Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 oktober 1997
gepubliceerd op 29 november 1997

Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1997022810
pub.
29/11/1997
prom.
29/10/1997
ELI
eli/besluit/1997/10/29/1997022810/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

29 OKTOBER 1997. Ministerieel besluit genomen ter uitvoering van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten


De Minister van Binnenlandse Zaken en de Minister van Sociale Zaken, Gelet op het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het gemotiveerd advies van het Basisoverlegcomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten, gegeven op 10 september 1996;

Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten;

Gelet op het advies van de afgevaardigde van de Minister van Financiën, gegeven op 28 mei 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 30 juni 1997;

Gelet op het akkoord van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 30 juni 1997 : Besluiten :

Artikel 1.De betrekkingen opgenomen in artikel 1 van het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten worden onderverdeeld als volgt : Administratief personeel 2 van de 6 betrekkingen van adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; de betrekking van sociaal inspecteur-directeur kan worden bezoldigd in de weddeschaal 13 B; 5 van de 14 betrekkingen van adjunct-adviseur worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 3 betrekkingen van sociaal inspecteur wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 C; de betrekking van vertaler-revisor kan worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 betrekking van actuaris wordt bezoldigd in de weddeschaal 10 E; 1 betrekking van actuaris wordt bezoldigd in de volgende weddeschaal : 1 205 758 - 1 713 329 31 x 26 713 82 x 53 429 (N 1 - G.B.) de betrekking van industrieel ingenieur kan worden bezoldigd in de weddeschaal 10 C; 1 van de 8 betrekkingen van eerstaanwezend maatschappelijk assistent wordt bezoldigd in de weddeschaal 28 F; 1 van de 2 betrekkingen van eerstaanwezend vertaler kan worden bezoldigd in de weddeschaal 28 I; 2 van de 16 betrekkingen van eerstaanwezend sociaal controleur worden bezoldigd in de weddeschaal 28 J; 2 van de 7 betrekkingen van programmeringsanalist worden bezoldigd in de weddeschaal 28 L; 10 van de 37 betrekkingen van bestuurschef worden bezoldigd in de weddeschaal 22 B; 7 van de 37 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 F; 10 van de 37 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 H; 3 van de 37 betrekkingen van klerk worden bezoldigd in de weddeschaal 30 I; 2 van de 8 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de weddeschaal 42 C; 2 van de 8 betrekkingen van beambte worden bezoldigd in de wedeschaal 42 D; 1 van de 8 betrekkingen van beambte kan bezoldigd worden in de weddeschaal 42 E. Meesters-, vak en dienstpersoneel 1 van de 3 betrekkingen van geschoold arbeider wordt bezoldigd in de weddeschaal 42 E.

Art. 2.In voorkomend geval beletten de ambtenaren die, met toepassing van de verordeningsbepalingen houdende het statuut van het personeel, in overtal zijn opgenomen in de betrekkingen van een weddeschaal, elke bevordering door verhoging in weddeschaal die afhankelijk is van het vacant zijn van een betrekking, zolang de overtallige personeelsbezetting blijft bestaan in vergelijking met het aantal in artikel 1 vastgestelde betrekkingen.

Art. 3.Het ministerieel besluit van 13 april 1995 tot uitvoering van het koninklijk besluit van 10 april 1995 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten wordt opgeheven.

Art. 4.Dit besluit treedt in werking op dezelfde dag als het koninklijk besluit van 22 oktober 1997 tot vaststelling van de personeelsformatie van de Rijksdienst voor sociale zekerheid van de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten.

Brussel, 29 oktober 1997.

De Minister van Binnenlandse Zaken, J. VANDE LANOTTE De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. De GALAN

^