Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 09 januari 2007
gepubliceerd op 24 januari 2007

Omzendbrief GPI 54 houdende bijkomende richtlijnen inzake de medische controle van de personeelsleden van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2006000973
pub.
24/01/2007
prom.
09/01/2007
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


9 JANUARI 2007. - Omzendbrief GPI 54 houdende bijkomende richtlijnen inzake de medische controle van de personeelsleden van de politiediensten


Aan de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Heer Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, 1. Eén van de belangrijkste doelstellingen van de Federale Regering is de verhoging van de operationele capaciteit van de politiediensten : 'blauw meer op straat'.In dat raam besloot de Ministerraad van 30 maart 2004 tot een hele reeks maatregelen van zeer uiteenlopende aard.

Eén daarvan betreft het terugdringen van het absenteïsme binnen de politiediensten. Rond dit item werd dan ook een geïntegreerd actieplan bedacht en geïmplementeerd. Het bevat een aantal acties van diverse aard. Het is immers zo dat ongenuanceerde en louter repressieve maatregelen zeker niet volstaan en, alleenstaand, zelfs contraproductief dreigen uit te vallen. De meeste ervaringen leren dat een globaal geïntegreerd plan met een bijzondere aandacht voor de preventie het beste resultaat oplevert. Enige informatie desbetreffend vindt men op o.a. de website www.hrpol.be.

Dit neemt niet weg dat ik er van overtuigd ben dat, naast voormelde maatregelen, het facultatief uitbesteden van de medische controle aan onafhankelijke controlegeneesheren of aan privé-organismen binnen de Regeringsdoelstelling past alsmede binnen voormeld globaal plan.

Het voorwerp van deze omzendbrief is dan ook de nodige toelichtingen te verschaffen betreffende deze nieuwe, bijkomende medische controlemodaliteit. 2. Op grond van artikel X.II.1, 2° RPPol, beslis ik bij deze de reglementaire mogelijkheid tot erkenning van controleartsen die extern zijn aan de medische dienst, concreet aan te wenden. De voorwaarden tot erkenning alsmede de daartoe te volgen procedure, maken het voorwerp uit van de punten 3 en 4.

De bedoeling is om de lokale politiekorpsen de mogelijkheid te bieden een beroep te doen op dergelijke erkende externe controleartsen.

Daartoe sluiten zij zelf de nodige contracten af met één of meer van die erkende artsen of controleorganismen. Zo zij daartoe beslissen, geschiedt dit uiteraard op hun kosten. Verder impliceert dit dat er, voor de duur van de overeenkomst, t.o.v. de personeelsleden van de betrokken politiezones geen controles meer zullen worden uitgevoerd door de controleartsen van de medische dienst van de geïntegreerde politie.

Na verloop van tijd zullen de eventuele toepassingen van deze nieuwe mogelijkheid globaal worden geëvalueerd. 3. De eerste stap in het concept is dus de erkenning zoals bedoeld in artikel X.II.1, 2° RPPol. Immers, alleen erkende geneesheren of organismen komen er voor in aanmerking.

De erkenningsvoorwaarden zijn de volgende : 3.1. Belg zijn of onderdaan van een ander land van de Europese Unie; 3.2. de burgerlijke en politieke rechten genieten; 3.3. houder zijn van een diploma van arts, overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk besluit nr. 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidsberoepen; 3.4. beschikken over een RIZIV-nummer; 3.5. minstens vijf jaar beroepservaring hebben als huisarts of een daarmee vergelijkbare praktijk; 3.6. zich ertoe verbinden de ingezamelde gegevens met betrekking tot de verrichte controleactiviteiten wekelijks door te sturen naar de medische dienst van de geïntegreerde politie voor globale opvolging en analyse; 3.7. zich ertoe verbinden elke wijziging van het medisch getuigschrift de dag zelf door te sturen naar de medische dienst.

Controleorganismen die zich ertoe verbinden enkel controlegeneesheren in te zetten die aan de voormelde voorwaarden 3.1. tot en met 3.5. voldoen en zelf de voormelde voorwaarden 3.6. en 3.7. onderschrijven, kunnen eveneens een erkenning aanvragen. 4. De procedure tot erkenning verloopt als volgt : de schriftelijke aanvragen worden gericht aan de directeur van de medische dienst van de geïntegreerde politie (DPMS - Fritz Toussaintstraat 47, 1050 Brussel), die ik bij toepassing van artikel X.II.1, 2° RPPol aanwijs als overheid bevoegd om te erkennen.

De aanvragen van de geneesheren moeten volgende gegevens bevatten : curriculum vitae; kopie van het diploma;

RIZIV-nummer.

Alhoewel de erkenningsvoorwaarden geen geografische criteria omvatten (onverminderd de gebruikelijke deontologische voorschriften), is dat uiteraard voor de geïnteresseerde overheden wel een nuttig gegeven.

Vandaar dat aan de geneesheren en de controleorganismen wordt gevraagd aan te geven voor welk gebied men zijn controlediensten aanbiedt (bv. één of meerdere gemeenten, één of meerdere politiezones, regio, provincie,...) 5. De lokale politiezones die een contract afsluiten met één of meer erkende geneesheren of controleorganismen verbinden zich ertoe de medische dienst van de geïntegreerde politie daarover in te lichten. Zij delen de aanvangsdatum van het contract mee en verwittigen de medische dienst van de geïntegreerde politie bij elke wijziging of beëindiging van het contract. 6. Indien de erkende artsen of organismen de erkenningsvoorwaarden niet naleven tijdens hun controle-activiteiten, kan hun erkenning worden ingetrokken door mijn Ambt, op omstandig advies van de directeur van de medische dienst van de geïntegreerde politie. De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^