30 MEI 2006. - Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 11 april 2005 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, Gelet op het decreet van 19 december 2002 betreffende de organisatie van de gewestelijke gasmarkt, inzonderheid op artikel 37;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de elektriciteitsmarkt, inzonderheid op artikel 13, 2°;

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 30 maart 2006 betreffende de openbare dienstverplichtingen op de gasmarkt, inzonderheid op artikel 13, 2°;

Gelet op het ministerieel besluit van 11 april 2005 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 21 februari 2006;

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 21 februari 2006;

Gelet op het advies 39.989/4 van de Raad van State, gegeven op 29 maart 2006, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, Besluit :

Artikel 1.Artikel 1 van het ministerieel besluit van 11 april 2005 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik wordt gewijzigd als volgt : 5° "vroegere woning" : woning waarvoor het dossier inzake bouwvergunningsaanvraag vóór 1 december 1996 bij de gemeente werd ingediend;11° "programma MEBAR" : programma ingesteld bij het besluit van de Waalse Regering van 23 december 1998 waarbij toelagen aan gezinnen met een bescheiden inkomen worden verleend ter bevordering van rationeel en efficiënt energiegebruik;12° "isolatiemateriaal" : materiaal waarvaan de coëfficiënt van de gemiddelde thermische geleidbaarheid, berekend volgens de norm NBN B 62-002 en de addenda ervan, kleiner is dan 0,065 W/mK.Wat de thermische isolatie van de vloeren betreft, kan deze gemiddelde coëfficiënt evenwel 0,095W/mK bedragen; 13° "uitsluitend automatische voeding" : voedingssysteem dat nauwgezet voldoet aan de automatische voedingscriteria omschreven in de normen NBN EN 303-5 en NBN EN 12809, naargelang van het soort toestel.

Art. 2.In Titel II, hoofdstuk I, van hetzelfde besluit wordt een artikel 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 1bis : Voor dezelfde werkzaamheden mogen de premies toegekend in het kader van Titel II van dit besluit niet gecumuleerd worden met de toelage toegekend in het kader van het programma MEBAR. »

Art. 3.Paragraaf 4, eerste lid, van artikel 2 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : « § 4. Er wordt een premie van 20 euro per m2 ruitoppervlakte toegekend voor de vervanging van enkele ruiten door dubbele ruiten met hoog rendement waardoor voor ramen (namelijk het geheel raamlijsten, ruiten en inleg) een globale transmissiecoëfficiënt U van 2,0 W/m2K of minder bereikt kan worden, berekend volgens de norm NBN B 62-002 en de addenda ervan. »

Art. 4.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) paragraaf 1 wordt aangevuld met het volgende lid : « De verwarmingsketel voldoet aan het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan 400 kW of minder.»; b) paragraaf 2 wordt aangevuld met het volgende lid : « De verwarmingsketel voldoet aan het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders met een nominaal thermisch vermogen gelijk aan 400 kW of minder.»

Art. 5.Artikel 5 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) In paragraaf 1 wordt een derde lid toegevoegd, luidend als volgt : « Er wordt een premie van 75 % van de investering (maximum euro 2.250) toegekend bij de installatie van een gecombineerde warmtepomp woningverwarming - sanitair warmwater die voldoet aan de criteria bedoeld in het eerste en het tweede lid van deze paragraaf. » b) Paragraaf 2 wordt vervangen als volgt : « § 2.Binnen de grenzen van de budgettaire kredieten wordt een premie toegekend bij de installatie van een biomassa verwarmingsketel voor uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de norm NBN EN 303-5, waarvan het volgens deze norm berekende thermisch rendement hoger is dan 80 %. Indien het gaat om een ketel met bi-verbranding, wordt uitsluitend aardgas toegelaten.

Het bedrag van de premie bedraagt euro 1.750.

In de zin van dit artikel wordt onder biomassa verstaan de plantaardige recycleerbare grondstoffen. »

Art. 6.Afdeling 2, hoofdstuk I, Titel II, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een artikel 5bis, luidend als volgt : «

Art. 5bis.Binnen de grenzen van de budgettaire kredieten kan de aanvrager een premie verkrijgen waarvan het bedrag en de toekenningsvoorwaarden bepaald worden als volgt : § 1. Er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een individueel of manueel verwarmingstoestel dat voldoet aan de norm EN 13240 of aan de norm EN 13229, naargelang van het soort toestel, dat op hout werkt, waarvan het vermogen lager is dan 20 kW, het thermisch rendement, berekend volgens de norm EN 13240 of de norm EN 13229, naargelang van het soort toestel, hoger dan 65 % en de CO-emissies lager dan 0,6 % tot 13 % O2 in de rookgassen. § 2. Er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een pellettkachel (hout- of graankorrels) die voldoet aan de projectnorm pr EN 14785, waarvan het vermogen lager is dan 30 kW, het thermisch rendement, berekend volgens de projectnorm pr _ EN 14785, hoger dan 75 % en de CO-emissies aan 13 % O2 in de rookgassen lager dan 0,04 % qua nominaal vermogen en 0,06 % qua gedeeltelijke last. § 3. 1° Er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een verwarmingskachel met manuele lading of die beide voedingssystemen toelaat; 2° er wordt een premie van euro 1.500 toegekend bij de installatie van een verwarmingskachel met uitsluitend automatische voeding; 3° elk van deze premies wordt toegekend als de toestellen voldoen aan de norm NBN EN 12809, als ze een vermogen van 5 à 50 kW hebben en een thermisch rendement hoger dan 75 % volgens deze norm. § 4. Er wordt een premie van euro 500 toegekend bij de installatie van een stookketel op hout met manuele lading of die beide voedingssystemen toelaat, overeenkomstig de bepalingen van de norm NBN EN 303-5. Het thermisch rendement van stalen ketels bedraagt minimum "67 + 6.log QN" volgens de norm NBN EN 303-5 en het thermisch rendement van ketels uit gietijzer minimum "57 + 6.log QN" volgens de norm NBN EN 303-5, waarbij QN het nuttige nominaal vermogen in kW is. § 5. De installaties bedoeld in de §§ 1 tot 4 worden uitgevoerd door een geregistreerd aannemer.

Art. 7.In artikel 6, § 2, eerste lid, van hetzelfde besluit worden de woorden "voorzover deze vergezeld gaat van een verslag dat de mogelijke verbeteringen aan de isolatie van het gebouw vermeldt en dat deze thermografie wordt gevoegd bij de audit bedoeld in § 1" geschrapt.

Paragraaf 2 van artikel 6 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een tweede lid, luidend als volgt : « het auditverslag per thermografie vermeldt de mogelijke verbeteringen aan het omhulsel van het gebouw. »

Art. 8.Artikel 8, § 4, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een zesde streepje, luidend als volgt : « - een afschrift van de plannen en verdelingen van de woning afgeleverd door de administratie van de gemeente waar de woning gelegen is ».

Art. 9.Artikel 9 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) in § 2, worden de woorden "en in artikel 5bis " ingevoegd na de woorden "in artikel 5, §§ 1 tot 4";b) in paragraaf 2 wordt tussen het derde en het vierde streepje het volgende streepje ingevoegd : « - voor de premie bedoeld in artikel 5, § 1, eerste lid, een afschrift van de plannen en verdelingen van de woning afgeleverd door de administratie van de gemeente waar de woning gelegen is;».

Art. 10.Artikel 10 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) achter het derde streepje worden de woorden "in artikel 6" vervangen door de woorden "in artikel 6, § 1";b) het vierde streepje wordt geschrapt.

Art. 11.In hetzelfde besluit wordt een artikel 10bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 10bis : Wat betreft de premies bedoeld in artikel 6, § 2, bestaat het door de aanvrager bij de administratie ingediende dossier uit : - het bij de administratie te verkrijgen formulier, behoorlijk ingevuld; - het origineel of een afschrift van de factuur (of van de ereloonnota) voor de verstrekte prestaties, waarop het adres vermeld wordt van de woning waar de thermografie is uitgevoerd; deze factuur gaat vergezeld van een afschrift van het betalingsbewijs of draagt de melding "voldaan" en de handtekening van de uitvoerder van de thermografie; - het auditverslag, overeenkomstig artikel 6, paragraaf 2, tweede lid. »

Art. 12.Artikel 11 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidend als volgt : « - een afschrift van de plannen en verdelingen van de woning afgeleverd door de administratie van de gemeente waar de woning gelegen is ».

Art. 13.Artikel 13 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) het eerste en het tweede lid van paragraaf 2 worden vervangen door het volgende lid : "Er wordt een premie toegekend bij de installatie van een systeem voor brede modulering van de aardgasbrander dat een efficiëntere regeling mogelijk maakt, namelijk de plaatsing van moderne modulerende aardgasbranders in een vork van ten minste 25 à 100 % op industriële ovens of stoomketels;b) in paragraaf 3, tweede lid, eerste streepje, van hetzelfde besluit worden de woorden "en stralingsbuizen" geschrapt;c) paragraaf 6, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : « De verwarmingsketel voldoet aan het koninklijk besluit van 8 januari 2004 tot regeling van de stikstofoxides (NOX) en koolmonoxide (CO)-emissieniveaus voor de olie- en gasgestookte centrale verwarmingsketels en branders met een nominaal thermisch vermogen gelijk van 400 kW of minder »;d) er wordt een paragraaf 6bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 6bis : er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een individueel of manueel verwarmingstoestel dat voldoet aan de norm EN 13240 of aan de norm EN 13229, naargelang van het soort toestel, dat op hout werkt en waarvan het vermogen lager is dan 20 kW, het thermisch rendement, berekend volgens de norm EN 13240 of de norm EN 13229, naargelang van het soort toestel, hoger dan 65 % en de CO-emissies lager dan 0,6 % à 13 % O2 in de rookgassen;e) er wordt een paragraaf 6ter ingevoegd, luidend als volgt : « § 6ter : er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een pelletkachel (hout- of graankorrels) die voldoet aan de projectnorm pr EN 14785, waarvan het vermogen lager is dan 30 kW, het thermisch rendement, berekend volgens de projectnorm pr _ EN 14785, hoger dan 75 % en de CO-emissies aan 13 % O2 in de rookgassen lager dan 0,04 % qua nominaal vermogen en 0,06 % qua gedeeltelijke last ».f) er wordt een paragraaf 6quater ingevoegd, luidend als volgt : « § 6quater : 1° er wordt een premie van euro 250 toegekend bij de installatie van een verwarmingskachel met manuele lading of met beide voedingssystemen; 2° er wordt een premie van euro 1.500 toegekend bij de installatie van een verwarmingskachel met uitsluitend automatische voeding; 3° elk van deze premies wordt toegekend als de toestellen voldoen aan de norm NBN EN 12809, als ze een vermogen van 5 à 50 kW hebben en een thermisch rendement hoger dan 75 % volgens deze norm.»; g) er wordt een paragraaf 6quinquies ingevoegd, luidend als volgt : « § 6quinquies : er wordt een premie van euro 500 toegekend bij de installatie van een stookketel op hout met manuele lading of dat beide voedingssystemen toelaat, overeenkomstig de bepalingen van de norm NBN EN 303-5.Het thermisch rendement van stalen ketels bedraagt minimum "67 + 6.log QN" volgens de norm NBN EN 303-5 en het thermisch rendement van ketels uit gietijzer minimum "57 + 6.log QN" volgens de norm NBN EN 303-5, waarbij QN het nuttige nominaal vermogen in kW is. »; h) er wordt een paragraaf 6sexies ingevoegd, luidend als volgt : " § 6sexies : er wordt een premie toegekend bij de installatie van een biomassa verwarmingsketel met uitsluitend automatische voeding die voldoet aan de norm NBN EN 303-5 en waarvan het thermisch rendement, berekend volgens deze norm, hoger is dan 80 % .Indien het gaat om een ketel met bi-verbranding, wordt uitsluitend aardgas toegelaten.

Het bedrag van de premie wordt berekend als volgt : - als het vermogen lager is dan 50 kW : 1.750 euro - als het vermogen hoger is dan 50 kW en gelijk aan 100 kW of minder, bedraagt de premie euro 1.750, vermeerderd met euro 35 per kW boven 50 kW; - als het vermogen hoger is dan 100 kW : 3.500 euro .

De premie wordt beperkt tot hoogstens 50 % van het factuurbedrag en het globale bedrag van de investering is lager dan euro 25.000.

In de zin van dit artikel wordt verstaan onder biomassa de plantaardige recycleerbare grondstoffen. »; i) paragraaf 7 wordt aangevuld met een vijfde lid, luidend als volgt : « Er wordt een premie van 75 % van de investering (maximum euro 2.250) toegekend bij de installatie van een gecombineeerde warmtepomp woningverwarming-sanitair warmwater die voldoet aan de criteria bedoeld in het eerste en het vierde lid van deze paragraaf. »; j) het derde lid, eerste streepje, van paragraaf 10 wordt aangevuld met de woorden "beperkt tot euro 600.»; k) paragraaf 10, vijfde lid, wordt vervangen door het volgende lid : « Deze premie mag niet gecumuleerd worden met de premies bedoeld in de paragrafen 4 en 6 tot 9 van dit artikel.De technische voorwaarden opgelegd in artikel 13, §§ 4 tot 9, en in bijlage 1 bij het ministerieel besluit moeten evenwel in acht genomen worden ».

Art. 14.Artikel 14 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) in paragraaf 1 wordt tussen de woorden "verlichtingsysteem" en de woorden "dat een gecombineerde verbetering" het woord "binnenshuis" ingevoegd; b) in paragraaf 2 worden het vierde en het vijfde lid vervangen door het volgende lid : « De premie bedraagt euro 100 per kW nominaal vermogen van de motor en wordt beperkt tot maximum euro 5.000 per technische exploitatie-eenheid ».

Art. 15.Artikel 15 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;b) in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;c) in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;d) het eerste lid van paragaraaf 4 wordt vervangen als volgt : « er wordt een premie toegekend voor de vervanging van enkele ruiten door dubbele ruiten met hoog rendement waardoor voor ramen (namelijk het geheel raamlijsten, ruiten en inleg) een totale transmissiecoëfficiënt U van 2,0 W/m2K of minder bereikt kan worden, berekend volgens de norm NBN B 62-002 en de addenda ervan.Bij vervanging van de raamlijsten wordt de premie berekend op basis van de buitenafmetingen van de raamlijst. »; e) het tweede lid van paragaraaf 4 wordt aangevuld als volgt : « Bij vervanging van de raamlijsten wordt het vastzetten rondom de raamlijsten niet in aanmerking genomen voor de berekening van de premie.».

Art. 16.Artikel 16 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : b) paragraaf 1, eerste lid, wordt vervangen als volgt : « Er wordt een premie toegekend voor de thermische isolatie van het dak of het dakgebinte uitgevoerd door een geregistreerd aannemer door middel van isolatiemateriaal, waardoor een totale transmissiecoëfficiënt van de wand van 0,3 W/m2K of minder bereikt kan worden;b) in paragraaf 1, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;c) in paragraaf 2, eerste lid, worden de woorden "Met de thermische isolatie kan een totale transmissiecoëfficiënt van de wand bereikt worden" vervangen door "Met het isolatiemateriaal kan een totale transmissiecoëfficiënt van de wand bereikt worden";d) in paragraaf 2, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;e) in paragraaf 3, eerste lid, worden de woorden "Met de thermische isolatie kan een totale transmissiecoëfficiënt van de wand bereikt worden" vervangen door "Met het isolatiemateriaal kan een totale transmissiecoëfficiënt van de wand bereikt worden";f) in paragraaf 3, tweede lid, worden de woorden "van het aangebrachte isolatiemateriaal" na de woorden "van de factuur" toegevoegd;g) het eerste lid van paragaraaf 4 wordt vervangen als volgt : "Er wordt een premie toegekend voor de vervanging van enkele ruiten door dubbele ruiten met hoog rendement waardoor voor ramen (namelijk het geheel raamlijsten, ruiten en inleg) een totale transmissiecoëfficiënt U van 2,0 W/m2K of minder bereikt kan worden, berekend volgens de norm NBN B 62-002 en de addenda ervan.» Bij vervanging van de raamlijsten wordt de premie berekend op basis van de buitenafmetingen van de raamlijst. » h) het tweede lid van paragaraaf 4 wordt aangevuld als volgt : « Bij vervanging van de raamlijsten wordt het vastzetten rondom de raamlijsten niet in aanmerking genomen voor de berekening van de premie.»

Art. 17.In de artikelen 3, 5, 7, 13, § 7 en 20 van hetzelfde besluit wordt de zin "De niveaus K en Be worden berekend volgens de methodes opgenomen in de artikelen 406 tot 413 van het Waalse Wetboek van Ruimtelijke Ordening, Stedenbouw en Erfgoed" geschrapt en vervangen als volgt : « Het niveau K wordt berekend volgens de normen die van toepassing zijn zes maanden vóór het indienen van de aanvraag tot bouwvergunning.

Het niveau Be wordt berekend volgens de methode omschreven in de bijlagen 36 tot 42 bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 1996 betreffende de thermische isolatie en de ventilatie van gebouwen . »

Art. 18.Artikel 23 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : a) het eerste lid wordt vervangen door het volgende lid : « Wat betreft de premies bedoeld in artikel 13, §§ 6bis tot 9, bestaat het door de aanvrager bij de administratie ingediende dossier uit : » b) tussen het derde en het vierde streepje wordt het volgende streepje ingevoegd : « - voor de installatie bedoeld in § 7, eerste lid, een afschrift van de plannen en verdelingen van de woning afgeleverd door de administratie van de gemeente waar de woning gelegen is ».

Art. 19.In artikel 24, eerste lid, vierde streepje, van hetzelfde besluit worden de woorden "in het kader van het programma AMURE" vervangen door de woorden "in het kader van artikel 18 van dit besluit".

Art. 20.Artikel 26, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde streepje, luidend als volgt : « - een foto van de installaties vóór en na de werkzaamheden ».

Art. 21.Artikel 27, § 3, van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een derde streepje, luidend als volgt : « - een foto van de installaties vóór en na de werkzaamheden ».

Art. 22.Artikel 29 van hetzelfde besluit wordt aangevuld met een vijfde streepje, luidend als volgt : « - een afschrift van de plannen en verdelingen van de woning afgeleverd door de administratie van de gemeente waar de woning gelegen is ».

Art. 23.Artikel 37, § 1, tweede lid, van hetzelfde besluit wordt aangevuld als volgt : « Wat betreft de premies bedoeld in artikel 19 van het ministerieel besluit, begint de termijn van zes maanden te lopen vanaf de datum van kennisgeving van de toekenning van de toelage verleend in het kader van het programma UREBA ».

Art. 24.In hoofdstuk II van Titel IV van hetzelfde besluit wordt een artikel 37bis ingevoegd, luidend als volgt : « Art. 37bis : In afwijking van artikel 37 kunnen de openbare huisvestingsmaatschappijen vóór de uitvoering van in aanmerking komende werkzaamheden bij de administratie een dossier indienen dat samengesteld is als volgt : - het behoorlijk ingevulde formulier van voorafgaandelijke aanvraag dat verkrijgbaar is bij de administratie; - het bijzonder bestek van alle isolatiewerkzaamheden, van de vervanging van enkele ruiten door dubbele ruiten met hoog rendement en van de installatie van een verluchtingssysteem met warmterecuperator; - de budgetaire raming van de uit te voeren investeringen.

Onder in aanmerking komende dossiers wordt verstaan de dossiers ingediend in het kader van artikel 13, §§ 7 tot 10, artikel 14, §§ 4 en 5 en de artikelen 15, 18 en 20.

Binnen de maand na ontvangst van de premieaanvraag stuurt de administratie een bericht van ontvangst naar de openbare huisvestingsmaatschappij waarbij ze aangeeft of het dossier al dan niet ontvankelijk is.

Als het dossier onontvankelijk wordt verklaard, beschikt de openbare huisvestingsmaatschappij over één maand, te rekenen van de datum van ontvangst van het door de administratie overgemaakte bericht van ontvangst, om de ontbrekende bestanddelen te verstrekken.

Indien de openbare huisvestingsmaatschappij na afloop van die termijn de aangevraagde gegevens aan de administratie verstrekt heeft, wordt een tweede bericht van ontvangst verstuurd om de openbare huisvestingsmaatschappij te laten weten dat haar dossier volledig is.

Indien de openbare huisvestingsmaatschappij daarentegen na afloop van die termijn de gevraagde gegevens niet verstrekt heeft, wordt de aanvraag geacht nooit te zijn ingediend.

De beslissing tot weigering of tot belofte van toekenning van de subsidie wordt meegedeeld binnen twee maanden, te rekenen van de datum van verzending van het bericht van ontvangst m.b.t. de volledigheid van het dossier.

De belofte van toekenning van de premie heeft een geldigheidsduur van vierentwintig maanden, die ingaat op de dag van de kennisgeving ervan.

Indien de aanvrager na afloop van die termijn zijn premieaanvraag niet heeft ingediend overeenkomstig de artikelen 23 tot 29 van hetzelfde besluit, wordt de belofte van toekenning nietig verklaard.

Deze bepaling is van toepassing binnen de grenzen van de beschikbare budgettaire kredieten bestemd voor de dossiers ingediend door de openbare huisvestingsmaatschappij in het kader van het door de Waalse Regering goedgekeurde Actieplan. »

Art. 25.Bijlage I bij hetzelfde besluit wordt vervangen door bijlage I bij dit besluit.

Art. 26.Dit besluit treedt in werking op 1 maart 2006.

Namen, 30 mei 2006.

A. ANTOINE

BIJLAGE I 1. WARMTEPOMP VOOR DE PRODUCTIE VAN SANITAIR WARMWATER (WP PSW) 1.a. Energiewinning.

De energiewinning gebeurt exclusief via een verdamper of een thermische wisselaar met glycolwater in de bodem, in de vorm van een horizontale leidingbundel.

De leidingbundel wordt op een minimale diepte van 60 cm begraven en de afstand tussen de leidingen bedraagt minstens 50 cm. 1.b. Energielozing.

De energielozing gebeurt in een warmtewisselaar die rechtstreeks of onrechtstreeks in contact is met het sanitair warmwater.

De warmteopslagballon beschikt over een opslagcapaciteit van minstens 300 liter. De ballon wordt verticaal geplaatst en de verhouding hoogte/omtrek bedraagt minstens 2 om een juiste stratificatie te hebben. De ballon wordt tegen corrosie beschermd en minstens vijf jaar gewaarborgd. Hij wordt ook met een stroombestendigheid uitgerust voor de periodieke anti-legionella behandeling, alsook met de klassieke veiligheidsgroep. 1.c. Type warmtepomp.

De afmetingen van de warmtepomp, compressor en wisselaar, moeten een volledige lading van de ballon van 10 tot 60 °C over een periode van 9 uur toelaten om het gebruik tijdens de stille uren te optimaliseren.

De uurteller en de elektrische teller worden op de warmtepomp aangebracht. 1.d. Minimale prestaties.

De WP-PSW installatie heeft, onder de volgende voorwaarden : Warmtepomp BODEMfl - sanitair warmwater.

COP minimum = 2,5 voor : - een verdampingstemperatuur van - 7 °C; - warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 45 °C. Warmtepomp BODEMwater gl - sanitair warmwater.

COP minimum = 2,5 voor : - glycol water temperatuur aan de ingang van de thermische buitenwisselaar van 0 °C; - warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 45 °C. De prestatiecoëfficiënt wordt bepaald volgens de norm NBN EN 255 (uitgave 1977) 2. WARMTEPOMP VOOR DE VERWARMING VAN EEN WONING De reversibele warmtepompen voor de klimaatregeling van de gebouwen komen niet in aanmerking voor de premie.De afmeting van de warmtepomp installatie moet rekening houden met het gehele warmteverlies van de woning. 2.a. Energiewinning.

De dynamische winning in de atmosferische lucht of de waterwinning (rivier, meer, vijver, waterput, grondwater,...) komt niet in aanmerking voor de premie.

Statische winning in de atmosferische lucht De roestvrije buitenwisselaar heeft een wisselvlakte van minstens 1 m2/kW verlies per woning voor de minimale buitentemperatuur van de gebruikte plaats.

De warmtepomp moet niet uitgerust worden met een ontdooiingssysteem, maar de buitenwisselaar wordt zonder belemmering van het zonlicht gericht tussen het oosten en het westen via het zuiden.

Winning via het warmtevoerend medium in de bodem.

De energiewinning gebeurt via een verdamper bestaande uit een leidingbundel in koelbestendig uitgegloeid koper beschermd op de buitenkant door een polymeer. Deze bundel bestaat uit minstens twee parallelschakelingen.

De verdamper wordt op een minimale diepte van 60 cm begraven en de afstand tussen de leidingen bedraagt minstens 50 cm. De minimale lengte van de leidingen bedraagt minstens 65 m per kW warmteverlies dat ten laste valt van de warmtepomp.

Winning via glycolwater in de bodem.

De energiewinning gebeurt via een wisselaar bestaande uit een leidingbundel in vernet polyethyleen of een andere polymeer die geen zuurstof door de leidingen doorlaat.

De bundel heeft meerdere parallelschakelingen om het hydraulisch verlies te minimaliseren en gelijktijdig een optimale delta T voor de verdamper (4 à 6 °C) te hebben.

Het glycolgehalte bedraagt 25 % van het gewicht om elk vriesgevaar in de leidingen te voorkomen.

De wisselaar wordt op een minimale diepte van 60 cm begraven en de afstand tussen de leidingen bedraagt minstens 50 cm. De minimale lengte van de leidingen bedraagt minstens 80 m per kW warmteverlies dat ten laste valt van de warmtepomp. 2.b. Energielozing.

De energielozing gebeurt rechtstreeks via een laag temperatuur vloer- of muurverwarmingssysteem. Het verwarmingsmedium kan bestaan uit het warmtevoerend medium of water. Er kunnen laag temperatuur ventilo-convectoren met water als verwarmingsmedium gebruikt worden in lokalen die niet als woonkamer dienen. Een extra elektrisch toestel wordt uitsluitend in de bad- of douchekamers toegelaten.

Lozing in de omgevingslucht : er wordt geen premie toegekend.

Lozing in een warmwaterschakeling.

De verwarming van de lokalen mag geenszins gebeuren via radiatoren of convectoren. Uitsluitend een laag temperatuur vloer- of muurvermarmingssysteem en laag temperatuur warmwater ventilo-convectoren worden toegelaten in lokalen die niet als woonkamer dienen. Een extra elektrisch toestel wordt uitsluitend in de bad- of douchekamers toegelaten.

De warmtepomp mag uitsluitend in het geval van een atmosferische luchtwinning van een extra elektrische dompelaar voorzien worden. De dompelaar wordt onder de condensator geplaatst.

De in de vloerdeklaag liggende leidingen bestaan uit vernet polyethyleen of een andere stof die de zuurstofosmose voorkomt. De afstand tussen de leidingen wordt zorgvuldig vastgelegd in functie van het warmteverlies van elk lokaal.

De warmwatertemperatuur wordt geregeld door een met een externe sonde verbonden integrator of een omgevingsthermostaat met regulator van de lading. De temperatuur van het in het leidingstelsel inkomend warmwater mag bij het uitkomen van de condensator voor de minimale buitentemperatuur 40 °C niet overschrijden.

De totaliteit van het warmteverlies valt ten laste van de warmtepompinstallatie.

Bij gebruik van warmwater ventilo-convectoren worden hun afmetingen voorzien om op dezelfde temperatuur als de vloerverwarming te werken.

Lozing door een warmtevoerend medium.

De lokalen worden verwarmd door een leidingstelsel dat de condensator van de warmtepomp vormt. Deze leidingen bestaan uit koelbestendig uitgegloeid koper dat door een polymeer extern beschermd is tegen corrosie. De condensator bevat meerdere parallelschakelingen en elke schakeling vormt een homogene verwarmingszone. De warmtepomp wordt geregeld door een met een externe sonde verbonden integrator of een omgevingsthermostaat met regulator van de lading. De condensatietemperatuur mag voor de minimale buitentemperatuur 40 oC niet overschrijden. De totaliteit van het warmteverlies valt ten laste van de warmtepompinstallatie. Een extra elektrisch toestel wordt uitsluitend in de bad- of douchekamers toegelaten. 2.c. Minimale prestaties van de warmtepompen.

De prestatiecoëfficiënt wordt bepaald volgens de norm NBN EN 255 (uitgave 1977).

Als de norm als dusdanig niet toepasselijk is, wordt de methode voorgesteld door de norm gevolgd.

Warmtepomp BODEMfl. - BODEMfl COP min = 3,5 voor een verdampingstemperatuur van - 7 °C. een condensatietemperatuur van 40° C. Warmtepomp BODEMwater gl. - BODEMfl COP min = 3,5 voor een glycol water temperatuur aan de ingang van de thermische buitenwisselaar van 0 °C; een condensatietemperatuur van 40° C. Bij gebruik van een compressor met twee snelheden of variabele snelheid kan deze waarde in halve snelheid bereikt worden.

Warmtepomp BODEMwater gl. - BODEMwater COP min = 3,5 voor een glycol water temperatuur aan de ingang van de thermische buitenwisselaar van 0 oC; warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 35 °C. Bij gebruik van een compressor met twee snelheden of variabele snelheid kan deze waarde in halve snelheid bereikt worden.

Warmtepomp LUCHTstat - BODEMwater;

COP min = 3,5 voor een luchttemperatuur buiten van 0 °C; een warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 35 °C. 3. GECOMBINEERDE WARMTEPOMP WONINGVERWARMING - SANITAIR WARMWATER Deze gecombineerde warmtepomp voldoet aan dezelfde criteria als de warmtepomp voor woningverwarming (zie punt 2 hierboven). Voor de verwarming van sanitair water heeft de gecombineerde warmtepomp de volgende voorwaarden vervullen : Functie warmtepomp BODEMfl - sanitair warmwater COP minimum = 2,5 voor : - een verdampingstemperatuur van - 7 °C; - warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 45 °C. Functie warmtepomp BODEMwater gl - sanitair warmwater COP minimum = 2,5 voor : - glycol watertemperatuur aan de ingang van de thermische buitenwisselaar van 0 °C; - warmwater temperatuur aan de uitgang van de condensator van 45 °C. De prestatiecoëfficiënt wordt bepaald volgens de norm NBN EN 255 (uitgave 1977).

Gezien om te worden gevoegd bij het ministerieel besluit van 30 juni 2006 betreffende de modaliteiten en de procedure voor de toekenning van premies ter bevordering van rationeel energiegebruik.

Namen, 30 mei 2006.

De Minister van Huisvesting, Vervoer en Ruimtelijke Ontwikkeling, A. ANTOINE