Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 januari 2004
gepubliceerd op 09 februari 2004

Ministerieel besluit houdende de werkwijze en de organisatie van de bijzondere commissie, belast onder meer met de schatting van kunstwerken voor de toepassing van sommige fiscale wetten

bron
federale overheidsdienst financien
numac
2004003051
pub.
09/02/2004
prom.
30/01/2004
ELI
eli/besluit/2004/01/30/2004003051/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

30 JANUARI 2004. - Ministerieel besluit houdende de werkwijze en de organisatie van de bijzondere commissie, belast onder meer met de schatting van kunstwerken voor de toepassing van sommige fiscale wetten


De Minister van Financiën, Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, inzonderheid op artikel 104, 5°, b, vervangen door de wet van 21 juni 2001;

Gelet op het Wetboek der successierechten, inzonderheid op artikel 83-3, vervangen door de dezelfde wet;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 augustus 2003, houdende onder meer de vaststelling van de datum van inwerkingtreding van elk van de artikelen van de wet van 21 juni 2001, inzonderheid wat betreft de instelling van een bijzondere commissie belast onder meer met de schatting van kunstwerken voor de toepassing van sommige fiscale wetten;

Gezien het ministerieel besluit van 30 januari 2004 tot benoeming van de leden van de bijzondere commissie belast onder meer met de schatting van kunstwerken voor de toepassing van sommige fiscale wetten, Besluit :

Artikel 1.De voorzitter van de bijzondere commissie stelt de plaats, de dag en het uur van de vergadering vast. Hij stelt eveneens de agenda vast.

De commissieleden - of hun plaatsvervanger - kunnen een punt op de agenda laten inschrijven mits voorafgaandelijk schriftelijk verzoek daartoe gericht aan de voorzitter.

Art. 2.De voorzitter laat zich bijstaan door één of twee secretarissen.

Het secretariaat van de bijzondere commissie wordt permanent gevestigd op het adres van de voorzitter bij de Federale Overheidsdienst Financiën.

Art. 3.De voorzitter, of, in opdracht, een secretaris, roept de commissieleden op bij gewone brief, ten minste zeven dagen vóór de datum van de vergadering. De oproeping vermeldt de agenda.

Bij de oproeping wordt voor elke aanvraag een afschrift van het aanvraagdossier gevoegd.

Art. 4.Ieder lid dat de vergadering niet kan bijwonen, verwittigt hiervan het secretariaat van de bijzondere commissie, en verzoekt zijn of haar plaatsvervanger hem of haar op de vergadering te vertegenwoordigen.

Art. 5.De voorzitter opent en sluit de vergaderingen. Hij leidt de besprekingen en organiseert de stemming indien geen consensus wordt bereikt.

Art. 6.De vergaderingen worden genotuleerd in het Frans en in het Nederlands. De notulen maken een integrerend deel uit van het door de bijzondere commissie te verlenen advies. De notulen worden, samen met het ontwerp van advies, ter goedkeuring aan de commissieleden toegestuurd. Het goedgekeurde advies wordt ondertekend door de voorzitter van de bijzondere commissie. Elk commissielid ontvangt een afschrift van het goedgekeurde en door de voorzitter ondertekende advies.

Art. 7.De adviezen worden opgesteld in het Frans en in het Nederlands. Het advies wordt eveneens in het Duits opgesteld wanneer : a) de aanvraag nopens de aftrekbaarheid van de schenking van kunstwerken inzake directe belastingen uitgaat van een persoon of personen gevestigd in het Duitse taalgebied;b) de aanvraag tot inbetalinggeving van de kunstwerken inzake successierechten uitgaat van een persoon of personen gevestigd in het Duitse taalgebied;c) de aanvraag tot inbetalinggeving betrekking heeft op successierechten verschuldigd op een nalatenschap belastbaar in het Duitse taalgebied.

Art. 8.De voorzitter beslist alleen, of in voorkomend geval op vraag van de commissieleden, of en wanneer de eigenaar, de erfgenamen, legatarissen of begiftigden, of deskundigen in de vergadering worden uitgenodigd en toegelaten ten einde nadere inlichtingen omtrent de kwalitatieve hoedanigheden, de toestand en de waarde van de te schatten werken te verstrekken.

Art. 9.De commissieleden, de plaatsvervangers en de leden van het secretariaat zijn gehouden tot geheimhouding in verband met de besprekingen.

Brussel 30 januari 2004.

D. REYNDERS

^