Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst van 03 juli 1998
gepubliceerd op 06 november 1998

Verordening tot regeling van de toegang van jonge acteurs tot beroepsstages in de theaterwereld, "Acteurfonds" genoemd

bron
franse gemeenschapscommissie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
1998031402
pub.
06/11/1998
prom.
03/07/1998
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 JULI 1998. - Verordening tot regeling van de toegang van jonge acteurs tot beroepsstages in de theaterwereld, "Acteurfonds" genoemd


Artikel 1.Binnen de grenzen van de begrotingskredieten kan een toelage worden toegekend aan schouwburgen en toneelgezelschappen voor de indienstneming, gedurende maximum drie maanden, van jonge acteurs, regisseurs en decorontwerpers die hun studiecyclus beëindigd hebben in een Franstalige school voor dramatische kunst of podiumkunsten van de Franse Gemeenschap, volgens de hierna bepaalde regels en voorwaarden.

Art. 2.Er kan enkel een toelage worden toegekend aan schouwburgen en toneelgezelschappen waarvan de zetel in het Brussels Gewest gevestigd is. De schouwburg of het toneelgezelschap dient voor zijn activiteiten en beheer het Frans te gebruiken.

De toneelvoorstelling in het kader waarvan de stagiair in dienst is genomen, moet noodzakelijk in het Brussels Gewest doorgaan.

Art. 3.1. Om in aanmerking te komen, moeten de schouwburgen en toneelgezelschappen een dossier indienen dat de volgende stukken bevat : 3.2. de naam en het adres van de plaats waar de voorstellingen worden opgevoerd. Als het gezelschap niet over een eigen zaal beschikt, dient een attest te worden bezorgd van de plaats waar het optreedt; 3.3. een volledig artistiek dossier betreffende het geprogrammeerde toneelstuk; 3.4. een verantwoordingsnota betreffende de keuze van de stagiair(s) en de beschrijving van hun taak en functie (het curriculum vitae van de stagiair dient te worden toegevoegd); 3.5. een afschrift van de statuten van de schouwburg of het toneelgezelschap; 3.6. de rekeningen en balansen van het vorige jaar of seizoen voor alle activiteiten van de schouwburg of het toneelgezelschap; 3.7. een verslag van alle activiteiten die de schouwburg of het toneelgezelschap gedurende het vorige jaar of seizoen heeft georganiseerd; 3.8. een raming van de uitgaven- en ontvangstenbegroting van het lopende boekjaar; 3.9. een verslag betreffende alle openbare en privé-financieringsbronnen van het voorgestelde project; 3.10. de titel van het spektakel en de voorstellingsdata; 3.11. een afschrift van het diploma of attest van einde cyclus van de stagiair(s).

Art. 4.Voor het goede verloop van de stage wordt een beroepsartiest die reeds bij de schouwburg of het toneelgezelschap werkt waar de stagiair zijn stage zal volgen, aangesteld als peter van deze stagiair. Er is slechts één peter per stagiair en omgekeerd. De peter kan slechts deel uitmaken van de technische ploeg als de functie van de stagiair met dit soort activiteit verband houdt, met name als het een stage inzake decorontwerp en regie betreft.

Art. 5.Indien de schouwburg of het toneelgezelschap geen programmacontract heeft met de Franse Gemeenschap, komen enkel die projecten in aanmerking waarvan de financiering gewaarborgd is ten belope van 60 % van de totale kostprijs, buiten de steun van de Franse Gemeenschapscommissie.

De namen en adressen van de financiële partners en coproducers dienen te worden verstrekt, evenals een afschrift van het coproductiecontract.

Art. 6.De schouwburg of het toneelgezelschap dat in het kader van deze verordening een toelage krijgt, verbindt zich ertoe het verschil te betalen tussen de maandwedde van 50 000 BEF die door de Franstalige Gemeenschapscommissie wordt toegekend en de maandwedde die jaarlijks door de Chambre syndicale des directeurs de théâtre in het kader van de collectieve arbeidsovereenkomst wordt bepaald. Dit beding is van toepassing op alle schouwburgen en toneelgezelschappen, ongeacht of ze voornoemde overeenkomst ondertekend hebben.

Art. 7.1. Om toegelaten te kunnen worden tot een beroepsstage, dienen de acteurs aan de volgende voorwaarden te voldoen : - de studiecyclus dramatische kunst of podiumkunsten maximum drie jaar voor het begin van de stage hebben beëindigd; - zijn verblijfplaats in het Brusselse Gewest hebben of er zijn hoofdactiviteit uitoefenen; - aan het einde van de studiecyclus de leeftijd van dertig jaar niet hebben bereikt. 7.2. De stagiairs kunnen slechts driemaal in dienst worden genomen gedurende de periode van drie jaar volgend op het einde van hun studies.

Art. 8.1. Een schouwburg of toneelgezelschap kan slechts een toelageaanvraag indienen voor maximum drie stagiairs per spektakel. 8.2. Een schouwburg of toneelgezelschap kan slechts twee toelageaanvragen indienen per kalenderjaar.

Art. 9.De Franstalige Gemeenschapscommissie behoudt zich het recht voor om de artistieke waarde van het toneelstuk te beoordelen, na raadpleging van de adviescommissie bedoeld in artikel 11.3 van deze verordening.

Art. 10.1. De kandidatuur dient te gebeuren door middel van een speciaal formulier dat te verkrijgen is bij de bevoegde dienst van de Franse Gemeenschapscommissie. Dit document dient volledig ingevuld in drie exemplaren naar diezelfde dienst te worden teruggestuurd. Elke aanvraag moet uiterlijk vier maanden vóór de aanvang van de stage worden ingediend. 10.2. De kandidaturen dienen in het lopende kalenderjaar te worden ingediend. De uiterste datum, per kalenderjaar, wordt vastgesteld op 30 juni.

Art. 11.1. Het College van de Franse Gemeenschapscommissie bepaalt de procedure die gevolgd moet worden voor de indiening van de toelageaanvragen en bepaalt het bedrag van de toelagen. 11.2. De financiële bijdrage van de Franse Gemeenschapscommissie bedraagt 50 000 BEF per stagiair per maand, gedurende maximum drie maanden. 11.3. Er wordt een selectiecommissie opgericht die over elke aanvraag advies uitbrengt. De eindbeslissing wordt genomen door het lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie belast met Cultuur, op advies van de leden van de commissie. 11.4. Deze commissie is samengesteld uit drie leden. De leden worden aangewezen door het lid van het College belast met Cultuur.

De commissie is samengesteld uit : - een vertegenwoordiger van de administratieve diensten van de Franse Gemeenschapscommissie, die het voorzitterschap waarneemt; - een vertegenwoordiger van het hoger kunstonderwijs; - een vertegenwoordiger van de theaterwereld. 11.5. De commissie zal om de twee jaar worden vernieuwd, met uitzondering van de voorzitter. 11.6. De commissie zal maandelijks op uitnodiging van de voorzitter bijeenkomen. 11.7. De beslissing van het College zal schriftelijk worden betekend uiterlijk tien werkdagen na de laatste dag van de maand waarin de aanvraag werd ingediend.

Art. 12.1. Enkel schouwburgen en toneelgezelschappen met een sluitende begroting aan het einde van het vorige kalenderjaar kunnen hun kandidatuur indienen. 12.2. Als de schouwburg of het toneelgezelschap reeds financiële steun krijgt voor het project dat aan de Franse Gemeenschapscommissie is voorgelegd, moet dit worden vermeld. Elk misbruik zal worden bestraft met de verplichte terugbetaling van de volledige toelage.

Art. 13.1. De aanvaardbare bewijsstukken dienen uitsluitend betrekking te hebben op de personeelskosten die verband houden met de indienstneming van de stagiair(s). 13.2. Voor elke stagiair dient een afschrift van de loonfiches te worden verstrekt, op basis waarvan de toelage zal worden betaald.

Art. 14.De schouwburg of het toneelgezelschap dat in het kader van deze verordening een toelage krijgt, aanvaardt het toezicht van de Franse Gemeenschapscommissie en verbindt zich ertoe haar alle documenten te bezorgen die deze nuttig acht, inzonderheid de documenten die vereist worden door de wet van 14 november 1983 betreffende de controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen.

Art. 15.De schouwburg of het toneelgezelschap dat in het kader van deze verordening een toelage krijgt, dient in zijn publicaties en bij zijn activiteiten de volgende vermelding te gebruiken : « Soutien de la Commission communautaire française, Service du Théâtre. »

Art. 16.Bij niet-naleving van de verplichtingen vermeld in de artikelen 5, 7 en 15 moet de toelage volledig worden terugbetaald.

Art. 17.Het College brengt jaarlijks aan de bevoegde commissie van de Raad van de Franse Gemeenschapscommissie verslag uit over de toepassing van deze verordening.

Brussel, 3 juli 1998.

^