Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 10 juni 2008
gepubliceerd op 23 juni 2008

Omzendbrief GPI 63

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2008000474
pub.
23/06/2008
prom.
10/06/2008
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


10 JUNI 2008. - Omzendbrief GPI 63


Berekening van het ziektecontingent van het personeel van de politiediensten Aan Mevrouw en de Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Ter informatie : Aan de Directeur-generaal van de Algemene Directie Veiligheids- en Preventiebeleid, Aan de Voorzitter van de Vaste Commissie van de Lokale Politie, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, Mijnheer de Commissaris-generaal, 1. Context In het raam van de doelstelling van de Regering om het absenteïsme in de politiediensten terug te dringen, werd een geïntegreerd actieplan bedacht en geïmplementeerd.Een verduidelijking met betrekking tot de berekeningsregels van het ziektecontingent van de statutaire personeelsleden blijkt in dat raam relevant. Daarenboven nopen de vragen die ter zake zowel bij de lokale als bij de federale politie rijzen, tot bijkomende verduidelijkingen. Deze omzendbrief heeft dan ook als doel de berekeningswijze toe te lichten met het oog op een eenvormige toepassing. 2. Toepassingsgebied Deze omzendbrief is van toepassing op de statutaire personeelsleden van het operationeel kader en op de statutaire personeelsleden van het administratief en logistiek kader.Contractuele personeelsleden kennen nooit een ziektecontingent, waardoor deze omzendbrief niet op hen van toepassing is.

De hieronder vermelde berekeningsregels zijn van toepassing vanaf de datum van de publicatie van deze omzendbrief. De personeelsleden die een voorafgaande verwittiging zoals bedoeld in punt 3.3. ontvangen, kunnen evenwel een herberekening van hun ziektecontingent vragen overeenkomstig de berekeningsregels van deze omzendbrief. 3. Het ziektecontingent A en B 3.1. Het begrip ziektecontingent Het ziektecontingent vertegenwoordigt het « krediet » aan ziekteverlofdagen van een personeelslid en biedt een inkomensgarantie aan personeelsleden die wegens ziekte voor een korte of langere periode hun functie niet meer kunnen uitoefenen; het biedt dus een tijdelijk opvangnet voor zij die ziek zijn. 3.2. Het onderscheid tussen het ziektecontingent A en het ziektecontingent B Alvorens uit te leggen hoe het ziektecontingent van een personeelslid exact dient te worden berekend, is het aangewezen het onderscheid tussen het ziektecontingent A en het ziektecontingent B toe te lichten. Dit onderscheid is belangrijk met het oog op de mogelijke indisponibiliteitsstelling van het personeelslid en de eventueel daaraan verbonden geldelijke gevolgen.

In principe worden enkel de « gewone » ziekteverlofdagen in mindering gebracht van het reeds door het personeelslid tijdens zijn loopbaan opgebouwde ziektecontingent : dat vormt dan het ziektecontingent B. Wanneer dat ziektecontingent B is uitgeput, bevindt het personeelslid zich in disponibiliteit en ontvangt het, op basis van artikel VIII.XI.4 RPPol, een wachtgeld gelijk aan 60 % van zijn laatste activiteitsloon.

Het bedrag van dit wachtgeld mag in geen geval lager liggen dan het pensioen dat het personeelslid zou hebben verkregen indien het wegens lichamelijke ongeschiktheid vervroegd op pensioen zou zijn gesteld of dan de vergoedingen die betrokkene in dezelfde toestand zou hebben ontvangen indien de sociale zekerheidsregeling op hem van toepassing zou zijn geweest sinds het begin van zijn afwezigheid (artikel VIII.XI.4, tweede lid, RPPol).

Artikel VIII.X.8, tweede lid, RPPol bepaalt evenwel dat onder andere ook de ziekteverlofdagen na consolidatie naar aanleiding van een arbeidsongeval in mindering worden gebracht van het ziektecontingent.

Dit leidt tot de berekening van een ziektecontingent A waarvan niet alleen de « gewone » ziektedagen, maar ook onder andere die ziektedagen na consolidatie naar aanleiding van een arbeidsongeval in mindering worden gebracht.

Wanneer dat ziektecontingent A is uitgeput, begint een wachttermijn van zes maanden te lopen waarna de personeelsleden worden opgeroepen voor de commissie voor geschiktheid van het personeel van de politiediensten die hen geschikt, gedeeltelijk geschikt, tijdelijk ongeschikt of definitief ongeschikt kan verklaren. Deze personeelsleden blijven tijdens deze wachttermijn, zolang hun ziektecontingent B niet is uitgeput, hun wedde aan 100 % verder ontvangen.

Bijgevolg zal het ogenblik waarop voormelde wachttermijn aanvangt niet noodzakelijk samenvallen met het ogenblik waarop men een wachtgeld ontvangt.

Dit alles wordt nog eens samengevat in het bij deze omzendbrief gevoegde schema. 3.3. Voorafgaande verwittiging Wanneer het ziektecontingent B van een personeelslid nog slechts 60 dagen bedraagt, brengt de korpschef of zijn gemachtigde voor de lokale politie of de commissaris-generaal of zijn gemachtigde voor de federale politie of de directeur van het opleidingscentrum voor de aspiranten, dit personeelslid schriftelijk het artikel VIII.XI.1 RPPol, dat bepaalt dat een personeelslid zich van rechtswege in disponibiliteit bevindt bij uitputting van zijn ziektecontingent, in herinnering. 4. Opbouw van het ziektecontingent 4.1. Toekenning bij indiensttreding 4.1.1. Prestaties in een andere openbare dienst vóór de indiensttreding bij de politiediensten Indien een personeelslid bij zijn indiensttreding bij de politiediensten reeds gewerkt heeft in een andere openbare dienst, geldt voor de berekening van het aantal ziekteverlofdagen als basisprincipe dat alle werkelijke prestaties in aanmerking worden genomen die het personeelslid in welke hoedanigheid ook en zonder vrijwillige onderbreking, als titularis van ambten met volledige prestaties in een andere overheidsdienst of een door de staat of een gemeenschap opgerichte erkende of gesubsidieerde onderwijsinrichting, psycho-medisch sociaal centrum, dienst voor beroepskeuze of medisch pedagogisch instituut, heeft verricht (artikel VIII.X.5 RPPol).

Artikel VIII.X.5 RPPol impliceert aldus dat het ziektecontingent dat die personeelsleden tijdens hun loopbaan bij een andere openbare dienst hadden opgebouwd, integraal wordt overgenomen bij de indiensttreding bij de politiediensten. Hierbij dient een onderscheid te worden gemaakt tussen een personeelslid dat reeds 36 maanden of meer in een andere openbare dienst heeft gewerkt en een personeelslid dat nog geen 36 maanden in een andere openbare dienst heeft gewerkt.

Het personeelslid met 36 maanden dienst of meer in een andere overheidsdienst behoudt zijn aldaar opgebouwde ziektecontingent dat ook na zijn indiensttreding bij de politiediensten jaarlijks wordt aangevuld op de datum waarop het eertijds bij de openbare dienst in dienst was getreden. Indien het personeelslid evenwel bij zijn indiensttreding bij de politiediensten nog geen 36 maanden in een andere openbare dienst heeft gewerkt, krijgt het 90 dagen gewaarborgd loon voor de eerste 3 jaar bij de politiediensten (cfr. punt 4.1.2.) en zal zijn ziektecontingent nadien jaarlijks worden aangevuld op de datum van zijn indiensttreding bij de politiediensten.

Die overname van ziektecontingent geldt evenwel enkel voor voorheen gepresteerde diensten als statutair personeelslid. De diensten die de personeelsleden gepresteerd hebben als contractueel personeelslid worden niet in aanmerking genomen voor het berekenen van hun ziektecontingent. Een contractueel personeelslid kent immers, zoals hiervoor reeds vermeld, nooit een ziektecontingent. Daarenboven mag er geen vrijwillige onderbreking zijn geweest tussen de gepresteerde statutaire diensten (bijvoorbeeld vrijwillig ontslag om enkele jaren in de privé-sector te werken). Is dit wel het geval dan wordt het reeds in een andere openbare dienst opgebouwde ziektecontingent niet overgedragen.

Voorbeeld 1 : datum indiensttreding bij de politiediensten : 1 augustus 2007 van 1 juli 1994 tot en met 31 maart 1998 : statutaire diensten bij een openbare dienst 31 maart 1998 : vrijwillig ontslag van 1 april 1998 tot en met 30 september 2001 : zelfstandige activiteit van 1 oktober 2001 tot en met 31 juli 2007 : statutaire diensten bij een openbare dienst bij zijn indiensttreding bij de politiediensten behoudt het personeelslid zijn tijdens de periode van 1 oktober 2001 tot en met 31 juli 2007 opgebouwd ziektecontingent en zal het een eerste aanvulling van zijn ziektecontingent hebben op 1 oktober 2007.

Indien het personeelslid deze statutaire diensten heeft gepresteerd in een openbare dienst die geen systeem van ziektecontingent kende, wordt voor die diensten het ziektecontingent forfaitair berekend overeenkomstig de omzendbrief GPI 35 van 11 maart 2003. 4.1.2. Geen of minder dan 36 maanden prestaties in een andere openbare dienst Om te vermijden dat het personeelslid bij het begin van zijn loopbaan bij de politiediensten mogelijks snel in disponibiliteit zou vallen, wordt zijn loon voor de eerste drie jaar gedurende 90 dagen gewaarborgd. 4.2. Jaarlijkse aanvulling nà indiensttreding bij de politiediensten 4.2.1. Algemene regel Artikel VIII.X.1 RPPol stelt dat de statutaire personeelsleden van de politiediensten maximaal 30 ziekteverlofdagen krijgen per twaalf maanden dienstanciënniteit. Deze toekenning geschiedt bij aanvang van elke periode van 12 maanden dienstanciënniteit. Het toe te kennen aantal ziekteverlofdagen van het jaar x wordt daarbij steeds berekend op basis van de prestaties van het jaar x - 1.

Voorbeeld 2 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 van 1 augustus 2002 tot en met 31 juli 2005 : 90 dagen gewaarborgd loon op 1 augustus 2005 : eerste aanvulling van het ziektecontingent op basis van de prestaties van 1 augustus 2004 tot en met 31 juli 2005 op 1 augustus 2006 : aanvulling van het ziektecontingent op basis van de prestaties van 1 augustus 2005 tot en met 31 juli 2006 4.2.2. Proportionele vermindering van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent De jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent wordt, in voorkomend geval, proportioneel verminderd overeenkomstig artikel VIII.X.2 RPPol.

De 30 dagen worden derhalve proportioneel verminderd indien het personeelslid tijdens de beschouwde periode van 12 maanden één van de volgende verloven of afwezigheden heeft genoten : het verlof voor stage of proefperiode bedoeld in artikel VIII.IV.3 RPPol; het verlof voor opdracht bedoeld in artikel VIII.XIII.1 RPPol; het verlof voor onderbreking van de beroepsloopbaan bedoeld in artikel VIII.XV.1 e.v. RPPol; het verlof om zich kandidaat te stellen voor verkiezingen bedoeld in artikel VIII.IV.2 RPPol; de afwezigheden waarbij het personeelslid in de administratieve stand van non-activiteit is geplaatst; de halftijdse vervroegde uittreding bedoeld in artikel VIII.XVIII.1 RPPol; de vrijwillige vierdagenweek bedoeld in artikel VIII.XVI.1 RPPol; het ziekteverlof (uitgezonderd ziekteverlofdagen bedoeld in punt 4.2.2.2.a) en de dagen disponibiliteit wegens ziekte.

Die proportionele vermindering wordt berekend via de volgende formule : C = 30 - (30 x @)/365 C = nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen @ = het aantal dagen in het jaar x-1 dat het personeelslid één van de afwezigheden bedoeld in artikel VIII.X.2 RPPol genoot.

Indien het aldus berekend aantal dagen ziekteverlof geen geheel getal vormt, wordt het afgerond naar de hogere hele dag (artikel VIII.X.2, tweede lid, RPPol).

Voorbeeld 3 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2002 en 31 juli 2004 : 24 dagen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2004 en 31 juli 2005 : 20 dagen eerste aanvulling van het ziektecontingent op 1 augustus 2005 : nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen : C = 30 - (30 x 20)/365 = 30 - 1,64 = 28,36 : 29 dagen Voorbeeld 4 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 : 50 dagen nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x 50)/365 = 30 - 4,11 = 25,89 : 26 dagen Voorbeeld 5 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 : 50 dagen dagen afwezigheid wegens voltijdse loopbaanonderbreking van 1 januari 2007 tot en met 31 maart 2007 : 90 dagen nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x (50 + 90))/365 = 30 - 11,51 = 18,49 : 19 dagen Er valt aan te stippen dat artikel VIII.X.2 RPPol niet van toepassing is op de 90 dagen gewaarborgd loon die het personeelslid dat nog geen 36 maanden in dienst is, ontvangt. Aldus zullen deze 90 dagen niet proportioneel worden verminderd indien het personeelslid één van de in artikel VIII.X.2 RPPol opgenomen verloven of afwezigheden heeft genoten. 4.2.2.1. Personeelsleden die deeltijdse prestaties verrichten Een personeelslid dat is tewerkgesteld in het raam van de halftijdse loopbaanonderbreking (gewone en bijzondere stelsels) of de halftijds vervroegde uittreding geniet op jaarbasis (2,5/7 x 365 =) 130 afwezigheidsdagen in het raam van deze verlofstelsels.

Een personeelslid dat de vrijwillige vierdagenweek geniet of zijn prestaties in het raam van de loopbaanonderbreking (bijzondere stelsels) met 1/5de vermindert, geniet op jaarbasis (1/7 x 365 =) 52 afwezigheidsdagen in het raam deze verlofstelsels.

Men gebruikt de parameters 2,5/7 en 1/7 omdat het stelsel van het ziektecontingent gebaseerd is op kalenderdagen en niet op werkdagen.

Dit houdt ondermeer in dat ten aanzien van een personeelslid dat halftijdse prestaties verricht (de halftijdse loopbaanonderbreking en de halftijdse vervroegde uittreding) of zijn prestaties met 1/5e vermindert (vrijwillige vierdagenweek of loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof, medische bijstand of palliatieve zorgen) per week afwezigheid wegens ziekte respectievelijk 4, 5 of 6 dagen van het ziektecontingent zullen worden afgetrokken.

Er valt bovendien aan te stippen dat, wanneer het personeelslid deeltijdse prestaties verricht, de afwezigheden wegens ziekte, naar rata van de te verrichten prestaties, worden aangerekend op het aantal dagen ziekteverlof dat per twaalf maanden anciënniteit wordt toegekend (artikel VIII.X.3, § 2, eerste lid, RPPol). Bij de berekening van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent wordt aldus een proportionaliteit in acht genomen.

Eén en ander kan het best aangetoond worden aan de hand van enkele voorbeelden : Voorbeeld 6 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2007 : halftijdse loopbaanonderbreking : 12/12 x 130 = 130 afwezigheidsdagen geen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x 130)/365 = 30 - 10,68 = 19,32 : 20 dagen Voorbeeld 7 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2007 : vrijwillige vierdagenweek : 12/12 x 52 = 52 afwezigheidsdagen geen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x 52)/365 = 30 - 4,27 = 25,73 : 26 dagen Voorbeeld 8 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 28 februari 2007 : halftijdse loopbaanonderbreking wegens ouderschapsverlof : 7/12 x 130 = 76 afwezigheidsdagen gedurende periode van 1 juli 2007 tot en met 31 juli 2007 : vrijwillige vierdagenweek : 1/12 x 52 = 4 afwezigheidsdagen geen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x (76 + 4))/365 = 30 - 6,58 = 23,42 : 24 dagen Voorbeeld 9 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2007 : vrijwillige vierdagenweek : 12/12 x 52 = 52 afwezigheidsdagen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 : 50 dagen nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x (52 + 50))/365 = 30 - 8,38 = 21,62 : 22 dagen Voorbeeld 10 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2007 : halftijdse loopbaanonderbreking : 12/12 x 130 = 130 afwezigheidsdagen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 : 50 dagen nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x (130 + 50))/365 = 30 - 14,79 = 15,21 : 16 dagen Voorbeeld 11 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 2002 gedurende periode van 1 augustus 2006 tot en met 31 januari 2007 : halftijdse loopbaanonderbreking voor ouderschapsverlof : 6/12 x 130 = 65 afwezigheidsdagen dagen afwezigheid wegens ziekte tussen 1 augustus 2006 tot en met 31 juli 2007 : 30 dagen nieuw aantal toe te kennen ziekteverlofdagen op 1 augustus 2007 : C = 30 - (30 x (65 + 30))/365 = 30 - 7,81 = 22,19 : 23 dagen 4.2.2.2. Bijzondere gevallen a) Arbeidsongevallen en beroepsziekten De verlofdagen toegestaan naar aanleiding van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk, zelfs na de datum van consolidatie, of naar aanleiding van een beroepsziekte, zelfs na de datum waarop de ongeschiktheid een blijvend karakter vertoont, evenals de dagen verlof toegestaan bij toepassing van artikel VIII.V.6 RPPol (de vrijstelling van arbeid in bepaalde omstandigheden voor de zwangere personeelsleden) en wegens een ziekte die rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van het beroep, met inbegrip van de sportongevallen zonder « externe oorzaak », genereren geen proportionele vermindering van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent (artikel VIII.X.6, § 1, tweede lid, RPPol). b) Privé-ongeval veroorzaakt door de fout van een derde De dagen ziekteverlof als gevolg van een ongeval dat geheel door de fout van een derde is veroorzaakt en dat geen arbeidsongeval of ongeval op de weg naar en van het werk is, genereren geen proportionele vermindering van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent. Wanneer het personeelslid medeaansprakelijk wordt gesteld voor het privé-ongeval, gebeurt de proportionele vermindering van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent ten belope van het aansprakelijkheidspercentage in hoofde van het personeelslid aan wie het ongeval deels te wijten is (zie verder voorbeeld 18). c) Afwezigheid wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap De dagen afwezigheid wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap genereren geen proportionele vermindering van de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent.d) Verminderde prestaties wegens ziekte of verminderde prestaties wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap De afwezigheid in het raam van het stelsel van de verminderde prestaties wegens ziekte of de verminderde prestaties wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap is een sui-generis verlof en dus geen ziekteverlof.De proportionele vermindering op basis van artikel VIII.X.2 RPPol, is in dat geval dan ook niet van toepassing.

Voorbeeld 12 : Het personeelslid dat gedurende de eerste zes maanden van het jaar (= 181 dagen) ziek was en daarna het stelsel van verminderde prestaties wegens ziekte heeft genoten, heeft in het volgende jaar recht op een jaarlijkse aanvulling van 16 dagen.

C = 30 - (30 x 181)/365 = 30 - 14,87 = 15,13 : 16 dagen 5. Afbouw van het ziektecontingent : welke dagen afwezigheid wegens ziekte worden in mindering gebracht van het ziektecontingent ? 5.1. Algemene regel Alle dagen gedurende dewelke het personeelslid, op basis van een medisch attest, in ziekteverlof is, worden in mindering gebracht van het ziektecontingent A en B, ongeacht of dit op een weekdag, een zaterdag, een zondag, een wettelijke of reglementaire feestdag (evenals de twee reglementaire feestdagen naar keuze van de korpschef) of een vervangende verlofdag vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken is. 5.2. Personeelsleden die deeltijdse prestaties verrichten Het ziektecontingent van de personeelsleden die deeltijdse prestaties verrichten, wordt niet uitgedrukt in dagen maar in uren (aantal dagen x 7 u. 36). Voor de weekdagen wordt het aantal uren van de voorziene prestatie afgetrokken. Voor het weekend wordt 2 x 7 u. 36 afgetrokken. 5.2.1. Vrijwillige vierdagenweek Enkel de dagen afwezigheid tijdens dewelke het personeelslid prestaties diende te verrichten worden als dagen ziekteverlof aangerekend (artikel VIII.X.3, § 2, derde lid, RPPol) en in mindering gebracht van het ziektecontingent A en B. Gelet op de jaarlijkse aanvulling van maximum 30 in plaats van 21 ziekteverlofdagen, worden eveneens de door een medisch attest gestaafde weekenddagen, ook als op die dagen geen prestaties dienen te worden verricht, in mindering gebracht van het ziektecontingent. Dit komt er op neer dat alle ziektedagen, behoudens de ziektedag die samenvalt met de vaste vrije dag, integraal en zonder proportionele vermindering worden afgetrokken van het ziektecontingent. Wat de lokale politie betreft, zal de personeelsdienst die instaat voor de berekening van het ziektecontingent derhalve zelf moeten nagaan welke de vaste vrije dag van het betrokken personeelslid is. Wat de federale politie betreft, zal de personeelsdienst het arbeidsregime van het personeelslid op het formulier F-119 vermelden zodat de dienst die bevoegd is om het ziektecontingent te berekenen hiermee rekening kan houden.

Voorbeeld 13 : het personeelslid dat het stelsel van de vrijwillige vierdagenweek geniet met woensdag als zijn vaste vrije dag Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot en met vrijdag omvat, worden 30 uren en 24 minuten in mindering gebracht van het ziektecontingent (7 u. 36 + 7 u. 36 + 7 u. 36 + 7 u. 36).

Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot en met zondag omvat, worden 45 uren en 36 minuten in mindering gebracht van het ziektecontingent (7 u. 36 + 7 u. 36 + 7 u. 36 + 7 u. 36 + 15 u. 12 voor het weekend). 5.2.2. Halftijdse loopbaanonderbreking en halftijdse vervroegde uittreding Enkel de dagen afwezigheid tijdens welke het personeelslid prestaties diende te verrichten worden als dagen ziekteverlof aangerekend (artikel VIII.X.3, § 2, derde lid, RPPol) en in mindering gebracht van het ziektecontingent A en B. Gelet op de jaarlijkse aanvulling van maximum 30 in plaats van 21 ziekteverlofdagen, worden eveneens de door een medisch attest gestaafde weekenddagen, ook als op die dagen geen prestaties dienen te worden verricht, in mindering gebracht van het ziektecontingent.

De berekening van de dagen die in mindering moeten worden gebracht van het ziektecontingent van een personeelslid dat deeltijdse prestaties verricht is niet altijd eenvoudig. Daarom vindt u hieronder enkele hypothesen ter verduidelijking van deze materie.

Voorbeeld 14 : het personeelslid werkt elke week 19 uren, gespreid over drie dagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot vrijdag omvat, worden 19 uren in mindering gebracht van het ziektecontingent (7 u. 36 + 7 u. 36 + 3 u. 48).

Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot zondag omvat, worden 34 u. 12 in mindering gebracht van het ziektecontingent (19 u van de weekdagen + 2 x 7 u. 36 van het weekend).

Voorbeeld 15 : het personeelslid werkt elke week 19 uren, meer bepaald elke dag 3 u. 48 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot vrijdag omvat, worden 19u in mindering gebracht van het ziektecontingent (5 x 3 u. 48).

Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot zondag omvat, worden 34 u. 12 in mindering gebracht van het ziektecontingent (19 u. van de weekdagen + 2 x 7 u. 36 van het weekend).

Voorbeeld 16 : het personeelslid werkt de ene week 15 uren en 12 minuten en de andere week 22 uren en 48 minuten Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot vrijdag van de eerste week omvat, worden 15 u. 12 in mindering gebracht van het ziektecontingent (7 u. 36 + 7 u. 36).

Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag tot vrijdag van de tweede week omvat, worden 22 u. 48 in mindering gebracht van het ziektecontingent (7 u. 36 + 7 u. 36 + 7 u. 36).

Wanneer het medische getuigschrift de periode van maandag van de eerste week tot zondag van de tweede week omvat, worden 68 u. 24 in mindering gebracht van het ziektecontingent (38u van de weekdagen + 4 x 7 u. 36 van het weekend). 5.3. Bijzondere gevallen a) Arbeidsongevallen en beroepsziekten De afwezigheden ten gevolge van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk, vóór de consolidatiedatum en de afwezigheden ten gevolge van een beroepsziekte of een ziekte die rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van het beroep, met inbegrip van de sportongevallen zonder « externe oorzaak », vóór de datum waarop de ongeschiktheid een blijvend karakter vertoont, alsmede de afwezigheden met toepassing van artikel VIII.V.6 RPPol (de vrijstelling van arbeid in bepaalde omstandigheden voor de zwangere personeelsleden) worden niet in mindering gebracht van het ziektecontingent A en het ziektecontingent B. De afwezigheden nà de consolidatiedatum in het raam van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk, of nà de datum waarop de ongeschiktheid een blijvend karakter heeft gekregen in het raam van een beroepsziekte of een ziekte die rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van het beroep, met inbegrip van de sportongevallen zonder externe oorzaak, worden wel in mindering gebracht van het ziektecontingent A, maar niet van het ziektecontingent B. Dus, dit in tegenstelling tot de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent waarbij geen enkele afwezigheidsdag in het raam van een arbeidsongeval, een ongeval op de weg van en naar het werk, een beroepsziekte of een ziekte die rechtstreeks verband houdt met de uitoefening van het beroep, met inbegrip van de sportongevallen zonder externe oorzaak, in aanmerking wordt genomen om het aantal dagen ziekteverlof te bepalen dat het personeelslid per 12 maanden dienstanciënniteit kan bijkrijgen (zie supra).

Voorbeeld 17 : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld b) Privé-ongeval veroorzaakt door de fout van een derde Indien het personeelslid het slachtoffer is geworden van een privé-ongeval dat te wijten is aan de fout van een derde, heeft dit eveneens een invloed op de berekening van het ziektecontingent. Voor de ziekteverlofdagen als gevolg van een dergelijk ongeval die vallen vóór 1 november 2006 geldt de oude regeling, namelijk dat deze afwezigheidsdagen in mindering worden gebracht van het ziektecontingent A en het ziektecontingent B. Sedert 1 november 2006 is er evenwel een nieuwe regeling van toepassing.

Deze regeling komt erop neer dat het ziektecontingent A wordt verminderd met alle ziekteverlofdagen als gevolg van een privé-ongeval dat geheel of gedeeltelijk te wijten is aan de fout van een derde en dat het ziektecontingent B wordt verminderd met de ziekteverlofdagen vanaf 1 november 2006 als gevolg van een privé-ongeval dat deels te wijten is aan de fout van een derde en dit enkel ten belope van het eventuele aansprakelijkheidspercentage in hoofde van het personeelslid.

De werkwijze om deze ziekteverlofdagen eventueel te recupereren na een definitieve uitspraak over het aansprakelijkheidspercentage vindt men terug in de omzendbrief GPI 55 van 9 januari 2007 - Privé-ongevallen - Berekening van het ziektecontingent.

Dus, nogmaals voor alle duidelijkheid, de afwezigheidsdagen als gevolg van een privé-ongeval dat te wijten is aan de fout van een derde, worden, en dit ten belope van het aansprakelijkheidspercentage in hoofde van de derde, noch in aanmerking genomen voor de berekening van het aantal jaarlijks toe te kennen ziektedagen, noch in mindering gebracht van het ziektecontingent B (zie supra).

Voorbeeld 18 : datum indiensttreding personeelslid : 1 augustus 1995 op 1 augustus 2006 : ZC A = 200 dagen ZC B = 200 dagen op 1 februari 2007 : privé-ongeval te wijten aan de fout van een derde van 1 februari 2007 tot en met 22 maart 2007 (= 50 dagen) afwezig wegens ziekte ten gevolge van dit privé-ongeval geen andere afwezigheidsdagen tussen 1 augustus 2006 en 31 juli 2007 op 31 juli 2007 : indien de derde 100 % aansprakelijk is voor het ongeval : - ziektecontingent A = 150 dagen - ziektecontingent B = 200 dagen indien zowel de derde als het personeelslid elk 50 % aansprakelijk zijn voor het ongeval : - ziektecontingent A = 150 dagen - ziektecontingent B = 175 dagen (200 - 25) nieuw aantal toe te kennen ziektedagen op 1 augustus 2007 : indien de derde 100 % aansprakelijk is voor het ongeval : 30 dagen indien de derde en het personeelslid elk 50 % aansprakelijk zijn : C = 30 - (30 x 25)/365 = 30 - 2,05 = 27,95 : 28 dagen c) Afwezigheid wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap De periodes van afwezigheid wegens ziekte tijdens de zwangerschap en te wijten aan de zwangerschap worden, mits voorlegging van een doktersattest dat dit verband staaft, niet aangerekend op het ziektecontingent A en B (artikel VIII.V.9 RPPol).

Dus, net zoals bij de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent worden deze afwezigheidsdagen niet in aanmerking genomen voor de vermindering van het ziektecontingent (zie supra).

De periodes van afwezigheid wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap die vallen gedurende de vijf weken (of zeven weken in geval van een meerling) vóór de zevende dag die de werkelijke bevallingsdatum voorafgaat, worden evenwel omgezet in bevallingsverlof (artikel VIII.V.2 RPPol). d) Verminderde prestaties wegens ziekte of verminderde prestaties wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap De dagen gedurende dewelke het personeelslid het stelsel van de verminderde prestaties wegens ziekte of verminderde prestaties wegens ziekte te wijten aan de zwangerschap geniet, worden niet aangerekend op het ziektecontingent (artikel VIII.X.16, tweede lid, RPPol).

Dus, net zoals bij de jaarlijkse aanvulling van het ziektecontingent worden deze afwezigheidsdagen niet in aanmerking genomen voor de vermindering van het ziektecontingent (zie supra). 6. Overgangsmaatregelen 6.1. Toekenning van bijkomende ziektedagen na elke 12 maanden dienstanciënniteit De politiekorpsen die vóór 1 april 2001 een ziekteverlofregeling kenden waarbij op het einde van elke 12 maanden dienstanciënniteit ziekteverlofdagen aan het ziektecontingent werden toegevoegd en dit systeem alsdusdanig hebben voortgezet na 1 april 2001, dienen aan de betrokken personeelsleden éénmalig 30 bijkomende ziekteverlofdagen toe te kennen. Bij de volgende 'verjaardagen' van de indiensttreding wordt de regel beschreven onder punt 4.2.1. toegepast, namelijk een toekenning van maximaal 30 dagen ziekteverlof bij aanvang van elke periode van 12 maanden dienstanciënniteit, berekend op basis van de prestaties van het jaar x - 1.

De reden van deze correctie is tweeledig : Zodoende worden alle personeelsleden voortaan op dezelfde voet behandeld conform de toepassingsregels van deze omzendbrief en worden de betrokken personeelsdiensten niet opgescheept met complexe regularisaties. 6.2. Stelsel van 666 ziekteverlofdagen voor de gehele loopbaan Sommige politiekorpsen kenden vóór 1 april 2001 een alternatieve berekeningswijze waarbij onmiddellijk forfaitair 666 ziekteverlofdagen voor de gehele loopbaan werden toegekend. Voor de personeelsleden afkomstig uit die korpsen werd daarom bij de overgang van de oude ziekteverlofregeling naar de nieuwe regeling in de omzendbrief GPI 9 van 20 juli 2001 voorzien in een precisering wat betreft de berekening van hun ziektecontingent.

Overeenkomstig de omzendbrief GPI 9 krijgen deze personeelsleden geen bijkomende ziekteverlofdagen tot op het ogenblik dat ze hun 32e jaar dienstanciënniteit verwerven. Bij de aanvang van het 33e jaar dienstanciënniteit zou voor de eerste maal maximaal 30 dagen ziekteverlof worden toegekend.

Na analyse lijkt het mij billijker dat deze personeelsleden niet vanaf het 33e jaar dienstanciënniteit, maar wel vanaf het 30e jaar dienstanciënniteit telkens maximaal 30 bijkomende dagen ziekteverlof verwerven.

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage aan GPI 63 van 10 juni 2008 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^