de kandidaten voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en voor het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage in de loop van de tweede helft van de maand september wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad;

Overwegende dat het examenprogramma ten laatste dient te zijn bekrachtigd en bekendgemaakt op het ogenblik dat de oproep tot de kandidaten wordt bekendgemaakt, zodat deze weten waaraan ze zich mogen verwachten;

Overwegende dat de overeenkomstig artikel 259bis-9, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie voorbereidde examenprogramma's, die op 28 juni 2000 door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie werden goedgekeurd, op 20 juli 2000 werden overgemaakt aan de Minister van Justitie met het oog op de bekrachtiging ervan;

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 16 augustus 2000 met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.De programma's voor het examen inzake beroepsbekwaamheid en het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage bedoeld in artikel 259bis-9, § 1, van het Gerechtelijk Wetboek voor het gerechtelijk jaar 2000-2001 voorbereid door de verenigde benoemings- en aanwijzingscommissie op 27 juni 2000 en goedgekeurd door de algemene vergadering van de Hoge Raad voor de Justitie op 28 juni 2000, gevoegd als bijlage bij dit besluit, worden bekrachtigd.

Art. 2.Het ministerieel besluit van 12 oktober 1998 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend toelatingsexamen voor de gerechtelijke stage, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 28 september 2000.

M. VERWILGHEN

Bijlage Hoge Raad voor de Justitie Examenprogramma's voor het gerechtelijk jaar 2000-2001, voorbereid door de Verenigde Benoemings- en Aanwijzingscommissie in haar vergadering van 27 juni 2000, goedgekeurd door de Hoge Raad voor de Justitie in zijn algemene vergadering van 28 juni 2000 Afdeling 1. - Vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage

Het vergelijkend toelatingsexamen tot de gerechtelijke stage bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) het opstellen van een samenvatting van een gerechtelijke beslissing, het aanduiden van trefwoorden vanhet materieel recht als van het gerechtelijk recht. Deze gerechtelijke beslissing zal in hoofdzaak betrekking hebben op de materie die door de kandidaat zal worden gekozen uit de hiernavolgende : - handelsrecht; - verbintenissen- en contractenrecht, zakenrecht en zekerheidsrecht; - personen- en familierecht, huwelijksvermogensrecht, erfrecht, schenkingen en testamenten; - strafrecht; - arbeids- en sociale zekerheidsrecht.

De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren. b) het opstellen van een samenvatting en van een kritisch commentaar van een uiteenzetting van ongeveer vijftien minuten over een onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. De kandidaten mogen nota's nemen tijdens de uiteenzetting.

De kandidaten beschikken hiervoor over twee uren. 2° een mondelinge proef die omvat : a) een kritische uiteenzetting van ongeveer tien minuten gehouden door de kandiddat over een door hem gekozen juridisch onderwerp, met uitsluiting van de materie die voor de schriftelijke proef werd gekozen.Hiervoor beschikken de kandidaten over geen nota's. De uiteenzetting kan worden gevolgd door een gedachtewisseling hierover. b) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef. Slechts de kandidaten die over het geheel van de schriftelijke proef ten minste 60 % der punten hebben behaald, worden tot de mondelinge proef toegelaten.

Worden gerangschikt, de kandidaten die zowel in de schriftelijke proef als in de mondelinge proef ten minste 60 % der punten behaald hebben. Afdeling 2. - Examen inzake beroepsbekwaamheid

Het examen inzake beroepsbekwaamheid bestaat uit twee proeven : 1° een schriftelijke proef die omvat : a) het opstellen van een verhandeling over een opgelegd onderwerp van sociale, economische, politieke of culturele aard in verband met het recht. De kandidaten beschikken hiervoor over drie uren. b) het opstellen van een gerechtelijke beslissing over een zaak waarvan waarvan de gegevens in de vorm van een volledig dossier ter beschikking worden gesteld.De kandidaten hebben de keuze tussen drie materies, te weten het burgerlijk recht, het strafrecht of het sociaal recht.

Zij delen hun keuze mee bij hun aanvraag tot deelneming aan de proef.

Een documentatie wordt hun ter beschikking gesteld.

De kandidaten beschikken hiervoor over vijf uren. 2° een mondelinge proef die omvat : a) een kritische uiteenzetting van ongeveer tien minuten gehouden door de kandidaat over een door hem gekozen onderwerp van gerechtelijk privaatrecht of strafvordering.Hiervoor beschikken de kandidaten over geen nota's. De uiteenzetting wordt gevolgd door een mondelinge ondervraging over het onderwerp. b) een gedachtewisseling over het geheel of een deel van de schriftelijke proef. Slechts de kandidaten die over het geheel van de schriftelijke proef ten minste 60 % der punten hebben behaald en ten minsten 60 % der punten voor het opstellen van de gerechtelijke beslissing, worden tot de mondelinge proef teogelaten.

Bekomen het getuigschrift van beroepsbekwaamheid, de kandidaten die zowel in de schriftelijke proef als in de mondelinge proef ten minsten 60 % der punten behaald hebben.

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 28 september 2000 houdende de bekrachtiging van de programma's van het examen inzake beroepsbekwaamheid en van het vergelijkend examen tot de gerechtelijke stage.

De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^