Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 24 november 1997
gepubliceerd op 23 december 1997

Omzendbrief betreffende de structuur van het kandidatuurdossier met het oog op het verkrijgen van een vergunning voor het opzetten en exploiteren van een net voor mobiele telefonie in België volgens de DCS-1800-norm

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
1997015253
pub.
23/12/1997
prom.
24/11/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN VERKEER EN INFRASTRUCTUUR


24 NOVEMBER 1997. Omzendbrief betreffende de structuur van het kandidatuurdossier met het oog op het verkrijgen van een vergunning voor het opzetten en exploiteren van een net voor mobiele telefonie in België volgens de DCS-1800-norm


Overeenkomstig artikel 29, § 1, van het koninklijk besluit van 24 oktober 1997 betreffende het opzetten en exploiteren van netten voor mobiele telefonie volgens de DCS-1800-norm ("het koninklijk besluit"), moeten de dossiers die bij het Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie (B.I.P.T.) worden ingediend om een dergelijke vergunning te bekomen ten minste de volgende elementen bevatten en gestructureerd zijn volgens het hierna beschreven schema. 0. Algemene beschouwingen. 0.1. Formaat en voorstelling van het kandidatuurdossier.

Het kandidatuurdossier telt niet meer dan 250 bladzijden in A4-formaat, jaarverslagen en informatiebrochures niet meegerekend.

Het kandidatuurdossier moet noodzakelijk nauwgezet de structuur volgen die in deze omzendbrief beschreven staat, met name wat betreft de onderverdeling van het document in hoofdstukken (A), afdelingen (A,B), paragrafen (A,B,C) en subparagrafen (A,B,C,D) : alle eventuele afwijkingen van deze structuur moet de kandidaat volledig motiveren.

De aandacht van de kandidaten wordt gevestigd op het feit dat het ontbreken van voorstellen van een kandidaat voor een van de onderwerpen die in deze omzendbrief worden aangekaart, en meer in het bijzonder het niet-verstrekken van een van de gevraagde prognosetabellen, een motief kan vormen voor diskwalificatie krachtens artikel 25, § 1, van het koninklijk besluit. 0.2. Taal.

Overeenkomstig de van toepassing zijnde wetgeving terzake, moeten de kandidatuurdossiers opgesteld worden in de Franse of Nederlandse taal.

Teneinde de analyse van de kandidatuurdossiers door het B.I.P.T. met de hulp van een externe consulent te vergemakkelijken, wordt de kandidaten dringend verzocht een vertaling in de Engelse taal van hun dossier bij te voegen. 0.3. Vertrouwelijkheid.

Vooraan in hun kandidatuurdossier vermelden de kandidaten duidelijk de delen die als vertrouwelijk moeten worden beschouwd. 0.4. Allerlei.

Indien een kandidaat relevante stukken informatie wil verstrekken die niet overeenstemmen met een van de hieronder aangegeven rubrieken, mag hij die opnemen in een deel acht van zijn dossier met de titel "Allerlei". 0.5. Einddata.

Voor alle vooruitzichten die van de kandidaat worden gevraagd, met name wat zijn ondernemingsplan betreft, wordt onder de einddatum 31 december van het lopende jaar verstaan : de kandidaat moet ervan uitgaan dat zijn eventuele vergunning op 1 juli 1998 zal zijn toegekend. 0.6. Te verstrekken tabellen.

Alle gevraagde prognoses moeten de gehele aanvangsduur dekken van de vijftienjarige vergunning.

De verschillende tabellen die in deze omzendbrief worden gevraagd moeten verplicht als volgt worden voorgesteld : - een kolom voor elk van de tien jaren in de prognose; - een regel voor elk van de gevraagde elementen van de prognose.

Elke tabel mag uiteraard vergezeld zijn van uitleg die voor de interpretatie nodig wordt geacht. 0.7. Geldbedragen.

Alle in het kandidatuurdossier vermelde geldbedragen (tarieven, ondernemingsplan, enz.) moeten in courante Belgische franken worden uitgedrukt, exclusief BTW. 1. Samenvatting. De samenvatting van het kandidatuurdossier mag niet meer bedragen dan twintig bladzijden in A4-formaat. Die samenvatting moet ten minste de volgende onderwerpen dekken : 1.1. de ontwikkeling van de Belgische markt voor mobiele telefonie en het aandeel dat de kandidaat van plan is daarvan in te nemen; 1.2. de financiële aspecten, in het bijzonder met betrekking tot de nodige investeringen, alsook de financiering en verhoopte rendabiliteit van het project; 1.3. de configuratie en de prestaties van het netwerk, met name wat de ontplooiing betreft; 1.4. de beoogde handelsstrategie, meer in het bijzonder wat betreft de tarieven die zullen worden voorgesteld; 1.5. eventuele commentaar op de inhoud van de toekomstige vergunning.

Bovendien bevat de samenvatting de volgende stukken : 1.6. de vermelding van de naam van de kandidaat en van de personen namens wie hij optreedt, alsook het volledige postadres en de telecommunicatienummers (telefoon- en telefaxnummer) van het contactpunt waaraan het Instituut zich kan richten om bijkomende informatie en verduidelijking te krijgen; 1.7. voor het exemplaar van het kandidatuurdossier dat als origineel is aangewezen, een blad dat medeondertekend is door alle personen namens wie de kandidaat optreedt, overeenkomstig artikel 30, § 2, van het koninklijk besluit; 1.8. het bewijs van betaling van het recht dat in artikel 28, § 1, van het koninklijk besluit is vastgelegd. 2. Juridische aspecten. 2.1. De partners.

Het dossier beschrijft de aard van de entiteiten die de toekomstige operator controleren, en meer in het bijzonder de strategische, econo-mische en financiële gevolgen voor elk van de leden van de toekomstige nog op te richten maatschappij. Het preciseert de strategie die de basis vormt van de kandidatuur voor een vergunning voor operator inzake radiotelefonie in België. Een kopie van de statuten van elk van de leden van de vereniging wordt bij het kandidatuurdossier gevoegd alsook een afschrift van hun laatste drie jaarverslagen. 2.2. Participatie.

Het dossier maakt melding van : 2.2.1. het participatieniveau van elk van de leden van de vereniging alsook de graad van invloed van elk van de leden in de verschillende gebieden die verbonden zijn met de aanleg en exploitatie van een net voor mobiele telefonie; 2.2.2. de vooruitzichten op latere openstelling voor nieuwe partners. 2.3. Statuten van de toekomstige maatschappij.

Het dossier omvat de volgende elementen : 2.3.1. het ontwerp van statuten van de toekomstige nog op te richten maatschappij waarin haar rechtsvorm beschreven staat, mocht zij de vergunning krijgen; 2.3.2. de werkwijze bij eventuele terugtrekking van één van de leden; 2.3.3. de vertegenwoordiging van de verschillende leden van de vereniging in de samenstellende organen van de maatschappij. 2.4. Structuur van de controle en besluitvorming.

Het kandidatuurdossier beschrijft het controle- en besluitvormingsproces binnen de toekomstige maatschappij, met name wat betreft : 2.4.1. de betrekkingen tussen de verschillende leden van de vereniging; 2.4.2. de verdeling van de verantwoordelijkheden; 2.4.3. de eventuele banden via strategische allianties. 3. Commerciële aspecten. 3.1. Commerciële ontwikkeling van de dienst voor mobiele telefonie. 3.1.1. Vooruitzichten inzake aantal abonnees.

De kandidaat geeft zijn voorspellingen weer wat betreft de toekomstige ontwikkeling van de markt voor mobiele telefonie in België door middel van een tabel nr. 3.1. die de volgende elementen bevat : a. het totale aantal abonnees op mobiele telefonie in België;b. het marktaandeel (uitgedrukt in aantal abonnees en in procent) die voor elk van de operatoren wordt voorzien, namelijk de netten van BELGACOM, BELGACOM Mobile, Mobistar en het DCS-1800-net dat overeenkomstig dit koninklijk besluit wordt vergund;c. het jaarlijkse percentage van de opzeggingen ("Churn") van elke operator;d. de verhouding professionele abonnees/privé-abonnees die voorzien wordt op de gehele Belgische markt;e. de verhouding professionele abonnees/privé-abonnees die de operator voorziet op zijn eigen net voor mobiele telefonie. 3.1.2. Vooruitzichten met betrekking tot het gebruik van mobiele telefonie.

De kandidaat stelt zijn verwachtingen voor wat betreft het gebruik van de diensten voor mobiele telefonie op zijn eigen net door middel van tabellen nr. 3.2 met de volgende elementen (de in de tabel vermelde hoeveelheden minuten moeten uitgedrukt worden per abonnee en per maand) : a. het gemiddelde aantal minuten;b. het maximumaantal minuten communicatie tijdens het piekuur;c. het gemiddelde aantal minuten communicatie van mobiele toestellen naar het vaste net;d. het gemiddelde aantal minuten communicatie van mobiel toestel naar mobiel toestel binnen het eigen net;e. het gemiddelde aantal minuten communicatie van mobiel toestel naar mobiel toestel van een ander net;f. het gemiddelde aantal minuten langeafstandsoproepen per abonnee en per maand;g. het gemiddelde aantal minuten internationale oproepen per abonnee en per maand;h. het gemiddelde aantal minuten datatransmissie per abonnee en per maand;i. het gemiddelde aantal minuten communicatie van het vaste net naar mobiele toestellen. Tabel nr. 3.2 wordt gegeven voor elke categorie van gebruikers (professionelen, private gebruikers, laag gebruik, intensief gebruik, enz.) die de kandidaat op de markt heeft geïdentificeerd. 3.1.3. Elasticiteit van de markt voor mobiele telefonie. 3.1.3.1. Globale kosten van de dienst.

Op grond van de door hem gemaakte marktanalyses geeft de kandidaat in de vorm van een curve de betrekking tussen de voorzienbare penetratiegraad van de diensten voor mobiele telefonie in België en de gemiddelde jaarlijkse kosten van de betrokken diensten. 3.1.3.2. Prijzen van de eindapparatuur.

Bovendien geeft de kandidaat door middel van tabel nr. 3.3 de voorziene ontwikkeling aan van de prijs van de DCS-1800-eindapparatuur en bimodale DCS-1800/GSM-900-eindapparatuur. 3.1.4. Segmentering van de markt.

De kandidaat identifieert op grond van zijn marktanalyse de verschillende categorieën van gebruikers die mogelijk geïnteresseerd kunnen zijn in de diverse diensten voor mobiele telefonie volgens de DCS-1800-norm en geeft voor elk van die segmenten het volgende aan : 3.1.4.1. een analyse van het gebruiksgedrag (met vermelding van de verschillen met het gedrag van de huidige GSM-cliënteel); 3.1.4.2. de commerciële aanpak die hij op het oog heeft met verduidelijking van de manier waarop met de resultaten van de voorafgaande studie rekening zal worden gehouden; 3.1.4.3. het tariefplan dat hij voorstelt; 3.2. Voorgesteld tariefbeleid. 3.2.1. Formules voor de tarifering van de basisdiensten.

De kandidaat geeft zijn vooruitzichten aan met betrekking tot het maximumniveau van de tarieven die hij overweegt toe te passen waarbij hij voor elke beoogde tariefformule een tabel nr. 3.4 voorstelt met de volgende elementen : a. de eenmalige kosten voor activering (of voor aansluiting);b. het maandabonnement en de minuten;c. de communicaties die eventueel in de formule begrepen zijn;d. de communicatiekosten voor de volgende gevallen : * respectievelijk tijdens de piekuren ("peak") en de daluren tegen verminderd tarief ("off-peak"); * voor de volgende soorten van oproep : - plaatselijke oproep; - langeafstandsoproep; - internationale oproep (Duitsland, Verenigd Koninkrijk, Frankrijk, Nederland, U.S.A.); - oproep naar het mobiele DCS-1800-net; - oproep naar een ander mobiel net; - oproep vanuit het vaste net naar het DCS-1800-net.

De vastgelegde afbakening tussen piek- en daluren wordt voor de verschillende tariefformules aangegeven.

Onder maximumniveau van de tarieven wordt verstaan de prijs die de abonnee betaalt vooraleer eventuele kortingen te genieten.

De aandacht van de kandidaten wordt gevestigd op het feit dat de beoogde tariefstructuur een van de selectiecriteria zal vormen, overeenkomstig artikel 32, § 1, van het koninklijk besluit. 3.2.2. Ristorno's.

De kandidaat beschrijft zijn plannen in verband met de toepassing van ristorno's en promoties, bijvoorbeeld op basis van het aantal verzonden minuten communicatie en/of het aantal genomen abonnementen. 3.2.3. Tarieven van de bijkomende diensten.

De kandidaat zet zijn plannen uiteen in verband met de praktische voorwaarden, de toegangsprocedures en de tarifering van de volgende bijkomende diensten : 3.2.3.1. Filtrering van de oproepen ("Call barring"); 3.2.3.2. Oproepdoorschakeling ("Call forwarding") 3.2.3.3. Melding van een binnenkomende oproep ("Call waiting"); 3.2.3.4. Nummerwijziging; 3.2.3.5. Datatransmissie; 3.2.3.6. Faxtransmissie; 3.2.3.7. Transmissie van korte berichten ("Short Message Service") 3.2.3.8. Gedetailleerde factuur; 3.2.3.9. Raadpleging van de berichten ("Retrieval of messages"); 3.2.3.10. Secretariaatsdiensten; 3.2.3.11. Spraakberichtensysteem ("Voice mail"); 3.2.3.12. Wijziging van tariefformule; 3.2.3.13. Toegang tot de internationale roaming; 3.2.3.14. Eventuele andere bijkomende diensten. 3.3. Strategie voor de verspreiding van de diensten.

De kandidaat beschrijft zijn aanpak met betrekking tot : 3.3.1. de selectie van de distributiekanalen en kanalen voor commercialisering; 3.3.2. het eventuele beroep op "service providers".

De kandidaat preciseert de aard van de voorziene overeenkomsten met de dienstenleveranciers, de doorverkopers en de verschillende kanalen voor de commercialisering.

Indien de kandidaat het voornemen heeft om zijn diensten op de markt te brengen via "service providers" voegt hij bij zijn kandidatuurdossier een exemplaar van het "typecontract" dat hij van plan is voor te stellen en beschrijft hij de maatregelen die hij voornemens is toe te passen om zich te vergewissen van de betrouwbaarheid van de commerciële ingesteldheid van de betrokken ondernemingen tegenover hun klanten. 4. Financiële aspecten. 4.1. Financieel vermogen van de kandidaat. 4.1.1. Financiering.

Op grond van het in afdeling 4.2. beschreven ondernemingsplan beschrijft de kandidaat zijn plannen met betrekking tot de financiering van zijn project en geeft hij door middel van tabel nr. 4.1. de ontwikkeling aan van de verschillende parameters die hierna volgen : a. de inbreng van eigen middelen door de verschillende partners;b. de behoeften inzake externe financiering;c. het beroep op extern kapitaal via bank- en obligatieleningen;d. de eventuele beursgang van een deel van de maatschappij. De kandidaat beschrijft bovendien : 4.1.2. de mogelijkheden en voorwaarden inzake kapitalisatie op de beurs van de toekomstige maatschappij; 4.1.3. zijn geschiktheid om op de kapitaalmarkt geld vrij te maken; 4.1.4. de nuttige bekwaamheid waarover hij beschikt in het beheer van gelijkaardige investeringen; 4.1.5. de aard van de financiële waarborgen (eventuele bankwaarborg, alsook waarborgen die door de aandeelhouders of de moederonderneming worden geboden); 4.1.6. een beoordeling van de financiële risico's die door de leden van het consortium worden aangegaan. 4.1.7. Financiële toestand van de partners.

Het kandidatuurdossier bevat een tabel nr. 4.2 waarin voor elk van de leden van de vereniging melding wordt gemaakt van : a. zijn kapitaalinbreng in de nieuwe maatschappij;b. zijn nettoresultaat van het laatste boekjaar;c. zijn eigen middelen;d. zijn nettoschulden;e. zijn banknotering;f. zijn jaarinkomen;g. EBITDA. 4.2. Ondernemingsplan ("business plan").

Het ondernemingsplan is gebaseerd op de volgende financiële veronderstellingen : a. inflatiecijfer op lange termijn = 2,5 % per jaar;b. bedragen uitgedrukt in courante Belgische franken;c. stabiliteit van de wisselkoersen;d. gelijkblijvend niveau van vennootschapsbelasting;e. lineaire afschrijving van de investeringen met de volgende percentages : - 4 % per jaar voor onroerende goederen (25 jaar); - 12,5 % per jaar voor netwerkuitrusting (8 jaar); - 20 % per jaar voor materiaal op het gebied van informatica en kantoorautomatisering, alsook voor de voertuigen (5 jaar). 4.2.1. Investeringen.

Tabel nr. 4.3 beschrijft de voorziene investeringen met de volgende rubrieken : a. basisstations (BTS);b. zenders-ontvangers (TRX);c. controlesystemen voor basisstations (BSC);d. schakelcentra voor mobiele toestellen (MSC);e. gegevensbanken HLR/VLR;f. bijkomende hulpgegevensbanken;g. transmissieapparatuur;h. interconnectieapparatuur;i. controle- en onderhoudscentrum;j. systeem voor netwerkbeheer voor en na het controle- en onderhoudscentrum (g);k. inrichting van de antennesites;l. onroerend goed (terreinen en gebouwen) met uitsluiting van (i);m. facturatie- en andere computersystemen;n. meetapparatuur;o. voertuigen;p. vervangingsinvesteringen;q. overige investeringen (te verduidelijken);r. totaal van de investeringen. 4.2.2. Vooruitzichten met betrekking tot de balans.

Tabel nr. 4.4 beschrijft de evolutie van de balans met de volgende rubrieken : a. lichamelijke vaste activa;b. voorraden, schuldvorderingen en overige activa in omloop;c. totaal van de activa (c = a + b);d. bedrijfskapitaal;e. reserves;f. nettoresultaat van het boekjaar;g. eigen vermogen (g = d + e + f);h. voorzieningen voor risico's en lasten;i. bankleningen;j. schulden op korte termijn;k. vlottende schuld;l. totaal van de passiva (l = g + h + i + j + k). 4.2.3. Exploitatiekosten.

Tabel nr. 4.5 beschrijft de voorziene exploitatiekosten : a. huren van aansluitingslijnen;b. eventuele interconnectiekosten;c. roamingkosten;d. personeelskosten;e. sociale en werkgeverslasten;f. commissie op de distributiekanalen;g. kosten voor marketing en reclame; h. huren van sites en andere kosten van onroerende aard (verwarming, elektriciteit, enz.); i. kosten voor het onderhoud van het netwerk; j. rechten aan het B.I.P.T.; k. administratieve en algemene kosten;l. voorzieningen voor dubieuze vorderingen;m. allerlei (te verduidelijken);n. totaal van de exploitatiekosten. 4.2.4. Omzet (structuur van de inkomsten).

Tabel nr. 4.6 geeft de evolutie weer van de verwachte inkomsten : a. activeringskosten;b. abonnementen;c. inkomsten uit oproepen;d. inkomsten uit roaming;e. bijkomende diensten en diensten met toegevoegde waarde;f. verkoop van eindtoestellen;g. andere inkomsten (te verduidelijken);h. totale omzet. 4.2.5. Winst- en verliesrekening.

Tabel nr. 4.7 bevat de cijfers met betrekking tot de resultatenrekening van het lopende boekjaar : a. omzet;b. exploitatiekosten;c. resultaat vóór afschrijvingen, financiële lasten en belastingen (c = a - b);d. afschrijvingen;e. financiële lasten;f. vennootschapsbelasting;g. nettoresultaat (g = c - d - e - f);h. gecumuleerd nettoresultaat. 4.2.6. Analyse van de jaarlijkse en gecumuleerde cashflow.

Tabel nr. 4.8 verduidelijkt de evolutie van de parameters die de cashflow van de onderneming bepalen : a. totale investeringsuitgaven;b. schommelingen in het bedrijfskapitaal;c. resultaat vóór afschrijvingen, financiële lasten en belastingen;d. financiële lasten en belastingen;e. kapitaalinbreng;f. leningen;g. terugbetalingen van leningen;h. nettocashflow (h = a d b + c - d + e + f - g);i. gecumuleerde nettocashflow. 4.2.7. Termijnen voor rentabilisering.

De kandidaat preciseert de termijnen die in zijn project vereist zijn om te komen tot : a. het "break-even point" waarop de "cashflow" van het lopende boekjaar positief wordt;b. het grote evenwicht van het project wanneer de gecumuleerde "cashflow" positief wordt;c. de terugverdientijd inzake investeringen ("payback"). 4.2.8. Coëfficiënten inzake beheer.

Tabel nr. 4.9 vat de ontwikkeling doorheen de tijd samen van de verschillende hierna volgende coëfficiënten waarmee het financiële beheer van het project kan worden samengevat : a. solvabiliteitscoëfficiënt = eigen vermogen/totale activa;b. liquiditeitscoëfficiënt = (voorraden + realiseerbare of beschikbare waarden)/opvorderbare passiva (schulden op korte termijn);c. rentabiliteitscoëfficiënt van eigen kapitaal = nettowinst na belastingen/eigen kapitaal; d. "Return On Investment" (R.O.I.) = nettoresultaat van het boekjaar/totaal van de activa. 4.2.9. Rentabiliteitsindicatoren.

De kandidaat geeft de waarden aan van de verschillende parameters waarmee de rentabiliteit van zijn project kan worden ingeschat : a. netto-actuele waarde (N.P.V.) voor een actualiseringsgraad van 10 %; b. interne rendementsgraad (I.R.R.). 4.3. Gevoeligheid van het ondernemingsplan. 4.3.1. Analyses inzake de gevoeligheid van het ondernemingsplan.

De kandidaat geeft de invloed aan op de netto geactualiseerde waarde en op de interne rendementsgraad van de afwijkingen van de volgende parameters ten opzichte van de veronderstellingen die hij in zijn ondernemingsplan heeft gedaan : 4.3.1.1. aantal abonnees van de operator = - 10 % ten opzichte van de prognoses; 4.3.1.2. kosten van de apparatuur voor het netwerk = + 10 %; 4.3.1.3. kosten van de kapitalen = + 5 %; 4.3.1.4. vertraging in het opstarten van de dienst = zes maanden; 4.3.1.5. gemiddeld gebruik per abonnee = + 20 % en - 20 %; 4.3.1.6. exploitatiekosten = + 10 %; 4.3.1.7. verlaging met 10 % van het gemiddelde tariefniveau ten opzichte van de prognoses.

De evaluatie van de gevoeligheid van het ondernemingsplan zou vergemakkelijkt worden door het ter beschikking stellen van een rekenblad (EXCEL Microsoft 95 of 97) welke mogelijk maakt de hoger vermelde waarden te overzien. 4.3.2. Wijzigingen op de markt.

De kandidaat zet de gevolgen uiteen voor zijn hypotheses en zijn ondernemingsplan van mogelijke aanzienlijke wijzigingen in de concurrentiesituatie op de Belgische markt voor mobiele telefonie, met name : 4.3.2.1. het eventueel toelaten van een vierde mobilofoonoperator in België in 2001; 4.3.2.2. opkomst van mobiele telefonie per satelliet (GMPCSsystemen); 4.3.2.3. toegenomen concurrentie van de cellulaire netten die hybride GSM-DECT-systemen gebruiken; 4.3.2.4. opkomst van andere nieuwe technologieën, zoals UMTS; 4.3.2.5. mogelijke wijzigingen in het regelgevingskader, met name wat betreft de infrastructuur, de interconnectievoorwaarden en de "service providers"; 4.3.2.6. andere mogelijke invloeden. 4.3.3. Risico's.

De kandidaat geeft de risico's aan die hij als het meest doorslaggevend acht voor de commerciële en technische uitvoerbaarheid van zijn ondernemingsplan. 5. Technische aspecten. 5.1. Architectuur van het netwerk.

De kandidaat geeft een gedetailleerde beschrijving van de beoogde architectuur van zijn netwerk. Hij preciseert door middel van een tabel nr. 5.1. de ontwikkeling van het aantal aangewende uitrustingen in zijn netwerk, wat betreft : a. de zenders-ontvangers (TRX);b. de basisstations (BTS);c. de controlecentra voor de basisstations (BSC);d. de schakelcentra voor mobiele toestellen (MSC);e. de eigen transmissieapparatuur;f. de bij derden gehuurde aansluitingslijnen. Voor elk soort uitrusting die met de categorieën a tot en met e hierboven overeenstemt worden de geschatte kosten per eenheid vermeld.

De kandidaat verstrekt inlichtingen over de architectuur van het commutatiesysteem. Bovendien vermeldt hij zo hij van plan is functionaliteiten van een "intelligent netwerk" te integreren, en geeft hij zijn voornemens daaromtrent weer. 5.2. Dekking.

Tabel nr. 5.2 geeft de evolutie weer van de in procent uitgedrukte dekkingsgraad van : a. het oppervlak van het Belgische grondgebied;b. de Belgische bevolking;c. het oppervlak van elk van de tien Belgische provincies en van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De kandidaat voegt kaarten van België op schaal 1/300.000 bij waarop de dekkingsgraad van het grondgebied is aangegeven na respectievelijk één, twee, drie en vier jaar (te rekenen vanaf de datum waarop de vergunning is toegekend). 5.3. Tijdschema voor de ontplooiing.

De kandidaat verduidelijkt de beoogde planning voor de verschillende etappes in de ontplooiing van zijn netwerk (cellen, dekking en verkeerscapaciteit) en in de commercialisering van zijn diensten.

In het bijzonder geeft de kandidaat de voorziene termijn op voor de commerciële opening van zijn dienst te rekenen vanaf de dag waarop de Minister hem de vergunning meedeelt. 5.4. Dimensionering van het netwerk.

De kandidaat zet de methode uiteen die hij voornemens is toe te passen om de verschillende bestanddelen van het netwerk correct te dimensioneren teneinde een gepaste kwaliteit van de dienst te waarborgen. Hij vermeldt de manier waarop rekening is gehouden met zijn commerciële vooruitzichten, vermeld in punt 3.1.2 en de hypotheses inzake verkeer die hij moet verduidelijken, waarbij een onderscheid wordt gemaakt in stedelijke, voorstedelijke, landelijke zones, alsmede wegen, bruggen en tunnels.

Tabel nr. 5.3 geeft de evolutie aan van de volgende parameters met betrekking tot het totale verkeer dat het netwerk zal kunnen verwerken op het piekuur terwijl de kwaliteitsniveaus aangehouden blijven die in artikel 4, § 1, van het koninklijk besluit gespecificeerd zijn : a. aantal milliErlangs per geactiveerde SIM-kaart;b. aantal Erlangs/km2/MHz in de meest belaste zone van het netwerk (te preciseren). 5.5. Bijkomende diensten.

De voorwaarden in verband met de eventuele aanbieding van bijkomende diensten worden door de kandidaat uiteengezet, alsook de technische implicaties voor het netwerk. De veronderstelde gevolgen voor de ontwikkeling van het afgewikkelde verkeer worden voorgesteld. 5.6. Gebruik van de frequenties.

De kandidaat beschrijft de technische voorwaarden voor het gebruik van de toegewezen radiofrequenties, in het bijzonder wat betreft de internationale coördinatie met de buurlanden van België.

Hij vermeldt zijn eventuele prognoses met betrekking tot het gebruik van microcellen, technieken inzake "multipath equalisation", discontinue ontvangst en uitzending ("DTX"), dynamische frequentietoekenning ("frequency hopping"), en alle overige technieken waarmee het frequentiespectrum optimaal kan worden gebruikt. Hij verstrekt inlichtingen over de toepassing en de gevolgen voor het frequentieplan.

De kandidaat beschrijft zijn plannen betreffende de vooropgestelde omstandigheden waarin hij gebruik wenst te maken van de uitbreidingsfrequentiebanden van de GSM op 900 MHz (E-GSM). 5.7. Bediening van de wegtunnels.

De kandidaat geeft zijn plannen op met betrekking tot de dekking van de wegtunnels in België voor zijn dienst voor mobiele telefonie. 5.8. Transmissienet.

De kandidaat beschrijft zijn plannen met betrekking tot de onderlinge aansluiting van de verschillende uitrustingen die zijn DCS-1800-net vormen, in het bijzonder de behoeften inzake capaciteit en kwaliteit, waarbij hij met name een onderscheid maakt tussen : 5.8.1. de vaste verbindingen die hij voornemens is van BELGACOM te huren; 5.8.2. de vaste verbindingen die hij voornemens is te huren van leveranciers van publieke telecommunicatie-infrastructuren; 5.8.3. de verbindingen die hij van plan is tot stand te brengen door middel van eigen infrastructuur.

In dat laatste geval verduidelijkt de kandidaat desnoods zijn bedoelingen en behoeften op het stuk van : 5.8.3.1. straalverbindingen, waarbij hij met name de uitrusting die hij wenst aan te leggen en de behoeften inzake radiofrequenties vermeldt; 5.8.3.2. satellietcommunicatie, waarbij hij de ruimtesector vermeldt die hij hoopt te gebruiken, de uitrusting van de geplande grond-stations en de behoeften inzake het radiospectrum. 5.9. Technische interconnectie.

Wat betreft de interconnectie van zijn net voor mobiele telefonie volgens de DCS-1800-norm met andere telecommunicatienetten, in het bijzonder met het PSTN en de overige netten voor mobiele telefonie, geeft de kandidaat een beschrijving van : 5.9.1. het aantal gewenste aansluitingspunten en hun geografische ligging; 5.9.2. de verkeerscapaciteit van die aansluitingspunten; 5.9.3. de technische interfaces en protocols van zijn apparatuur die onderling met die telecommunicatienetten gekoppeld is; 5.9.4. de maatregelen die hij van plan is te treffen om een optimale interoperabiliteit te garanderen met de interfaces van de betrokken netwerken; 5.9.5. de menselijke middelen, en hun deskundigheid, die hij voornemens is in te zetten om zijn betrekkingen met BELGACOM en de overige operatoren te beheren op het vlak van interconnectie. 5.10. Nummeringsplan.

De kandidaat formuleert gepaste beschouwingen in verband met de integratie van zijn diensten in het nationale nummeringsplan en aangaande de toekomstige evolutie van zijn behoeften op dat gebied.

Wanneer de kandidaat van plan is beroep te doen op "service providers", zet hij de maatregelen uiteen die hij voorziet te nemen voor het doelmatig beheer te garanderen van de hem ter beschikking gestelde nummeringscapaciteit.

De kandidaat geeft ook, in gebeurlijk geval, zijn noden en plannen weer op het vlak van nummeroverdraagbaarheid. 5.11. Technische criteria inzake kwaliteit van de dienst.

De kandidaat verduidelijkt zijn doelstellingen in verband met de technische kwaliteit van zijn net en van de diensten die hij in België wil aanbieden. Daartoe geeft tabel nr. 5.4 de voorziene evolutie aan van de volgende kwaliteitsparameters die gemeten zijn overeenkomstig de relevante normen van het ETSI op het piekuur : a. de blokkeringskans van de oproepen;b. de verbrekingskans van de oproepen;c. de faalkans van de "hand-overs". De kandidaat beschrijft zijn prognoses inzake de kwaliteit van de dienst binnen gebouwen. 5.12. Levering van de apparatuur.

De kandidaat geeft een beknopte beschrijving van de apparatuur die hij overweegt aan te kopen om zijn net voor mobiele telefonie volgens de DCS-1800-norm tot stand te brengen, in het bijzonder wat betreft de mogelijke leveranciers, de procedure voor de selectie van die leveranciers en de technische karakteristieken.

De kandidaat vermeldt duidelijk de maatregelen die hij van plan is te nemen om zich te vergewissen van de perfecte overeenstemming van de uitrusting van zijn net die hij zal aankopen met de door het ETSI vastgestelde technische specificaties van het DCS-1800-systeem. 5.13. Naleving van andere verplichtingen.

De kandidaat zet de schikkingen uiteen die hij van plan is te treffen om aan de volgende verplichtingen te voldoen : 5.13.1. maatregelen om de vertrouwelijkheid van de langs zijn net uitgewisselde communicatie te waarborgen en de informatie over de abonnees te beschermen; 5.13.2. toegang tot de nooddiensten; 5.13.3. mogelijkheid tot wettelijk afluisteren; 5.13.4. medewerking met de politie en gerechtelijke autoriteiten. 5.14. Technisch vermogen van het net.

De aandacht van de kandidaten wordt erop gevestigd dat de technische kwaliteit van het net en in het bijzonder het tijdschema voor de ontplooiing ervan en de verwezenlijkte dekking van het grondgebied en de bevolking een van de selectiecriteria zal vormen krachtens artikel 32, § 1, van het koninklijk besluit.

Daartoe evalueert de kandidaat zijn geschiktheid om de kwaliteitsdoelstellingen te behalen die hij in zijn kandidatuurdossier zal hebben voorgesteld, alsook de eventuele implicaties ingeval hij die doelstellingen niet verwezenlijkt. 6. Organisatorische aspecten. 6.1. Beheer van human resources. 6.1.1. Organisatie van de human resources.

De kandidaat geeft in zijn dossier : 6.1.1.1. een gedetailleerde beschrijving van het voorziene organigram voor de toekomstige entiteit van de operator en van de mechanismen met betrekking tot de besluitvorming; 6.1.1.2. een aanwijzing van de evolutie van het aantal personen die rechtstreeks worden tewerkgesteld op grond van hun kwalificatie- en specialisatieniveau; 6.1.1.3. een beschrijving van de human resources, die gekwalificeerd zijn op technisch, commercieel en operationeel vlak, die de leden van de vereniging zullen kunnen ter beschikking stellen van de operator om hem bij te staan bij de ontplooiing van zijn activiteiten; 6.1.1.4. een schatting van zijn vermogen om bijkomend personeel aan te werven en de daartoe beoogde procedure; 6.1.1.5. een opgave van de vormingsprogramma's die hij zijn personeel wil laten volgen in de verschillende domeinen die verband houden met de aanleg en de exploitatie van een net voor mobiele telefonie; 6.1.1.6. een bewijs van het feit dat zijn organisatie het hem mogelijk zal maken om zijn verbintenissen na te komen in verband met de ontplooiing van zijn netwerk, alsook inzake de kwaliteit en betrouwbaarheid van de aangeboden dienst door de eventuele onderbrekingen in de werking zoveel mogelijk te beperken. 6.1.2. Tewerkstelling.

De kandidaat geeft in de vorm van "manjaren" een raming van de werkgelegenheid die in België door zijn bedrijvigheid wordt geschapen door middel van een tabel nr. 6.1. met daarin de volgende gegevens : a. rechtstreekse tewerkstelling (personeel dat rechtstreeks afhangt van de operator);b. kanalen voor commercialisatie en distributie;c. fabrikanten en invoerders van apparatuur;d. installatiewerkzaamheden in verband met het net;e. allerlei (te preciseren);f. totaal. 6.2. Commercialisering van de diensten. 6.2.1. Marketing.

De kandidaat beschrijft zijn plannen in verband met : 6.2.1.1. de organisatie van de promotie- en reclamecampagnes en de promotie van zijn imago; 6.2.1.2. de methode voor de identificatie van de abonnees waarop wordt gedoeld en voor de ontwikkeling van de aangepaste handelsstrategieën (dienstenpakketten, tarieven, distributiekanalen, enz.); 6.2.1.3. de analyse van de opportuniteit van de regionale markten. 6.2.2. Diensten aan de cliënteel.

De kandidaat beschrijft zijn aanpak van de organisatie en de dienstverlening van zijn dienst voor bijstand aan de cliënteel, met name wat betreft : 6.2.2.1. de termijn voor de activering van de nieuwe abonnees; 6.2.2.2. de nadere regels in verband met de toegang tot de hulpdienst, de antwoordtermijnen van die dienst, de openingsuren en de taalkennis van het personeel; 6.2.2.3. de behandeling van de klachten van de gebruikers; 6.2.2.4. het beheer van de fraude en slechte betalers; 6.2.2.5. zijn benadering inzake diensten en de publicatie van gidsen met betrekking tot de aangeboden diensten en de abonnees. 6.2.3. Internationale roaming.

De kandidaat beschrijft zijn strategie en de middelen die hij van plan is te ontplooien om "roaming"-akkoorden af te sluiten met andere DCS-1800- en GSM-900-operatoren in het buitenland, alsmede de voorwaarden die zullen worden aangeboden aan de reizende abonnees van andere DCS-1800-netten dan het net van de operator. 6.3. Planning en ontplooiing van het net.

De kandidaat beschrijft de middelen die hij van plan is te ontplooien om een efficiënte planning en ontplooiing van zijn netwerk te garanderen, met name wat betreft : 6.3.1. het informaticamiddel waarmee de planning kan worden opgesteld, in het bijzonder op het stuk van de radio-elektrische dekking van zijn DCS-1800-net; 6.3.2. de organisatie van de selectie van radiosites, van de aankoop ervan en van de nodige administratieve stappen voor het gebruik ervan.

Het eventuele beroep op onderaannemers voor de identificatie en aankoop van antennesites moet worden vermeld samen met een korte beschrijving van de bekwaamheid van de beoogde maatschappijen; 6.3.3. de deskundigheid van de human resources die zijn ingezet voor de verschillende taken inzake planning en ontplooiing; 6.3.4. de soepelheid inzake de opvatting en planning van het netwerk. 6.4. Onderhoud en technisch beheer.

De kandidaat beschrijft zijn plannen met name in verband met : 6.4.1. de controle van de verschillende parameters met betrekking tot de werking van het net; 6.4.2. de organisatie van het technische onderhoud van het net en van de diensten (systeem voor gecentraliseerd toezicht, technische interventieploegen, procedures en termijnen) met inbegrip van preventief onderhoud (geregelde inspecties en vervangingen) alsook corrigerend onderhoud (op basis van een diagnose van de gebreken); 6.4.3. het verzamelen en verwerken van de gegevens in verband met het afgewikkelde verkeer met het oog op de instandhouding en verbetering van de kwaliteit van het net; 6.4.4. de preventie van opstoppingen in het netwerk en controlemaatregelen; 6.4.5. de procedures in geval van ongewone en onvoorziene gebeurtenissen; 6.4.6. de beoogde meetapparatuur; 6.4.7. het beheer van de voorraad reservemateriaal. 6.5. Facturering.

De kandidaat geeft een aanwijzing in verband met : 6.5.1. de principes en procedures voor metingen (meting van de duur van de oproepen) en voor de facturatie; 6.5.2. de facturatie voor de operatoren van andere netten, de partners inzake roaming en de dienstenleveranciers; 6.5.3. het geplande computersysteem voor het beheer van de database van de cliënteel en voor de facturatie van die diensten; 6.5.4. de kwaliteitscontroles op de metingen en de facturatie, in het bijzonder de juistheid van de facturen. 7. Aspecten in verband met ervaring. De kandidaat beschrijft zijn ervaring of die van zijn partners wat de technische, commerciële of operationele aspecten betreft op de volgende gebieden : 7.1. het opzetten en het beheer van mobiele telecommunicatiediensten; 7.2. het opzetten en het beheer van andere telecommunicatiediensten die op vaste netten worden verricht; 7.3. de mededinging op een voor concurrentie opengestelde markt; 7.4. de kennis van de ontwikkeling van de Belgische en de Europese markt op het gebied van mobiele telefonie; 7.5. de beheersing van de specificiteiten van de DCS-1800-norm; 7.6. de vooruitzichten inzake technische en/of commerciële vernieuwing op grond van de ervaring die de leden van de vereniging hebben opgedaan.

De heer E. Van Heesvelde, administrateur-generaal, Belgisch Instituut voor postdiensten en telecommunicatie, Sterrenkundelaan 14, bus 21, 1210 Brussel.

^