Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 22 mei 2002
gepubliceerd op 22 juni 2002

Omzendbrief GPI 21 betreffende de overgooier van de politieambtenaren en van de hulpagenten van politie

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2002000432
pub.
22/06/2002
prom.
22/05/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


22 MEI 2002. - Omzendbrief GPI 21 betreffende de overgooier van de politieambtenaren en van de hulpagenten van politie


Aan de Dames en Heren Provinciegouverneurs, Aan Mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad, Ter informatie : Aan de Dames en Heren Arrondissementscommissarissen, Aan de Heer Commissaris-generaal van de federale politie, Aan de Heer Voorzitter van de Vaste Commissie van de gemeentepolitie.

Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, 1. Inleiding Art 141 van de wet van 07 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, voorziet dat de Koning naast het uniform, de kentekens en de legitimatiekaarten ook andere middelen van identificatie bepaalt. In de omzendbrief GPI 12 van 7 november 2001 betreffende de basisuitrusting van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, wordt de overgooier beschouwd als functieuitrusting. 2. Aanwending 2.1. Politieambtenaren : Zoals reeds gesteld, wordt de overgooier beschouwd als functieuitrusting. Het is daarbij voorzien dat de overgooier wordt gedragen ofwel boven het basisuniform of stadsuniform ofwel boven de burgerkledij tijdens politieopdrachten waarbij de politieambtenaar zeer goed zichtbaar moet zijn. Voornamelijk moet echter verwezen worden naar verkeersopdrachten en opdrachten van handhaving van de openbare orde. Bijkomend kan de overgooier ook gebruikt worden als herkenningsmiddel tussen politieambtenaren onderling en ten opzichte van de burger. Denken we maar aan de overbrenging van fondsen en gevangenen.

Het dragen ervan ontslaat de ambtenaar NIET van het voorleggen van een legitimatiebewijs. De overgooier kan bijgevolg nooit gelijkgesteld worden met een legitimatiebewijs.

Het behoort tot de bevoegdheid van de lokale politiechef de aanwending van de overgooier bij specifieke operaties nader te bepalen.

In de toekomst zal dit uitrustingsstuk, op basis van wat voorafgaat, opgenomen worden in de verplichte lijst van minimale specifieke uitrusting voor het personeel belast met verkeersopdrachten en/of opdrachten van handhaving van de openbare orde. Daarnaast kan de overgooier bijkomend deel uitmaken van andere specifieke functieuitrustingen. Denken we maar aan de uitrusting voor het personeel van de spoorwegpolitie. 2.2. Hulpagenten van politie : De hulpagenten van politie dragen de overgooier boven hun basis- of stadsuniform, en dit in het kader van de opdrachten bedoeld in artikel 58 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus. 3. Verdeling Met het oog op het stimuleren en het versnellen van de integratie en de uniforme herkenbaarheid van de leden van de politiediensten werd door de Minister van Binnenlandse Zaken beslist om uitzonderlijk en éénmalig alle politieambtenaren en hulpagenten van politie in het bezit te stellen van een identieke overgooier. De Algemene Directie van de Materiële Middelen van de federale politie staat in voor de verdeling van de overgooier zowel aan de federale als de lokale politie.

De eerste levering zal geschieden op kosten van de federale staat.

Bijkomende aanvragen mogen gericht worden aan : de Algemene Directie van de Materiële Middelen van de federale politie Dienst van de persoonlijke uitrusting Luchtmachtlaan 3, 1040 Etterbeek Tel. 02-642 76 49 - Fax 02-642 79 49 Aanvullende leveringen zullen geschieden tegen kostprijs. 4. Visuele identiteit Met betrekking tot de visuele identiteit (look) en de technische specificaties terzake, wordt verwezen naar de normenboeken GPI, die in ontwikkeling zijn en waarvan u reeds het eerste boek via de federale politie werd overgemaakt.De overgooier, welke dezelfde kleur zal hebben voor de politieambtenaren en de hulpagenten van politie, zal deel uitmaken van het normenboek « functieuitrusting ».

Deze normenboeken worden uitgebracht door : de Algemene Directie van de Materiële Middelen van de federale politie Directie van de Uitrusting Dienst R & D-Normering Fritz Toussaintstraat 47, 1050 Brussel Tel. : 02-642 64 94 - Fax : 02-642 64 76 Deze dienst zal weldra de normering aanvullen met de visuele identiteit en de minimale technische specificaties van de overgooier.

Bij het normeren van de kledij openbare orde zal hiermee rekening worden gehouden.

De actuele overgooiers beschikbaar in de federale en de lokale politie moeten geleidelijk en ten laatste tegen 1 januari 2006 uit het straatbeeld verdwenen zijn. 5. Bewaren De overgooier moet op zodanige wijze bewaard worden dat misbruiken door onbevoegden onmogelijk zijn.Het bewaren van de overgooier behoort tot de bevoegdheid van de eenheid of van de individuele politieambtenaar. 6. Verlies en diefstal Verlies of diefstal van een overgooier moet beschouwd worden als een veiligheidsincident.Een onderzoek naar de omstandigheden van deze feiten moet opgestart worden. 7. Beschadiging In geval van onherstelbare beschadiging mag de overgooier ter plaatse door de eenheid worden vernietigd.Een nieuwe overgooier wordt afgeleverd aan de politieambtenaar. 8. Intrekking De overgooier wordt ingetrokken in de volgende gevallen : - bij de op pensioenstelling; - bij definitieve ambtsontheffing; - bij verandering van statuut (Statutair naar Calog); - bij overlijden; - als maatregel van inwendige orde.

De overgooier valt onder de functieuitrusting, blijft eigendom van het korps en moet dus ingeleverd worden in het geval van mobiliteit.

Ik zou u dankbaar zijn indien u alle politiekorpsen die tot uw bevoegdheid behoren op de hoogte brengt van het voorgaande.

Ik verzoek U, Mevrouw, Mijnheer de Gouverneur, de datum waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad wordt gepubliceerd, in het bestuursmemoriaal te willen vermelden.

De Minister, A. DUQUESNE

^