Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 17 augustus 2017

Omzendbrief Nr. 260. - Betreft : Aansluiting van de gemeenten op het Centraal Strafregister - gegevens die aan het Centraal Strafregister moeten worden bezorgd De Minister van Justitie, Aan : De heer eerste voorzitter van het Hof van Cassa De heer procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, De dames en heren eerste voorzitters van de(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2017040614
pub.
17/08/2017
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


Omzendbrief Nr. 260. - Betreft : Aansluiting van de gemeenten op het Centraal Strafregister - gegevens die aan het Centraal Strafregister moeten worden bezorgd De Minister van Justitie, Aan : De heer eerste voorzitter van het Hof van Cassatie, De heer procureur-generaal bij het Hof van Cassatie, De dames en heren eerste voorzitters van de Hoven van beroep, De dames en heren eerste voorzitters van de arbeidshoven, De heren procureurs-generaal bij de Hoven van beroep, De heer Federale procureur, De dames en heren voorzitters van de rechtbanken, De dames en heren procureurs des Konings en arbeidsauditeurs, Ter inlichting aan de dames en heren hoofdgriffiers en hoofdsecretarissen Krachtens artikel 10 van de wet van 31 juli 2009Relevante gevonden documenten type wet prom. 31/07/2009 pub. 27/08/2009 numac 2009009602 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende diverse bepalingen met betrekking tot het Centraal Strafregister sluiten betreffende diverse bepalingen met betrekking tot het Centraal Strafregister, dat uitvoering geeft aan de artikelen 595 en 596 van het Wetboek van strafvordering, dienen de gemeentelijke strafregisters tot uiterlijk 31 december 2017 de uittreksels af te leveren op basis van de gegevens in het gemeentelijk strafregister. In een koninklijk besluit van 21 november 2016Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 21/11/2016 pub. 02/02/2017 numac 2017030009 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren type koninklijk besluit prom. 21/11/2016 pub. 10/05/2017 numac 2017011966 bron federale overheidsdienst justitie Koninklijk besluit betreffende de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren. - Rechtzetting sluiten werden de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren nader bepaald.

Sinds maart 2017 hebben reeds meer dan de helft van alle gemeenten toegang tot de applicatie van het Centraal Strafregister (CJCS). De overige gemeenten zullen vanaf april worden uitgenodigd om aan te sluiten. De aangesloten gemeentebesturen gebruiken thans de applicatie CJCS om uittreksels af te leveren aan de burgers voor zover het dossier volledig is dans CJCS. Voor de onvolledige dossiers gebruiken zij, tijdens de overgangsperiode (tot uiterlijk 31.12.2017), nog steeds het gemeentelijk strafregister.

Uiterlijk op 1 januari 2018 dienen evenwel alle uittreksels uit het strafregister bestemd voor particulieren op grond van de artikelen 595 en 596 Sv. te worden afgeleverd op basis van de gegevens in het Centraal Strafregister waardoor de gemeentelijke strafregisters zullen ophouden te bestaan en worden omgevormd tot "loketten" van het Centraal Strafregister op gemeentelijk niveau. Bijgevolg is het uitermate belangrijk dat alle wettelijk vereiste informatie vanaf de bron - lees : de hoven en rechtbanken - onmiddellijk wordt overgemaakt aan de dienst Centraal Strafregister van de FOD Justitie. Het is bovendien van essentieel belang dat de overgemaakte informatie correct en volledig is.

Enkel op deze manier kan het Centraal Strafregister een kwalitatieve, volledige en authentieke centrale databank worden met betrekking tot gerechtelijke antecedenten.

In het kader hiervan mag ik u verzoeken onderstaande richtlijnen te willen verspreiden aan alle onder uw gezag ressorterende instanties of belanghebbenden en aan te dringen op een nauwgezette naleving hiervan. 1. Aan het Centraal Strafregister over te maken gegevens (Art.590 - 592 Sv.) De beslissingen die aan het Centraal Strafregister moeten worden bezorgd staan opgesomd in artikel 590 van het Wetboek van strafvordering : 1° veroordelingen tot criminele, correctionele of politiestraffen;2° beslissingen tot opschorting van de uitspraak van de veroordeling of tot probatie-opschorting, beslissingen tot herroeping van de opschorting of van de probatie-opschorting, alsook beslissingen waarbij een gewone opschorting wordt vervangen door een probatie-opschorting, overeenkomstig de artikelen 3 tot 6 en 13 van de wet van 29 juni 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 29/06/1964 pub. 27/11/2009 numac 2009000776 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de opschorting, het uitstel en de probatie. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende het uitstel, de opschorting en de probatie; 3° beslissingen tot herroeping van het gewone of probatie-uitstel, overeenkomstig artikel 14 van dezelfde wet; 4° beslissingen tot internering, tot toekenning of herroeping van de invrijheidstelling op proef of vervroegde invrijheidstelling met het oog op verwijdering van het grondgebied of met het oog op overlevering en tot definitieve invrijheidstelling die genomen zijn overeenkomstig de wet van 5 mei 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/05/2014 pub. 09/07/2014 numac 2014009316 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de internering van personen sluiten betreffende de internering; 5° beslissingen tot terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank en tot vrijheidsbeneming die overeenkomstig de artikelen 34bis tot en met 34quater van het Strafwetboek en artikel 95/7 van de wet van 17 mei 2006Relevante gevonden documenten type wet prom. 17/05/2006 pub. 15/06/2006 numac 2006009456 bron federale overheidsdienst justitie Wet betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten (2) sluiten betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten zijn genomen; 6° beslissingen tot internering van de veroordeelden bedoeld in artikel 21 van dezelfde wet, alsook beslissingen op grond waarvan hun terugkeer naar de strafinrichting wordt gelast; 7° de ontzettingen uit de ouderlijke macht en herstel ervan, de maatregelen uitgesproken ten aanzien van minderjarigen opgesomd in artikel 63 van de wet van 8 april 1965Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/04/1965 pub. 02/08/2010 numac 2010000404 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de jeugdbescherming, het ten laste nemen van minderjarigen die een als misdrijf omschreven feit hebben gepleegd en het herstel van de door dit feit veroorzaakte schade, alsook opheffingen of wijzigingen van die maatregelen die met toepassing van artikel 60 van dezelfde wet door de jeugdrechtbank worden uitgesproken; 8° vernietigingsarresten uitgesproken op grond van de artikelen 416 tot 442 of van de artikelen 443 tot 447bis van dit wetboek; 9° intrekkingsbeslissingen genomen op grond van de artikelen 10 tot 14 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof; 10° beslissingen tot uitlegging of verbetering;11° arresten van herstel in eer en rechten uitgesproken op grond van de artikelen 621 tot 634 van dit wetboek; 12° besluiten tot herstel in eer en rechten uitgevaardigd overeenkomstig de besluitwet van 9 december 1943 op het herstel in eer en rechten van zeelieden en op het verdwijnen van strafvervolgingen en straffen voor bepaalde maritieme inbreuken; 13° besluiten tot herstel in eer en rechten uitgevaardigd overeenkomstig de besluitwet van 22 april 1918 op het militair eerherstel; 14° genadebesluiten; 15° beslissingen tot toekenning of herroeping van de voorwaardelijke invrijheidstelling; 16° beslissingen in strafzaken genomen door buitenlandse rechtscolleges ten aanzien van Belgen of rechtspersonen die hun maatschappelijke zetel of een exploitatiezetel in België hebben, die krachtens internationale overeenkomsten of een regel van afgeleid recht van de Europese Unie waardoor België is gebonden, ter kennis van de Belgische regering worden gebracht, alsook maatregelen tot amnestie, uitwissing van de veroordeling of herstel in eer en rechten, genomen door een buitenlandse overheid, welke een invloed kunnen hebben op die beslissingen en aan de Belgische Regering zijn medegedeeld; 17° de veroordelingen met eenvoudige schuldigverklaring uitgesproken met toepassing van artikel 21ter van de wet van 17 april 1878, houdende de voorafgaande titel van het Wetboek van strafvordering; 18° het in artikel 35, § 1, tweede lid, van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis bedoelde verbod; 19° beslissingen tot vaststelling van het verval van de strafvordering met toepassing van artikel 216bis, § 2.

In het Strafregister worden ook bijkomende straffen, vervangende straffen en veiligheidsmaatregelen geregistreerd, alsook het gewone of het probatie-uitstel verbonden aan veroordelingen.

Reeds geregistreerde veroordelingen vernietigd ingevolge een verzet aangetekend tijdens de buitengewone verzetstermijn of een verwijzing na nietigverklaring, worden uit het Strafregister gewist.

Deze richtlijn geldt eveneens voor alle correcties van veroordelingsbulletins en/of veroordelingen ten aanzien van natuurlijke personen of rechtspersonen.

Krachtens artikel 592 van hetzelfde wetboek moeten deze gegevens worden bezorgd door de griffiers binnen de drie dagen volgend op de dag waarop de beslissingen in kracht van gewijsde zijn gegaan. Het is van groot belang dat de griffies van de hoven en rechtbanken de bepaling in artikel 592 Sv. strikt naleven teneinde een snelle registratie van deze gegevens in het Centraal Strafregister en het garanderen van de betrouwbaarheid van de gegevens op het uittreksel mogelijk te maken. Indien deze bepaling niet wordt nageleefd, zal enkel een onvolledig uittreksel uit het strafregister kunnen worden afgeleverd.

In het kader van de digitalisering wordt gevraagd om de veroordelingsbulletins in elektronisch formaat door te sturen. Er wordt tevens uitdrukkelijk gevraagd de informatie slechts één keer door te sturen naar het Centraal Strafregister teneinde dubbele registraties te voorkomen.

Alle beslissingen zoals bedoeld in artikel 590 van het wetboek van Strafvordering en bestemd voor het Centraal Strafregister dienen per e-mail te worden verzonden naar het volgende adres : cjcs-bulletin@just.fgov.be Hierbij dienen de volgende richtlijnen in acht te worden genomen : - De bulletins dienen via e-mail en als PDF-bestand (hetzij na scanning, hetzij als document dat rechtstreeks via de applicatie werd gegenereerd) te worden verstuurd; - Elk overgezonden bestand mag niet meer dan 100 bulletins bevatten; - De bulletins inzake vrijspraak of verjaring dienen enkel te worden overgemaakt indien zij werden uitgesproken na een rechtsmiddel (verzet, hoger beroep) tegen een beslissing die voordien reeds werd overgemaakt; - De berichten inzake beroep (verzet) dienen enkel te worden overgezonden voor zover de veroordeling waartegen het rechtsmiddel werd aangetekend reeds werd overgemaakt aan de dienst Centraal Strafregister (de rechtsmiddelen tijdens de buitengewone termijn van verzet worden dus beoogd) : deze berichten worden eveneens overgemaakt via e-mail; - De beslissingen tot rechtzetting dienen eveneens via e-mail te worden overgemaakt; - Geen enkel bulletin mag nog via de post of per fax worden verstuurd (teneinde een dubbele registratie van dezelfde informatie te vermijden); - Elke verzonden e-mail dient afkomstig te zijn vanaf een dienstmailbox en dient een contactpersoon te vermelden (naam, voornaam, telnr.); - Het ondertekenen van het bulletin is niet meer noodzakelijk : het is de afzender (FMF...@just.fgov.be) die het Centraal Strafregister toelaat om de correcte oorsprong van het bulletin te verifiëren; - De dienstenmailbox dienstig voor het verzenden van de documenten naar het Centraal Strafregister dient regelmatig te worden geledigd : deze mailbox zal immers voortaan dienst doen als enig kanaal voor het verzenden van documenten tussen het Centraal Strafregister en de griffie; - Een ontvangstmelding wordt na ontvangst van de documenten door de dienst Centraal Strafregister verzonden naar de afzender van de documenten.

Opmerking : Deze richtlijn geldt niet voor de jurisdicties die de mogelijkheid hebben om de veroordelingsbulletins rechtstreeks over te maken aan het Centraal Strafregister via de applicatie Mach. Het Centraal Strafregister ontvangt, sinds 1 januari 2015, alle veroordelingen uitgesproken door de politierechtbanken rechtstreeks via elektronische weg via het systeem MaCH-VAJA (zie ook art. 2 van het KB van 21 november 2016 betreffende de modaliteiten van aflevering van de uittreksels uit het strafregister aan particulieren).

De correctionele rechtbanken die over de applicatie Mach beschikken hebben nog niet de mogelijkheid om de veroordelingen rechtstreeks over te maken aan het Centraal Strafregister via het systeem Mach-VAJA. De hierboven beschreven richtlijnen zullen derhalve pas op hen van toepassing zijn tot nader order, zoals voor de correctionele rechtbanken die nog niet werken met de applicatie Mach.

De implementatie van de applicatie Mach bij de correctionele rechtbanken zal hen op termijn toelaten om de informatie van de veroordelingen rechtstreeks over te maken aan het Centraal Strafregister. 2. Persoonsgegevens Teneinde te komen tot een sluitende identificatie van de veroordeelde(n) en centralisatie van de informatie met betrekking tot één persoon met het oog op de mededeling hiervan aan de gerechtelijke of administratieve overheidsinstanties, is het van wezenlijk belang de dienst Centraal Strafregister te informeren met betrekking tot het bestaan van eventuele aliassen (alternatieve identiteiten).Er werd vastgesteld dat dit niet systematisch gebeurt.

De registratie van de veroordelingen in het Centraal Strafregister en de opvraging van uittreksels via CJCS-CG door de gemeentebesturen, kan bovendien slechts plaats vinden op voorwaarde dat de veroordeling het rijksregisternummer van de veroordeelde persoon bevat. Ik dring dus aan op de absolute noodzaak, in alle gevallen waarin de persoon over een rijksregisternummer beschikt en waarbij de informaticatoepassing de registratie van dit gegeven toelaat, om het rijksregisternummer in te voeren en/of mee te delen. 3. Verstek en verzet/hoger beroep Er weze aan herinnerd dat, conform de bepalingen van de omzendbrief van de minister van Justitie van 30 augustus 2001 en aansluitend bij art.590, derde lid, Sv., een bij verstek gewezen vonnis, betekend aan de veroordeelde zonder hem persoonlijk te spreken, kracht van gewijsde verwerft na verloop van de gewone termijn van verzet, onder de ontbindende voorwaarde van een ontvankelijk verklaard verzet binnen de buitengewone termijn van verzet. Ook deze beslissingen dienen binnen de drie dagen volgend op de dag waarop de beslissingen in kracht van gewijsde zijn gegaan te worden meegedeeld aan het Centraal Strafregister.

Het is ook noodzakelijk dat het Centraal Strafregister in kennis wordt gesteld van de beslissingen tot vrijspraak, gewezen ingevolge verzet of hoger beroep gedaan tijdens de buitengewone termijn (zulks teneinde vonnissen te kunnen schrappen die door dat rechtsmiddel teniet zijn gedaan maar reeds geregistreerd zijn in het Centraal Strafregister), alsook van de beslissingen tot vrijspraak uitgesproken door gerechten waarnaar de zaak ingevolge een arrest van het Hof van Cassatie was verwezen. 4. Melding van verzetten en hogere beroepen Er wordt herinnerd aan artikel 3, 10° en 12° van het koninklijk besluit van 19 juli 2001 tot uitvoering van de wet van 8 augustus 1997 betreffende het Centraal Strafregister. Artikel 3, 10° bepaalt dat de eventuele vermelding dat de beslissing is uitgesproken na verzet tegen een eerdere beslissing, dient te worden meegedeeld aan het Centraal Strafregister.

Deze verplichting houdt in dat : - deze melding van een verzet enkel mogelijk is wanneer de eerdere beslissing reeds is meegedeeld aan het Centraal Strafregister; - geen verzet dient te worden meegedeeld aan het Centraal Strafregister tijdens de gewone verzetstermijn aangezien het oorspronkelijke vonnis of arrest niet voor het verstrijken van deze termijn kon worden overgemaakt aan het Centraal Strafregister.

Artikel 3, 12° bepaalt dat de nodige gegevens omtrent het vonnis of arrest waartegen beroep of verzet is gedaan, dienen te worden meegedeeld aan het Centraal Strafregister.

Onder "de nodige gegevens" worden verstaan : - de datum van het oorspronkelijke vonnis; - het vonnisnummer van het oorspronkelijke vonnis; - het betichtenummer; - de naam, geboortedatum en geboorteplaats van de betichte; - de melding dat verzet dan wel hoger beroep werd aangetekend. 5. Inlichtingenbulletins Tot nader order worden de inlichtingenbulletins nog steeds door de gemeentebesturen afgeleverd.Niettemin dient het Openbaar Ministerie zich - wat betreft het luik "gerechtelijke antecedenten" - te beroepen op het uittreksel uit het Centraal Strafregister dat beschikbaar is via de applicatie CJCS op grond van artikel 593 van het Wetboek van strafvordering. Dit uittreksel bevat alle beslissingen die voorheen vermeld werden op het inlichtingenbulletin (evenwel met uitzondering van de veroordelingen tot een politiestraf die niet werd uitgesproken wegens een inbreuk op het Strafwetboek of een verval van het recht tot sturen inhield, uitgesproken voor 01/01/2015; deze veroordelingen worden na drie jaar uitgewist), en bevat tevens andere beslissingen die niet worden meegedeeld aan de gemeentebesturen (bijvoorbeeld de meerderheid van de opschortingen van de uitspraak, jeugdbeschermingsmaatregelen, buitenlandse veroordelingen, enz).

Sinds de aansluiting van de gemeentebesturen op het Centraal Strafregister dienen de gemeentebesturen de dossiers die volledig zijn in het Centraal Strafregister niet langer te registreren in het gemeentelijk strafregister en kunnen zij automatisch een uittreksel verkrijgen. Deze veroordelingen zouden heden niet meer vermeld worden op een inlichtingenbulletin, doch zij worden uiteraard wel vermeld op het uittreksel uit het Centraal Strafregister dat het Openbaar Ministerie kan bekomen via de applicatie CJCS en welteverstaan voor zover deze veroordelingen op geldige wijze door de griffies van de rechtbanken aan het Centraal Strafregister werden overgezonden.

De minnelijke schikkingen, opgenomen in het inlichtingenbulletin, moeten nog steeds door het Openbaar Ministerie overgemaakt worden aan de gemeentebesturen tot nader order. 6. Verzenden van veroordelingsbulletins Op een nog nader te bepalen datum, doch ten laatste op 31 december 2017, dienen de veroordelingsbulletins niet meer naar de gemeenten te worden gestuurd, maar enkel nog naar het Centraal Strafregister via elektronische weg (zie punt 1., supra). Het zal voortaan het Centraal Strafregister zijn dat voor de gemeentebesturen de enige bron met betrekking tot de gerechtelijke antecedenten van de burgers is. 7. Mededeling van bepaalde vervallenverklaringen Er wordt vastgesteld dat de melding van de ontzettingen uit het kiesrecht door de parketten aan de gemeentebesturen niet systematisch verloopt via berichtgevingen zoals voorgeschreven door de omzendbrief van 31 mei 2011Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 31/05/2011 pub. 25/07/2011 numac 2011000471 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de toepassing van de nieuwe bepalingen van het Kieswetboek die gewijzigd werden bij de wet van 14 april 2009. - Federale, regionale of Europese verkiezingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de toepassing van de nieuwe bepalingen van het Kieswetboek die gewijzigd werden bij de wet van 14 april 2009. Het is evenwel uitermate belangrijk deze richtlijn strikt toe te passen, aangezien deze meldingen onontbeerlijk zijn teneinde de gemeentebesturen toe te laten het kiezersbestand te actualiseren en de kiezerslijsten op te stellen.

Ik vraag bijgevolg een strikte toepassing van de omzendbrief van 31 mei 2011Relevante gevonden documenten type omzendbrief prom. 31/05/2011 pub. 25/07/2011 numac 2011000471 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Omzendbrief betreffende de toepassing van de nieuwe bepalingen van het Kieswetboek die gewijzigd werden bij de wet van 14 april 2009. - Federale, regionale of Europese verkiezingen. - Duitse vertaling sluiten betreffende de toepassing van de nieuwe bepalingen van het Kieswetboek die gewijzigd werden bij de wet van 14 april 2009 gevraagd. Deze omzendbrief schrijft voor dat de parketten van de hoven en rechtbanken de ontzettingen - tijdelijk of definitief - uit het kiesrecht systematisch dienen te melden aan de burgemeester van de gemeente waar de betrokkene ingeschreven was in het bevolkingsregister ten tijde van de veroordeling of internering, alsook aan de betrokkene zelf.

Deze kennisgevingen vermelden : 1. De naam, voornamen, geboorteplaats- en datum en de verblijfplaats van de veroordeelde of geïnterneerde;2. Het gerecht dat de beslissing heeft gewezen en de datum van de beslissing;3. De uitsluiting van het kiesrecht of de datum waarop de opschorting van dit recht ophoudt. Ook de mededeling van vervallenverklaringen van het recht tot sturen geschiedt niet via het Centraal Strafregister omwille van het feit dat de modaliteiten van uitvoering (exacte data begin en einde, enz) van deze vervallenverklaring niet worden meegedeeld aan en geregistreerd in het Centraal Strafregister. 8. Contactverboden met minderjarigen (art.35 - 37 Wet voorlopige hechtenis) Ik herinner aan de bepaling van artikel 37 van de wet van 20 juli 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 20/07/1990 pub. 02/12/2010 numac 2010000669 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de voorlopige hechtenis Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de voorlopige hechtenis zoals gewijzigd door art. 106 van de Wet van 25 december 2016Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/12/2016 pub. 30/12/2016 numac 2016009669 bron federale overheidsdienst justitie Wet tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie sluiten tot wijziging van de rechtspositie van de gedetineerden en van het toezicht op de gevangenissen en houdende diverse bepalingen inzake justitie.

Deze bepaling verplicht de gerechtelijke overheden om de beslissingen genomen met toepassing van artikel 35, § 1, tweede lid, alsook de beslissingen tot intrekking, wijziging of verlenging van deze beslissingen over te zenden aan het Centraal Strafregister en aan de politiedienst van de gemeente waar de betrokkene zijn woon- of verblijfplaats heeft.

Deze bepaling is met name belangrijk in het kader van de aflevering van de uittreksels uit het strafregister die zijn bestemd voor het uitoefenen van een activiteit in contact met minderjarigen (art. 596, tweede lid, van het Wetboek van strafvordering).

De minister van Justitie, K. GEENS

^