Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 07 december 1999

Omzendbrief. - Wettelijke samenwoning, ingevoerd door de wet van 23 november 1998

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000890
pub.
07/12/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


1 DECEMBER 1999. - Omzendbrief. - Wettelijke samenwoning, ingevoerd door de wet van 23 november 1998


Aan de gebruikers van het Rijksregister, Aan het College van Burgemeester en Schepenen, Ter attentie van de bevolkingsdienst, A. Algemeenheden De wet van 23 november 1998, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 12 januari 1999, heeft het Burgerlijk Wetboek gewijzigd door de invoering van de wettelijke samenwoning (invoeging van een titel Vbis, met als opschrift « Wettelijke samenwoning », artikelen 1475 tot 1479, in boek III van het Burgerlijk Wetboek).

Voornoemde wet treedt binnenkort in werking.

De wetgever biedt op deze manier de mogelijkheid een officieel karakter te geven aan de vormen van samenwoning ten einde een relatieve juridische zekerheid te verzekeren voor de samenwonenden.

Onder wettelijke samenwoning wordt verstaan de toestand van samenleven van twee personen die de verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd bij de ambtenaar van de burgerlijke stand van de gemeenschappelijke woonplaats.

De verklaring wordt afgelegd door middel van een geschrift dat tegen ontvangstbewijs wordt overhandigd aan de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat geschrift bevat de volgende gegevens : 1° de datum van de verklaring;2° de naam, de voornamen, geboorteplaats en -datum;3° de gemeenschappelijke woonplaats;4° de vermelding van de wil van beide partijen om wettelijk samen te wonen;5° de vermelding dat beide partijen vooraf kennis hebben genomen van de inhoud van de artikelen 1475 tot 1479 van het Burgerlijk Wetboek, die het statuut van wettelijke samenwoning regelen;6° in voorkomend geval, de vermelding van de overeenkomst die is bedoeld in artikel 1478 van het Burgerlijk Wetboek, namelijk : de overeenkomst tussen de partijen die in authentieke vorm wordt verleden voor de notaris, tot regeling van de modaliteiten van de wettelijke samenwoning subsidiair aan de wet. De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na of beide partijen voldoen aan de wettelijke voorwaarden inzake de wettelijke samenwoning en maakt in bevestigend geval melding van de verklaring in het bevolkingsregister.

Het afleggen van de verklaring van wettelijke samenwoning veronderstelt dat de partijen juridisch bekwaam zijn om contracten aan te gaan, en dat zij niet verbonden zijn door een huwelijk of door een andere wettelijke samenwoning (voorwaarde betreffende de afwezigheid van wettelijke samenwoning, te controleren in de toekomst).

Het nieuwe statuut van wettelijke samenwoning dat niet kan gelijkgesteld worden met een huwelijk of ondertrouw brengt niettemin bijzondere rechten en verplichtingen mee.

Door het enkele feit van de wettelijke samenwoning dragen de wettelijke samenwonenden bij in de lasten van het samenleven naar evenredigheid van hun mogelijkheden.

Op dezelfde wijze verbindt iedere schuld, die door een der wettelijke samenwonenden wordt aangegaan ten behoeve van het samenleven en van de kinderen die door hen opgevoed worden, de andere samenwonende hoofdelijk. Deze is echter niet aansprakelijk voor schulden die, gelet op de bestaansmiddelen van de samenwonenden, buitensporig zijn.

De artikelen 215, 220, § 1, en 224, § 1 van het Burgerlijk Wetboek zijn eveneens van toepassing op het statuut van de wettelijke samenwoning (onmogelijkheid voor een van de samenwonenden om, zonder de instemming van de andere samenwonende, onder de levenden onder bezwarende titel of gratis, te beschikken over de rechten die hij bezit op het onroerend goed dat als voornaamste woning dient - verbod voor een van de samenwonenden om, alleen, het onroerend goed dat als voornaamste woning dient met een hypotheek te bezwaren - onmogelijkheid voor een van de samenwonenden om te beschikken, onder de levenden, onder bezwarende titel of gratis, over het huisraad dat aanwezig is in het onroerend goed dat als voornaamste woning dient - het recht op de huur van het onroerend goed dat door een van de samenwonenden werd gehuurd - vertegenwoordiging van de samenwonende die onbekwaamverklaard is of die in de onmogelijkheid is zijn wil te kennen te geven door de andere samenwonende voor voornoemde handelingen - mogelijkheid tot nietigverklaring van bepaalde handelingen die werden verricht zonder de medewerking van een van de samenwonenden).

De wet tot invoering van de wettelijke samenwoning bepaalt eveneens de modaliteiten volgens dewelke de wettelijke samenwoning ophoudt (huwelijk, overlijden, in onderlinge overeenstemming of éénzijdig : neerleggen van een schriftelijke verklaring bij de ambtenaar van de burgerlijke stand - vonnis).

In geval van beëindiging van de wettelijke samenwoning maakt de ambtenaar van de burgerlijke stand hiervan melding in het bevolkingsregister.

B. Wijzigingen aan de reglementering Op grond van de wet tot invoering van de wettelijke samenwoning moet een nieuwe informatie worden bijgevoegd in de bevolkingsregisters.

Deze informatie moet in bepaalde gevallen eveneens toegankelijk zijn voor derden.

Een wijziging van het koninklijk besluit van 16 juli 1992, dat op limitatieve wijze de informatie vastlegt die in de bevolkingsregisters wordt opgenomen (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992), is bijgevolg noodzakelijk (toevoeging van de verklaring van wettelijke samenwoning).

Op dezelfde wijze moet het koninklijk besluit van 16 juli 1992 betreffende het verkrijgen van informatie uit de bevolkingsregisters en uit het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 15 augustus 1992) worden aangepast om de mededeling van de informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning ten opzichte van derden mogelijk te maken (aanvulling van artikel 4, eerste lid, tweede zin, met de woorden "en de verklaring van de wettelijke samenwoning").Deze laatste bepaling houdt een uitzondering in op de beperking van de informatie die voor derden toegankelijk is.

C. Wijziging aan de Algemene Onderrichtingen van 7 oktober 1992 In de Algemene Onderrichtingen van 7 oktober 1992 betreffende het houden van de bevolkingsregisters en het vreemdelingenregister (Belgisch Staatsblad van 15 oktober 1992) moet in hoofdstuk II betreffende de informatie die in de registers opgenomen wordt, een nummer 52bis ingevoegd worden dat luidt als volgt : « De verklaring van de wettelijke samenwoning. De in te voeren datum is deze waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand de verklaring vermeldt in het bevolkingsregister, na onderzoek van de voorwaarden voor de wettelijke samenwoning. » In hoofdstuk III, nummer 55, § 3, van diezelfde onderrichtingen moet de volgende informatie worden opgenomen tussen 121 en 130 : "123 (W.S.) Wettelijke samenwoning." Ten slotte moet in hoofdstuk VIII van de Algemene Onderrichtingen van 7 oktober 1992 (Het verkrijgen van informatie uit de registers) bij het nummer 110ter, ingevoegd door de omzendbrief van 14 oktober 1996 (Belgisch Staatsblad van 31 oktober 1996), een vierde gedachtestreep toegevoegd worden : "de verklaring van de wettelijke samenwoning die door de ambtenaar van de burgerlijke stand in het bevolkingsregister werd vermeld".

Ten einde de informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning te kunnen opnemen in het Rijksregister van de natuurlijke personen wordt voorzien in een I.T. 123.

D. Structuren van het I.T. 123 1. Het invoeren van de informatie kan op de volgende manieren gebeuren : Structuur 1 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld E.Controles De informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning wordt bijgehouden in historiek.

De chronologische volgorde in het I.T. 123 moet gerespecteerd worden.

Er mogen enkel reële datums ingevoerd worden die na 31 december 1999 liggen.

De datum van de inschrijving van de wettelijke samenwoning moet later zijn dan de datum betreffende de verklaring. De datum van de betekening of de kennisgeving van de verklaring van de beëindiging van de wettelijke samenwoning moet later zijn dan de datum betreffende de verklaring van de beëindiging.

Het identificatienummer van het Rijksregister moet een reëel nummer zijn dat is opgenomen in het Rijksregister.

Het invoeren van de beëindiging van een wettelijke samenwoning veronderstelt de voorafgaande aanwezigheid in het dossier van een actieve verklaring van wettelijke samenwoning.

Een verklaring van wettelijke samenwoning kan slechts worden ingevoerd bij afwezigheid van een huwelijk of van een actieve informatie met betrekking tot de wettelijke samenwoning.

De samenwoning moeten samenleven op hetzelfde adres (controle I.T. 001 en I.T. 020).

Een oud I.T. 111 (statuut van de persoon die vertegenwoordigd of bijgestaan wordt) met de codes 61, 63, 67 of 69 kan niet voorkomen in de dossiers van de twee samenwonenden.

De twee samenwonenden mogen niet minderjarig zijn (minder dan 18 jaar), tenzij hun dossier een I.T. 111 bevat met code 50 (emancipatie).

Deze onderrichtingen worden vanaf nu aan de gemeenten en aan sommige gebruikers van het Rijksregister van de Natuurlijke personen medegedeeld teneinde een aanpassing van hun programma's mogelijk te maken vóór de datum van de effectieve inwerkingtreding van het statuut van wettelijke samenwoning.

Namens de Minister van Binnenlandse Zaken : De Directeur-Generaal, L. Vanneste.

^