Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 11 december 2009
gepubliceerd op 30 december 2009

Ministeriële omzendbrief betreffende de interventieverslagen van de brandweer

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2009000849
pub.
30/12/2009
prom.
11/12/2009
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


11 DECEMBER 2009. - Ministeriële omzendbrief betreffende de interventieverslagen van de brandweer


Aan de Dames en Heren Gouverneurs Ter informatie : aan de Dames en Heren Burgemeesters aan Mevrouw en de Heren Dienstchefs van de brandweerdiensten Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Deze omzendbrief is bestemd voor de overheden die over een brandweerdienst beschikken.

Het koninklijk besluit van 6 mei 1971 tot vaststelling van de modellen van gemeentelijke reglementen betreffende de organisatie van de gemeentelijke brandweerdiensten bepaalt dat de officier-dienstchef waakt over het opmaken van het interventieverslag, waarvan het model wordt vastgesteld door de Minister van Binnenlandse Zaken.

De brandweerdiensten moeten vanaf 1 januari 2010 het interventieverslag opstellen volgens het in de bijlage van deze omzendbrief vastgelegde model. Hetzelfde model van verslag zal voortaan gebruikt worden voor alle interventies, zonder onderscheid te maken tussen branden en andere incidenten.

Hiertoe zal in de loop van 2010 een globale informaticatool voor de toekomstige hulpverleningszones beschikbaar worden. In deze applicatie is een geautomatiseerde module « interventieverslag » voorzien om de brandweerdiensten niet meer te verplichten om periodiek hun gegevens op papier of elektronisch door te sturen naar mijn diensten. Dat zal het Kenniscentrum toelaten, met het oog op de statistieken, om de door deze brandweerdiensten ingevoerde gegevens er automatisch uit te halen. Het beoogde doel is een vereenvoudiging van de procedure dankzij de geschikte informaticamiddelen.

Aangezien deze applicatie pas in de loop van 2010 klaar zal zijn, worden de brandweerdiensten verzocht om ten laatste in januari 2011 de interventieverslagen van het jaar 2010 te bezorgen, op papier voor de diensten die nog niet uitgerust zijn met een of andere informatica-applicatie, of elektronisch voor de anderen.

Ik verzoek de brandweerdiensten in elk geval om de interventieverslagen niet meer maandelijks op diskette aan het departement te bezorgen. Er zal een procedure ad hoc worden opgesteld voor de verzameling van de gegevens 2010 in de vorm van een elektronisch bestand.

Het sturen van een bijzonder interventieverslag blijft verplicht voor elke brand die de dood van een persoon tot gevolg heeft.

De ministeriële omzendbrief van 26 november 1986 betreffende het opstellen van brand- en interventieverslagen en het ministeriële rondschrijven van 23 februari 1988 betreffende de brandweerdienst - eenvormige verslagen, worden opgeheven vanaf 1 januari 2010.

Ik verzoek u het voorgaande mee te delen aan alle burgemeesters van uw provincie die over een brandweerdienst beschikken.

Met de meeste hoogachting, Mevr. A. TURTELBOOM, Minister van Binnenlandse Zaken

BIJLAGE Het interventieverslag Een interventieverslag wordt opgemaakt na elke interventie, dus zowel bij brand als bij andere incidenten. De opdrachten inzake brandpreventie worden niet beschouwd als interventies en vereisen derhalve niet de opstelling van een interventieverslag. De preventieve opdrachten (bv. de preventieve aanwezigheid bij manifestaties) worden wel beschouwd als interventies.

Het interventieverslag vermeldt de plaats, het tijdstip, het type incident, evenals de ondernomen acties. Tevens geeft het informatie over de melding van het incident, de interventietijd, de eventuele slachtoffers en reddingen, evenals de inzet van personeel, voertuigen en speciale interventieteams.

Ter analyse worden er enkele vragen gesteld betreffende het principe van de snelste adequate hulp.

Het verslag moet volledig ingevuld worden, met inachtneming van de volgende richtlijnen.

Vak A Dit vak dient ter identificatie van de hulpverleningszone die de interventie uitvoert.

In de rubriek « nr. Oproepcentrum » moet het unieke nummer worden ingevuld dat door het Oproepcentrum aan elke interventie wordt toegekend.

Vak B In vak B wordt de datum van de interventie ingevuld. Indien de interventie zich uitstrekt over meerdere dagen, wordt de datum van de alarmering opgegeven. Het jaartal wordt ingevuld in vier cijfers (bv. 2007), de maand in twee cijfers (bv. 04) en de dag in twee cijfers (bv. 09).

Vak C Dit vak is bestemd voor het invullen van de plaats van het incident.

Indien het meerdere identieke incidenten betreft, die slechts van één enkele interventie het voorwerp uitmaken, bijvoorbeeld bij de verdelging van wespennesten, wateroverlast of stormschade kunnen er meerdere adressen worden ingevuld die op een apart blad kunnen worden bijgevoegd.

Vak D In vak D wordt aangegeven hoe het incident werd gemeld : via het alarmnummer 100/112, of rechtstreeks door een getuige.

Tevens is het mogelijk om de naam en het telefoonnummer van de getuige te vermelden. Het is niet verplicht om dit punt in te vullen.

Vak E Vak E bevat gegevens over de interventie : het incident, de ondernomen acties en de eventuele verleende of verkregen versterking vanuit (een) andere hulpverleningszone(s).

In de rubriek « gemeld incident » wordt het type incident vermeld, zoals dit werd overgemaakt door het oproepcentrum of door de getuige, door middel van de codes die zich in de overeenstemmende tabel bevinden.

In de rubriek « vastgesteld incident » wordt het type incident vermeld, zoals dit werd vastgesteld door de hulpdiensten, door middel van de codes die zich in de overeenstemmende tabel bevinden.

In voorkomend geval dient men eveneens te vermelden in welk type gebouw het incident zich heeft voorgedaan, door middel van de codes die zich in de overeenstemmende tabel bevinden.

Enkel het hoofdincident wordt vermeld. De incidenten die logischerwijze voortvloeien uit het hoofdincident, zoals de belemmering van de rijbaan na een verkeersongeval, worden niet vermeld.

Indien er meerdere verschillende incidenten zijn en het niet mogelijk is om te bepalen wat het hoofdincident is, kunnen er meerdere incidenten worden ingevuld.

Indien er meerdere identieke incidenten het voorwerp uitmaken van eenzelfde interventie, wordt daarvoor slechts één interventieverslag opgemaakt. Het aantal identieke incidenten kan worden ingevuld in de rubriek « aantal ». Dat geldt onder andere voor veel minder dringende incidenten, zoals het verdelgen of verwijderen van wespennesten en processierupsen, die veelal gegroepeerd worden in één interventie.

In de rubriek « acties » worden de ondernomen acties ingevuld aan de hand van de codes die vermeld worden in de overeenstemmende tabel. Er kunnen meerdere acties worden ingevuld.

Indien meerdere hulpverleningszones betrokken zijn bij het incident, dienen zij allemaal een interventieverslag op te stellen. Er dient echter een onderscheid gemaakt te worden tussen de zone die versterking krijgt en de zone(s) die versterking verleent/verlenen. De territoriaal bevoegde zone vermeldt op het interventieverslag welke zone(s) hen versterking heeft/hebben verleend. De zone die niet territoriaal bevoegd is, treedt op in versterking en vermeldt aan welke andere zone zij versterking heeft verleend; zij vermeldt dientengevolge de territoriaal bevoegde hulpverleningszone.

Men dient dus één van deze twee opties te kiezen en enkel de verkregen of verleende versterking tussen hulpverleningszones te vermelden.

Politieversterking, ambulances ter versterking die niet tot een hulpverleningszone behoren of verzet van (een) andere post(en) van de territoriaal bevoegde zone moeten dus niet vermeld worden in deze rubriek.

Vak F In dit vak worden de interventietijden genoteerd, telkens in twee cijfers : ?alarmering : het tijdstip waarop de brandweerdienst de alarmering van het incident heeft ontvangen; ? uitrukken : het tijdstip waarop de eerste adequate uitruk de kazerne heeft verlaten; ? aankomst : het tijdstip waarop de eerste adequate uitruk op de plaats van het incident is aangekomen; ? onder controle : het tijdstip waarop het incident geen bijkomende schade meer veroorzaakt; ? opnieuw beschikbaar : het tijdstip waarop de eerste interventieploeg opnieuw klaar is om te interveniëren Vak G Het ingezette personeel, de ingezette voertuigen en eventuele speciale interventieteams worden ingevuld in vak G. In de rubriek « personeel » wordt onder de overeenstemmende rang het aantal ingezette personen (1) vermeld. In de rubriek « voertuigen » wordt, onder de overeenstemmende code, de code van het voertuig bij de hulpverleningszone vermeld, evenals de post waarvan hij afkomstig is. Voor wat de « speciale interventieteams » betreft, moet enkel de code vermeld worden.

Vak H In dit vak zullen de eventuele burgerslachtoffers (met een schatting van hun leeftijden) of slachtoffers onder de leden van de brandweerdiensten vermeld worden.

Enkel de personen gewond of overleden tijdens de interventie moeten vermeld worden.

Enkel de territoriaal bevoegde hulpverleningszone vult deze rubriek in. Derhalve moet de hulpverleningszone die in versterking optreedt dit niet invullen.

Vak I In dit vak moet het aantal werkelijk geredde personen ingevuld worden, dit wil zeggen het aantal personen dat de plaats niet zelf kon verlaten. Bijvoorbeeld, personen die geëvacueerd worden via de klassieke nooduitgangen, zelfs onder het toezicht van een brandweerman, moeten niet in dit vak genoteerd worden.

Enkel de territoriaal bevoegde hulpverleningszone vult deze rubriek in. Derhalve moet de hulpverleningszone die in versterking optreedt dit niet invullen.

Vak J In dit vak staan tien vragen die ertoe strekken om het principe van de snelste adequate hulp te analyseren. Met uitzondering van de vragen 2 en 3, waarvoor een tijdstip dient opgegeven te worden volgens uu : mm, zijn alle vragen meerkeuzevragen.

Deze rubriek is slechts tijdelijk : eens het principe van de snelste adequate hulp overal correct wordt toegepast, zal deze geschrapt worden.

Vak K In dit vak dient men een kort overzicht te geven van de interventie, evenals de eventuele opmerkingen of relevante uitleg.

Nota (1) Het is aanbevolen een duidelijke lijst te hebben van de intervenanten bij elk incident teneinde in voorkomend geval een eventuele medische opvolging te kunnen doen van de hele ploeg (cf.wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk (Belgisch Staatsblad 18/09/1996)).

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^