Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 29 oktober 2001
gepubliceerd op 01 november 2001

Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot wijziging van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie

bron
ministerie van financien
numac
2001003495
pub.
01/11/2001
prom.
29/10/2001
ELI
eli/besluit/2001/10/29/2001003495/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

29 OKTOBER 2001. - Ministerieel besluit tot uitvoering van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot wijziging van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie


De Minister van Financiën, Gelet op de algemene wet inzake douane en accijnzen, gecoördineerd op 18 juli 1977, (Belgisch Staatsblad van 21 september 2001) inzonderheid op artikel 13, § 1;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot wijziging van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie (Belgisch Staatsblad van 1 november 2001) inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het advies van de douaneraad van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie;

Gelet op de wetten op de Raad van State gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid, overwegende het feit dat dit besluit de toepassingsmodaliteiten regelt van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot wijziging van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, inzonderheid wat de belasting van de voorraden betreft; dat deze uitvoeringsmaatregelen noodzakelijkerwijze op dezelfde dag in werking moeten treden; dat in die omstandigheden dit besluit zonder uitstel moet worden genomen, Besluit :

Artikel 1.§ 1. Voor elke plaats waar zij minerale oliën voorhanden hebben die belastbaar zijn krachtens artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit van 29 oktober 2001 tot wijziging van de wet van 22 oktober 1997 betreffende de structuur en de accijnstarieven inzake minerale olie, moeten de fabrikanten, de grossiers, de half-grossiers en de depothouders, uiterlijk de dag die volgt op elke dag waarop de verhoging van de bijzondere accijns werd opgenomen in een in het Belgisch Staatsblad gepubliceerde Officieel bericht bij toepassing van artikel 3, § 2, van het genoemde besluit, een gedateerde en ondertekende voorraadaangifte in tweevoud opmaken waarop per soort de hoeveelheden minerale olie zijn vermeld bedoeld bij artikel 4, § 1, van voornoemd besluit, die hier te lande in verbruik werden gesteld : 1° die zij voorhanden hadden te 0 uur op de dag van de tariefverhoging;2° die hen werden toegezonden voor de dag van de tariefverhoging maar pas tussen de datum van verhoging van het tarief en de datum van indiening van de overeenkomstige voorraadaangifte zijn toegekomen. § 2. Geen voorraadaangifte hoeft te worden gedaan wanneer voor elke soort belastbare minerale olie, het totaal van de in § 1, 1° en 2° bedoelde hoeveelheden minerale olie, per soort olie, 1 000 liter niet overtreft. § 3. De in de voorraadaangifte te vermelden hoeveelheden moeten in principe worden opgegeven bij de temperatuur van 15 °C. Indien aan deze eis niet kan worden voldaan mogen de hoeveelheden worden opgegeven bij omgevingstemperatuur met vermelding ervan.

Art. 2.§ 1. Een exemplaar van de voorraadaangifte moet uiterlijk de donderdag van de week die volgt op de week van de tariefverhoging in het bezit zijn van de ontvanger der accijnzen of der douane en accijnzen van het gebied van de inrichting; het tweede exemplaar van deze aangifte moet ter beschikking zijn van de accijnsambtenaren op de plaats waar de belastbare minerale olie voorhanden is.

De aangevers schrijven op het tweede exemplaar, in voorkomend geval, de hier te lande in verbruik gestelde hoeveelheden minerale olie bij die hen werden toegezonden vóór de dag van de tariefverhoging doch die pas na het indienen van hun aangifte zijn toegekomen. § 2. De vrijstelling van 1 000 liter voorzien in artikel 6 van het voormeld koninklijk besluit wordt gegund voor elke plaats waar belastbare minerale olie voorhanden is.

Art. 3.Wie overeenkomstig artikel 1 een voorraadaangifte heeft ingediend moet : 1° bij die aangifte een opgave voegen van de personen of de firma's - met uitzondering van de kleinhandelaars - aan wie zij sinds 1 oktober 2001, meer dan 10 000 liter belastbare motorbrandstof hebben geleverd, die het voorwerp waren van een inverbruikstelling hier te lande.Die opgave vermeldt de naam en het adres van bedoelde personen of firma's en de hen geleverde hoeveelheden. In voorkomend geval wordt een nihilopgave opgemaakt; 2° desgevraagd alle documenten, bescheiden en andere stukken overleggen waaruit de juistheid van die aangifte en van vorenbedoelde opgave kan blijken.

Art. 4.De accijnsambtenaren begeven zich, steekproefsgewijze, naar de in artikel 1 bedoelde personen voor de opneming van de voorraden belastbare minerale oliën.

Art. 5.De bij toepassing van dit besluit verschuldigde sommen moeten worden voldaan op het kantoor der accijnzen waar de voorraadaangiften werden ingediend, uiterlijk de laatste donderdag van de maand die volgt op de maand van de tariefverhoging.

Art. 6.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Brussel, 29 oktober 2001.

D. REYNDERS

^