Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 26 mei 2000
gepubliceerd op 14 juni 2000

Omzendbrief ter attentie van de diensten van de Waalse Regering met betrekking tot de afhandeling van binnenkomende aanvragen

bron
ministerie van het waalse gewest
numac
2000027237
pub.
14/06/2000
prom.
26/05/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST


26 MEI 2000. - Omzendbrief ter attentie van de diensten van de Waalse Regering met betrekking tot de afhandeling van binnenkomende aanvragen


Het is onontbeerlijk dat elke natuurlijke of rechtspersoon die een dossier indient bij het bestuur snel een ontvangstmelding toegestuurd krijgt; dat de aanvraag, zoals die bij het bestuur ingediend werd, behandeld kan worden, waarbij de naam van de behandelende ambtenaar en de behandeltermijn moeten worden vermeld.

Om die reden moet, voor elke aanvraag die de diensten van de Waalse Regering toegestuurd krijgen en behoudens specifieke regelgevingen, een ontvangstmelding worden opgestuurd binnen een tijdsbestek van tien dagen nadat de aanvraag bij het bestuur toekwam.

In de ontvangstmelding dient te worden gemeld of het bestuur de aanvraag kan behandelen zoals die opgesteld werd dan wel of aanvullende documenten dienen te worden opgestuurd, in welk geval de aard van die documenten moet worden vermeld.

In de ontvangstmelding moet ook de identiteit van de behandelende ambtenaar worden vermeld.

Zover mogelijk moet in de ontvangstmelding worden aangegeven binnen welke termijn een definitief antwoord mag worden verwacht.

In dat opzicht worden de diensten van de Waalse Regering uitgenodigd om aan hun toezichthoudende Minister voorontwerpen van ontvangstmeldingen voor te leggen die voor elk dossier beantwoorden aan de regelgevende of technische vereisten met het oog op de systematisering van de ontvangstmelding vanaf 15 juni 2000.

Namen, 26 mei 2000.

De Minister-President, J.-Cl. Van Cauwenberghe.

De Minister van Binnenlandse Aangelegenheden en Ambtenarenzaken, J.-M. Severin.

^