FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Algemene Directie Civiele Veiligheid Omzendbrief. - Oprichting van een zonaal informatiecomité voor het brandweerpersoneel Mevrouw, Mijnheer de Voorzitter, Aan de voorzitters van de hulpverleningszones, Met de hervorming van de brandweerdiensten zagen nieuwe structuren en organen het licht. De regering heeft zich geëngageerd om ervoor te zorgen dat alle operationele brandweermannen (zowel beroeps als vrijwilligers, van alle kaders en graden) en alle ambulanciers die geen brandweerman zijn, de mogelijkheid zouden krijgen om hun stem te laten horen. Vóór de hervorming had de gemeenteraad de mogelijkheid om een adviesraad op te richten waarin de verschillende graden van zowel het beroeps- als het vrijwillig personeel waren vertegenwoordigd. Op deze manier wilde men ervoor zorgen dat de personeelsleden werden betrokken bij de werking van de dienst en dat zij een forum kregen om hun vragen te stellen en hun noden kenbaar te maken.

Sinds de hervorming van de brandweerdiensten ontbreekt zo'n platform.

Nochtans heeft zowel de zoneleiding als het (het operationeel en het administratief personeel) van de zone belang bij een goede informatiedoorstroming en -uitwisseling. Daarom zou het aangewezen zijn om in elke zone een comité op te richten waarin zowel het operationeel personeel als het administratief personeel vertegenwoordigd zijn. Een zo ruim mogelijke samenstelling van dit comité lijkt mij aangewezen om een maximum aan communicatie en informatie te garanderen zowel voor het operationeel als voor het administratief personeel.

De wet van 15 mei 2007Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/05/2007 pub. 31/07/2007 numac 2007000663 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de civiele veiligheid type wet prom. 15/05/2007 pub. 11/04/2008 numac 2007023069 bron federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu Wet houdende instemming met het samenwerkingsakkoord tussen de Federale Overheid, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest inzake de uitvoering van sommige bepalingen van het Protocol van Kyoto, afgesloten te Brussel, op 19 februari 2007 type wet prom. 15/05/2007 pub. 08/06/2007 numac 2007000545 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot wijziging van artikel 14 van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973 sluiten voorziet in artikel 24 dat de zoneraad de zone bestuurt en artikel 26 maakt de raad bevoegd voor alle aangelegenheden die niet uitdrukkelijk aan het college werden toegewezen. Het lijkt mij dan ook aangewezen om de concrete invulling van het zonaal informatiecomité (taken, samenstelling, werking ...) over te laten aan de zoneraad. De raad kan daarbij rekening houden met de volgende aanbevelingen voor wat betreft de samenstelling en aanduiding van de leden : -Operationele personeelsleden, (zowel beroeps- als vrijwillige brandweermannen en ambulanciers die geen brandweerman zijn), evenredig verdeeld over de verschillende kaders en graden, - Administratieve personeelsleden, - De zonecommandant of een door hem aangeduide officier, die het comité voorzit, - Een secretaris, die wordt gekozen door en uit de leden van het comité, - De leden zouden jaarlijks of tweejaarlijks verkozen kunnen worden.

Indien er uit een bepaalde beroepsgroep geen kandidaten zouden zijn, wordt deze groep niet vertegenwoordigd in het comité, - Het aantal leden is uiteraard afhankelijk van de grootte van de zone. Dit wordt overgelaten aan de zone.

Om de zaken zo kort mogelijk op te volgen en om zo snel mogelijk te kunnen inspelen op bepaalde situaties, lijkt het mij aangewezen om het comité tweemaandelijks te laten samenkomen. De leden zouden tijdens de vergadering informatie kunnen krijgen over beslissingen die genomen werden door de zoneraad of het zonecollege, over aankopen van nieuw materiaal, over de planning van de opleidingen, ...

De leden van het comité kunnen deze informatie op hun beurt doorgeven aan de personeelsleden die zij vertegenwoordigen. Op die manier krijgen ook zij informatie over het beleid van de zone.

Het is niet de bedoeling dat dit informatiecomité een beleidsorgaan wordt. Aan de zones die zo'n comité willen oprichten, biedt het de gelegenheid om vlotter informatie tussen de leiding en het personeel uit te wisselen.

Deze werkwijze komt volgens mij tegemoet aan de afspraken uit het regeerakkoord en kan alleen maar bijdragen tot de goede werking van de hulpverleningszones.

Met de meeste hoogachting, Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken, J. JAMBON