Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 19 november 1999
gepubliceerd op 25 november 1999

Omzendbrief nr. 483. - Programma Admi-2000. Compensaties voor prestaties die sommige personeelsleden moeten leveren in het kader van de overgang naar het jaar 2000

bron
ministerie van ambtenarenzaken
numac
1999002154
pub.
25/11/1999
prom.
19/11/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN AMBTENARENZAKEN


19 NOVEMBER 1999. - Omzendbrief nr. 483. - Programma Admi-2000.

Compensaties voor prestaties die sommige personeelsleden moeten leveren in het kader van de overgang naar het jaar 2000


Aan de besturen en andere diensten van de federale administraties en de instellingen van openbaar nut onderworpen aan het gezag, de controle of het toezicht van de Staat Mevrouw de Minister, Mijnheer de Minister, Mijnheer de Staatssecretaris, Ter verduidelijking van de omzendbrief nr. 480 van 29 juli 1999 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 2 september) geldt deze omzendbrief als richtlijn voor het toekennen van compensaties voor prestaties die sommige personeelsleden moeten leveren in het kader van de overgang naar het jaar 2000.

Vooreerst herinner ik aan de regeling voor de periode van 27 december tot en met 31 december zoals die bepaald wordt door artikel 14, § 3 van het koninklijk besluit van 19 november 1998. De ambtenaar die krachtens de arbeidsregeling die op hem van toepassing is of ten gevolge van de behoeften van de dienst verplicht is te werken gedurende die periode krijgt per dag één vervangende verlofdag.

Eenzelfde compensatie geldt voor de prestaties verricht op maandag 3 januari 2000.

Bijkomend zullen de volgende compensaties worden toegestaan : - 1,5 dag compensatie per gepresteerde dag op een zaterdag, zondag of feestdag die valt in de periode vóór 27 december 1999. - 2 dagen compensatie per gepresteerde dag op zaterdag 25 december 1999, zaterdag 1 januari of zondag 2 januari 2000.

De vervangende verlofdagen kunnen worden genomen onder dezelfde voorwaarden als het jaarlijks vakantieverlof. Dit betekent dat ze worden genomen naar keuze van het personeelslid en met inachtneming van de behoeften van de dienst.

De prestaties van overuren dienen in de mate van het mogelijke te worden vermeden. Indien toch overuren gepresteerd worden dan kunnen toelagen worden toegestaan zoals bepaald in het besluit van de Regent van 30 maart 1950 dat de toekenning regelt van toelagen wegens buitengewone prestaties. Ik herinner er hierbij aan dat dit besluit ook op het contractueel personeel van toepassing is.

Ik zou het op prijs stellen indien U de inhoud van deze omzendbrief zou meedelen aan alle betrokken diensten, besturen en instellingen, waarover U gezag, toezicht of voogdij uitoefent.

De Minister van Ambtenarenzaken en Modernisering van de Openbare Besturen L. VAN DEN BOSSCHE

^