Etaamb.openjustice.be
Ministerieel Besluit van 30 juli 2002
gepubliceerd op 08 november 2007

Ministerieel besluit betreffende de overdracht van bevoegdheid inzake de uitvoering van de begroting alsook de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten

bron
federale overheidsdienst informatie- en communicatietechnologie
numac
2007014318
pub.
08/11/2007
prom.
30/07/2002
ELI
eli/besluit/2002/07/30/2007014318/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE


30 JULI 2002. - Ministerieel besluit betreffende de overdracht van bevoegdheid inzake de uitvoering van de begroting alsook de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten


De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, Gelet op de wetten op de Rijkscomptabiliteit, gecoördineerd op 17 juli 1991 en gewijzigd bij de wet van 24 december 1993, de wet van 3 april 1995, de wet van 19 juli 1996, de wet van 10 juni 1998 en de wet van 20 juli 2000;

Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, inzonderheid op artikel 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;

Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;

Gelet op het koninklijk besluit van 14 oktober 1996 betreffende het voorafgaand toezicht en de overdracht van bevoegdheid inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en inzake de toekenning van concessies voor openbare werken op federaal niveau;

Gelet op het koninklijk besluit van 11 mei 2001 houdende oprichting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie;

Gelet op het ministerieel besluit van 12 mei 1998 betreffende de overdracht van bevoegdheid aan sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 30 mei 2000, 26 april 2001 en 18 juli 2001;

Gelet op het ministerieel besluit van 26 januari 2000 betreffende de overdracht van bevoegdheid aan sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken inzake de uitvoering van de begroting, gewijzigd bij de ministeriële besluiten van 26 april 2001 en 18 juli 2001;

Overwegende dat de goede werking van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie vereist dat de uitgaven van deze overheidsdienst geboekt worden in de passende programma's van de huidige secties van de algemene uitgavenbegroting;

Overwegende dat het goed beheer van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie een ruime autonomie vereist voor de voorzitter van het directiecomité van voornoemde dienst inzake de uitvoering van de begroting en inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten;

Besluit : HOOFDSTUK I. - De overdracht van bevoegdheid inzake de rechtstreekse gunning en uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten

Artikel 1.§ 1. Inzake de rechtstreekse gunning en uitvoering van opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan de uitgaven ten laste van de organieke afdeling 01 en de organieke afdeling 56/0 - bestaansmiddelenprogramma - van de begroting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie vallen, wordt de bevoegdheid : 1° a) om de wijze van gunning te kiezen;b) om het bestek of de documenten die het vervangen vast te stellen en zo nodig van de algemene aannemingsvoorwaarden af te wijken;c) om de procedure in te zetten;2° om de kwalitatieve selectie van de inschrijvers of, naargelang van het geval, van de kandidaten voor een inschrijving te verrichten;3° om de opdracht te gunnen;4° om de eruit volgende schudverklaringen goed te keuren;5° om af te wijken van de essentiële clausules of voorwaarden van de afgesloten opdracht, om een dading te treffen en om boetes voor vertraging bij de uitvoering kwijt te schelden; overgedragen aan de hieronder vermelde personeelsleden, elk binnen de perken van zijn bevoegdheid, tot een voor elk van hen aangegeven bedrag en ongeacht de wijze van gunning van de opdracht : 1. de voorzitter van het directiecomité : 250.000 euro; 2. de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité : 62.000 euro; 3. de personeelsleden verantwoordelijk voor de economaatsfunctie van de FOD aangewezen door de voorzitter van het directiecomité : 31.000 euro. § 2. De in § 1, 4°, bedoelde bevoegdheid wordt evenwel zonder beperking van het bedrag overgedragen aan de voorzitter van het directiecomité en de personeelsleden vermeld in § 1 voor zover de bevoegde overheid de desbetreffende verbintenissen heeft aangegaan.

Art. 2.§ 1. De in artikel 1 beoogde overdracht van bevoegdheden geldt niet : 1° wanneer, na het afwerken van een gunningsprocedure, het de bedoeling is de opdracht niet te gunnen en de procedure te herbeginnen, zo nodig op een andere wijze, op grond van artikel 18 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;2° in geval van afwijzing van een offerte op grond van artikel 110, § 3 en § 4, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;3° in geval van toepassing van maatregelen van ambtswege. § 2. Wat het opmaken van het bestek of van de documenten die het vervangen betreft kunnen enkel de voorzitter van het directiecomité en de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité de volgende beslissingen nemen : a) voorzien in de toekenning van voorschotten, met toepassing van artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;b) voorzien in het onderzoek van de prijzen, met toepassing van artikel 88 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;c) voorzien in de gunning van de opdracht, hetzij op grond van werkelijke uitgaven, hetzij eerst tegen voorlopige prijzen en vervolgens tegen forfaitaire prijzen, met toepassing van de artikelen 86 en 87 van hetzelfde besluit. Deze bevoegdheid is evenwel beperkt tot de opdrachten van ten hoogste 125.000 euro voor de voorzitter van het directiecomité en tot de opdrachten van ten hoogste 31.000 euro voor de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité.

Art. 3.§ 1. Inzake de rechtstreekse gunning en uitvoering van opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten waarvan de uitgaven ten laste van de organieke afdeling 56/1 - informatie- en communicatietechnologie - van de begroting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie vallen, wordt de bevoegdheid : 1° a) om de wijze van gunning te kiezen;b) om het bestek of de documenten die het vervangen vast te stellen en zo nodig van de algemene aannemingsvoorwaarden af te wijken;c) om de procedure in te zetten : 2° om de kwalitatieve selectie van de inschrijvers of, naargelang van het geval, van de kandidaten voor een inschrijving te verrichten;3° om de opdracht te gunnen;4° om de eruit volgende schuldverklaringen goed te keuren;5° om af te wijken van de essentiële clausules of voorwaarden van de afgesloten opdracht, om een dading te treffen en om boetes voor vertraging bij de uitvoering kwijt te schelden; overgedragen aan de hierna vermelde personeelsleden, elk binnen de perken van zijn bevoegdheid, tot een voor elk van hen aangegeven bedrag : voor de overheidsopdrachten voor aanneming van leveringen en van diensten : bij openbaren aanbesteding of algemene offerteaanvraag : a) de voorzitter van het directiecomité : 2.250.000,00 euro; b) de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité : 1.125.000,00 euro; bij beperkte aanbesteding, beperkte offerteaanvraag of bij onderhandelingsprocedure met bekendmaking bij de aanvraag van de procedure in de zin van de artikelen 17, § 3, en 39, § 1, van de wet van 24 december 1993; a) de voorzitter van het directiecomité : 1.500.000,00 euro; b) de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité : 750.000,00 euro; bij onderhandelingsprocedure in de gevallen van de artikelen 17, § 2, en 39, § 2 van de wet van 24 december 1993 : a) de voorzitter van het directiecomité : 250.000,00 euro; b) de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité : 125.000,00 euro. § 2. De in § 1, 4°, bedoelde bevoegdheid wordt evenwel zonder beperking van het bedrag overgedragen aan de voorzitter van het directiecomité en de personeelsleden vermeld in § 1 voor zover de bevoegde overheid de desbetreffende verbintenissen heeft aangegaan.

Art. 4.§ 1. De in artikel 3 beoogde overdracht van bevoegdheden geldt niet : 1° wanneer, na het afwerken van een gunningsprocedure, het de bedoeling is de opdracht niet te gunnen en de procedure te herbeginnen, zo nodig op een andere wijze, op grond van artikel 18 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten;2° in geval van afwijzing van een offerte op grond van artikel 110, § 3 en § 4, van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;3° in geval van toepassing van maatregelen van ambtswege. § 2. Wat het opmaken van het bestek of van de documenten die het vervangen betreft kunnen enkel de voorzitter van het directiecomité en de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité de volgende beslissingen nemen : a) voorzien in de toekenning van voorschotten, met toepassing van artikel 5 van het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken;b) voorzien in het onderzoek van de prijzen, met toepassing van artikel 88 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken;c) voorzien in de gunning van de opdracht, hetzij op grond van werkelijke uitgaven, hetzij eerst tegen voorlopige prijzen en vervolgens tegen forfaitaire prijzen, met toepassing van de artikelen 86 en 87 van hetzelfde besluit. Deze bevoegdheid is evenwel beperkt tot de opdrachten van ten hoogste 250.000 euro voor de voorzitter van het directiecomité en tot de opdrachten van ten hoogste 125.000 euro voor de personeelsleden van niveau 1 aangewezen door de voorzitter van het directiecomité. HOOFDSTUK II. - De overdracht van bevoegdheid inzake de uitvoering van de begroting

Art. 5.§ 1 De in hoofdstuk I vermelde personeelsleden worden aangesteld als gedelegeerde ordonnateurs voor de vastlegging, de ordonnancering en de vereffening, in naam van de Minister tot wiens bevoegdheid de Informatie- en Communicatietechnologie behoort, van alle uitgaven lastens de begroting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie, met uitzondering van de uitgaven die ten laste worden gebracht van de artikels 11.02, 11.03 en 11.04 voor zover de uitgave kadert binnen de overdrachten van bevoegdheden, die hun in hoofdstuk I werden verstrekt en niet hoger is dan het voor elk van hen aangeduide bedrag in hoofdstuk I.

Art. 6.§ 1. De voorzitter van het directiecomité of de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie of van de personeelsdienst van de Regie der Gebouwen die hij hiertoe aanwijst, is bevoegd voor de ondertekening en het overmaken bij de centrale dienst voor vaste uitgaven van het Ministerie van Financiën van de overboekingen die de instructies en noodzakelijke gegevens bevatten voor de betaling door deze dienst van de wedden en aan de wedde verbonden toelagen die ten laste worden gebracht van de artikels 11.02, 11.03 en 11.04 van de begroting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie. § 2. De voorzitter van het directiecomité of de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie of van de personeelsdienst van de Regie der Gebouwen die hij hiertoe aanwijst, wordt aangewezen als gedelegeerd ordonnateur voor de vastlegging, de ordonnancering en de vereffening, in naam van de Minister tot wiens bevoegdheid de Informatie- en Communicatietechnologie behoort, van de volgende uitgaven ten laste van de begroting van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie : 1. de terugbetaling bij de centrale dienst voor vaste uitgaven van het Ministerie van Financiën van de wedden van de gesubsidieerde contractuele personeelsleden voor wie de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie, in het kader van de ter zake tussen de Minister tot wiens bevoegdheid de Informatie- en Communicatietechnologie behoort en de Minister tot wiens bevoegdheid Tewerkstelling behoort gesloten overeenkomst, een door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening vereffende premie ontvangt;2. de betaling aan de personeelsleden van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie van de vervoer- en verblijfkosten, evenals van de toelagen en vergoedingen voorzien door de toepasselijke verordeningsbepalingen.

Art. 7.Aan de voorzitter van het directiecomité en aan de in artikel 6 vermelde personeelsleden, wordt, ieder voor wat hem betreft, overdracht verleend voor het ondertekenen en overmaken van de vereffeningborderellen aan de personeelsdienst van de Regie der Gebouwen, inzake tussenkomst in de kosten van de door de openbare vervoermaatschappijen uitgereikte abonnementen, terugbetaling van de vervoer- en verblijfkosten en betaling van toelagen of vergoeding ten voordele van de personeelsleden van hun administratie. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen

Art. 8.In geval van afwezigheid of verhindering van een der in vorige artikelen bedoelde personeelsleden kunnen de hun overgedragen bevoegdheden worden uitgeoefend door andere personeelsleden van niveau 1 van de Federale Overheidsdienst Informatie- en Communicatietechnologie dat vooraf door de voorzitter van het directiecomité is aangewezen.

Wanneer er voor de functie van voorzitter van het directiecomité geen titularis is, worden de overeenkomstige overgedragen bevoegdheden uitgeoefend door het personeelslid van niveau 1 dat door ons wordt aangewezen om deze functie tijdelijk uit te oefenen.

Art. 9.Elk bij dit besluit vastgelegd bedrag behelst het totale reële of geraamde bedrag van de uitgave in euro, met inbegrip van de bijkomende kosten maar met uitsluiting van de belasting op de toegevoegde waarde, rekening houdend met de regels van de artikelen 2, 28 en 54 van het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken.

Art. 10.Geen enkele opdracht mag worden gesplitst om hem te onttrekken aan de toepassing van dit besluit.

Art. 11.De bepalingen van het ministerieel besluit van 12 mei 1998 betreffende de overdracht van bevoegdheid aan sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken inzake de gunning en de uitvoering van overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten met betrekking tot de organisatieafdeling 56 - Dienst van de Federale ICT - Manager - van het Ministerie van Ambtenarenzaken worden opgeheven.

Art. 12.De bepalingen van het ministerieel besluit van 26 januari 2000 betreffende de overdracht van bevoegdheid aan sommige ambtenaren van het Ministerie van Ambtenarenzaken inzake de uitvoering van de begroting met betrekking tot de organisatieafdeling 56 - Dienst van de Federale ICT - Manager - van het Ministerie van Ambtenarenzaken worden opgeheven.

Art. 13.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 17 juni 2002.

Brussel, 30 juli 2002.

De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen, L. VAN DEN BOSSCHE

^