Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 13 maart 2002
gepubliceerd op 27 maart 2002

Omzendbrief GPI 17 Statuten. - Eenvormige toepassing. - Interpretaties Bevoegde diensten

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000242
pub.
27/03/2002
prom.
13/03/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


13 MAART 2002. - Omzendbrief GPI 17 Statuten. - Eenvormige toepassing. - Interpretaties Bevoegde diensten


Aan Mevrouw en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Aan de Dames en Heren Burgemeesters, Aan de Dames en Heren Voorzitters van de Politiecolleges, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Dames en Heren Korpschefs van de lokale politie, Ter informatie : Aan de Directeur-generaal van de Algemene Rijkspolitie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de lokale politie, Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, Mevrouw, Mijnheer de Burgemeester, Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Mijnheer de Commissaris-generaal, Mevrouw, Mijnheer de Korpschef, 1. Wettelijk en reglementair kader « Het statuut is voor alle politieambtenaren gelijk, ongeacht of zij tot de federale of tot de lokale politie behoren.Hetzelfde geldt, per categorie, voor de hulpagenten van politie en het personeel van het administratief en logistiek kader », aldus artikel 119 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus.

De Memorie van Toelichting omschrijft dit beginsel als een « essentieel aspect van het geïntegreerd karakter van de politiediensten » en dit zeker in het licht van de mobiliteit tussen de twee niveaus of tussen de lokale politiekorpsen onderling.

Uiteraard volstaat het niet dat voormelde respectieve statuten naar de letter uniform zijn. Ook in hun dagelijkse toepassingen moet er eenvormigheid zijn. Ik moet evenwel vaststellen dat men het her en der niet zo nauw neemt met die regel en dat men meent dat er ruimte is voor eigen interpretaties. Ter concrete illustratie kan worden verwezen naar de heibel over de standpunten met betrekking tot de vraag of personeelscategorieën van een welbepaalde graad kunnen worden uitgesloten van het recht op de vrijwillige vierdagenwerkweek. De bedoeling van deze omzendbrief is dan ook om de statutaire divergentie een halt toe te roepen en alle betrokkenen te informeren over de te volgen rationele werkwijze bij statutaire problemen.

Uiteraard ben ik er mij van bewust dat niet alles tot in het kleinste detail in de statutaire teksten wordt geregeld, laat staan kan worden geregeld. Dat er derhalve vragen of twijfel rijzen is begrijpelijk.

Dit is ook de reden waarom in bepaalde teksten opdracht wordt gegeven aan daartoe specifiek aangewezen diensten om de eenvormige toepassing van de statuten te waarborgen.

In dat raam vestig ik uw aandacht op artikel 11, 7°, van het koninklijk besluit van 3 september 2000 met betrekking tot de commissaris-generaal en de algemene directies van de federale politie.

Daarin wordt aan de algemene directie personeel van de federale politie opdracht gegeven om, in overleg met de Vaste Commissie van de lokale politie, in te staan voor de « voorbereiding en de toepassing van de statuten van de personeelsleden van de politiediensten ».

Verder weze artikel 140quater van voormelde wet van 7 december 1998 in herinnering gebracht. Dat artikel omschrijft de rol van het sociaal secretariaat GPI. Ook die dienst moet, zo luidt de Memorie van Toelichting, bijdragen tot « een eenvormigheid van toepassing van de personeelsstatuten over het geheel grondgebied, door toedoen van de centralisering van de procedures die gekoppeld zijn aan de geldelijke aspecten van het personeelsbeheer van de politiediensten ».

Het is dus duidelijk dat die diensten, en geen andere, die verantwoordelijkheid dragen en daarover en daarop kunnen worden aangesproken. 2. In concreto Het sociaal secretariaat, in het domein van de individuele toepassing van de geldelijke rechten zoals bepaald door de respectieve bevoegde lokale en federale overheden, en de algemene directie personeel van de federale politie, voor alle statutaire problemen, zijn dus de diensten die kunnen en moeten worden bevraagd wanneer er zich een interpretatieprobleem voordoet.Andere diensten bevragen of gelijktijdig bevragen legt een hypotheek op de werking van die diensten en moet dus worden vermeden. Als voorbeeld kan worden aangehaald de groeiende kwalijke tendens om parallel de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie te bevragen naar interpretaties en toepassingen van het statuut, wellicht omdat men weet dat er een « Dienst statuten » binnen de inspectie werd opgericht. De bevoegdheden van die dienst statuten worden evenwel nauwkeurig omschreven in artikel 12 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, en situeren zich in een heel andere context. Vandaar de noodzaak en mijn vraag om exclusief de juiste diensten aan te spreken.

Eerst is het toch zaak erop aan te dringen dat de verspreide schriftelijke statutaire informatie aandachtig zou worden gelezen. In dat raam heeft de directeur-generaal van de algemene directie personeel van de federale politie het verzendingsnet naar de korpschefs van de lokale politie recent verfijnd. Voorzover die nota's, richtlijnen, circulaires e.d. ontoereikend zouden zijn, staan er terzake, zowel voor de personeelsbeheerders als voor de personeelsleden zelf, concreet vier kanalen open. Ofwel adieert men het sociaal secretariaat voor het deeldomein dat het zijne is. Ofwel kan men steeds terecht bij het call-center als algemeen invalspunt en dat zonodig de vraag zal « dispatchen » : ik verwijs hiervoor naar het Info-Nieuws Politiehervorming nr. 94 van 10 mei 1999 waarvan elk personeelslid een exemplaar ontving. Ten derde kan men, voor specifieke onderwerpen, terecht bij de punctueel aangegeven help-desk of dossierbeheerder : als voorbeeld kunnen hier de selectieproeven in het raam van de bevordering door overgang naar een hoger kader worden vermeld. In die context zorgt de directie van de rekrutering en selectie zo nodig zelf voor een aanspreekpunt. Tenslotte kan men ook terecht bij de directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de algemene directie personeel van de federale politie. Die directie heeft een ploeg medewerkers, zijnde ondermeer officieren en personeelsleden van het CALOG van het niveau A, die de statuten voorbereiden en interpreteren en dit conform voormeld reglementair artikel 11, 7° : nu de meeste statutaire teksten uitgeschreven zijn, kunnen zij meer aandacht besteden aan hun statutaire help-desk functie. Het is trouwens die directie die in maart/april 2001 instond voor de tweedaagse informatiesessies met betrekking tot het nieuw statuut. In maart 2002 organiseert zij ten behoeve van de lokale en federale politie ten minste 12 informatiesessies aangaande de nieuwe tuchtregeling en later zullen er nog andere statutaire themadagen volgen. Ook zal zij weldra aan de personeelsbeheerders van de zones een CD-Rom laten geworden met daarop de gecoördineerde versie van menige statutaire bepaling. Verder is er ook een gestructureerde statutaire informatie via internet in de maak.

De concrete gegevens van die directie van de juridische dienst, het contentieux en de statuten van de federale politie, zijn de volgende : Tel Srt : 02-642 61 21 of 61 37. In functie van de aard van de vraag, zal men vervolgens naar de juiste medewerker worden verwezen. Bij afwezigheid van deze laatste zal men nadien worden gecontacteerd.

Fax : 02-642 61 35 E-mail : dps.pol.fed@brutele.be Wat specifiek en concreet het sociaal secretariaat betreft, nog dit : indien op het ogenblik van de overname van de pecuniaire personeelsgegevens van de lokale politie door het sociaal secretariaat GPI, concrete toepassings- en/of interpretatieproblemen worden vastgesteld (o.a. inzake de inschaling, het toekennen van toelagen en vergoedingen,...), zal het sociaal secretariaat GPI in een eerste fase pogen tot een consensus te komen met betrokken gemeente, politiezone en/of bijzonder rekenplichtige. 3. Bevoegdheid van de Minister Vindt men zich vervolgens niet terug in het gegeven antwoord of bij blijvende klaarblijkelijke toepassings- of interpretatieproblemen staat het de vraagsteller uiteraard vrij mijn ambt aan te schrijven waarna een toetsing zal geschieden door mijn diensten. Andersom is het ook de plicht van de algemene directie personeel van de federale politie om mij in te lichten over elke niet conforme toepassing van het statuut. Dat staat trouwens met zoveel woorden in voormeld artikel 140quater, derde lid, 1°, van de wet van 7 december 1998. Vandaar ook het gegeven dat mijn diensten, bij toepassing van artikel 38, derde lid, juncto, artikel 31, derde lid, van het syndicaal uitvoeringsbesluit van 8 februari 2001, bestemmelingen zijn van de notulen van de diverse basisoverlegcomités die ik telkenmale laat onderzoeken met het oog op de correcte en uniforme toepassing van de politiestatuten. Ik hoop derhalve dat deze omzendbrief ook bijdraagt tot een meer rationele communicatie en tot een éénvormige correcte toepassing van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten.

U gelieve, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

A. DUQUESNE

^