Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 17 juli 1997
gepubliceerd op 07 oktober 1997

Omzendbrief met het oog op het opstellen van de begrotingen voor 1998 en van de beheersplannen 1998-2000 van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1997031368
pub.
07/10/1997
prom.
17/07/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


17 JULI 1997. Omzendbrief met het oog op het opstellen van de begrotingen voor 1998 en van de beheersplannen 1998-2000 van de gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest


Aan de dames en heren Burgemeesters en Schepenen Dames en heren, I. Algemeen Deze omzendbrief heeft betrekking op het opmaken van de begroting 1998 en het beheersplan waarbij wordt uitgegaan van de gegevens van de rekeningen 1996, de gewijzigde begroting 1997, de ontwerpbegroting 1998 en de vooruitzichten voor 1999 en 2000. Tenzij anders vermeld in deze omzendbrief, blijven alle aanbevelingen uit de omzendbrieven van 20 juli 1993, 14 juli 1994 en 7 september 1995 betreffende de begrotingen 1994, 1995, 1996 en 1997 en de beheersplannen 1994-1996, 1995-1997, 1996-1998 en 1997-1999 van toepassing.

De begrotingswijzigingen mogen de algemene economie van de begroting niet in vraag stellen. Zij zijn onderworpen aan de bepalingen van artikel 12 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990 waarvan het niet-naleven een niet-goedkeuring kan rechtvaardigen. Een wijziging aangenomen vóór de goedkeuring van de voorafgaande moet met deze rekening houden. De laatste wijzigingen aangenomen tijdens het dienstjaar moeten bij de toezichthoudende overheid ingediend worden op een datum die haar steeds toelaat deze goed te keuren vóór 31 december, zoniet kan geen enkele uitgave geldig vastgelegd worden ten laste van de gevraagde kredieten.

De begroting zal voorgesteld worden zoals voorgeschreven in de voorgaande omzendbrieven. De bijlagen vereist voor haar definitieve vaststelling zijn de volgende : - het verslag vermeld in artikel 96 van de nieuwe gemeentewet; - het verslag vermeld in artikel 12 van het koninklijk besluit van 2 augustus 1990; - het beheersplan waarin ondermeer een tabel met de voorziene aanwervingen inzake personeel opgenomen wordt; - de beschrijving van het buitengewoon programma en van hun financiering; - de staat en de evolutie van de gemeenteschuld. De tabel met de leningen op 1 januari van het dienstjaar, individueel per functie opgenomen, is opnieuw vereist; - de reservefondsen en de voorzieningen voor risico's en kosten; - de enhaustieve en nominatieve lijst van de personeelsleden op 1 januari van het dienstjaar, met o. a. de vermelding van het statuut en het barema.

II. Budgettaire instructies en prospectieve parameters : De parameters inzake het jaar 1998 hebben slechts indicatieve waarde, behalve voor de rubrieken aangeduid met *, waar zij de waarde van budgettaire instructies hebben.

Voor de ontvangsten en uitgaven waarvan de ramingswijze hieronder niet uitdrukkelijk wordt vermeld, dienen de resultaten van de rekeningen 1996 te worden overgenomen, tenzij er nieuwe - te verantwoorden - elementen zijn.

Gewone dienst Ontvangsten Prestaties Deze ontvangsten stagneren en dragen minder en minder bij in de financiering van de gemeenten terwijl hun diensten meer en meer gevraagd worden. Een studie ten gronde lijkt hier noodzakelijk.

Overdrachten - Algemene dotatie aan de gemeenten* : de ramingen zullen afzonderlijk bekendgemaakt worden. - Gemeentelijke belastingen : de resultaten 1996 indien nodig aangepast aan de bestaande of geplande wijzigingen van de aanslagvoet. - Onroerende voorheffing* : de raming wordt berekend op basis van het belastbaar kadastraal inkomen op 1 januari 1996, rekening houdend met de indexering, de basisaanslagvoet van 1,25 %, de geldende of in het vooruitzicht gestelde opcentiemen. Geen enkele rectificatie gebaseerd op de ontvangsten van vorige dienstjaren mag nog aangebracht worden.

De indexeringscoëfficiënt is bepaald op 1,2084 voor 1998, 1,2304 voor 1999 en 1,2524 voor 2000. - Personenbelasting* : de raming wordt berekend op basis van de belasting vastgesteld ten gunste van de federale overheid voor het aanslagjaar 1996 afgesloten op 30 juni 1997 (bedrag individueel overgemaakt). Op dit bedrag wordt het percentage van de gemeentelijke aanvullende belasting toegepast, voorzien voor elk jaar van het plan.

In geval van wijziging van de aanslagvoet is het raadzaam de gevolgen ervan uit te stellen tot het eerstvolgende dienstjaar. - Diverse aanvullende belastingen : de belasting op voertuigen wordt geraamd op basis van de ontvangsten 1995 vermenigvuldigd met 110 %, 115 % en 120 % respectievelijk voor 1998, 1999 en 2000. - Toelage voor contractuele personeelsleden : een raming van het aantal GESCO's zal gebeuren, rekening houdend met het Sociaal Handvest. - Toelage wedden onderwijs : inschrijving van de subsidiebedragen die door de Gemeenschappen rechtstreeks aan de personeelsleden betaald worden, met compenserende boeking bij de uitgaven. Het is noodzakelijk de rechten vast te stellen naargelang de werkelijke bedragen betaald door de Gemeenschappen. - Werkingstoelagen onderwijs : op basis van een ongewijzigde forfaitaire tegemoetkoming, wordt er bij de berekening rekening gehouden met de verwachte evolutie van het aantal leerlingen. - Gewestelijke toelagen inzake politie en openbare netheid* : overname van de in 1997 toegekende bedragen. - Bijdragen in de financiële lasten : naargelang van de uitstaande schulden en de investeringsvooruitzichten.

Schulden - Intresten op vorderingen : vooruitzichten gebaseerd op een geactualiseerde rentevoet en rekening houdend met de fluctuatie van de beschikbare bedragen naargelang van de waarschijnlijke thesauriebewegingen.

Dividenden* : Aangezien de betrokken instellingen geen vooruitzichten hebben meegedeeld, zullen de gemeenten het bedrag inschrijven, dat voorkwam in de oorspronkelijke begroting van het dienstjaar 1996.

Uitgaven Personeel De vooruitzichten m.b.t. de diverse economische codes dienen als volgt te worden berekend : - code 111 : wedden januari 1997 x 12,42 (jaarwedde + sociale programmatie) x 1,013 (weerslag van de weddeverhogingen) x Y (indexering), zijnde 1,0267 voor 1998, 1,033 voor 1999 en 1,043 voor 2000.

Het aldus bekomen bedrag wordt vervolgens vermeerderd met de weerslag van de geplande indienstnemingen en de inschakelingsfases waarin het Sociaal Handvest voorziet. - code 112 : raming volgens 111 en personeelsstatuten. - code 113 : de sociale bijdragen worden berekend op basis van de geraamde loonsom. Met betrekking tot de bijdragen aan de pensioenfondsen en de RSZPPO, wordt het bijdragepercentage bepaald op 20 % voor 1998, op 21 % voor 1999 en 2000, + 7,5 % eigen aandeel. - code 115 : op basis van de van kracht zijnde reglementen en constante percentages. - code 116 : deze code is voorbehouden aan de pensioenen van de gewezen burgemeesters en schepenen. - code 117 : vooruitzichten volgens de lopende contracten. - code 118 : vooruitzichten volgens de lopende overeenkomsten.

Werking De in 1996 vastgelegde uitgaven worden vermenigvuldigd met 106 % voor 1999 en 108 % voor 2000. Ramingen die globaal hoger liggen dan deze percentages zijn enkel mogelijk in geval van speciale omstandigheden, die duidelijk verantwoord moeten worden. Voor de begroting 1998 bestaat het streefdoel erin de groei van de uitgaven te beperken tot 4 % ten opzichte van de vastleggingen 1996. De vooruitzichten voor 1999 en 2000 mogen in geen geval gebaseerd zijn op de begroting voor 1998, behalve indien laatstgenoemde begroting nieuwigheden omvat.

Overdrachten - Dekking van het tekort van het OCMW* : vooruitzichten in overeenstemming met het beheersplan van het OCMW opgemaakt volgens de instructies van het Verenigd College en goedgekeurd in de overlegcommissie met de gemeente. De notulen van deze overlegvergadering worden bijgevoegd. - Ziekenhuizentekort : een voorziening voor risico's en kosten zal in de begroting 1998 worden opgenomen om het eventueel tekort van de ziekenhuizen voor 1996 te dekken. In het beheersplan zal deze provisie worden opgenomen in 1999 en 2000, om respectievelijk de tekorten van 1997 en 1998, zoals deze vermeld zijn in het financieel plan van de ziekenhuizen, te dekken.

Schuld - Debetintresten : raming die rekening houdt met de vermoedelijke vervaldagen en een rentevoet van 6,50 %. - Lasten van leningen : op basis van de vooruitzichten van de financiële instelling, zowel voor de lopende als voor de nog af te sluiten leningen. De intrest op nog aan te gane leningen wordt berekend op basis van een rentevoet van 5,50 %, 5,55 %, 5,60 % of 6,10 % respectievelijk voor een looptijd van 5, 10, 20 of 30 jaar.

Buitengewone dienst De gemeenten zullen over de werkelijkheidszin van de voorzieningen waken teneinde de geloofwaardigheid van de buitengewone dienst te waarborgen en hem op die manier een zo groot mogelijk realisatiepercentage te voorzien.

Bovendien wordt nogmaals herinnerd aan de noodzakelijkheid van een strenge nauwkeurigheid van de economische codes. Inderdaad, indien een onnauwkeurigheid weinig belang heeft op het begrotingsvlak, is zij nochtans onverenigbaar in haar gevolgen op het gebied van algemene comptabiliteit, namelijk met de boekhoudkundige voorschriften die de duur van aflossingen bepalen. In het bijzonder dient het begrip aanpassingswerken (aflossing op 50 jaar) voorbehouden te worden aan zware werken, bestemd hetzij voor een volledige vernieuwing, hetzij voor de grondige wijziging van de bestemming van het geheel of een gedeelte van een onroerend goed. Daarenboven moet het buitengewoon onderhoud het voorwerp zijn van een aflossingstermijn van maximum 15 jaar en niet systematisch van 15 jaar. De nalatigheids- of moratoriumintresten op buitengewone uitgaven zijn gewone uitgaven.

De aanwending van de opbrengst van de tweede beursintroductie van aandelen van het Gemeentekrediet van België/Dexia zal het voorwerp zijn van een afzonderlijke omzendbrief.

III. Procedure Begeleidingscomités zullen worden bijeengeroepen om de beheersplannen te onderzoeken die opgesteld worden door de gemeentebesturen na het opmaken van de ontwerpbegroting 1998 en voorafgaand aan de aanvaarding door de raad. Zij dienen na te gaan of de projecties in overeenstemming zijn met de instructies van deze omzendbrief.

Het beheersplan moet als bijlage van de begroting voorgelegd worden aan de gemeenteraad en moet samen met de begroting en de andere bijlagen binnen de wettelijk voorgeschreven termijn ingediend worden bij de toezichthoudende overheid. Onderzoek en goedkeuring van de begroting zijn niet mogelijk zonder beheersplan.

De begrotingen en hun bijdragen zullen in vijfvoud voor goedkeuring aan de Administratie der Plaatselijke Besturen - Dienst Administratief Toezicht - overgemaakt worden.

Brussel, 17 juli 1997.

De Minister belast met Plaatselijke Besturen, Werkgelegenheid, Huisvesting en Monumenten en Landschappen, Ch. PICQUE De Minister belast met Economie, Financiën, Begroting, Energie en Externe Betrekkingen, J. CHABERT De Minister belast met Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Vervoer, H. HASQUIN De Minister belast met Openbaar Ambt, Buitenlandse Handel, Wetenschappelijk Onderzoek, Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp, R. GRIJP De Minister belast met Leefmilieu en Waterbeleid, Renovatie, Natuurbehoud en Openbare Netheid, D. GOSUIN

^