Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 27 april 1998
gepubliceerd op 11 juni 1998

Ministeriële omzendbrief betreffende de uitoefening van de politiebevoegdheden die aan de ambtenaren van de Algemene Directie Autosnelwegen en Wegen worden toegekend bij het decreet van 27 januari 1998 houdende instelling van een politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt

bron
waals ministerie voor uitrusting en vervoer
numac
1998027341
pub.
11/06/1998
prom.
27/04/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

WAALS MINISTERIE VOOR UITRUSTING EN VERVOER


27 APRIL 1998. - Ministeriële omzendbrief betreffende de uitoefening van de politiebevoegdheden die aan de ambtenaren van de Algemene Directie Autosnelwegen en Wegen worden toegekend bij het decreet van 27 januari 1998 houdende instelling van een politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein en houdende regeling van de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt


Als beheerder van de gewestelijke wegen en autosnelwegen die op zijn grondgebied gelegen zijn, is het Waalse Gewest verantwoordelijk voor de veiligheid, de bruikbaarheid, de netheid en de schoonheid van deze infrastructuren en hun aanhorigheden.

Opdat het Bestuur de verplichtingen kan nakomen die deze verantwoordelijkheid met zich meebrengt, heeft het Waalse Parlement een decreet aangenomen waarbij een politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein wordt ingesteld en waarbij de voorwaarden voor de uitoefening van dat ambt worden bepaald. Het decreet treedt in werking op 1 mei 1998.

Gelet op het belang van dat decreet, verzoek ik u de personeelsleden die onder uw gezag staan, kennis te geven van de opdrachten waarmee ze vanaf 1 mei 1998 krachtens het decreet zullen worden belast. 1. Doel van het decreet : Aangezien elke handeling die de integriteit, de bruikbaarheid of de schoonheid van de goederen van het gewestelijk openbaar wegendomein of de bestemming ervan in het gedrang brengt, als een overtreding wordt beschouwd, is het Bestuur bij het decreet gemachtigd tot strafvervolgingen opdat het zijn beheersbevoegdheden op die goederen ten volle kan uitoefenen. De politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein is een bijzondere politie. Ze voorziet in administratieve maatregelen die uitsluitend gericht zijn op het behoud van het openbaar domein. Ze mag in geen geval verwisseld worden met de politie over de openbare orde, die eveneens op het openbaar domein wordt uitgeoefend.

Alhoewel de politie over de bescherming van het wegendomein en de politie over de openbare orde gebruik kunnen maken van dezelfde actiemiddelen, onderscheiden ze zich door : - hun toepassingssfeer; - hun doel; - hun bevoegdheidsstelsel.

Wat haar toepassingssfeer en haar doel betreft, is de politie over de openbare orde, net zoals sommige andere overheden, bevoegd om preventieve maatregelen te treffen die, in voorkomend geval, gepaard gaan met het stellen van straffen om de openbare veiligheid, rust en gezondheid te handhaven; ze wordt uitgeoefend op het hele grondgebied van het Rijk en is derhalve toepasselijk op alle aanhorigheden van het openbaar of privé-domein van welke overheid ook, met inbegrip van het Gewest, evenals op de eigendom van gewone particulieren.

Wat haar bevoegdheidsstelsel betreft, wordt de politie over de openbare orde uitgeoefend hetzij door algemene politiediensten, zoals de gemeentepolitie of de rijkswacht, hetzij door bijzondere politiediensten, zoals de scheepvaart- of de spoorwegpolitie.

In tegenstelling tot de politie over de openbare orde wordt de politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein slechts uitgeoefend op het gewestelijk openbaar wegendomein. Ze beoogt het behoud van de materiële integriteit van de goederen van het gewestelijk openbaar wegendomein en van hun oorspronkelijke bestemming.

We kunnen dus stellen dat de politie over de bescherming van het domein voornamelijk een patrimoniaal karakter heeft. 2. Handelingen die beschouwd worden als een overtreding van het reglement op de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein : Krachtens het decreet worden de volgende handelingen als een overtreding beschouwd : 1° het gewestelijk openbaar wegendomein zonder schriftelijke machtiging van de beheerder binnendringen of afbreuk doen aan de integriteit van het domein of van de aanhorigheden ervan evenals aan die van de werken, aanplantingen, installaties (b.v. ongeoorloofde opslag van vuilniszakken, grofvuil); 2° materialen stelen die voor de behoeften van de wegendienst opgeslagen zijn op het gewestelijk openbaar wegendomein en op de aanhorigheden ervan; 3° het domein of de aanhorigheden ervan geheel of gedeeltelijk bezetten, er vaste of mobiele installaties (b.v. opslag van tweedehandsauto's of autowrakken op de aanhorigheden ervan) bouwen of er goederen opslaan zonder schriftelijke machtiging van de beheerder en zonder inachtneming van de bestemming van het domein; 4° zonder schriftelijke machtiging van de beheerder een werk uitvoeren op het gewestelijk openbaar wegendomein (b.v. oprit naar een privé-domein); 5° zonder schriftelijke machtiging van de beheerder een tunnel graven onder het gewestelijk openbaar wegendomein. De machtigingsprocedures waarnaar hier wordt verwezen, zijn degene die thans worden toegepast in de verschillende gevallen waarin een machtiging wordt vereist.

Bovendien moet er op worden gewezen dat punt 3° hierboven o.a. voorziet in de hypothese van de wilde aanplakking op het gewestelijk openbaar wegendomein, met reclamedoeleinden die vreemd zijn aan de openbare dienst. 3. Ambtenaren van de Algemene Directie Autosnelwegen die aangewezen worden als agent van de gerechtelijke politie : De ambtenaren die tot één van de onderstaande categorieën behoren, mogen, binnen de grenzen van het ambtsgebied waarin ze hun activiteiten uitoefenen (wegendistrict, Regie,...), de overtredingen van het reglement op de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein vaststellen : 1° de ambtenaren van rang A4 die het ambt van hoofdingenieur-directeur van Bruggen en Wegen en industrieel hoofdingenieur-directeur uitoefenen;2° de ambtenaren van rang A5 en A6 die het ambt van ingenieur van Bruggen en Wegen en industrieel ingenieur uitoefenen;3° de ambtenaren van niveau 2+, 2 en 3 die door de Waalse Regering aangewezen worden om toezicht op de wegen te houden. Wanneer deze ambtenaren optreden in het kader van de opdrachten die bij het decreet zijn bepaald, hebben ze de hoedanigheid van agent van de gerechtelijke politie.

Wanneer ze deze opdrachten vervullen, blijven ze evenwel onder het toezicht van de hiërarchische overheden van de Algemene Directie Autosnelwegen en Wegen. 4. Domeinpolitie-opdrachten voor de ambtenaren van de Algemene Directie Autosnelwegen en Wegen : De bevoegde personen moeten hoofdzakelijk toezien op de uitvoering van het decreet en van de reglementen op de politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein. 4.1. Vaststelling van de overtredingen - Processen-verbaal Krachtens artikel 2 van het decreet zijn ze gemachtigd om de bij het decreet of de uitvoeringsbesluiten ervan bepaalde overtredingen bij proces-verbaal vast te stellen.

Onder proces-verbaal wordt verstaan een akte opgemaakt door de agenten die bevoegd zijn om te verbaliseren, en die strafbare feiten vaststellen.

Het proces-verbaal dat volgens de regels is opgemaakt door de bevoegde personen, heeft bewijskracht tenzij de vastgestelde feiten weerlegd kunnen worden. De echtheid van de feiten die erin aan het licht worden gebracht, is dus betwistbaar. Dit vermoeden heeft echter alleen betrekking op de materiële feiten die de opsteller van de akte persoonlijk heeft vastgesteld en waarvan hij het bestaan met zijn handtekening bevestigt. Het heeft niet betrekking op de deducties, redeneringen, vermoedens of gevolgtrekkingen die de agent er zou kunnen uit afleiden.

Een afschrift van het proces-verbaal moet binnen vijftien dagen door de ambtenaar van het bedoelde gebied, die ten minste een graad van rang A4 bekleedt of er het ambt van uitoefent, bij ter post aangetekende brief verzonden worden naar de overtreder en de officier die bekleed is met het ambt van het bevoegde openbaar ministerie, zoals bepaald in artikel 3 van het decreet houdende instelling van een politie over de bescherming van het gewestelijk openbaar wegendomein.

Naast deze wettelijke vereiste betreffende de betekening ervan, moet het proces-verbaal om bewijskracht te hebben tot het tegendeel is bewezen, voldoen aan enkele wezenlijke vereisten, en met name gedateerd, geschreven, ondertekend zijn en de in de artikelen 11 en 15 van het Wetboek van Strafvordering bedoelde feitelijke opgaven inhouden en de naam en hoedanigheid van de verbalisant vermelden.

Krachtens deze artikelen moet het proces-verbaal de aard, de omstandigheden, het tijdstip, de plaats van de overtreding vermelden, alsook de bewijzen of aanwijzingen die de verbalisant heeft kunnen inwinnen.

Daarenboven dient er op gewezen dat het proces-verbaal opgesteld moet worden overeenkomstig de bepalingen van de wet van 15 juni 1935 betreffende het gebruik der talen in gerechtszaken. 4.2. Bevoegdheid om waarschuwingen te richten Zoals bepaald in artikel 4 van het decreet mogen alle ambtenaren die tot één van de in punt 3 van deze omzendbrief bedoelde categorieën behoren, een gewone waarschuwing richten aan de overtreder wanneer ze met name van mening zijn dat de aard of de ernst van de feiten, in het geval waarmee ze geconfronteerd zijn, de vaststelling van een overtreding niet rechtvaardigt. 4.3. Bevoegdheid van de ambtenaren van rang A4, A5 of A6 om bevelen te geven Alleen ambtenaren van rang A4, A5 of A6 aan wie artikel 2 van het decreet politiebevoegdheden toekent, mogen de onmiddellijke stopzetting opleggen van werken of van krachtens het decreet verboden handelingen die de bruikbaarheid of de integriteit van het openbaar wegendomein in het gedrang brengen.

Als bijvoorbeeld een autowrak in een autosnelwegparkeerzone langs het gewestelijk openbaar wegendomein wordt achtergelaten, kunnen de bovenvermelde ambtenaren de overtreder een bevel tot wegruiming geven.

Het bevel dat door één van deze ambtenaren wordt gegeven, moet in een proces-verbaal opgenomen worden. De bevestiging van het bevel moet binnen drie dagen na de vaststelling van de feiten aan de overtreder worden gericht door een ambtenaar van het bedoelde grondgebied die ten minste een graad van rang A2 bekleedt of die er het ambt van uitoefent. 4.4. Vaststelling van de door de overtreder aan het domein aangerichte schade De schade die de overtreder heeft aangericht of zou kunnen aanrichten aan het gewestelijk openbaar wegendomein, wordt bij een afzonderlijk proces-verbaal vastgesteld door elke ambtenaar die voorkomt in één van de categorieën bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet.

Het proces-verbaal wordt binnen vijftien dagen na het opmaken ervan bij aangetekende brief aan de overtreder betekend. Het vermeldt de uit te voeren werken om het gewestelijk openbaar wegendomein te herstellen en de termijn voor de uitvoering ervan. 4.5. Maatregelen van ambtswege Als de overtreder die schade heeft aangericht of zou kunnen aanrichten aan het domein, de werken niet uitvoert binnen de voorgeschreven termijn, is de Waalse Regering ertoe gemachtigd het gewestelijk openbaar wegendomein op zijn kosten en risico te laten herstellen.

Anderzijds bepaalt artikel 5, § 3, van het decreet dat in dringende gevallen alleen de Waalse Regering gemachtigd is om onmiddellijk herstellingswerken aan het gewestelijk openbaar domein op kosten en op risico van de overtreder uit te voeren of te laten uitvoeren, daar de wegen zo veilig mogelijk moeten blijven voor de gebruikers.

Het wegruimen van een autowrak dat de toegang tot een parkeerruimte van een autosnelweg verspert, kan hierbij als voorbeeld worden aangehaald. 5. Deontologie : Elke ambtenaar die de bij het decreet bepaalde opdrachten van gerechtelijke politie moet vervullen, is ertoe gehouden de aan zijn ambt verbonden verplichtingen na te komen en de volgende deontologische regels in acht te nemen : 1.hij moet integer, onpartijdig en waardig zijn; 2. hij moet de wettelijke bevelen uitvoeren, die de hiërarchische meerdere overeenkomstig het reglement formuleert;3. hij is persoonlijk verantwoordelijk voor zijn handelingen en de onwettelijke handelingen die hij heeft bevolen, alsmede voor nalatigheden;4. hij moet optreden tegen schendingen van het decreet.Indien de schendingen een ernstige en onmiddellijke of onherstelbare schade tot gevolg hebben, moet hij alles in het werk stellen om ze te voorkomen; 5. als er geen ernstige en onmiddellijke of onherstelbare schade te vrezen is, moet hij trachten de gevolgen van de decreetsschendingen of de herhaling ervan te ondervangen door zijn meerderen te verwittigen;6. in de uitoefening van zijn ambt moet hij met vastberadenheid maar zonder geweld optreden om de hem bij het decreet toegewezen opdracht te vervullen;7. hij moet alle vertrouwelijke kwesties waarvan hij kennis heeft, geheim houden, tenzij hij krachtens een wetsbepaling anders moet handelen om zijn ambt uit te oefenen.6. Conclusie : Tot slot wijs ik er op dat uw diensten de veiligheid en de bruikbaarheid van ons wegennet als een prioriteit moeten beschouwen en dat de hen toegekende politiebevoegdheden inzake de bescherming van het domein slechts in voorkomend geval gebruikt mogen worden als een middel om hun opdracht tot een goed eind te brengen. Namen, 27 april 1998.

De Minister van Ruimtelijke Ordening, Uitrusting en Vervoer, M. Lebrun.

^