Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 juli 2005
gepubliceerd op 19 augustus 2005

Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten in de geriatrie

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2005022659
pub.
19/08/2005
prom.
29/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/29/2005022659/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 JULI 2005. - Ministerieel besluit tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten in de geriatrie


De Minister van Volksgezondheid, Gelet op het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, inzonderheid op artikel 35sexies, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990;

Gelet op het koninklijk besluit van 21 april 1983 tot vaststelling van de nadere regelen voor de erkenning van geneesheren-specialisten en huisartsen, inzonderheid op artikel 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels voorbehouden aan de beoefenaars van de geneeskunde, met inbegrip van de tandheelkunde, inzonderheid op artikel 1, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 22 juni 1993, 8 november 1995, 11 april 1999, 15 oktober 2001 en 17 februari 2002;

Gelet op het ministerieel besluit van 10 maart 1998 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houder van de bijzondere beroepstitel in de geriatrie, alsook van de stagemeesters en de stagediensten in de geriatrie;

Gelet op het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten, gewijzigd bij het ministerieel besluit van 12 maart 2003;

Gelet op het advies van de Hoge Raad van Geneesheren-Specialisten en van Huisartsen gegeven op 18 december 2003;

Gelet op het advies 37.558/3 van de Raad van State gegeven op 21 september 2004, Besluit : HOOFDSTUK I. - Bijzondere criteria voor erkenning van geneesheren houders van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de geriatrie

Artikel 1.§ 1. Om erkend te worden als houder van de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de geriatrie, moet de kandidaat : 1° een opleiding hebben gevolgd die overeenstemt met een voltijdse opleiding van ten minste zes jaar, bestaande uit : ten minste drie jaar opleiding in de algemene inwendige geneeskunde in een stagedienst erkend voor inwendige geneeskunde; ten minste drie jaar specifieke opleiding in de geriatrie in een stagedienst erkend voor geriatrie; 2° ten minste eenmaal in de loop van de opleiding een mededeling hebben gedaan op een gezaghebbende wetenschappelijke vergadering of in een gezaghebbend tijdschrift een artikel hebben gepubliceerd over een geriatrisch onderwerp;3° tijdens zijn opleiding een steeds grotere verantwoordelijkheid op zich hebben genomen in de diensten zoals omschreven in artikel 3, overeenkomstig artikel 2, § 7 van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten. § 2. Korte rotatiestages in bijzondere instellingen, die niet beantwoorden aan de voorwaarde bepaald in artikel 5, 2°, kunnen aanvaard worden.

Art. 2.Aan de hand van de opleiding bedoeld in artikel 1 moet de kandidaat een bekwaamheid kunnen verwerven in alle domeinen van de gerontologie en de geriatrie.

Art. 3.Om erkend te blijven moet de geneesheer-specialist in de geriatrie zijn functie exclusief uitoefenen in een geriatrische dienst. HOOFDSTUK II. - Bijzondere criteria voor de erkenning van stagemeesters

Art. 4.Om erkend te worden als stagemeester in de geriatrie, moet de kandidaat : 1° voltijds (ten minste acht tienden van de normale beroepsactiviteit) in de dienst geriatrie bedoeld in artikel 5, 1° werkzaam zijn en het grootste deel van zijn tijd besteden aan klinische, poliklinische en technische activiteiten in zijn bevoegdheid;2° aan de kandidaten die hij opleidt toelaten deel te nemen aan werkzaamheden betreffende de geriatrische patiënten in andere diensten in dezelfde inrichting;3° instaan voor de opleiding van de kandidaten naar rata van een kandidaat per vierentwintig bedden;4° a) beschikken over voltijdse (ten minste acht tienden van de normale beroepsactiviteit) medewerkers, namelijk een medewerker tot 48 bedden, of meer volgens het belang van de werkzaamheden in de dienst geriatrie.De medewerkers die beantwoorden aan het minimum vereiste aantal, dienen bewijs te leveren van een voortdurende wetenschappelijke belangstelling en sinds tenminste 5 jaar in de geriatrie erkend te zijn; b) in dezelfde inrichting beschikken over een polikliniek waar kandidaat-geriaters moeten in meewerken.Hij zal ze betrekken bij de activiteiten van de wachtdienst in kwestie; 5° erop toezien dat de kandidaten zich vertrouwd maken met de bestaande mogelijkheden van sociale en familiale hulp. HOOFDSTUK III. - Bijzondere criteria voor de erkenning van stagediensten

Art. 5.Om erkend te worden als stagedienst in de geriatrie, moet de dienst : 1° een G-dienst zijn in de zin van het koninklijk besluit van 23 oktober 1964 tot bepaling van de normen die door de ziekenhuizen en hun diensten moeten worden nageleefd;2° alle gebieden van de geriatrie omvatten, zonder voorafgaande selectie van de gevallen;3° beschikken over ten minste 48 bedden, in het kader van een instelling of een groepering of een fusie van instellingen of in het kader van een dienstenassociatie;4° een aangepaste infrastructuur bezitten alsmede het aantal medewerkers voorzien onder hoofdstuk 2. HOOFDSTUK IV. - Overgangsbepalingen

Art. 6.De geneesheren-specialisten die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, erkend zijn in de inwendige geneeskunde en die over een bijzondere beroepsbekwaming in de geriatrie beschikken, mogen ofwel hun bijzondere beroepstitel in de inwendige geneeskunde en hun bijzondere beroepsbekwaming in de geriatrie behouden, ofwel, in afwijking van artikel 1, erkend worden als geneesheren-specialisten in de geriatrie.

Art. 7.§ 1. In afwijking van artikel 5, 2°, van het ministerieel besluit van 30 april 1999 tot vaststelling van de algemene criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten, stagemeesters en stagediensten, kan een arts die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, erkend is als geneesheer-specialist in de inwendige geneeskunde met een bijzondere bekwaamheid in de geriatrie worden erkend als stagemeester in de geriatrie op voorwaarde dat hij een beroepservaring van ten minste acht jaar in de geriatrie kan aantonen. § 2. De erkenningen toegekend aan de stagemeesters en stagediensten op basis van het ministerieel besluit van 10 maart 1998 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houder van de bijzondere beroepstitel in de geriatrie, alsook van de stagemeesters en de stagediensten in de geriatrie, blijven geldig totdat de oorspronkelijk vastgelegde termijn ervan verstreken is.

Art. 8.De geneesheren-specialisten die, op de datum van de inwerkingtreding van dit besluit, een opleiding gestart zijn met het oog op het behalen van de bijzondere beroepsbekwaming in de geriatrie, mogen hun opleiding voortzetten volgens de bepalingen zoals voorzien in hun stageplan. Na afloop van de opleiding, kunnen ze ofwel de bijzondere beroepsbekwaming in de geriatrie, ofwel de bijzondere beroepstitel van geneesheer-specialist in de geriatrie aanvragen. HOOFDSTUK V. - Slotbepaling

Art. 9.Het ministerieel besluit van 10 maart 1998 tot vaststelling van de bijzondere criteria voor de erkenning van geneesheren-specialisten houder van de bijzondere beroepstitel in de geriatrie, alsook van de stagemeesters en de stagediensten in de geriatrie wordt opgeheven.

Brussel, 29 juli 2005.

R. DEMOTTE

^