Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief van 30 september 1997
gepubliceerd op 14 november 1997

Omzendbrief betreffende het verlenen van een verblijfsmachtiging op basis van samenwoonst in het kader van een duurzame relatie

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1997000771
pub.
14/11/1997
prom.
30/09/1997
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


30 SEPTEMBER 1997. Omzendbrief betreffende het verlenen van een verblijfsmachtiging op basis van samenwoonst in het kader van een duurzame relatie


Aan de Dames en Heren Burgemeesters van het Rijk, Men stelt vast dat in de huidige maatschappelijke context het merendeel van de personen die een relatie hebben aanvankelijk samenwonen om dan later eventueel te huwen. De toename van het internationaal verkeer heeft tot gevolg dat er eveneens meer grensoverschrijdende relaties ontstaan. Wat betreft deze personen kan de partner met een vreemde nationaliteit slechts in België verblijven wanneer hij of zij huwt met de Belg, of met de in België gevestigde of tot verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling. Deze personen huwen niet uit overtuiging, maar worden als het ware gedwongen tot een huwelijk uit verblijfsrechtelijke overwegingen. Indien er een verblijfsreglementering op basis van samenwoonst zou bestaan, zouden de betrokken personen elkaar beter kunnen leren kennen, zonder dat aan hem of haar een definitieve verblijfsvergunning moet worden toegekend.

Indien de relatie na enige tijd niet duurzaam blijkt, dient de vreemde partner België te verlaten. Dit is naar aanleiding van een huwelijk niet het geval, daar de betrokkene -afhankelijk van het geval- na zes maanden of één jaar een definitief verblijfsrecht heeft bekomen.

Daarenboven stelt men vast dat de vreemde homosexuele partner van een Belg of een in België gevestigde of tot verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling momenteel niet kan verblijven in België op basis van deze relatie. Deze personen gebruiken soms andere verblijfsstatuten (studentenvisum, verblijf als stagiair, arbeidskaart en zelfs schijnhuwelijken) om met hun partner te kunnen samenwonen.

Dit oneigenlijk gebruik van andere verblijfsstatuten is niet aangewezen en kan niet als oplossing voorgesteld worden om homosexuele partners een verblijf te geven. Bovendien is de discriminatie ten aanzien van homosexuele partners in onze maatschappij niet aanvaardbaar.

Derhalve is het aangewezen deze personen rechtstreeks een verblijfsmachtiging op basis van samenwoonst in het kader van een duurzame relatie toe te kennen, mits er aan een aantal strikte voorwaarden is voldaan om misbruiken te voorkomen of te bestrijden.

Deze regeling mag en zal de strijd tegen de schijnhuwelijken en andere misbruiken van verblijfsstatuten niet ondermijnen. Daarom : - worden er duidelijke en langlopende financiële engagementen gevraagd van de Belgische partner of de in België gevestigde of tot verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling; - kan er pas na drie jaar en zes maanden samenwoonst een definitieve verblijfsmachtiging afgeleverd worden; - moeten er regelmatige controles plaatsvinden.

De personen die bedrieglijke bedoelingen hebben, zullen eerder een schijnhuwelijk blijven verkiezen boven een schijnrelatie, omdat bij een schijnhuwelijk het verblijfsrecht veel vlugger definitief verworven is en bekomen kan worden zonder dezelfde financiële engagementen aan te gaan.

De immigratiestop van 1974 blijft gehandhaafd. Het verblijf wordt slechts onder strikte voorwaarden toegekend op basis van een duurzame relatie, die ook in het huwelijk vereist is. De onderhavige regeling past het verblijfsstatuut aan aan de gewijzigde maatschappelijke ontwikkelingen.

De onderhavige regeling is grotendeels gebaseerd op de bestaande reglementering in andere Europese landen en in het bijzonder op de Nederlandse reglementering. Het staat vast dat in die landen deze regeling nauwelijks aanleiding geeft tot misbruik of tot massale binnenkomst. Er zijn geen redenen om aan te nemen dat in België de situatie anders zou zijn.

Hieronder volgen de voorwaarden en de te volgen procedure.

A. BASISVOORWAARDEN 1. Eén van de partners moet in het bezit zijn van een titel voor een verblijf van meer dan drie maanden op het Belgisch grondgebied. Dit betekent dat hij of zij Belg is of onderdaan van de Europese Economische Ruimte of in België gevestigd is of toegelaten of gemachtigd om er te verblijven voor meer dan drie maanden. De onderhavige reglementering is derhalve niet van toepassing op asielzoekers. 2. Ongehuwd zijn. Beide partners dienen ongehuwd te zijn of wettelijk gescheiden.

Indien één van de partners naar aanleiding van wettelijke beletselen onafhankelijk van zijn of haar wil nog niet uit de echt gescheiden is, kan hierop een uitzondering worden toegestaan.

De ongehuwde staat moet worden bewezen door een officieel document. 3. Leeftijdsvereiste. Beide partners moeten minstens achttien jaar oud zijn.

Om deze leeftijdsvereiste te kunnen toetsen dient de partner die de machtiging tot verblijf aanvraagt een geboorteakte over te leggen. De leeftijd van de partner die reeds in België verblijft, zal vastgesteld worden via de raadpleging van de bevolkingsregisters. 4. Duurzame relatie. Zowel een heterosexuele als een homosexuele relatie komt in aanmerking.

Het kan gaan om een relatie die begon op het moment dat beide partners nog in het buitenland verbleven of om een in België bestaande relatie.

Het duurzame karakter van de relatie dient door de aanvragers te worden bewezen. Dit bewijs kan bestaan uit betrouwbare getuigen, een gemeenschappelijke huishouding, de samenwoonst, fotografisch materiaal, facturen en dergelijke. 5. Samenwoonst. Beide partners moeten effectief in België samenwonen gedurende de gehele duur van hun relatie. Zij moeten in het bevolkings- of vreemdelingenregister ingeschreven worden op hetzelfde adres. Naar buiten toe (bijvoorbeeld ten aanzien van de werkgever, de belastingsdienst en het ziekenfonds) moeten zij hetzelfde adres gebruiken. 6. Gemeenschappelijke huishouding. De partners dienen een gemeenschappelijke huishouding te hebben. Dit moet duidelijk worden aangetoond. In ieder geval dienen zij binnen de zes maanden vanaf de dag dat een machtiging tot voorlopig verblijf werd toegekend een notarieel samenlevingscontract op te stellen en over te leggen. Dit contract dient eveneens geregistreerd te worden in de gemeente waar zij ingeschreven zijn in het bevolkings- of vreemdelingenregister.

In het notarieel samenlevingscontract dient uitdrukkelijk te worden vermeld dat de Belg of de in België gevestigde of tot verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling de betrokkene gedurende de eerste drie jaar en zes maanden te zijnen laste neemt. 7. Duurzame bestaansmiddelen. De partner die reeds in België verblijft, moet op een zelfstandige en duurzame wijze beschikken over voldoende bestaansmiddelen.

De bestaansmiddelen worden geacht voldoende te zijn, indien het netto maandinkomen minstens 30 000 BEF bedraagt, vermeerderd met 5 000 BEF per persoon ten laste. In ieder geval zal de Belg of de in België gevestigde of tot verblijf toegelaten of gemachtigde vreemdeling dus minstens een netto maandinkomen van 35 000 BEF moeten bezitten.

De middelen van bestaan worden als duurzaam beschouwd, indien ze nog minstens voor een periode van één volledig jaar beschikbaar zijn.

Indien de aanvrager vooral interim-arbeid verricht, moet hij zijn inkomen van de laatste drie jaar voorleggen om de duurzaamheid ervan naar de toekomst toe aan te tonen.

De bewijslast ligt bij de in België wonende persoon. Zelfstandigen kunnen de duurzaamheid van hun inkomen aantonen aan de hand van de maandelijkse bedrijfsresultaten. Loontrekkenden kunnen dit door hun loonfiches over te leggen. 8. Verbintenis tot tenlasteneming. De partner die reeds in België verblijft, zal een verbintenis tot tenlasteneming dienen te ondertekenen overeenkomstig het hierbijgevoegde model.

Hij of zij verbindt zich ten opzichte van de vreemdeling, de Belgische Staat en elk bevoegd O.C.M.W., gedurende een termijn van drie jaar en zes maanden, de kosten voor verblijf, gezondheidszorgen en repatriëring van de vreemdeling te zijnen laste te nemen. 9. Openbare orde. De vreemde partner mag geen gevaar opleveren voor de openbare orde of de nationale veiligheid.

Hiertoe dient hij of zij een attest van goed gedrag en zeden over te leggen.

B. PROCEDURE Indien de vreemde partner reeds gemachtigd is tot verblijf in België, kan de aanvraag ingediend worden in België, overeenkomstig het artikel 9, lid 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

In de andere gevallen moet de aanvraag ingediend worden bij een Belgische diplomatieke of consulaire post overeenkomstig het artikel 9, lid 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.

De vreemde partner moet ter ondersteuning van zijn aanvraag de documenten overleggen die zijn hoedanigheid van samenwonende met een Belg, een onderdaan van de Europese Economische Ruimte of een vreemdeling die toegelaten of gemachtigd is om meer dan drie maanden in België te verblijven of er zich te vestigen, bewijst : - een kopie van de identiteitskaart van de Belgische partner of van de titel van verblijf of vestiging van de vreemde partner die reeds in België verblijft; - een document dat de ongehuwde staat van de twee partners bewijst; - de geboorteakte van de partner die de machtiging tot verblijf vraagt; - het bewijs van de duurzame aard van de relatie; - het bewijs van voldoende middelen van bestaan van de partner die reeds in België verblijft; - een verbintenis tot tenlasteneming ondertekend door de partner die reeds in België verblijft; - een attest van goed gedrag en zeden.

Men moet hier een onderscheid maken tussen de documenten afgeleverd door een Belgische overheid of een vreemde overheid. In het eerste geval volstaat een uittreksel van de akte. In het geval dat het gaat over een vreemde akte daarentegen, is een kopie vereist die eenvormig verklaard is met het origineel, tenzij een uittreksel van de akte kan overgelegd worden overeenkomstig de internationale verdragen, met name de Overeenkomst betreffende de afgifte van bepaalde uittreksels van akten van de burgerlijke stand bestemd voor het buitenland, gesloten te Parijs op 27 september 1956 en de Overeenkomst betreffende de afgifte van meertalige uittreksels uit akten van de burgerlijke stand, gesloten te Wenen op 8 september 1976.

De buitenlandse akten moeten bovendien gelegaliseerd worden overeenkomstig de Omzendbrief van de Minister van Justitie van 17 februari 1993 betreffende de legalisatie van buitenlandse akten van de burgerlijke stand ( Belgisch Staatsblad van 27 maart 1993), tenzij deze akten vallen onder het toepassingsgebied van het Verdrag van Den Haag van 5 oktober 1961 tot afschaffing van de vereiste van legalisatie van buitenlandse openbare akten, die de vereenvoudigde procedure van de apostille heeft voorzien.

De buitenlandse akten opgesteld in een andere taal dan het Duits, Engels, Frans of Nederlands, moeten het voorwerp uitmaken van een vertaling door een beëdigd vertaler, gewaarmerkt conform het origineel.

C. BESLISSING Indien aan alle voorwaarden is voldaan en er geen duidelijke en ondubbelzinnige elementen aanwezig zijn die wijzen op een schijnrelatie, machtigt de Dienst Vreemdelingenzaken de vreemde partner tot een voorlopig verblijf van zes maanden op grond van de artikelen 9 en 13 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen. Deze machtiging is na de eerste zes maanden vernieuwbaar voor een jaar en dit gedurende een periode van drie jaar. Na verloop van deze termijn van regelmatig en ononderbroken verblijf zal een machtiging tot verblijf voor onbeperkte duur worden verleend.

Een samenloop van de volgende omstandigheden vormt een ernstige aanduiding dat het gaat om een schijnrelatie : - beide partners verstaan elkaar niet, doen een beroep op een tolk of kunnen enkel op een gebrekkige wijze met elkaar communiceren; - men kent elkaars naam of nationaliteit niet; - men weet niet welk beroep de partner uitoefent; - de verklaringen omtrent de omstandigheden van ontmoeting lopen duidelijk uiteen; - een som geld werd beloofd bij het aangaan van de relatie; - een van beide partners zit in de prostitutie; - het optreden van een tussenpersoon; - een groot leeftijdsverschil.

Men kan enkel de verblijfsmachtiging weigeren indien alle gegevens eenduidig en ondubbelzinnig wijzen op een schijnrelatie. In uitzonderlijke gevallen kan de gemeentelijke politiedienst gevraagd worden een onderzoek in te stellen.

Bij elke aanvraag tot verlenging dienen de partners de nodige bewijzen van samenwoonst over te leggen, alsook na de eerste zes maanden het geregistreerd notarieel samenlevingscontract.

D. CONTROLE De burgemeester van de gemeente waar de betrokkenen zijn ingeschreven en/of waar zij hun effectieve verblijfplaats hebben moet, op onregelmatige tijdstippen, controles van de samenwoonst laten uitvoeren.

De Dienst Vreemdelingenzaken zal een model met afspraken en instructies overmaken aan de gemeenten met het oog op een daadwerkelijke controle, zonder dat daarbij het privéleven van de betrokkenen nodeloos wordt geschonden.

In het bijzonder zal er gelet moeten worden op het feit dat de vreemde partner niet ten laste komt van het O.C.M.W. gedurende het eerste jaar.

Zoals eerder aangegeven dienen de partners bij elke verlenging van de aanvraag de nodige bewijzen van samenwoonst over te leggen, alsook na de eerste zes maanden het geregistreerd notarieel samenlevingscontract.

E. INTREKKING MACHTIGING In de hiernavolgende situaties wordt de verblijfsmachtiging niet verlengd en wordt er een bevel gegeven het grondgebied te verlaten : - stopzetting van de effectieve samenwoonst van de partners; - één van beide partners huwt of heeft een bewezen duurzame relatie met een ander persoon; - niet voorleggen van het geregistreerd notarieel samenlevingscontract; - beëindiging van het verblijfsrecht of de machtiging tot verblijf of vestiging op basis waarvan het verblijf werd toegekend.

Bij de beëindiging van de relatie kan in uitzonderlijke omstandigheden om humanitaire redenen (bijvoorbeeld gezamenlijke kinderen met wie een effectieve relatie bestaat) en op grond van een bestaande integratie een verder verblijf op grond van artikel 9, lid 3, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen toegestaan worden aan de partner die een verblijf had op grond van samenwoonst zoals hierboven uiteengezet.

Elke inlichting betreffende het onderwerp van onderhavige omzendbrief kan bekomen worden bij de Dienst Vreemdelingenzaken (tel. 02/205.54.11) : - bureau AF of AN (betreffende individuele gevallen van niet E.U.-onderdanen); - bureau EF of EN (betreffende individuele gevallen van E.U.-onderdanen); - Studiebureau (voor juridische vragen).

Brussel, 30 september 1997.

De Minister van Binnenlandse Zaken, J. Vande Lanotte KONINKRIJK BELGIE Provincie : Arrondissement : GEMEENTE : Ref. : VERBINTENIS TOT TENLASTENEMING VAN EEN PARTNER DIE IN CONCUBINAAT SAMENLEEFT Ik ondergetekende . . . . . geboren te . . . . . , op (in) . . . . . , van . . . . . nationaliteit, van beroep . . . . . , gedomicilieerd te . . . . . , verbind mij ten opzichte van de Belgische Staat, van elk bevoegd O.C.M.W. en van de genaamde . . . . . geboren te . . . . . , op (in) . . . . . , van . . . . . nationaliteit, verblijvende te . . . . . , om de kosten van gezondheidszorgen, verblijf en repatriëring ten laste te nemen.

De onderhavige tenlasteneming heeft uitwerking vanaf het moment dat de hoger genoemde vreemdeling het Belgisch grondgebied betreedt.

Datum en handtekening van de garant . . . . . . .

Gezien voor wettiging van de handtekening van . . . . . te . . . . . op . . . . .

Handtekening van de burgemeester of zijn gemachtigde, STEMPEL

^