Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 30 maart 1999
gepubliceerd op 31 maart 1999

Omzendbrief betreffende het stemrecht van de Belgen die in het buitenland verblijven, voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, en betreffende de opstelling, voor de verkiezingen van 13 juni 1999, van de lijst van die kiezers die bedoeld wordt in artikel 11, § 2, van het Kieswetboek, hersteld door de wet van 18 december 1998

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000218
pub.
31/03/1999
prom.
30/03/1999
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


30 MAART 1999. - Omzendbrief betreffende het stemrecht van de Belgen die in het buitenland verblijven, voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, en betreffende de opstelling, voor de verkiezingen van 13 juni 1999, van de lijst van die kiezers die bedoeld wordt in artikel 11, § 2, van het Kieswetboek, hersteld door de wet van 18 december 1998


Aan mevrouwen en de heren Burgemeesters en Schepenen, Ter informatie : Aan mevrouw en de heren Provinciegouverneurs;

Aan mevrouw de Gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad;

Aan mevrouwen en de heren Arrondissementscommissarissen, Geachte mevrouwen, geachte heren, Ik verwijs u hierbij : 1. naar het Belgisch Staatsblad van 31 december 1998 (tweede editie) waarin de wet van 18 december 1998 tot wijziging van het Kieswetboek om het stemrecht toe te kennen aan de Belgen die gevestigd zijn in het buitenland, voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, bekendgemaakt is;2. naar het Belgisch Staatsblad van 10 februari 1999 waarin de koninklijke besluiten van 5 februari 1999 bekendgemaakt zijn, die genomen zijn ter uitvoering van de onder 1 vermelde wet, evenals een omzendbrief van dezelfde datum die daarop betrekking heeft;3. naar het Belgisch Staatsblad van 31 maart 1999 waarin de wet van 23 maart 1999 betreffende de opstelling van de lijst van de Belgische kiezers die in het buitenland gevestigd zijn voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, bekendgemaakt is. Krachtens artikel 10, § 3, van het Kieswetboek, daarin ingevoegd bij de wet van 18 december 1998 tot regeling van de gelijktijdige of kort opeenvolgende verkiezingen voor de federale Wetgevende Kamers, het Europees Parlement en de Gewest- en Gemeenschapsraden (tweede editie van het Belgisch Staatsblad van 31 december 1998), vervangt de lijst van de Belgische kiezers, die opgemaakt is voor de verkiezing van het Europees Parlement, de kiezerslijst voor de verkiezing van de federale Wetgevende Kamers, wanneer de verkiezing voor die vergaderingen op dezelfde datum plaatsvindt als de datum die vastgesteld is voor de vernieuwing van het Europees Parlement, wat het geval zal zijn op 13 juni eerstkomende.

Bovendien verplicht artikel 11, § 2, van het Kieswetboek, zoals het hersteld is bij de wet van 18 december 1998 die bedoeld wordt in 1, het college van burgemeester en schepenen van elke gemeente, wanneer het de kiezerslijst voor de Kamer en de Senaat opstelt overeenkomstig het voormelde artikel 10 van hetzelfde Wetboek, ertoe apart, dat wil zeggen op een afzonderlijk document, de lijst op te stellen van de Belgische kiezers die in het buitenland gevestigd zijn en ingeschreven zijn in het register van de kiezers bedoeld in § 1 van dat artikel 11.

Aangezien de kiezerslijst voor het Europese Parlement, voor de verkiezingen van 13 juni eerstkomende, opgesteld zal worden op 1 april 1999 overeenkomstig artikel 3 van de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, zou de lijst van de Belgische kiezers die in het buitenland gevestigd zijn, voor de Kamer en de Senaat in principe ook op 1 april 1999 opgesteld moeten worden.

De onder 3 bedoelde wet bepaalt echter, in afwijking van het voormelde artikel 11, § 2, van het Kieswetboek, dat de lijst van Belgische kiezers die in het buitenland gevestigd zijn en ingeschreven zijn in het kiezersregister dat bedoeld wordt in artikel 11, § 1, van het Kieswetboek, uitzonderlijk, enkel voor de parlementsverkiezingen die volgen op de inwerkingtreding ervan, dat wil zeggen uitsluitend voor de verkiezing van de Kamer en de Senaat die zal plaatsvinden op 13 juni 1999, niet op 1 april 1999 maar op de veertigste dag vóór die verkiezing, namelijk op dinsdag 4 mei 1999 opgesteld zal worden.

Zoals blijkt uit de voorbereidende werken, strekt deze afwijkende bepaling ertoe de deelname van de in het buitenland gevestigde Belgen aan de parlementsverkiezingen van 13 juni eerstkomende te bevorderen.

De in het buitenland verblijvende Belgen kunnen uitsluitend ingeschreven zijn in het kiezersregister dat bedoeld wordt in artikel 11, § 1, van het Kieswetboek als hun aanvraag tot erkenning als kiezer, naar behoren ingevuld en ondertekend door henzelf en door de kiezer die zij als gemachtigde aangewezen hebben om in hun naam te stemmen, via het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Justitie, toegekomen is bij de gemeente waar zij het laatst verbleven hebben alvorens zich in het buitenland te vestigen, of, als zij nooit in België verbleven hebben, bij de gemeente van verblijfplaats van de gemachtigde die zij in die hoedanigheid aangewezen hebben om in hun naam te stemmen.

De wetgever heeft de opstelling van de lijst van de in het buitenland gevestigde Belgische kiezers uitzonderlijk willen uitstellen tot de veertigste dag vóór de dag van de verkiezingen, zodat een groter aantal van die Belgen op 13 juni eerstkomende hun stem bij volmacht kunnen uitbrengen voor de verkiezing van de Kamer van Volksvertegenwoordigers en de Senaat.

Dat heeft als gevolg dat de Belgen in het buitenland die ingeschreven zullen zijn in het kiezersregister dat bedoeld wordt in artikel 11, § 1, van het Kieswetboek, tot 4 mei in plaats van tot 1 april, daadwerkelijk op 13 juni eerstkomende hun stem zullen kunnen uitbrengen op die manier, voor de verkiezing van de voormelde vergaderingen.

Ik verzoek de colleges van burgemeesters en schepenen bijzonder aandachtig te zijn voor deze belangrijke afwijking, en de inhoud daarvan mee te delen aan de gemachtigden die in die hoedanigheid aangewezen zijn om te stemmen in naam van een in het buitenland gevestigde Belg, wanneer zij zich aanmelden bij het gemeentebestuur met de volmacht om de echtverklaring daarop te vragen van de familieband of verwantschap die hen met hun in het buitenland gevestigde volmachtgever verbindt.

Ik verzoek mevrouw en de heren Provinciegouverneurs in de volgende uitgave van het Bestuursmemoriaal naar deze omzendbrief te verwijzen, en er de datum in te vermelden waarop deze omzendbrief in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt zal zijn.

Brussel, 30 maart 1999.

De Minister, L. Van Den Bossche.

^