Etaamb.openjustice.be
Omzendbrief
gepubliceerd op 09 mei 2018

Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Omzendbrief betreffende de wijzigingen aan : o Het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek door : i. de ordonnantie van 15 maart 2012 ertoe strekkende afwisselend evenveel mannen als vrouwen te plaat ii. de ordonnantie van 3 april 2014 teneinde te waarborgen dat een lijst voor de gemeenteraadsverki(...)

bron
brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2018011773
pub.
09/05/2018
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST


Gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018 Omzendbrief betreffende de wijzigingen aan : o Het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek door : i. de ordonnantie van 15 maart 2012 ertoe strekkende afwisselend evenveel mannen als vrouwen te plaatsen op de kieslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, in werking getreden op 1 januari 2013; ii. de ordonnantie van 3 april 2014 teneinde te waarborgen dat een lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen ten minste twee kandidaten telt; iii. de ordonnantie van 27 oktober 2016 tot wijziging van het Brussels gemeentelijk kieswetboek om de pariteit tussen mannen en vrouwen op de kandidatenlijsten voor de in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest georganiseerde gemeenteraadsverkiezingen te bevorderen; iv. de ordonnantie van 15 december 2017 tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen. o de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen door : i. de ordonnantie van 20 juli 2016 houdende wijziging van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen; ii. de ordonnantie van 15 december 2017 tot wijziging van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek en de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen.

Dames en Heren Burgemeesters en Schepenen, Mijnheer de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste aanleg van Brussel, Dames en Heren Voorzitters van de Hoofdbureaus, Dames en Heren Leden van het College van deskundigen, Mijnheer de Voorzitter van het Rechtscollege, Deze omzendbrief heeft als doel de wijzigingen die werden aangebracht aan het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek (hierna : "BGKWB") en aan de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen (hierna : "ordonnantie elektronische stemming") te verduidelijken; het gaat om de wijzigingen sinds 1 januari 2013 tot de laatste wijziging door de voormelde ordonnantie van 15 december 2017.

Een deel van de ingevoerde wijzingen zijn geïnspireerd door het verslag dat de Directie Algemene en Juridische Zaken van Brussel Plaatselijke Besturen heeft opgesteld na de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 op basis van debriefingvergaderingen met de gemeenten na de verkiezingen.

Deze wijzigingen willen bepaalde verkiezingsbepalingen optimaliseren door deze te actualiseren en te verduidelijken door kleine of technische correcties aan te brengen in de tekst van het BGKWB, of hebben als doel om de organisatie van de verkiezingen te verbeteren en hun betrouwbaarheid ervan nog te verhogen.

Bepaalde wijzigingen aan het BGKWB houden rekening met de invoering van het systeem van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk, terwijl ook de reglementering betreffende de stemming op papier wordt behouden.

Voor wat betreft de ordonnantie elektronische stemming resulteren de uitgevoerde aanpassingen uit het feit dat de wet van 7 februari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/02/2014 numac 2014000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk type wet prom. 07/02/2014 pub. 14/04/2014 numac 2014000274 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk. - Duitse vertaling sluiten tot organisatie van de elektronische stemming met papieren bewijsstuk de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming vervangt. De andere aanpassingen betreffen onder andere het verkiezingsmateriaal en -software, de rol van het college van deskundigen en de opleiding van de leden van het stembureau.

Hierna vindt u een beschrijving van de aangebrachte wijzigingen in twee delen. Het eerste deel betreft het BGKWB (I) en het tweede deel betreft de ordonnantie elektronische stemming (II). Elk deel is onderverdeeld per thema.

I. Aangebrachte wijzigingen aan het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek 1. Betreffende de verzending van de kiezerslijst - artikel 5 BGKWB Het gemeentebestuur zendt voortaan de lijst van de gemeenteraadskiezers enkel aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en niet meer aan de gouverneur.De bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming schaft de functie van gouverneur van het administratief arrondissement Brussel-Hoofdstad immers af. De Minister-President van de Brusselse Regering is vandaag bevoegd voor de meeste taken die vroeger aan de gouverneur werden toegekend. 2. Betreffende de opleiding aan de voorzitters en de secretarissen van de stembureaus door het hoofdbureau - artikel 11bis BGKWB Artikel 11bis BGKWB, dat voorziet dat het hoofdbureau een opleiding organiseert ten behoeve van de voorzitters en secretarissen van de stembureaus heeft enkel betrekking op de stemming op papier.Daar het elektronisch stemsysteem is uitgebreid tot de 19 Brusselse gemeenten voor de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober 2018, is dit artikel 11bis niet van toepassing op de volgende verkiezingen.

De opleidingen ten behoeve van de voorzitters, de voorzitter-plaatsvervangers, de secretarissen en adjunct-secretarissen van de stembureaus wordt georganiseerd door de Brussels Hoofdstedelijke Regering op basis van artikel 10/1 van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen (zie deel II, punt 3, a, van deze omzendbrief). 3. Betreffende het vormen van het stembureau en de procedure van het openen van het stembureau - artikelen 18 et 19 BGKWB.a) Het doel van de wijziging is het verzekeren van het opstarten van het stembureau op het wettelijk bepaalde uur. Het is nu zo dat, in geval van vertraging van één of meerdere opgeroepen bijzitters, de voorzitter van het stembureau mag overgaan tot het vormen van zijn bureau vanaf 7.15 uur (in plaats van 7.30 uur in 2012). Dit laat de voorzitter toe om over de nodige tijd te beschikken om het bureau om 8.00 uur te openen. Het vormen van het bureau kan evenwel vroeger plaatsvinden wanneer alle bijzitters, die voortaan worden opgeroepen om 7.00 uur, aanwezig zijn.

De procedure om een stembureau op te starten (o.m. de computersystemen om elektronisch te stemmen) neemt ongeveer drie kwartier in beslag.

Tijdens de verkiezingen in 2012 werden de bijzitters om 7.15 uur opgeroepen, maar in geval van vertraging van één (of van meerdere) onder hen, moest de voorzitter van het stembureau normaal tot 7.30 uur wachten alvorens zijn bureau op te starten teneinde laatkomers toe te laten alsnog aan te komen. Het is slechts in de hypothese dat er nog afwezigen waren om 7.30 uur dat hij zijn bureau vervolledigde door één of meerdere bijzitters aan te stellen onder de kiezers van zijn afdeling en vervolgens zijn stembureau opstartte.

In dit geval kon hij echter nooit om 8.00 uur het stembureau openen.

Bijgevolg werd er beslist om in de oproepingsformulieren aan de bijzitters te vermelden dat ze om 7.00 uur dienen te komen en artikel 18 BGKWB voorziet nu dat het bureau niet mag gevormd worden vóór kwart na zeven wanneer er bijzitters ontbreken. Zo heeft de voorzitter een kwartier om zijn bureau te vormen en beschikt hij vervolgens ook over voldoende tijd om zijn bureau op te starten zodat het om 8.00 uur operationeel is. b) Artikel 19 BGKWB verduidelijkt voortaan dat "Zodra het stembureau is samengesteld, de voorzitter in aanwezigheid van de leden van het bureau en vóór de aanvang van de stemming controleert of de stembus leeg is, waarna deze wordt gesloten".De aanpassing van deze bepaling heeft enkel als doel te beantwoorden aan de chronologische volgorde van de verrichtingen (daar de bepaling zich bevond in artikel 33 BGKWB) en te verduidelijken dat er slechts één stembus per stembureau is. 4. Betreffende het presentiegeld van de leden van de kiesbureaus Er wordt in artikel 20 BGKWB verduidelijkt dat de leden van de bureaus presentiegeld ontvangen "voor de functie die ze uitvoeren in het kiesbureau".Dit presentiegeld wordt toegekend voor de dag van de stemming. Een ander presentiegeld is voorzien voor de opleiding voorzien in artikel 10/1 van de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen (zie deel II, punt 3, a, van deze omzendbrief). 5. Betreffende de vorm van de voordracht van de kandidaten Aangezien de vermelding van het beroep op de akte van voordracht geen relevant gegeven is, daar het geen invloed heeft op de verkiesbaarheid van de kandidaat, wordt deze vermelding niet meer vereist krachtens artikel 23, § 2, eerste lid, BGKWB. De vermelding van het beroep wordt op eveneens geschrapt in artikel 26quinquies, derde lid, 4° (betreffende de verbeteringsakte) en in het nieuwe artikel 30bis (betreffende de aanplakking van de kandidatenlijsten).

Artikel 23, § 2, tweede lid, is bovendien genderneutraal gemaakt en bepaalt nu het volgende : "De identiteit van de kandidaat die gehuwd of weduwnaar of weduwe is, mag voorafgegaan of gevolgd worden door de naam van de echtgenoot of echtgenote of overleden echtgenoot of echtgenote." 6. Betreffende de regels omtrent de kandidatenlijsten a) In het doel om te zorgen voor een zo gelijk mogelijke vertegenwoordiging tussen mannen en vrouwen en gelijke toegang tot de representatieve gemeentelijke functies in de Brusselse wetgeving, heeft de ordonnantie van 15 maart 2012 in artikel 23, § 9, tweede lid, BGKWB een ritssysteem ingevoerd tussen de kandidaten van een verschillend geslacht op de kiezerslijsten voor de gemeenteraadsverkiezingen.b) Om tegemoet te komen aan de ratio legis van voormelde ordonnantie van 15 maart 2012 en ten einde te waken over het principe van gelijkheid tussen mannen en vrouwen en de aanwezigheid van ten minste één kandidaat van elk geslacht te waarborgen op de lijsten van de gemeenteraadsverkiezingen in het Brussels Gewest, heeft de ordonnantie van 3 april 2014 het artikel 23, § 9, eerste lid, BGKWB gewijzigd in de zin dat elke lijst ten minste twee kandidaten moet bevatten.c) De laatste wijziging van de regels betreffende de kandidatenlijsten heeft betrekking op de laatste plaats op een kiezerslijst en werd ingevoerd door de ordonnantie van 27 oktober 2016. Deze plaats wordt meestal toegewezen wordt aan een prominent persoon die de lijst "duwt", in een tandem met de persoon die de eerste plaats op de lijst bekleedt.

Gelet op het oneven aantal plaatsen op een kiezerslijst, zou de voormelde ordonnantie van 15 maart 2012 tot gevolg hebben dat de kandidaten die trekken en duwen van hetzelfde geslacht zijn.

De ordonnantie van 27 oktober 2016 strekt ertoe de pariteit tussen de eerste en de laatste plaats te bevorderen met behoud van het ritssysteem dat de ordonnantie van 15 maart 2012 heeft willen invoeren.

Voor de laatste kandidaat op de lijst, en enkel voor deze kandidaat, bepaalt artikel 23, § 9, tweede lid, dat "de keuze van het geslacht van de kandidaat op de laatste plaats vrij is". 7. Betreffende de getuigen van de partijen Tijdens de gemeenteraadsverkiezingen van 2012 konden de kandidaten van dezelfde partij verschillende getuigen voor hetzelfde stembureau voordragen en was een loting noodzakelijk om uiteindelijk te bepalen welke getuige werd aangewezen in welk bureau. Omwille van de administratieve vereenvoudiging, voorziet artikel 25 BGKWB in het eerste en derde lid voortaan dat de eerste kandidaat in de volgorde van de voordracht de getuigen en de plaatsvervangende getuigen aanwijst, alsook de bureaus waar ze hun opdracht moeten vervullen. Bijgevolg is er geen loting meer nodig. Het zesde en zevende lid worden bijgevolg opgeheven.

De getuigen worden van hun aanwijzing en toewijzing aan een stembureau in kennis gesteld door een brief van de eerste kandidaat in volgorde.

De getuigen moeten deze informatiebrief, die hen is toegezonden, voorleggen aan de voorzitter van het bureau waarin ze zijn aangewezen.

Artikel 25 wordt aangevuld met een lid dat de rol van de getuigen van de partijen verduidelijkt : "De getuigen hebben, zonder afbreuk te doen aan het voorgaande lid, louter een observatierol. Ze mogen niet deelnemen aan de operaties van het stembureau, ze mogen geen kiezers helpen, ze moeten discreet blijven en mogen de stemming niet beïnvloeden. Bij poging tot beïnvloeding van de stemming kan de voorzitter van het bureau, na een eerste verwittiging, de getuige laten verwijderen uit het stemlokaal." 8. Betreffende de controle van de kandidaturen a) In artikel 26quinquies, vijfde lid, BGKWB, wordt de vermelding kandidaat-opvolgers geschrapt : in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is er geen voordracht van opvolgers, maar iedere niet verkozen kandidaat wordt automatisch opvolger.b) Artikel 27 BGKWB verbiedt aan de kandidaten om voor te komen op meer dan één lijst voor eenzelfde verkiezing.Een overtreding van deze verbodsbepaling is strafbaar met een gevangenisstraf van acht dagen tot vijftien dagen en met geldboete van 130 tot 1.000 euro. Zijn naam wordt geschrapt van alle lijsten waarop hij voorkomt.

Gezien de nieuwe bepalingen betreffende de pariteit en de afwisseling man-vrouw op de lijsten (zie deel I, punt 6, van deze omzendbrief), kan het feit dat een kandidaat wordt geschrapt van een lijst gevolgen hebben op het gebied van de geldigheid van de samenstelling van de lijst.

Om de gevolgen van deze hypothese te ondervangen, heeft de ordonnantie van 15 december 2017 derhalve in het voormeld artikel 27 een lid toegevoegd dat bepaalt dat een verbeterings- of aanvullingsakte kan worden ingediend, zoals bedoeld in artikel 26quinquies BGKWB, ten einde de nakoming van de regels van de evenwichtige samenstelling van de lijsten te eerbiedigen. 9. Betreffende de definitieve afsluiting van de kandidatenlijsten a) Artikel 29 BGKWB wordt opgeheven, maar de inhoud ervan wordt verplaatst naar artikel 30bis ten einde te beantwoorden aan de chronologische volgorde van de verrichtingen.De inhoud van het vroegere artikel 29 werd slechts gewijzigd op technisch gebied aangezien artikel 30bis preciseert dat het gemeentebestuur zo snel mogelijk overgaat tot aanplakking van de kandidatenlijsten van zodra het hoofdbureau het stembiljet of de stemschermen heeft opgemaakt, en niet van zodra de kandidatenlijst definitief wordt afgesloten.

Er wordt verduidelijkt dat dit aanplakbiljet identiek dezelfde naam van de kandidaten, zoals deze voorgedragen werden, vermeldt. Om deze reden wordt het zinsdeel « in dezelfde vorm als hieronder voor het stembiljet wordt bepaald » overbodig en dus geschrapt. Het beroep wordt geschrapt en het geslacht wordt toegevoegd. Er wordt nu ook duidelijk gesteld dat de namen op het aanplakbiljet worden opgenomen in de volgorde van de volgnummers op de lijst. b) Artikel 30ter BGKWB bepaalt het volgende : "In geval van beroep verdaagt het hoofdstembureau de verrichtingen bepaald in de artikelen 29 en 30 en het vergadert de twintigste dag vóór de verkiezing, te 18 uur, om tot die verrichtingen te kunnen overgaan zodra het in kennis is gesteld van de beslissingen van het hof van beroep.". Deze verwijzing naar artikel 29 BGKWB dient gelezen te worden als een verwijzing naar artikel 30bis omwille van de opheffing van artikel 29 en de verplaatsing van de inhoud ervan naar artikel 30bis. Om deze reden werd in de gecoördineerde versie van het Brussels Gemeentelijk Kieswetboek de aangepaste verwijzing opgenomen. c) Er zijn technische wijzigingen aangebracht aan artikel 30 dat verduidelijkt dat vanaf nu de opmaak van de stemschermen wordt vastgelegd door de Regering.10. Betreffende de internationale waarnemers De Regering kan kiezen wie ze toelaat als waarnemer, zoals bedoeld in artikel 35ter.Het moet niet noodzakelijk meer gaan om personen afkomstig van internationale organisaties erkend door België of afgevaardigden door andere landen.

De waarnemers moeten in het bezit zijn van een legitimatiekaart uitgereikt door de Gewestelijke Overheidsdienst Brussel.

Er wordt nu ook verduidelijkt dat ze dezelfde rol hebben als die van de getuigen. 11. Betreffende de wijze van stemmen Artikel 40, § 1, BGKWB bepaalt de stemmingswijze in geval van de stemming op papier.Deze bepaling wordt aangevuld ten einde te verduidelijken dat wanneer er op elektronische wijze wordt gestemd, de stemmingswijze bepaald wordt door de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming. 12. Betreffende de volmacht a) Schrapping van de verklaring op erewoord Het vroegere artikel 42bis, § 1, 7°, BGKWB bepaalde dat als een kiezer omwille van een tijdelijk verblijf in het buitenland om privéredenen (andere dan beroeps- of dienstredenen) zich in de onmogelijkheid bevond om zich in het stembureau te melden en bovendien geen bewijsstukken ter zake kon voorleggen, zich hiervoor op grond van een verklaring op erewoord kon verantwoorden.Deze mogelijkheid om een verklaring op erewoord op te stellen zonder andere bewijsstukken bij te voegen, ondermijnde echter de andere bepalingen in artikel 42bis, § 1, BGKWB en wordt bijgevolg geschrapt.

In geval van een tijdelijk verblijf in het buitenland op de dag van de stemming, voor andere dan beroeps- of dienstredenen, dient de betrokken kiezer nu dus wel de nodige bewijsstukken ter zake over te leggen aan de burgemeester of zijn gemachtigde.

De burgemeester of zijn gemachtigde dient aan de hand van deze stukken vast te stellen of de kiezer al dan niet in de onmogelijkheid is om zich in het stembureau aan te bieden wegens een tijdelijk verblijf in het buitenland voor privéredenen. b) Het plaatsen van een stempel « heeft bij volmacht gestemd » Het is in de praktijk gebleken dat bij stemming bij volmacht de leden van de stembureaus de stempel « heeft bij volmacht gestemd » plaatsten op de oproepingsbrief van de volmachtgever in plaats van deze van de gemachtigde.Krachtens artikel 42bis, § 2, BGKWB mag iedere gemachtigde slechts één volmacht hebben. Het doel van deze stempel is immers om na te gaan of deze persoon niet meer dan één keer bij volmacht gaat stemmen; het plaatsen van een stempel op de oproepingsbrief van de volmachtgever in plaats van deze van de gemachtigde heeft dus weinig zin.

Er wordt nu duidelijk in artikel 42bis, § 4, BGKWB bepaald dat voortaan de stempel « heeft bij volmacht gestemd » op de oproepingsbrieven van de gemachtigde én de volmachtgever dienen te worden aangebracht. Zo heeft de volmachtgever een bewijs dat hij via volmacht zijn stemplicht uitgeoefend heeft en kan eveneens vastgesteld worden dat de gemachtigde reeds gestemd heeft als gemachtigde.

Bovendien heeft men hierdoor de zekerheid dat de gemachtigde geen tweede maal een stem bij volmacht zal uitoefenen. 13. Betreffende de algemene telling van de stemmen en de devolutie Krachtens artikel 23, § 9, BGKWB moet iedere lijst minstens twee kandidaten bevatten (zie deel I, punt 6 van deze omzendbrief). Bijgevolg werd het tweede lid van artikel 55 dat bepaalde dat alleenstaande kandidaten geacht werden ieder een afzonderlijke lijst te vormen, opgeheven.

Artikel 60 BGKWB werd gewijzigd ten einde de verwijzingen naar andere artikelen, die de leesbaarheid van de tekst in de weg staan, te vermijden. De documenten die aan het Rechtscollege dienen te worden overgemaakt, worden in dit artikel opgenomen in twee inventarissen : één voor de stemming op papier en één voor de elektronische stemming.

Dit laat toe rekening te houden met de verschillen tussen de twee systemen.

Dus, "De volgende stukken worden binnen vierentwintig uur door de voorzitter van het hoofdbureau aan de voorzitter van het Rechtscollege toegezonden, in geval van een elektronische stemming : o het proces-verbaal van het hoofdbureau van de verkiezing, staande de vergadering opgemaakt en ondertekend door de leden van het hoofdbureau en door de getuigen[formulier R9]; o de processen-verbaal van de verschillende stembureaus[formulier R3]; o de envelop met de stembiljetten met de stemmen, de envelop met de geannuleerde stembiljetten en de envelop met de ongeldig verklaarde stembiljetten; o de akten van voordracht van de kandidaten ; o de verklaringen van taalaanhorigheid van de kandidaten; o de akten van bewilliging van de kandidaten; o de akten van aanwijzing van de getuigen; o de volmachtformulieren die gebruikt werden om met volmacht te stemmen; o de teruggenomen en de niet gebruikte stembiljetten; o de kiezerslijsten die gediend hebben voor het aantekenen van de namen, behoorlijk ondertekend door de leden van het stembureau die de aantekeningen gedaan hebben, en door de voorzitter.

Op het pak dat deze stukken bevat, worden de datum van de verkiezing en de naam van de gemeente vermeld. Een dubbel van het proces-verbaal van het hoofdstembureau, door de leden voor eensluidend verklaard, wordt op het gemeentesecretariaat voor eenieder ter inzage gelegd." Bovendien wordt aan iedere verkozene een formulier R11 met de stemcijfers per verkozene en per opvolger gezonden.

II. Wijzigingen aan de ordonnantie van 12 juli 2012 houdende de organisatie van de elektronische stemming voor de gemeenteraadsverkiezingen 1. Betreffende de stemapparatuur en -software a) In artikel 8 van de ordonnantie elektronische stemming betreffende de uitrusting van het stembureau, wordt de vermelding van een printer geschrapt.Het is niet meer nodig dat de voorzitter van het stembureau over een printer beschikt daar hij het proces-verbaal van de stemverrichtingen manueel dient op te maken op een formulier dat wordt afgeleverd door het Gewest en met behulp van een biljet dat wordt afgeprint door een stemmachine op het moment van het afsluiten van de stemverrichtingen. b) De in artikel 9, § 5, van de ordonnantie elektronische stemming bedoelde periode, gedurende dewelke het stemmateriaal toegankelijk dient te zijn om deze te controleren vóór de verkiezingen, wordt verlengd naar dertig dagen.Een termijn van drie dagen was veel te kort om de stemapparatuur te controleren. c) In tegenstelling tot de verkiezingen van 2012 zullen de stemmachines niet meer uitgerust zijn met een scanner ter visualisatie van de uitgebrachte stem.Ten einde de kiezer aan te moedigen om zijn stem te controleren en om het vertrouwen van de burgers in het stemsysteem te versterken, wordt een aparte machine met een scanner ter visualisering van de barcode op het stembiljet, in een afzonderlijk stemhokje geplaatst. Het gaat om een machine die wordt voorbehouden voor de scanner ter visualisering van de barcode en deze wordt dus niet uitgerust met enige verkiezingssoftware.

De kiezer die zijn stem wil controleren moet dus het stemhokje, waarin hij zijn stem heeft uitgebracht, verlaten en zich begeven naar het stemhokje dat uitgerust is met een scanner ter visualisatie van de barcode. d) In artikel 15 van de ordonnantie elektronische stemming wordt verduidelijkt dat « ... de stemcomputer een papieren stembiljet afdrukt waarop de uitgebrachte stem in getypte tekstuele vorm ...is afgedrukt", in plaats van "leesbare".

Het woord « leesbare » dat voorheen voorkwam in deze bepaling kan meerdere betekenissen hebben en de interpretatie is voor discussie vatbaar. Voor sommigen kan het betekenen dat een tekst in voor een mens begrijpbare letters moet geschreven worden, en dus niet in tekens waarvoor een computer nodig is om ze te ontcijferen. Voor anderen is betekent het "voldoende groot" zodat het gemakkelijker kan gelezen worden.

Aangezien het de eerste betekenis is die gewild is, heeft de term getypte tekstuele vorm de omstreden term vervangen.

Er wordt verduidelijkt dat de kiezer zijn barcode kan visualiseren alvorens zich naar de stembus te begeven. Zoals hiervoor reeds werd vermeld, mag hij dit echter niet doen in het stemhokje waarin hij zijn stem heeft uitgebracht (zie vorig punt van deze omzendbrief). e) Een technische wijziging werd aangebracht in het stemsysteem ten einde tegemoet te komen aan de technische problemen met de stemschermen tijdens de verkiezingen van 2012. Voortaan moet nu bij elk stemscherm waar een keuze moet gemaakt worden deze keuze bevestigd worden door op een bevestigingsvak te drukken. De kiezer kan steeds terugkeren naar een voorgaand scherm, doch hij kan niet verder terugkeren dan tot het scherm met de lijsten (of blanco stem). Artikel 14 van de ordonnantie werd gewijzigd om dit te verduidelijken. 2. Betreffende het college van deskundigen Artikel 10, § 2, van de ordonnantie elektronische stemming werd herschreven om de rol van het college van deskundigen, dat wordt aangesteld door het Brussels Hoofdstedelijk Parlement, tijdens en na de verkiezingsdag te verduidelijken en te actualiseren.Het derde en vierde lid van paragraaf 2 bepalen voortaan : "Tijdens de dag van de verkiezing kunnen de deskundigen teststemmen uitbrengen in de stembureaus. Deze worden noch gescand, noch meegeteld. Ze kunnen de overeenkomst van de afgedrukte informatie met de voorheen door hen uitgebrachte teststemmen controleren, ze kunnen de overeenstemming controleren tussen het op het scherm getoond resultaat en hetgene dat afgedrukt is op het papieren bewijsstuk met behulp van de scanner ter beschikking gesteld van de kiezers of elke andere scanner.

Na de dag van de verkiezingen kunnen de deskundigen de overeenstemming tussen de uitgebrachte stemmen in een stembureau en de gegevens op de gegevensdragers van een stembureau controleren.

Ze kunnen tevens de betrouwbaarheid en de geloofwaardigheid van het geheel van de software die de verkiezingsketen vormt, vanaf de kandidatuurstelling tot de bekendmaking van de resultaten, controleren." 3. Betreffende de opleiding van de leden van het stembureau a) De opleiding bedoeld in artikel 10/1 van de ordonnantie elektronische stemming is voorzien voor de voorzitters, de voorzitters-plaatsvervangers, de secretarissen en de adjunct-secretarissen.De gewestelijke diensten zullen de opleiding voor het gemeentepersoneel, aangeduid door het college van burgemeester en schepenen, op zich nemen. Dit personeel is belast met het geven van de opleiding aan de voorzitters, de voorzitters-plaatsvervangers, de secretarissen en de adjunct-secretarissen van de stembureaus van hun gemeente.

De voorzitters-plaatsvervangers worden aangewezen voor het geval dat een voorzitter van een stembureau zijn taak niet kan uitoefenen op de dag van de stemming. Het is echter niet nodig om voor elke voorzitter een plaatsvervanger te voorzien aangezien nooit 100 % van de voorzitters niet in staat is zijn taak uit te oefenen op de dag van de verkiezingen.

Een reserve van plaatsvervangers aan een ratio van 1 plaatsvervanger per 5 voorzitters is in principe voldoende om weggevallen voorzitters te vervangen. Artikel 5 van de ordonnantie elektronische stemming bepaalt dat er een reserve van voorzitter-plaatsvervangers wordt gevormd overeenkomstig minstens één vijfde van het aantal stemlokalen.

Daardoor wordt ook het aantal personen die dienen deel te nemen aan de verplichte opleiding beperkt.

De leden van de kiesbureaus, die deelnemen aan de twee verplichte opleidingssessies voor de volgende gemeenteraadsverkiezingen, worden vergoed. Het bedrag van het presentiegeld is vastgesteld op 12,50 euro per opleidingssessie. Dit bedrag zal nog worden vastgelegd bij besluit van de Regering. De gemeente staat ofwel zelf in voor de betaling van de presentiegelden voor de opleiding aan de leden van stembureaus, ofwel sluit ze een contract met BPOST om de betaling ervan uit te voeren. De betaling van het presentiegeld voor de opleiding gebeurt via overschrijving op de bankrekening van de leden van de kiesbureaus.

Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest stort het bedrag van voormelde presentiegelden terug aan de gemeenten. Een formulier tot aanvraag van terugbetaling zal dienen voor de schuldvorderingsverklaring. Het formulier bevat een tabel met de vermelding van de naam en functie van de uitgenodigde personen, de data en uren van de opleiding, de aanwezigheid van de uitgenodigde personen en het adres van het kiesbureau waarin de persoon werd aangeduid. Het formulier zal elektronisch aan de gemeenten worden bezorgd. b) Er wordt in artikel 5 van de ordonnantie elektronische stemming een lid toegevoegd dat preciseert dat in elk stembureau minstens één persoon moet aanwezig zijn die de voormelde opleiding, betreffende de in een stembureau te verrichten taken, gevolgd heeft.Indien in een stembureau geen persoon aanwezig is die deze opleiding gevolgd heeft, kan een persoon van dit stembureau gewisseld worden met een lid van een ander stembureau met dezelfde functie die deze opleiding wel gevolgd heeft. 4. Betreffende het verloop van de stemverrichtingen a) In de paragrafen 2 en 3 van artikel 15 van de ordonnantie elektronische stemming wordt er een duidelijk onderscheid gemaakt tussen enerzijds het annuleren van de stem door de voorzitter omwille van technische redenen ( § 2) en anderzijds het annuleren van de stem omwille van een reden eigen aan de tussenkomst van de kiezer ( § 3). In geval van het annuleren omwille van technische redenen, is het aantal annulaties onbeperkt. Maar wanneer het gaat om een annulatie omwille van een tussenkomst van de kiezer (als de kiezer het stembiljet door onoplettendheid heeft beschadigd, op verzoek van de kiezer of wanneer de kiezer zijn stembiljet toont met de bedoeling zijn uitgebrachte stem bekend te maken) mag deze evenwel slechts één keer de stemverrichtingen herbeginnen. b) Wanneer een kiezer zijn eigen stemplicht vervult maar tevens over een volmacht beschikt die hem toelaat om voor een andere kiezer in hetzelfde bureau te stemmen, voorziet de wetgeving momenteel het volgende : « Indien de kiezer bij volmacht in hetzelfde bureau moet stemmen, herbegint hij het gehele stemproces meteen nadat hij zijn eigen stembiljet in de stembus heeft gestopt ». De kiezer mag niet onmiddellijk over twee chipkaarten beschikken en mag zich niet met twee stembiljetten naar de stembus begeven ten einde fouten tijdens het scannen te voorkomen (bijvoorbeeld als twee stembiljetten in elkaar geplooid zijn). c) Artikel 19, eerste lid, van de ordonnantie elektronische stemming bepaalt dat "De voorzitter van het stembureau na afloop van de stemming het proces-verbaal opmaakt, de stemcomputers uitschakelt en de toepassing afsluit".De voorzitter maakt het proces-verbaal op aan de hand van een formulier dat door het Gewest ter beschikking wordt gesteld. (formulier R3).

De voorzitter dient eveneens over te gaan tot het afprinten op een stemmachine van een biljet dat alle stemcijfers bevat en dat hij in bijlage voegt bij het proces-verbaal. Om deze reden dient de voorzitter eerst het proces-verbaal op te maken alvorens de stemcomputers uit te schakelen. d) Er wordt verduidelijkt in artikel 22/1 van de ordonnantie elektronische stemming dat "De voorzitter van het hoofdbureau eveneens kan beslissen om steekproefsgewijs over te gaan tot een manuele hertelling van de stemcijfers van de lijststemmen".Het doel van dit artikel is om na te gaan of de computer de stemcijfers van een stembureau juist geteld heeft.

Het artikel 22/1 preciseert dat in ieder geval de voorzitter van het hoofdbureau moet overgaan tot een manuele hertelling op basis van de papieren bewijsstukken voor één kiesbureau per gemeente.

Het gaat er dus om het per lijst behaalde stemcijfer na te kijken. Dat cijfer komt overeen met het aantal stembiljetten met een lijststem vermeerderd met het aantal stembiljetten met een of meerdere naamstem(men) (stem in het voordeel van één of meerdere kandidaten) voor dezelfde lijst en het te vergelijken met het stemcijfer dat werd verkregen via de digitale telling. e) De voorzitter van het hoofdbureau overhandigt gegevensdragers met de stemgegevens (zoals bedoeld in artikel 20 van de ordonnantie elektronische stemming) aan het college van deskundigen, zoals voorzien in artikel 24, tweede lid, van dezelfde ordonnantie, en niet aan het Rechtscollege. Artikel 24, eerste lid, 3°, dat voorzag dat de gegevensdragers vermeld in artikel 20 door de voorzitter van het hoofdbureau binnen vierentwintig uur na het opmaken van het proces-verbaal aan de voorzitter van het Rechtscollege dienden te worden overgemaakt, wordt dus opgeheven. l) Wegens plaatsgebrek is het praktisch gezien onmogelijk om alle kandidatenlijsten in alle stemhokjes aan te plakken.Om deze reden wordt in artikel 26, eerste lid, van de ordonnantie elektronische stemming de zin "Deze lijsten worden ook opgehangen in ieder stemhokje" opgeheven. Hetzelfde artikel bepaalt evenwel dat "In elk stemlokaal alle kandidatenlijsten worden opgehangen op een daarvoor bestemd bord".

Alle informatie zal op de volgende website geplaatst worden : verkiezingen2018.brussels U kan uw vragen betreffende de verkiezingen steeds naar het volgende e-mailadres zenden : verkiezingen@gob.brussels De Minister-President, R. VERVOORT

^