Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 03 september 2015
gepubliceerd op 10 september 2015

Ministeriële omzendbrief OOP 43 betreffende de versterkte controle op basis van de artikelen 28 en 34 van de wet op het politieambt

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2015000476
pub.
10/09/2015
prom.
03/09/2015
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


3 SEPTEMBER 2015. - Ministeriële omzendbrief OOP 43 betreffende de versterkte controle op basis van de artikelen 28 en 34 van de wet op het politieambt


Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan de Heer Hoge Ambtenaar belast met de uitoefening van bevoegdheden van de Brusselse Agglomeratie, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan Mevrouw de Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Inspecteur-generaal van de Algemene Inspectie van de federale politie en van de lokale politie, Aan de Heer Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de politiediensten, Aan de Heer Voorzitter van het Vast Comité van toezicht op de inlichtingendiensten, Ter informatie : Aan de Heer Minister van Justitie, Aan Mevrouw de Minister van Mobiliteit, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mijnheer de Hoge Ambtenaar, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mevrouw de Commissaris-generaal, Mijnheer de Inspecteur-generaal, Mijnheer de Voorzitter van het Comité P, Mijnheer de Voorzitter van het Comité I, Dames en Heren, 1. Inleiding In het licht van de gewelddaad die plaatsvond op 21 augustus 2015 aan boord van de Thalys - verbinding Amsterdam-Parijs en rekening houdende met het huidig dreigingsniveau (cfr.de dreigingsanalyse OCAD d.d. 24.08.2015) dat een bijzondere waakzaamheid aanbeveelt, vooral naar de Schengen-luchthavens en de internationale treinen en stations, lijkt het mij noodzakelijk om alle mogelijke adequate maatregelen te treffen om de openbare veiligheid in deze en aanverwante druk bezette plaatsen te handhaven. 2. Identiteitscontroles Het artikel 34, § 3, van de wet op het politieambt voorziet dat de overheden van bestuurlijke politie, binnen de perken van hun bevoegdheden, identiteitscontroles kunnen voorschrijven, uit te voeren door de politiediensten in de omstandigheden die deze overheden bepalen. In mijn hoedanigheid van bestuurlijke politie bevoegd inzake de openbare veiligheid, sta ik de bij de spoorweg-, luchtvaart- en scheepvaartpolitie ingezette personeelsleden toe, en dit tot nader order, om steekproefsgewijs de identiteit te controleren van alle personen die zich in de infrastructuren, in de gebouwen en in de vervoermiddelen van de spoorwegen, metro, luchthavens en havens bevinden.

Die controles zullen geregeld en afwisselend in tijd en ruimte (een rijtuig, een volledige trein, een inkomhal, een perron, een gang, steigers, een bus, enz...) worden uitgevoerd en dit overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 34, § 4 van de wet op het politieambt. 3. Veiligheidsfouillering De artikelen 28, § 1, 4° en 28, § 4 van de wet op het politieambt bepalen dat de politieambtenaren, bij het vervullen van hun opdrachten van bestuurlijke politie enerzijds kunnen overgaan tot een veiligheidsfouillering van ieder persoon die toegang heeft tot een plaats waar de openbare orde wordt bedreigd en anderzijds door de bestuurlijke overheid voorgeschreven veiligheidsfouilleringen kunnen uitvoeren om de veiligheid van het internationaal vervoer te verzekeren. Rekening houdend met de aangehaalde omstandigheden in de inleiding van deze omzendbrief, en in het bijzonder gelet op de verhoogde waakzaamheid in onze luchthavens, stations, metro's en havens, moeten de infrastructuur, de gebouwen en vervoermiddelen ervan beschouwd worden als plaatsen waar de openbare orde bedreigd wordt, in de zin van het artikel 28, § 1, 4°, van de wet op het politieambt.

In dit kader kunnen de voormelde personeelsleden, tot nader order, eveneens overgaan tot een veiligheidsfouillering van alle personen die toegang hebben tot voornoemde plaatsen en aanhorigheden.

Die fouilleringen zullen geregeld en afwisselend in tijd en ruimte (cfr supra) worden uitgevoerd en dit overeenkomstig de modaliteiten bepaald in artikel 28, § 1, tweede en derde lid van de wet op het politieambt. 4. Ik vraag aan de Dames en Heren burgemeesters om als lokale overheid van bestuurlijke politie gelijkaardige maatregelen ter zake in overweging te willen nemen voor wat betreft de risicoplaatsen die onder hun bevoegdheid vallen en aldus behoren tot het actieterrein van de lokale politie. Deze omzendbrief treedt in werking de dag waarop ze in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

De Vice-Eerste Minister en Minister van Veiligheid en van Binnenlandse Zaken, J. JAMBON

^