Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst van 10 januari 2000
gepubliceerd op 15 april 2000

Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2000022196
pub.
15/04/2000
prom.
10/01/2000
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

10 JANUARI 2000. - Verordening tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen


Het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 34, eerste lid, 11°;

Gelet op het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 153bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 13 juni 1999;

Gelet op het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, inzonderheid op hoofdstuk VII undecies;

Na daarover te hebben beraadslaagd in zijn vergadering van 10 januari 2000, Besluit :

Artikel 1.In het koninklijk besluit van 24 december 1963 houdende verordening op de geneeskundige verstrekkingen inzake verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, zoals het tot nog toe is gewijzigd, wordt de titel van hoofdstuk VIIundecies « De verstrekkingen zoals bedoeld in artikel 23, 12° en 13°, van de vorengenoemde wet van 9 augustus 1963 en de tegemoetkoming in de kosten van de opname in een ziekenhuisdienst V in progressieve omschakeling naar een rust- en verzorgingstehuis » vervangen door de volgende titel : « De verstrekkingen, bedoeld in artikel 34, eerste lid, 11° en 12°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 ».

Art. 2.Artikel 9quater-decies van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : « Art. 9quater-decies. § 1. De aanvraag tot verkrijging van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven, bedoeld in artikel 152, § 3, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de voornoemde gecoördineerde wet, wordt door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in vier exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 53a, 53b, 53c en 53d. § 2. De kennisgeving van opneming in de inrichting, bedoeld in artikel 152, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, wordt door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in vier exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 53a, 53b, 53c en 53d. § 3. De aanvraag tot verdere toekenning van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven en de aanvraag om herziening van de beslissing van de adviserend geneesheer, die zijn bedoeld in artikel 153, § 2, van het voornoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, worden door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in vier exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 53a, 53b, 53c en 53d. § 4. De evaluatieschaal en het medisch verslag die zijn bedoeld in artikel 152, § 3, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, worden door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier, conform het model dat is opgenomen in de bijlage 54. § 5. Van het ontslag van de rechthebbende uit de inrichting, van zijn overlijden of van zijn transfer wordt door de inrichting aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende kennis gegeven met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in drie exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 55a, 55b en 55c. § 6. Om de betaling van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven te verkrijgen, stuurt de inrichting aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, per kalenderkwartaal, een kostennota, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlage 56.

Een dubbel van de individuele kostennota, die per rechthebbende moet worden opgemaakt, wordt aan de rechthebbende gegeven op het ogenblik dat die nota naar zijn verzekeringsinstelling wordt gestuurd. § 7. De betaling van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven wordt alleen maar toegestaan als op de verzamelkostennota de door het Ministerie van Financiën opgelegde overeenstemmingsstrook is aangebracht. ».

Art. 3.De titel van afdeling II van hoofdstuk VIIundecies van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende titel : « Tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven in de centra voor dagverzorging ».

Art. 4.Artikel 9quinquies-decies van hetzelfde besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « Art. 9quinquies-decies. § 1. De aanvraag tot verkrijging van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven, bedoeld in artikel 153bis, § 1, eerste lid, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de voornoemde wet, wordt door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in vier exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 61a, 61b, 61c en 61d. § 2. De aanvraag tot verdere toekenning van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven, bedoeld in artikel 153bis, § 2, derde lid, van voornoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, wordt door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier dat op zelfkopiërend papier is opgemaakt in vier exemplaren, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlagen 61a, 61b, 61c en 61d. § 3. De evaluatieschaal, bedoeld in artikel 153bis, § 1, tweede lid, van het voornoemd koninklijk besluit van 3 juli 1996, wordt door de inrichting bij de verzekeringsinstelling van de rechthebbende ingediend met een formulier, conform het model dat is opgenomen in de bijlage 54. § 4. Om de betaling van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven te verkrijgen, stuurt de inrichting aan de verzekeringsinstelling van de rechthebbende, per kalenderkwartaal, een kostennota, conform de modellen die zijn opgenomen in de bijlage 62.

Een dubbel van de individuele kostennota, die per rechthebbende moet worden opgemaakt, wordt aan de rechthebbende gegeven op het ogenblik dat die nota naar zijn verzekeringsinstelling wordt gestuurd. § 5. De betaling van de tegemoetkoming voor verzorging en bijstand in de handelingen van het dagelijks leven wordt alleen maar toegestaan als op de verzamelkostennota de door het Ministerie van Financiën opgelegde overeenstemmingsstrook is aangebracht. »

Art. 5.De bijlagen 54, 61a, 61b, 61c, 61d, 62a, 62b, 62c en 62d bij hetzelfde besluit worden vervangen door de hierbij gevoegde documenten. § 2. De bijlagen 63a, 63b en 63c bij hetzelfde besluit worden opgeheven.

Art. 6.Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2000.

Brussel, 10 januari 2000.

De Leidend Ambtenaar, F. PRAET. De Voorzitter, D. SAUER. Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^