Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 05 juni 2002
gepubliceerd op 15 juni 2002

Omzendbrief PLP 26 - Onderrichtingen betreffende de procedure tot indiening en goedkeuring van de zonale veiligheidsplannen 2003

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000441
pub.
15/06/2002
prom.
05/06/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


5 JUNI 2002. - Omzendbrief PLP 26 - Onderrichtingen betreffende de procedure tot indiening en goedkeuring van de zonale veiligheidsplannen 2003


Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Ter informatie : Aan de dames en heren Procureurs-generaal Aan de commissaris-generaal van de federale politie Aan de voorzitter van de vaste commissie van de gemeentepolitie Aan de directeur-generaal van de algemene rijkspolitie Aan de dames en heren arrondissementscommissarissen 1. Situering. 1.1. Algemeen In deze omzendbrief wordt nader ingegaan op de concreet te volgen procedure betreffende de indiening en goedkeuring van de Zonale Veilgheidsplannen 2003 (verder « ZVP-2003 »).

Deze Ministeriële Omzendbrief verwijst naar en sluit aan bij enerzijds de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveau's (Belgisch Staatsblad , 5 januari 1999) (verder : « WGP ») en anderzijds de Omzendbrief ZPZ 20 van 1 augustus 2001 houdende transitie van lokaal vijhoeksoverleg en veiligheidscharter naar zonale veiligheidsraad en zonaal veiligheidsplan.

Krachtens artikel 36 WGP zijn alle politiezones verplicht jaarlijks een ZVP op te stellen. Het ZVP of het beleidsplan van de lokale politie dient geënt te zijn op het federaal- en het nationaal veiligheidsplan. Dit plan dient naast een omschrijving van de kerntaken van de lokale politie, ook het aandeel van de lokale politie in het lokaal en federaal integraal veiligheidsbeleid te specifiëren. 1.2. Inhoudelijke en vormelijke criteria De ZVP-2003 vervangen de voormalige veiligheidscharters, zullen completer zijn dan de veiligheidscharters en worden opgesteld overeenkomstig de methodologie en de lay-out (bijvoorbeeld max. 15 à 20 bladzijden), opgenomen in het vademecum veiligheidsplannen en in de handleiding veilgheidsplannen.

De ZVP-2003 dienen aldus aan een aantal vereisten te voldoen, waaronder : - de federale prioriteiten : de federale prioriteiten dienen niet automatisch als lokale prioriteit weerhouden te worden. Het is evenwel belangrijk te argumenteren waarom deze eventueel niet worden weerhouden. Er zal met andere woorden dienen nagegaan te worden in hoeverre de vastgelegde prioriteiten en doelstellingen uit beide voormelde plannen beantwoorden aan lokale noden en problemen. Indien uit de analyse blijkt dat de lokale situatie andere prioriteitsdoelstellingen vereist, dient dit op een gedegen en deskundige manier geargumenteerd te worden. Er ontstaat op deze manier een verbondenheid en wisselwerking tussen het zonale en het nationale veiligheidsplan : de lokale veiligheid zal een bijdrage leveren aan de federale veiligheid en vice versa; - de prioriteiten dienen op een projectmatige manier uitgewerkt te worden; - er moet voldoende politiecapaciteit voorzien worden om de wettelijk federale opdrachten te kunnen vervullen; - de gehanteerde methodiek om tot een veiligheidsplan te komen waarbij aandacht besteed wordt aan de betrouwbaarheid van de metingen en hun interpretatie.

Wat betreft de federale prioriteiten, herinneren wij eraan dat het Nationaal Veiligheidsplan een tweejaarlijks plan is. Het spreekt voor zich dat de zones bij de opmaak van hun jaarlijks ZVP, dienen rekening te houden met het jongste, in voege zijnde Nationaal Veiligheidsplan.

Gelet op het feit dat het Nationaal Veilgheidsplan 2003-2004 nog moet worden goedgekeurd, zal voor het ZVP 2003 het Nationaal Veiligheidsplan 2001-2002 van toepassing zijn.

Elke politiezone dient bij de opmaak van zijn ZVP rekening te houden met de actuele federale beleidsprioriteiten van de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie (bijvoorbeeld : verkeersveiligheid enz.) en dat de bij de goedkeuringsprocedure betrokken instanties hier nauwlettend op zullen toezien.

Hogervermelde documenten (Vademecum veiligheidsplannen, de handleiding veiligheidsplannen en het Nationaal veiligheidsplan) zijn terug te vinden op de website : www.info-zone.be, in het menu « Programma's », onder de rubriek « Politiebeleid ». 2. De betrokken instanties Krachtens artikel 37 WGP, § 3, wordt het ZVP na goedkeuring door de burgemeesters en de procureur des Konings, ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie, die er zich moeten over uitspreken binnen de twee maanden vanaf de ontvangst van het plan. Concreet zijn, in verband met de goedkeuring van de ZVP door de beide ministers, volgende instanties bij de procedure betrokken : 2.1. De Minister van Binnenlandse Zaken Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie (ARP) : het Ministerieel Besluit van 29 september 2000 tot bepaling van de administratieve behandelingsprocedure van de aangelegenheden bedoeld in de WGP, bepaalt via artikel 2, lid 2 dat de ARP de beslissingen van de minister voorbereidt en hem voorstellen formuleert inzake aangelegenheden die onder de globale strategie en de prioriteiten van de bevoegdheden van de minister van Binnenlandse Zaken vallen.

Overeenkomstig de beginselen bedoeld in het artikel 2, kent artikel 5, § 1, lid 13 van het betreffende ministerieel besluit aan de Algemene Rijkspolitie de bevoegdheid toe aan de minister van Binnenlandse Zaken voorstellen te formuleren inzake het Nationaal Veiligheidsplan en de Zonale Veiligheidsplannen met toepassing van de artikelen 4 en 37 van de WGP. In dit kader wordt de ARP met de goedkeuringsprocedure belast. 2.2. De Minister van Justitie Zoals reeds supra aangehaald wordt krachtens artikel 37 WGP het ZVP ter goedkeuring voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie opdat zij zouden waken over de coherentie van het politiebeleid tussen het lokaal en het federaal niveau.

Gelet op het Koninklijk Besluit van 14 januari 1994 tot oprichting van een Dienst voor Srafrechtelijk Beleid, (verder « DSB ») wordt in dit kader de DSB met de goedkeuringsprocedure belast. 2.3. De Federale Politie De Commissaris-generaal verzekert ten behoeve van de politieoverheden en van de geïntegreerde politiedienst onder meer « de ondersteuning en de evaluatie van het zonaal veiligheidsoverleg en van de zonale veiligheidsplannen ».

De Federale Politie brengt een technisch advies uit met betrekking tot de ZVP. Dit zal prioritair gebeuren aan de hand van een advies van de bestuurlijke directeur-coördinator. Enerzijds is de bestuurlijke directeur-coördinator ingevolge de opdracht hem gegeven bij artikel 104, lid 5, WGP, van nabij betrokken bij het verlenen van ondersteuning in het raam van zijn verantwoordelijkheid met betrekking tot het opstellen en opvolgen van het ZVP en dit via zijn deelneming aan de Zonale Veiligheidsraad en is hij in die zin te beschouwen als de federale partner van het lokale niveau. Het is de taak van de bestuurlijke-directeur coördinator van de Federale Politie bij het overleg binnen de Zonale Veiligheidsraad de andere leden in te lichten over de inhoud van het Nationaal Veiligheidsplan opdat er daadwerkelijk rekening mee gehouden zou worden bij de voorbereiding van het ZVP. Anderzijds heeft de bestuurlijke directeur-coördinator ook de wettelijke opdracht om verslag uit te brengen over de uitvoering door de lokale politie van de federale opdrachten zoals deze bepaald worden in de artikelen 61 tot en met 64 WGP. Er wordt tevens advies ingewonnen van het arrondissementeel niveau (DirCo en DirJud), waarbij in het bijzonder de DirCo inzake zijn wettelijke verplichting van rapportering aan de commissaris-generaal zal worden betrokken (Artikel 104, lid 6 WGP).

Het advies van de bestuurlijke directeur-coördinator zal toegestuurd worden aan de Directie van de Relaties met de Lokale Politie (verder « CGL ») die er, op basis van haar contacten met en ondersteuning aan de lokale politiediensten en na overleg met andere algemene directies en diensten van de federale politie, in het bijzonder de Algemene Directie van de bestuurlijke politie (DGA) en de Algemene Directie van de gerechtelijke politie (DGJ), haar eigen technische adviezen aan toevoegt.

Het globale technische advies van de directie van de relaties met de lokale politie zal toegestuurd worden aan de Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie van het Ministerie van Binnenlandse Zaken en aan de Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid van het Ministerie van Justitie. 3. Indiening van het ZVP-2003 3.1. Algemeen De nadruk wordt gelegd op het feit dat de plannen 2002 worden beschouwd als testplannen en als zodanig worden beoordeeld. Voor de ZVP 2003 is het van groot belang de procedure en haar eventuele gevolgen goed voor ogen te houden.

In de loop van het eerste semester van 2003 zal een nieuwe Ministeriële Omzendbrief de procedure, beschreven in deze omzendbrief, evalueren teneinde eventueel de actuele procedures te verfijnen en bij te sturen. 3.2. Indiening. 3.2.1. Wettelijke verplichtingen - Vanaf het ogenblik dat de burgemeesters en de procureur des Konings het ZVP-2003 hebben goedgekeurd, kan dit ter goedkeuring worden voorgelegd aan de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie (artikel 37 WGP), die er zich over moeten uitspreken binnen de twee maanden vanaf de ontvangst van het plan. Na deze termijn wordt hun goedkeuring als gegeven geacht; - Indien de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie het plan niet goedkeuren (geheel of gedeeltelijk), wordt hen een nieuwe versie ervan voorgelegd. In dit geval wordt de termijn voor goedkeuring teruggebracht tot één maand; - De Wet verplicht de zones een ZVP in te dienen. Rekening houdend met deze verplichting en de goedkeuringstermijn van 2 maanden (eventueel vermeerderd met 1 maand bij niet-goedkeuring van het plan), wijzen Wij de zones op het feit dat de plannen ten laatste in december van elk jaar moeten goedgekeurd zijn en zij aldus hun verantwoordelijkheid opnemen teneinde bij het begin van elk kalenderjaar met een goedgkeurd ZVP van start te kunnen gaan, elke nalatigheid terzake te vermijden en aldus aan eventuele sancties te ontsnappen; - Andermaal (cf. supra, punt 1.2. van deze omzendbrief) wijzen wij op het belang van en de controle op de vormvereisten (lay-out, aantal bladzijden, enz.); 3.2.2. Indieningstermijn - Rekening houdend met het voorgaande en de daaraan gekoppelde goedkeuringstermijn van twee maanden door de beide ministers, wordt aanbevolen de zonale veiligheidsplannen uiterlijk op 1 augustus e.k. in te dienen. 3.2.3. Indieningsmodaliteiten voor de ZVP-2003 - De voorzitter van de zonale veiligheidsraad stuurt 3 authentieke exemplaren aangetekend en gelijktijdig naar de bij de goedkeuringsprocedure betrokken instanties (één exemplaar naar de minister van Binnenlandse Zaken, ARP - één exemplaar naar de minister van Justitie, DSB en één exemplaar naar CGL); - de ZVP dienen ondertekend en gedateerd te worden door de burgemeester / voorzitter Politiecollege en de procureur des Konings; - bovendien wordt gelijktijdig een kopie van het ZVP-2003 naar dezelfde instanties verzonden via mail (voorkeur) of via diskette. 3.2.3. Het ontvangstbewijs - De ARP wordt belast met de administratieve afhandeling betreffende de ontvangstbewijzen voor de ingediende ZVP-2003; - De betrokken instantie die dient als referentie van ontvangst, is de ARP; - Het ontvangstbewijs dient als startdatum voor de goedkeuringsperiode; - De ARP zal hiertoe een standaardbrief naar de voorzitter van de zonale veiligheidsraad verzenden, houdende de ontvangstgegevens van de ZVP en de datum waarop deze een antwoord mag verwachten; Teneinde deze procedure op een uniforme wijze te laten verlopen, vindt U als bijlage 2 een invulformulier, houdende een aantal praktische gegevens die gebruikt zullen worden bij de goedkeuringsprocedure. 4. De goedkeuring van de ZVP-2003 In het « Vademecum Veiligheidsplannen » werd reeds aangegeven van welke 4 criteria de goedkeuring van de ZVP door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie in belangrijke mate zal afhangen. Hieronder worden deze 4 criteria nogmaals weergegeven, telkens met vermelding van de betrokken instantie(s). 4.1. Beoordeling van de weerhouden prioriteiten Meer bepaald zal de conformiteit van de inhoud van het ZVP worden nagegaan met : - het Federaal Veiligheids- en detentieplan : door DSB en ARP; - de krachtlijnen uit het Nationaal Veiligheidsplan : door CGL; - de actuele beleidslijnen van de minister van Binnenlandse Zaken : door ARP; - de actuele beleidslijnen van de minister van Justitie : door DSB;

Vermits er niet vanuit wordt gegaan dat de federaal bepaalde prioriteiten automatisch lokale prioriteiten worden, is het - in voorkomend geval - belangrijk te motiveren waarom men op lokaal vlak een federaal bepaalde prioriteit niet weerhoudt (cf. evenwel het belang van punt 1.2. van deze omzendbrief) en bepaalde specifieke lokale prioriteiten wèl in aanmerking neemt : door ARP en DSB. 4.2. Gehanteerde methodiek om tot het ZVP te komen : door CGL; 4.3. De projectmatige aanpak van de weerhouden prioriteiten : door CGL; 4.4. Politiecapaciteit voor federale opdrachten (er dient voldoende politiecapaciteit te worden voorzien teneinde de wettelijk bepaalde opdrachten te kunnen uitvoeren) : door CGL. 4.5. In dit verband zal door DSB en CGL nagegaan worden of het Koninklijk Besluit van 17 september 2001 houdende de organisatie- en werkingsnormen van de lokale politie met het oog op het waarborgen van een minimale gelijkwaardige dienstverlening aan de bevolking en de Ministeriële Omzendbrief LPL 10 van 9 oktober 2001 dewelke het koninklijk besluit becommentarieert, worden gerespecteerd. 4.6. Andere contextuele informatie Teneinde hun taak naar behoren te kunnen vervullen dienen de drie bovenvermelde instanties op regelmatige basis door de lokale instanties - betrokken bij de totstandkoming van de zonale veiligheidsplannen- geïnformeerd te worden.

De ARP zal zich richten op informatie vanuit de bestuurlijke overheden : de besluiten en de verslagen van het College van Burgemeester en Schepenen/ Politiecollege en van de Gemeenteraad/ Politieraad genomen op het vlak van veiligheid en politie dienen te worden verzonden naar de ARP. De Dienst Strafrechtelijk Beleid zal zich o.m. richten op informatie vanuit de gerechtelijke overheden (College van Procureurs-generaal, procureur des Konings,...).

De verslagen van de Zonale Veiligheidsraad dienen te worden gezonden naar ARP, DSB en CGL. Vermits er om de zonale veiligheidsraden te stimuleren en het politiebeleid te coördineren, in elke provincie en het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, een provinciaal overleg dient plaats te vinden, (artikel 162 WGP), verzoeken wij ook de verslagen van deze overlegvergaderingen aan ARP, DSB en CGL over te maken. 5. De goedkeuring door de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie De ARP wordt belast met de administratieve afhandeling voor de goedkeuringsdocumenten.In dit kader richten wij andermaal uw aandacht op het belang van artikel 37, § 3 van de WGP. De voorzitter van de zonale veiligheidsraad wordt schriftelijk van de goedkeuring (of eventuele gedeeltelijke of gehele afkeuring) van het ZVP op de hoogte gebracht. Hij wordt geacht de beslissing van beide ministers aan de bevoegde beleidsorganen mede te delen.

Mede in het kader van een coherent beleid naar de toekomst toe, verzoeken wij de voorzitter van de zonale veiligheidsraad in de loop van elk najaar de definitief goedgekeurde actieplannen over te maken aan de Directie van de Relaties met de Lokale Politie (CGL). 6. Gegevens van de diensten waar de ZVP worden ingediend. MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN Algemene Directie van de Algemene Rijkspolitie Directie Politiebeleid Ter attentie van Laura SZABO - Directeur Koningsstraat 56 1000 Brussel Tel. : 02-500 24 58 - Fax : 02-500 24 68 E-mail : arp.strateg@mibz.fgov.be (NL) pgr.strateg@mibz.fgov.be (FR) MINISTER VAN JUSTITIE Dienst voor het Strafrechtelijk Beleid Ter attentie van Diane REYNDERS - Adviseur-generaal Cel Politie en Magistratuur Hallepoortlaan 5-8 1060 Sint-Gillis Tel. : 02-542 74 40 - Fax : 02-542 74 44 E-mail : dsb@just.fgov.be (NL) spc@just.fgov.be (FR) DIRECTIE VAN DE RELATIES MET DE LOKALE POLITIE Ter attentie van Jean-Marie VAN BRANTEGHEM - Directeur Koningsstraat 47 (3de verdieping) 1000 Brussel Tel. : 02-500 27 26 - Fax : 02-500 27 96 E-mail : zpzteam.ap@mibz.fgov.be (NL + FR) Wij zouden u dankbaar zijn indien u alle burgemeesters van uw provincie op de hoogte brengt van het voorgaande.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

De Minister van Binnenlandse Zaken, A. DUQUESNE De Zaken minister van Justitie, M. VERWILGHEN

Bijlage 1 aan de omzendbrief PLP 26 : gegevens van de dossierbeheerders ALGEMENE DIRECTIE VAN DE ALGEMENE RIJKSPOLITIE Directie Politiebeleid SZABO Laura (FR en NL) - Tel. : 02-500 24 58 STEGEN Kris (NL) : Tel. : 02-500 25 17 COSSEMENT Ann (NL) Tel. : 02-500 24 78 MARTINY-FRYNS Delphine (FR) - Tél. : 02-500 22 24 Fax. : 02-500 24 68 E-mail : arp.strateg@mibz.fgov.be (NL) pgr.strateg@mibz.fgov.be (FR) DIENST VOOR HET STRAFRECHTELIJK BELEID Cel Politie en Magistratuur POLAIN Fabienne (FR + NL) : - Tel. : 02-542 74 40 MATTHIJS Sophie (NL) : - Tel. : 02-542 74 10 DEVROE Elke (NL) - Tel. : 02-542 74 38 Fax : 02-542 74 44 E-mail : dsb@just.fgov.be (NL) spc@just.fgov.be (FR) DIRECTIE VAN DE RELATIES MET DE LOKALE POLITIE EESTERMANS Leo (NL + FR) - diensthoofd politiebeleid - Tel. : 02-500 25 61 DECOLLE Marylène (FR) - consultant politiebeleid - Tel. : 02-500 25 58 BRUYNEEL Christ (NL) - consultant politiebeleid - Tel. : 02-500 25 62 VAN RYMENANT Paul (NL) - consultant politiebeleid - Tel. : 02-500 25 97 THURION Philipe (FR) - consultant politiebeleid - Tél. : 02-500 25 58 Fax : 02-500 27 96 E-mail : zpzteam.ap@mibz.fgov.be MINISTERIE VAN JUSTITIE VAN INGELEM Paul - adviseur Kab. Justitie - Tél. : 02-542 79 55 E-mail : Paul.vaningelgem@just.fgov.be MONIN Marc (FR) - verbindingsofficier mat de lokale politie - Tél. : 02-542 79 33 E-mail : Monin.Marc@just.fgov.be Fax : 02-538 07 67

^