Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 21 september 2005
gepubliceerd op 11 oktober 2005

Omzendbrief met betrekking tot de nieuwe gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Benelux-visum A, B, C of D + C en de nieuwe nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000612
pub.
11/10/2005
prom.
21/09/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN


21 SEPTEMBER 2005. - Omzendbrief met betrekking tot de nieuwe gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Benelux-visum A, B, C of D + C en de nieuwe nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf


I. Inleiding : De Staten van de Benelux hebben besloten om de op de visumvignetten aangebrachte vermeldingen te vereenvoudigen (1).

Sinds 29 juli 2004 worden nieuwe codes met betrekking tot de verschillende gemeenschappelijke vermeldingen al gebruikt voor de Benelux-visa A, B, C of D + C. Ze vervangen de vermeldingen die vroeger in de rubriek « opmerkingen » voorkwamen. Aangezien deze codes diverser zijn dan de vroegere vermeldingen maken ze het ook mogelijk om bijkomende informatie te geven met betrekking tot het afgeleverd visum.

Vanaf 1 oktober 2005 moeten de nieuwe codes die de nationale vermeldingen vertegenwoordigen en voor België worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf worden gebruikt (2). Deze nieuwe codes zullen in het vak van de nationale vermeldingen (« opmerkingen ») worden geplaatst, ter vervanging van de verwijzingen naar de wet van 15 december 1980 die er vroeger in voorkwamen (3).

Deze omzendbrief heeft tot doel om u te informeren met betrekking tot het onderwerp van de betekenis van deze nieuwe codes op de visa.

Verschillende omzendbrieven en berichten waarin wordt verwezen naar de vermeldingen op de visa zullen moeten worden aangepast om ze in overeenstemming te brengen met de nieuwe terminologie.

II. Met betrekking tot de gemeenschappelijke vermeldingen die kunnen worden gebruikt in het geval van de afgifte van een Benelux-visum A, B, C of D + C : Ter herinnering : - het visum A : transitvisum voor luchthavens, dit type visum stelt de houder ervan enkel in staat om in de internationale zone van een luchthaven te transiteren, dus niet om het Schengengrondgebied te betreden; - het visum B : transitvisum; - het visum C : visum kort verblijf; - het visum D + C : visum lang verblijf dat gelijktijdig een visum kort verblijf is, dit type visum maakt een verblijf van meer dan 90 dagen per semester mogelijk en stelt de houder ervan in staat om gedurende een periode van drie maanden, vanaf de begindatum van het visum lang verblijf, vrij rond te reizen in de Schengenstaten.

De volgende codes kunnen worden gebruikt : - BNL 1 : visum afgeleverd na machtiging van de centrale overheden. - BNL 2 : ambtshalve afgeleverd visum. - BNL 3 + naam van de grenspost via dewelke men het grondgebied betreden heeft + datum binnenkomst : deze code wordt enkel in uitzonderlijke gevallen, om veiligheidsredenen, gebruikt. - BNL 4 : in vertegenwoordiging afgeleverd visum, nadat de vertegenwoordigde Staat werd geraadpleegd. - BNL 5 + x dagen : de houder van het visum moet zich binnen een termijn van x dagen bij de politie aanmelden. - BNL 6 : met uitsluiting van de kinderen.

Opmerking : indien er geen code is, is het visum dus geldig voor alle personen die in het paspoort zijn ingeschreven. - BNL 7 + naam en geboortedatum van het (de) begeleidend(e) kind(eren) : indien er geen zekerheid is met betrekking tot de verwantschapsband tussen de houder van het paspoort en het (de) kind(eren) die met hem reizen kan de Benelux-post in de rubriek « nummer paspoort » het aantal begeleidende kinderen vermelden, evenals de naam en de geboortedatum van het (de) kind(eren) dat (die) ingeschreven is (zijn) in het paspoort van de persoon die het (ze) begeleidt (begeleiden).

Deze code en deze gegevens kunnen worden vermeld om te voorkomen dat na de afgifte van het visum een naam wordt toegevoegd aan het paspoort van de persoon die het kind (de kinderen) begeleidt. - BNL 8 : visum afgeleverd voor medische zorgen. In voorkomend geval kan de naam van het betrokken ziekenhuis worden toegevoegd aan de code. - BNL 9 : de reisverzekering tot dekking van ziektekosten, die normaal is vereist om een eenvormig visum te bekomen, is niet vereist.

Krachtens artikel 2 van het besluit van de Raad van de Europese Unie van 22 december 2003 (4) moet de aanvrager in principe een reisverzekering tot dekking van de ziektekosten overleggen om een eenvormig visum te bekomen. - BNL 10 : visum afgeleverd voor « studies ». - BNL 11 : visum afgeleverd in het geval van een gezinshereniging. - BNL 12 : visum afgeleverd voor een « professionele activiteit ». - BNL 13 : visum afgeleverd voor « zaken ». - BNL 14 : visum afgeleverd met het oog op een adoptie.

III. Met betrekking tot de nationale vermeldingen die voor België moeten worden gebruikt in het geval van de afgifte van een visum D of een machtiging tot voorlopig verblijf : De volgende codes moeten worden gebruikt : - B1 : MVV, verblijf beperkt tot de duur van de studies - artikel 58 van de wet van 15 december 1980. - B2 : inschrijving aan + naam van de onderwijsinstelling. - B3 : toegelaten tot studies + naam van de onderwijsinstelling. - B4 : aanvraag gelijkwaardigheid diploma. - B5 : inschrijving voor de toelatingsproeven. - B6 : MVV - verblijf beperkt tot de duur van de beurs + duur van de beurs. - B7 : MVV - verblijf beperkt tot de duur van de uitwisseling + duur van de uitwisseling. - B8 : privé-school - tijdelijk verblijf, beperkt tot de duur van de opleiding aan naam van de onderwijsinstelling - artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980. - B9 : middelbare studies - verblijf beperkt tot de duur van het schooljaar - artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980. - B10 : gezinshereniging student - verblijf beperkt tot de duur van de studies voor echtgenoot/vader/moeder + artikel 10bis van de wet van 15 december 1980. - B11 : gezinshereniging - artikel 10, 1e lid, 4° van de wet van 15 december 1980. - B12 : artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 - verblijf beperkt tot de duur van de activiteit waarvoor men vrijgesteld wordt van de arbeidskaart of waarvoor een beroepskaart wordt toegekend + duur van de opdracht, van het onderzoek, van het contract, van de stage of van de opleiding. - B13 : artikelen 9 en 13 van de wet van 5 december 1980 - verblijf beperkt tot 6 maanden - zelfstandige activiteit, uitgevoerd in het kader van een associatie-overeenkomst. - B14 : artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 - verblijf beperkt tot de duur van de arbeidskaart, verlengd met 1 maand. - B15 : artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 - verblijf beperkt tot de duur van de beroepskaart. - B16 : artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 - verblijf beperkt tot acht maanden. - B17 : tijdelijk verblijf, beperkt tot 1 jaar - artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980. - B18 : tijdelijk verblijf, beperkt tot 6 maanden. - B19 : tijdelijk verblijf - samenwoning - artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980. - B20 : gezinshereniging - artikel 40 van de wet van 15 december 1980. - B21 : gezinshereniging - artikel 10, 1e lid, 1° van de wet van 15 december 1980. - B22 : gezinshereniging - terugkeervisum. - B23 : tijdelijk verblijf, beperkt tot zes maanden, met het oog op een adoptie + verlenging van het verblijf na een machtiging van de Dienst Vreemdelingenzaken, in functie van de duidelijke vooruitgang van de adoptieprocedure, die wordt bewezen door middel van een schriftelijk document dat van de centrale federale overheid of de bevoegde centrale communautaire overheid uitgaat. - B24 : tijdelijk verblijf, beperkt tot 1 jaar - werk-vakantie - artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980. - B25 : koninklijk besluit van 20 oktober 1991 (deze code moet altijd worden aangebracht op de visa die worden afgeleverd aan de vreemdelingen die voor een post bij een ambassade, een consulaat, een vertegenwoordiging of een internationale organisatie naar België worden gestuurd, evenals aan hun familieleden, echtgenoot en kinderen die ten laste zijn). Opgelet : in dit geval gaat het steeds om een visum C. - B26 : recht op terugkeer : MVV - art. 19 van de wet van 15 december 1980. - B27 : machtiging tot terugkeer na 1 jaar - MVV - artikel 9 van de wet van 15 december 1980 + koninklijk besluit van 7 augustus 1995. - B28 : gezinshereniging - artikel 10, 1e lid, 4° van de wet van 15 december 1980 - verblijf beperkt tot het verblijf van de echtgenoot/ouder.

IV. De omzendbrieven en berichten : 1. De omzendbrief van 28 februari 1995 betreffende de procedure bepaald bij artikel 12bis van de wet van 15 december 1980 en betreffende het recht op verblijf van de vreemdelingen bedoeld in artikel 10 van dezelfde wet (5) : Punt III, C, 2.moet als volgt worden gelezen : « Wanneer een vreemdeling, die aan de visumplicht onderworpen is, een nationaal paspoort, voorzien van de vermeldingen « B11 », « B21 », « B28 », « visum afgeleverd in toepassing van artikel 10, 1e lid, 2° » of « visum afgeleverd in toepassing van artikel 10, 11e lid, 3° » overlegt, dient het gemeentebestuur de ontvankelijkheid van de aanvraag tot verblijf niet meer te onderzoeken, aangezien al de vereiste documenten reeds werden overgelegd en door de Belgische diplomatieke of consulaire post of door de Dienst Vreemdelingenzaken werden geverifieerd. » 2. Het bericht van 12 maart 1996 betreffende de vreemdelingen die naar België komen in het kader van de artikelen 10 en 40 van de wet van 15 december 1980 (6) : Punt II, b) Vak van de nationale vermeldingen - Opmerkingen moet als volgt worden gelezen : « Een van de volgende vermeldingen zal worden aangeduid in dit vak : - « B21 »; - « Artikel 10, 1e lid, 2°, wet 15 december 1980 - Voorwaarden voor optie of herkrijgen »; - « Artikel 10, 1e lid, 3°, wet 15 december 1980 »; - « B11 »; - « B28 »; - « B20 ». 3. De omzendbrief van 15 april 1998 betreffende de toepassing van de Uitvoeringsovereenkomst van het Akkoord van Schengen, ondertekend op 19 juni 1991 en goedgekeurd door de wet van 18 maart 1993 : In punt B, 1.2.2. Vak van de nationale vermeldingen (« opmerkingen ») moet het 2e lid als volgt worden gelezen : « Bij wijze van voorbeeld hebben de volgende Belgische vermeldingen verschillende gevolgen en beogen ze elk op zich een specifieke verblijfssituatie : - « B11 » : dit betekent dat de betrokken vreemdeling een visum gezinshereniging verkregen heeft op basis van artikel 10, 1e lid, 4°, van de wet van 15 december 1980 en dat het Belgisch gemeentebestuur de procedure moet volgen zoals beschreven in artikel 26 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981. - « B17 » : dit betekent dat de betrokken vreemdeling een machtiging verkregen heeft om voor een tot 1 jaar beperkte duur in België te verblijven (toepassing van artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980).

Het stadsbestuur moet in dit geval aan de vreemdeling een bewijs tot inschrijving in het vreemdelingenregister (B.I.V.R.) overhandigen dat beperkt is tot de duur van de MVV ». 4. De omzendbrief van 14 juli 1998 betreffende de verblijfsvoorwaarden voor E.G.-onderdanen en hun familieleden, alsmede betreffende de verblijfsvoorwaarden voor de vreemde familieleden van de Belgische onderdanen (7) : - In hoofdstuk I, B - Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van EG-onderdanen, punt 2., b., moet het derde lid als volgt worden gelezen : « In dit kader wordt de aandacht gevestigd op het feit dat wanneer een vreemdeling, die aan de visumplicht onderworpen is, een geldig nationaal paspoort overlegt voorzien van een visum type D met de vermelding « B20 », het gemeentebestuur de ontvankelijkheid van de aanvraag tot vestiging niet meer moet onderzoeken, aangezien de vereiste documenten reeds werden overgelegd en door de bevoegde diplomatieke of consulaire post of door de Dienst Vreemdelingenzaken werden nagekeken. » - In hoofdstuk II, B - Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van EG-onderdanen - punt 1., moet het vierde lid als volgt worden gelezen : « Voor de rest van de procedure en voor wat betreft visumplichtige vreemdelingen die een geldig nationaal paspoort overmaken voorzien van een visum type D met de vermelding « B20 », wordt verwezen naar de regels vermeld in hoofdstuk I, B, 2., b. ». - In hoofdstuk III, B - Verblijfsvoorwaarden voor de familieleden van EG-onderdanen -, 2., a., moet het vierde lid als volgt worden gelezen : « Voor de rest van de procedure en voor wat betreft visumplichtige vreemdelingen die een geldig nationaal paspoort overmaken voorzien van een visum type D met de vermelding « B20 », wordt verwezen naar de regels vermeld in hoofdstuk I, B, 2., b. » 5. De omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren (8) - In Deel III, Titel I, Hoofdstuk I, B - Vermeldingen die voorkomen op de machtiging tot voorlopig verblijf - : Het tweede lid moet als volgt worden gelezen : « De vermelding « B2 » verwijst naar de overlegging van een attest van definitieve inschrijving door de vreemdeling;« B3 » naar het attest van toegang tot de studies; « B5 » naar het attest van inschrijving tot een toelatingsproef en « B4 » naar het attest dat bevestigt dat een aanvraag tot het verlenen van de gelijkwaardigheid van een diploma is ingediend ».

Het derde lid moet als volgt worden gelezen : « In het bijzonder geval waarin de vreemdeling lager of middelbaar onderwijs komt volgen, moet de machtiging tot voorlopig verblijf de drie volgende vermeldingen bevatten : - hetzij « B2 », hetzij « B3 »; - hetzij « B9 », hetzij « B17 » ». - In Deel III, Titel I, Hoofdstuk II, A, moet het eerste lid als volgt worden gelezen : « Op basis van de vermelding « B2 » die voorkomt op de machtiging tot voorlopig verblijf die is aangebracht in het paspoort van de vreemdeling, overhandigt de gemeenteambtenaar een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister (B.I.V.R. - tijdelijk verblijf), overeenkomstig de bijlage 6 bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981. De gemeenteambtenaar dient hierbij geen andere zaken na te gaan ». - In Deel III, Titel I, Hoofdstuk II, B, moet het eerste lid als volgt worden gelezen : « Overeenkomstig artikel 100, 3e lid, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 overhandigt het gemeentebestuur een attest van immatriculatie (A.I.) model A, overeenkomstig bijlage 4 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981, indien de vreemdeling houder is van een machtiging tot voorlopig verblijf die de vermeldingen « B3 », « B5 » of « B4 » bevat. Dit attest van immatriculatie is vier maanden geldig vanaf de datum van binnenkomst op het Belgisch grondgebied ». - In Deel V, Titel I moet het eerste lid als volgt worden gelezen : « In principe moeten de familieleden van een student die gemachtigd is tot verblijf in België houder zijn van een paspoort waarin een visum type D is aangebracht (machtiging tot voorlopig verblijf) met de vermelding « B10 » om deze te vervoegen ». - In Deel VII, Titel I, Hoofdstuk I moet het einde van het eerste lid als volgt worden gelezen : « In dit geval bevat de machtiging tot voorlopig verblijf die toegekend werd op grond van de artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 de volgende drie verplichte vermeldingen : - « B2 »; - « B8 ». 6. De interministeriële omzendbrief van 10 december 1998 over de gevolgen van de Schengen-overeenkomst in het domein van de grenscontrole en politiële en gerechtelijke samenwerking (9) : - In Titel II, Hoofdstuk II, punt C « Lezen van de visumsticker » moet het tweede lid in de rubriek « Opmerkingen » als volgt worden gelezen : « Bij wijze van voorbeeld hebben volgende Belgische verwijzingen verschillende gevolgen en betreffen elk een specifieke verblijfssituatie : - « B11 » : het gaat om een gezinshereniging - artikel 10, 1e lid, 4° van de wet van 15 december 1980; - « B16 » : het gaat om een verblijf dat beperkt is tot acht maanden, op basis van artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 ». 7. De omzendbrief van 22 december 1999 betreffende de verblijfsvoorwaarden voor bepaalde onderdanen van Centraal- en Oost-Europa die een economische activiteit anders dan in loondienst wensen uit te oefenen in het Rijk of er een vennootschap wensen op te richten (10) : - In punt II, B.1. moet het derde lid als volgt worden gelezen : « Indien de PECO-onderdanen de hieronder beschreven formaliteiten vervullen, zal er een MVV (nationaal visum, type D) met de vermelding « B13 » aangebracht worden in hun paspoort ». 8. Het bericht, dat elk jaar wordt gepubliceerd, betreffende het specifieke geval van het terugkeervisum dat tijdens de zomervakantieperiode wordt afgeleverd aan de vreemdelingen die naar België terugkeren om de gezinsherenigingsprocedure voort te zetten die aangevat werd op grond van artikel 10 of 40 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (11) - Punt II, B, 1, b) Vak van de nationale vermeldingen - Opmerkingen - moet als volgt worden gelezen : « B22 ». - Punt II, B, 2, 2.1, b) Vak van de nationale vermeldingen - Opmerkingen - moet als volgt worden gelezen : « B22 ». - Punt II, B, 2, 2.2, b) Vak van de nationale vermeldingen - Opmerkingen - moet als volgt worden gelezen : « B20 », « B21 » of « B28 ».

De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL _______ Nota's (1) Beslissing van 29 juli 2004 tot wijziging van bijlage 9 van de Gemeenschappelijke Consulaire Instructies aan de diplomatieke en consulaire beroepsposten en bijlage 6b van het Gemeenschappelijk Handboek.(2) De visa D en de machtigingen tot voorlopig verblijf die vóór 1 oktober 2005 werden afgeleverd bevatten dus nog steeds de verwijzingen naar de wet van 15 december 1980.(3) Een voorbeeld : de vermelding « Artikel 10, 1e lid, 4° van de wet van 15 december 1980 - Gezinshereniging » wordt vervangen door de vermelding « B11 ». (4) Dit besluit wijzigt deel V, punt 1.4, van de gemeenschappelijke consulaire instructies en deel I, punt 4.1.2, van het Gemeenschappelijk Handboek. (5) Belgisch Staatsblad, 30 maart 1995 (6) Belgisch Staatsblad, 27 maart 1996 (7) Belgisch Staatsblad, 21 augustus 1998 (8) Belgisch Staatsblad, 4 november 1998 (9) Belgisch Staatsblad, 22 januari 1999 (10) Belgisch Staatsblad, 4 februari 2000 (11) Zie voor het jaar 2004, Belgisch Staatsblad 16 augustus 2004

^