Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 09 augustus 2004
gepubliceerd op 11 augustus 2004

Omzendbrief nr. 547. - Wijzigingen betreffende het moederschapsverlof voor contractuele en statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt

bron
federale overheidsdienst personeel en organisatie
numac
2004002091
pub.
11/08/2004
prom.
09/08/2004
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST PERSONEEL EN ORGANISATIE


9 AUGUSTUS 2004. - Omzendbrief nr. 547. - Wijzigingen betreffende het moederschapsverlof voor contractuele en statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt


Aan de federale overheidsdiensten en aan de diensten die ervan afhangen, aan het Ministerie van Landsverdediging, evenals aan de instellingen van openbaar nut behorende tot het federaal administratief openbaar ambt zoals gedefinieerd in artikel 1 van de wet van 22 juli 1993 houdende bepaalde maatregelen inzake ambtenarenzaken.

Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mevrouw de Staatssecretaris, Mijnheer de Staatssecretaris, Ik zou het op prijs stellen indien u de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle personeelsleden van de diensten, besturen en instellingen waarover u gezag, toezicht of voogdij uitoefent.

De moederschapsbescherming en dus ook het moederschapsverlof voor contractuele personeelsleden wordt geregeld door de artikelen 39 tot 44 van de arbeidswet van 16 maart 1971. Deze bepalingen zijn eveneens van toepassing op de statutaire personeelsleden van het federaal administratief openbaar ambt. Voor deze laatste categorie moet eveneens verwezen worden naar de bepalingen van hoofdstuk IV van het koninklijk besluit van 19 november 1998 betreffende de verloven en afwezigheden toegestaan aan de personeelsleden van de rijksbesturen (verlofbesluit).

Met ingang van 1 juli 2004 brengt de programmawet van 9 juli 2004 (B.S. 15.07.2004) een aantal belangrijke wijzigingen aan op het vlak van het moederschapsverlof, meer bepaald aan het artikel 39 van de arbeidswet van 16 maart 1971. Aangezien de gewijzigde regeling voor het moederschapsverlof met terugwerkende kracht in werking is getreden op 1 juli 2004, dienen ook de bepalingen van het verlofbesluit in overeenstemming gebracht te worden met deze nieuwe regeling. Momenteel is de procedure daaromtrent lopende.

Met de onderstaande vergelijkingstabel hebben we getracht enkele nieuwigheden met betrekking tot het moederschapsverlof te verduidelijken zodat contractuele en statutaire vrouwelijke personeelsleden geen problemen ondervinden bij het opnemen van het moederschapsverlof in de komende tijd.

Ik wil er wel op wijzen dat deze nieuwigheden inzake het moederschapsverlof enkel van toepassing zijn in zoverre dat de geboorte plaatsvond op of na 1 juli 2004.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Voor wat betreft de geldelijke aspecten, kunnen we hier enkel ingaan op de bezoldiging voor de statutaire personeelsleden. Voor de contractuele personeels-leden werd dit geregeld door de programmawet van 9 juli 2004; deze personeelsleden kunnen zich het best rechtstreeks richten tot hun ziekenfonds.

Zoals voorzien in de programmawet zal er één week moederschapverlof van het prenataal naar het postnataal verschoven worden. Aangezien de totale duur van het moederschapsverlof ongewijzigd blijft, ontstaan er geen problemen met betrekking tot de bezoldiging van dit verlof zoals bepaald in artikel 25 van het verlofbesluit.

Voor de uitbreiding van het moederschapsverlof met 2 weken bij de geboorte van een meerling, zoals bepaald door de programmawet, moet ditzelfde artikel 25 van het verlofbesluit uitgebreid worden zodat ook deze 2 extra weken volledig bezoldigd kunnen worden. Dit kan wel reeds als dusdanig worden toegepast voor de lopende periodes van moederschapsverlof indien het gaat om een geboorte van een meerling op 1 juli 2004 of erna.

Door het feit dat deze beide maatregelen in verband met het moederschapsverlof met terugwerkende kracht zullen worden ingevoerd, kan het zijn dat er problemen ontstaan bij de toepassing van de nieuwe bepalingen. De vrouwelijke ambtenaar die bevallen is op 1 juli of erna, kan reeds volgens de oude regeling haar prenatale rust van 7 weken voorafgaand aan de bevalling uitgeput hebben. Door de nieuwe regeling wordt dit prenataal verlof echter verkort met 1 week en wordt het postnataal verlof verlengd met 1 week. Waardoor de betrokkene recht krijgt op een verplicht postnataal verlof van 9 weken in plaats van 8 weken. Bijgevolg zal het moederschapsverlof in totaal 16 weken (7 weken prenataal en 9 weken postnataal verlof) duren in plaats van 15 weken zoals voorzien in de reglementering. Daarom zal een overgangsmaatregel voorzien worden waardoor de volledige bezoldiging ook voor deze zestiende week geen problemen zal scheppen.

In het geval van de geboorte van een meerling, kan hetzelfde mechanisme spelen. De vrouwelijke ambtenaar die bevallen is op 1 juli of erna van een meerling, kan reeds volgens de oude regeling haar prenatale rust van 9 weken voorafgaand aan de bevalling uitgeput hebben. Door de nieuwe regeling wordt dit prenataal verlof echter verkort met 1 week en wordt het postnataal verlof verlengd met 1 week.

Waardoor de betrokkene recht krijgt op een verplicht postnataal verlof van 9 weken in plaats van 8 weken en een facultatief postnataal verlof van 2 weken. Bijgevolg zal het moederschapsverlof in totaal 20 weken (9 weken prenataal en 9 + 2 weken postnataal verlof) duren in plaats van 19 weken zoals voorzien in de reglementering. Daarom zal een overgangsmaatregel voorzien worden waardoor de volledige bezoldiging ook voor deze twintigste week geen problemen zal scheppen.

De Minister van Ambtenarenzaken, Chr. DUPONT

^