Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 07 september 2020

Omzendbrief nr.° 685. - Richtlijnen in het kader van de bijzondere COVID-19-maatregelen voor de personeelsleden van het federaal openbaar ambt inzake de organisatie van het werk

bron
federale overheidsdienst beleid en ondersteuning
numac
2020042846
pub.
07/09/2020
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BELEID EN ONDERSTEUNING


1 SEPTEMBER 2020. - Omzendbrief nr.° 685. - Richtlijnen in het kader van de bijzondere COVID-19-maatregelen voor de personeelsleden van het federaal openbaar ambt inzake de organisatie van het werk


Aan de federale overheidsdiensten en de diensten die ervan afhangen, het Ministerie van Defensie en de instellingen van openbaar nut die behoren tot het federaal administratief openbaar ambt zoals bepaald in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken Geachte collega's, Geachte mevrouw, Geachte heer, Overwegende de dringendheid gemotiveerd door het feit dat het coronavirus COVID-19 zich over het Europese grondgebied en in België verspreidt, en dat er dringende maatregelen worden genomen om het risico voor de volksgezondheid te verminderen;

Overwegende dat er maatregelen werden genomen om het risico voor de volksgezondheid te verminderen, waaronder "telewerk", de invoering van het "quarantainegetuigschrift" voor werknemers die zich mogelijk in de incubatieperiode bevinden van het COVID-19-virus en voor een groot aantal werknemers die beschermd moeten worden omdat ze door hun medische situatie tot een risicogroep behoren, evenals de invoering van een "quarantaineperiode" voor wie terugkomt van niet-essentiële reizen zoals toeristische reizen, in functie van de door de FOD Buitenlandse Zaken gecommuniceerde kleurcodes;

Overwegende de noodzaak om de gevolgen voor de personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt te verduidelijken en te preciseren;

Moeten de volgende richtlijnen uitgevaardigd worden: 1. Inzake de organisatie van het werk: Er wordt verwezen naar de richtlijnen vermeld in artikel 2 van het ministerieel besluit van 30 juni 2020Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 30/06/2020 pub. 30/06/2020 numac 2020042036 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, dat laatst gewijzigd werd door het ministerieel besluit van 28 juli 2020, of door elke andere bepaling die voorgenoemd artikel 2 zou vervangen of wijzigen, en waarvan het toepassingsgebied hetzelfde zou zijn als dat van deze omzendbrief.2. Inzake quarantainegetuigschriften: Wanneer het personeelslid zich niet naar zijn werkplaats kan begeven wegens een quarantainegetuigschrift, verricht het personeelslid zijn prestaties in telewerk.Wanneer de functie van het personeelslid niet in telewerk kan worden uitgeoefend, wordt het personeelslid ter beschikking gesteld van de leidend ambtenaar. De leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde vertrouwt het personeelslid taken toe die zoveel mogelijk met zijn functie zijn verbonden en die in zijn verblijfplaats moeten worden uitgevoerd. Technische personeelsleden kunnen eventueel administratieve opdrachten toegewezen krijgen als dit past binnen hun algemene competentieniveau. Het personeelslid krijgt bij gebrek een dienstvrijstelling voor de periodes waarin hem geen taken zijn toegewezen.

Een personeelslid dat bij terugkomst van een niet-essentiële reis naar het buitenland een quarantainegetuigschrift krijgt, bevindt zich echter in de situatie die beschreven wordt in punt 3. 3. Inzake verplichte of aanbevolen quarantaineperiode: Wanneer het personeelslid terugkomt van een niet-essentiële reis en hij in quarantaineperiode moet in navolging van de aanbevelingen of verplichtingen van de FOD Buitenlandse Zaken, dan moet hij de volgende regels in acht nemen, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen 2 hypothesen : -Als bij vertrek naar het buitenland voor een niet-essentiële reis de regels bepalen dat bij terugkeer een verplichte of aanbevolen quarantaineperiode in acht zou moeten genomen worden, verricht het personeelslid zijn prestaties in telewerk, voor zover de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde het om dienstredenen nodig vindt dat het personeelslid zijn prestaties uitoefent tijdens de quarantaineperiode.Als de functie van het personeelslid niet in telewerk kan worden uitgeoefend of als de leidend ambtenaar of zijn afgevaardigde dit niet toestaan, neemt het personeelslid verlof om de quarantaineperiode te overbruggen (jaarlijks verlof, recuperatie- of ander verlof); - Als bij vertrek naar het buitenland voor een niet-essentiële reis de regels bepalen dat bij terugkeer geen verplichte of aanbevolen quarantaineperiode in acht zou moeten genomen worden, dan zijn de regels voorzien in punt 2, lid 1, van toepassing.

Het bewijs dat de geldende regels op het moment van vertrek niet voorzagen in verplichte of aanbevolen quarantaineperiode bij terugkeer uit het buitenland is de verantwoordelijkheid van het personeelslid.

Deze omzendbrief is niet van toepassing op beroepsverplaatsingen, waarvoor verwezen wordt naar punt 1.

Deze omzendbrief treedt in werking op 1 september 2020.

De Minister van Ambtenarenzaken, D. CLARINVAL

^