Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 12 december 2008
gepubliceerd op 20 maart 2009

Programmadecreet houdende verscheidene maatregelen betreffende de radio-omroep, de oprichting van een begrotingsfonds voor de financiering van programma's voor het opsporen van kankers, de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2009029130
pub.
20/03/2009
prom.
12/12/2008
ELI
eli/decreet/2008/12/12/2009029130/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

12 DECEMBER 2008. - Programmadecreet houdende verscheidene maatregelen betreffende de radio-omroep, de oprichting van een begrotingsfonds voor de financiering van programma's voor het opsporen van kankers, de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : TITEL I. - Bepalingen tot wijziging van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep

Artikel 1.In artikel 101 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt een lid ingevoegd tussen het 2e en het 3e lid, luidend als volgt : « Het rekengeld is niet eisbaar wanneer het voortvloeit uit de verplichting om tegenover een dienstenuitgever een bestaande radio-uitzender in conformiteit te stellen met de technische kenmerken vastgesteld door de Regering of het College voor vergunning en controle. Telkens het nodig is, zal het rekengeld niet worden onderworpen aan een tweede berekening vereist door diezelfde inconformiteitstelling. ».

Art. 2.Artikel 108 van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt aangevuld met de paragraaf 3 luidend als volgt : « § 3. De netwerkradio's en de onafhankelijke radio's worden vrijgesteld van de betaling van het jaarlijks recht bedoeld in artikel 100, § 2, van toepassing het eerste kalenderjaar gedurende welke hun vergunning ingegaan is. »

Art. 3.Artikel 161, § 1, laatste lid, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep wordt aangevuld met de volgende zin : « Het bedrag van de bijdrage wordt vastgesteld tegen het aantal maanden van het kalenderjaar die verlopen zijn sinds de inwerkingtreding van de vergunning. »

Art. 4.Artikel 161, § 3, van het decreet van 27 februari 2003 betreffende de radio-omroep, wordt aangevuld met een derde lid, luidend als volgt : « Wanneer het 5e lid, § 1, toegepast wordt, komt de datum die in het 1e lid bedoeld wordt overeen met 1 februari van het jaar volgend op de datum van inwerkingtreding van de vergunning van de dienstenuitgever. » TITEL II. - Oprichting van een begrotingsfonds betreffende de financiering van de programma's voor het opsporen van kankers

Art. 5.Een punt 61 wordt toegevoegd in de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap volgens de tabel gevoegd in bijlage bij dit decreet.

TITEL III. - Bepalingen betreffende de onderwijsinrichtingen, de internaten, de psycho-medisch-sociale centra en de schoolgebouwen HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de internaten

Art. 6.In afwijking van artikel 32, § 2, 4e lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt het bedrag van de werkingsubsidies, wat betreft de internaten, voor het schooljaar 2008-2009, vastgesteld op het bedrag toegekend voor het schooljaar 2007-2008, geïndexeerd in functie van de verhouding tussen het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2009 en het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2008.

Art. 7.In artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 10 september 1986 houdende rationalisatie en programmatie van de internaten van het door de Staat georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, gewijzigd bij het programmadecreet van 13 december 2007, wordt het jaar « 2009 » vervangen door het jaar « 2010 ». HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de Psycho-medisch-sociale centra

Art. 8.Artikel 52 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra wordt aangevuld met het volgende lid : « In afwijking van het 1e lid, c) en d), wordt het bedrag van de subsidies voor het schooljaar 2008-2009 vastgesteld op het bedrag toegekend voor het schooljaar 2007-2008, zoals vastgesteld het jaar voordien, geïndexeerd in functie van de verhouding tussen het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2009 en het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari 2008. »

Art. 9.De werkingstoelagen van de psycho-medisch-sociale centra georganiseerd door de Franse Gemeenschap worden voor het schooljaar 2008-2009 op dezelfde basis vermeerderd als de vermeerdering van de subsidies bedoeld in artikel 52 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de Schoolgebouwen

Art. 10.In artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 betreffende het noodprogramma voor de schoolgebouwen van het door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd basisonderwijs en secundair onderwijs, zoals voor het laatst gewijzigd door het Programmadecreet van 13 december 2007, worden de woorden « 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007 en 2008. » vervangen door de woorden « 2002, 2003, 2004, 2005, 2006, 2007, 2008 en 2009. »

Art. 11.Het decreet van 16 november 2007 betreffende het prioritaire programma voor werken aan de schoolgebouwen van het gewoon en gespecialiseerd basisonderwijs, van het gewoon en gespecialiseerd secundair onderwijs en van het secundair onderwijs voor sociale promotie, van het kunstonderwijs met beperkt leerplan, van de psycho-medisch-sociale centra alsook van de internaten van het gewoon en gespecialiseerd basis- en secundair onderwijs, georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap wordt als volgt gewijzigd : In artikel 7, § 1, 1e lid, worden de woorden « euro 18.889.487 in 2009; » vervangen door de woorden « euro 28.383.809 in 2009; ». HOOFDSTUK IV. - Bepalingen betreffende het technisch en beroepsonderwijs

Art. 12.In artikel 4, § 1, 4° van het decreet van 26 april 2007 waarbij gezorgd wordt voor de pedagogische uitrusting van het kwalificatieonderwijs, wordt het cijfer « 6.197.388 » vervangen door het cijfer « 9.119.338 ». HOOFDSTUK V. - Werkingstoelagen en -subsidies van de inrichtingen

Art. 13.De werkingstoelagen van de diensten met afzonderlijk beheer van het onderwijs van de Franse Gemeenschap, zoals bepaald in artikel 18 van het decreet van 12 juli 2001 waarbij de materiële omstandigheden van de inrichtingen van het basis- en secundair onderwijs worden verbeterd, worden vermeerderd met de bedragen die noodzakelijk zijn voor het dekken van de baremische vermeerderingen, besloten door de Regering, betreffende de leden van het arbeids- of meesterspersoneel, met inbegrip van de bereiders waarvan de bezoldigingen ten laste van de toelagen zijn.

Bij toepassing van het vorige lid worden de werkingstoelagen van het gewoon secundair onderwijs en het gespecialiseerd onderwijs respectievelijk vermeerderd met euro 3.608.000 en euro 581.000 vanaf het jaar 2009. Die bedragen worden jaarlijks geïndexeerd op basis van de evolutie van het algemene indexcijfer van de consumptieprijzen op 1 januari.

Art. 14.In artikel 3, § 3, 7e lid, 7° van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, worden de percentages « 2,4 % », « 3,5 % », « 3,36 % » en 4,5 % » respectievelijk vervangen door de percentages « 4,02 %, « 5,14 % », « 5 % » en « 6,15 % ».

Art. 15.In artikel 32, § 2, 2e lid, van dezelfde wet, worden de bedragen « euro 79.749.825,85 » en « euro 110.813.363,44 » respectievelijk vervangen door de bedragen « euro 85.728.825,85 » en « euro 117.379.363,44 ». HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de Franse Gemeenschap in de openbare vervoerkosten gemaakt door de leerlingen en studenten tussen twaalf en vierentwintig jaar ingeschreven in een onderwijsinrichting georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap

Art. 16.Dit hoofdstuk is van toepassing op de leerlingen en studenten tussen twaalf en vierentwintig jaar ingeschreven in een onderwijsinrichting georganiseerd of gesubsidieerd door de Franse gemeenschap.

Art. 17.Om de in artikel 1 bedoelde leerlingen en studenten toe te laten zich te begeven naar schoolinrichtingen waarin zij ingeschreven zijn, wordt hen een bijdrage toegekend in de openbare vervoerkosten.

De Regering bepaalt, binnen de perken van de begrotingskredieten, het percentage van die bijdrage.

De Regering somt de bedrijven van openbaar vervoer op die bedoeld zijn bij dit decreet en sluit een overeenkomst met hen teneinde de praktische modaliteiten van de bijdrage van de Franse Gemeenschap te bepalen. HOOFDSTUK VII. - Opheffing van de schalen van niveau 4 voor de leden van het administratief personeel en het werkliedenpersoneel

Art. 18.Artikel 27bis van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, wordt vervangen door hetgeen volgt : «

Art. 27bis.§ 1. De wervings- en selectieambten van het administratief personeel worden in twee ambtengroepen onderverdeeld waarmee voor elke groep een specifieke groep weddeschalen overeenstemt.

De eerste groep bevat de ambten van administratief helper, suppoost-kopiist, hoofdsuppoost, klerk, eerste klerk, eerste klerk-typist(e), klerk-typist(e), eerste klerk-stenotypist(e).

De tweede groep bevat de ambten van opsteller, eerste opsteller, secretaris-rekenplichtige, eerste secretaris-rekenplichtige, rekenplichtig correspondent, eerste rekenplichtig correspondent. § 2. De wervings- en selectieambten van het meesters-, vak- en dienstpersoneel worden in twee ambtengroepen onderverdeeld waarmee voor elke groep een specifieke groep weddeschalen overeenstemt.

De eerste groep bevat de ambten van geschoold hulponderhoudswerkman, hulpkok, onderhoudswerkman, nachtwaker, kok, geschoold onderhoudswerkman, geschoold werkman, eerste kok, eerste geschoold werkman, eerste geschoold onderhoudswerkman, kunstboekbinder, vormer, handzetter, eerste vormer, eerste kunstboekbinder, eerste handzetter, amanuensis, eerste amanuensis.

De tweede groep bevat de ambten van hersteller van muziekinstrumenten, eerste hersteller van muziekinstrumenten, operateur-technicus, eerste operateur-technicus. » HOOFDSTUK VIII. - Vakantiegeld op 92 % voor het werklieden-, administratief en atw personeel van de niveaus 2 en 3

Art. 19.In artikel 26, eerste lid, van het decreet van 20 juli 2006 houdende verschillende maatregelen inzake leerplichtonderwijs, hoger onderwijs, cultuur en permanente opvoeding, worden de woorden « op 70 % » vervangen door de woorden « op 92 % ». HOOFDSTUK IX. - Haard- en standplaatstoelagen

Art. 20.In artikel 14 van het decreet van 4 mei 2005 houdende uitvoering van het Akkoordprotocol van 7 april 2004 tussen de Regering van de Franse Gemeenschap en de representatieve vakverenigingen binnen het Onderhandelingscomité van Sector IX en van het Comité voor de provinciale en plaatselijke overheidsdiensten - afdeling II, wordt een laatste lid ingevoegd, luidend als volgt : « De bedragen bedoeld bij dit artikel volgen de evolutie van de overeenkomstige bedragen toegepast op de personeelsleden die onder het overlegcomité van sector XVII ressorteren. » HOOFDSTUK X. - Bijdrage in de kosten voor de openbare algemene vervoermiddelen van de personeelsleden

Art. 21.Artikel 3 van het decreet van 17 juli 2003 betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen en/of van de fiets door de personeelsleden, wordt met het volgende lid aangevuld : « Dit artikel is enkel van toepassing op de personeelsleden, de inrichtingshoofden en de inrichtende machten bedoeld bij artikel 1 die onder de Hogescholen, de internaten die van deze inrichtingen afhangen, de Hogere Kunstscholen en de Hoge Instituten voor Architectuur ingericht door de Franse Gemeenschap alsook de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen en de Hogere Instituten voor Architectuur gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, ressorteren. »

Art. 22.In hetzelfde decreet wordt een artikel 3bis, luidend als volgt, ingevoegd : «

Artikel 3bis.Onverminderd de toepassing van andere wets- en reglementaire bepalingen betreffende de financiële bijdrage van de werkgever in de kosten van het vervoer van zijn personeelsleden, voor het vervoer ingericht door de NMBS, is de bijdrage in de kosten van de treinkaart, die gelijkgesteld wordt met de kosten van een sociaal abonnement, gelijk aan 100 % van dit bedrag voor een treinkaart tweede klasse voor : a) de personeelsleden van het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 1° en 5°;b) de gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen voor het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs, het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 2°;c) de personeelsleden bedoeld bij artikel 1, § 1, 3° en 4° en 6° tot 11°.»

Art. 23.Artikel 4 van het decreet van 17 juli 2003 betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen en/of van de fiets door de personeelsleden, wordt met het volgende lid aangevuld : « Dit artikel is enkel van toepassing op de personeelsleden, de inrichtingshoofden en de inrichtende machten bedoeld bij artikel 1 die onder de Hogescholen, de internaten die van deze inrichtingen afhangen, de Hogere Kunstscholen en de Hoge Instituten voor Architectuur ingericht door de Franse Gemeenschap alsook de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen en de Hogere Instituten voor Architectuur gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, ressorteren. »

Art. 24.In hetzelfde decreet wordt een artikel 4bis, luidend als volgt, ingevoegd : «

Art. 4bis.Voor het stads- en voorstadsvervoer ingericht door de gewestelijke maatschappijen voor openbaar vervoer, is de bijdrage in de kosten van het abonnement, dat in verhouding is met de afgelegde afstand of, bij gebrek aan mogelijkheid om bepaald te mogen worden in functie van de afstand in kilometer of in zones, dat aan een vaststaand tarief beantwoordt, de treinkaart, bepaald op 100 % van dit bedrag voor : a) de personeelsleden van het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 1° en 5°;b) de gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen voor het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs, het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 2°;c) de personeelsleden bedoeld bij artikel 1, § 1, 3° en 4° en 6° tot 11°.»

Art. 25.Artikel 5 van het decreet van 17 juli 2003 betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen en/of van de fiets door de personeelsleden, wordt met het volgende lid aangevuld : « Dit artikel is enkel van toepassing op de personeelsleden, de inrichtingshoofden en de inrichtende machten bedoeld bij artikel 1 die onder de Hogescholen, de internaten die van deze inrichtingen afhangen, de Hogere Kunstscholen en de Hoge Instituten voor Architectuur ingericht door de Franse Gemeenschap alsook de Hogescholen, de Hogere Kunstscholen en de Hogere Instituten voor Architectuur gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, ressorteren. »

Art. 26.In hetzelfde decreet wordt een artikel 5bis, luidend als volgt, ingevoegd : «

Art. 5bis.Wanneer meerdere openbare algemene vervoermiddelen in combinatie gebruikt worden en dat één enkel vervoerbewijs uitgereikt wordt voor de gehele afgelegde afstand, is de bijdrage bepaald op 100 % van dit bedrag voor : a) de personeelsleden van het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 1° en 5°;b) de gesubsidieerde personeelsleden van de inrichtingen voor het kleuter-, lager, basis-, secundair onderwijs, het secundair onderwijs met beperkt leerplan en het onderwijs voor sociale promotie ingericht door de Franse Gemeenschap bedoeld bij artikel 1, § 1, 2°;c) de personeelsleden bedoeld bij artikel 1, § 1, 3° en 4° en 6° tot 11°.»

Art. 27.Artikel 6 van het decreet van 17 juli 2003 betreffende een bijdrage in de kosten voor het gebruik van openbare gemeenschappelijke vervoermiddelen en/of van de fiets door de personeelsleden, wordt door het volgende artikel vervangen : «

Art. 6.In alle andere gevallen als deze bedoeld bij artikel 5, is de bijdrage voor de gehele afgelegde afstand gelijk aan de som van de bedragen van de bijdrage zoals bepaald bij de artikelen 3, 3bis, 4, 4bis, 5 en 5bis. » HOOFDSTUK XI. - Afschaffing van de leeftijdsdrempels

Art. 28.In artikel 16 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt een § 1bis ingevoegd, luidend als volgt : « § 1bis. In afwijking van de eerste paragraaf, worden toegelaten de effectieve diensten opgenomen in de eerste paragraaf, verricht voor de leeftijdsdrempel, gepresteerd door het personeelslid dat zijn ambt bekleedt na 31 augustus 2008 of dat, ook al hij reeds eerder zijn ambt bekleedde, niet de leeftijdsdrempel van zijn schaal op deze datum heeft bereikt. »

Art. 29.Artikel 17 van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, wordt aangevuld met de volgende bepaling : « § 4. In afwijking van de eerste en tweede paragrafen, worden toegelaten de effectieve diensten opgenomen in de eerste en tweede paragrafen, gepresteerd voor de leeftijdsdrempel, gepresteerd door het personeelslid dat zijn ambt bekleedt na 31 augustus 2008 of dat, ook al hij reeds eerder zijn ambt bekleedde, niet de leeftijdsdrempel van zijn schaal op deze datum heeft bereikt. »

Art. 30.In artikel 14 van het koninklijk besluit van 1 december 1970 houdende bezoldigingsregeling van het administratief personeel, het meesters-, vak- en dienstpersoneel van de rijksinrichtingen voor kleuteronderwijs, voor lager, buitengewoon, middelbaar, technisch, kunst- en normaalonderwijs, wordt de volgende bepaling toegevoegd : « 5. de effectieve diensten, bedoeld bij 1 tot 4, die door het personeelslid gepresteerd werden vóór de leeftijdsdrempel van zijn schaal voor zover het zijn ambt heeft bekleed na 31 augustus 2008 of dat, ook al hij reeds eerder zijn ambt bekleedde, niet de leeftijdsdrempel van zijn schaal op deze datum heeft bereikt. »

Art. 31.Artikel 78 van het decreet van 2 juni 1998 houdende organisatie van het secundair kunstonderwijs met beperkt leerplan gesubsidieerd door de Franse Gemeenschap, wordt met de volgende bepaling aangevuld : « § 4. In afwijking van de derde paragraaf, worden toegelaten de effectieve diensten opgenomen in de eerste en tweede paragrafen, gepresteerd voor de leeftijdsdrempel, gepresteerd door het personeelslid dat zijn ambt bekleedt na 31 augustus 2008 of dat, ook al hij reeds eerder zijn ambt bekleedde, niet de leeftijdsdrempel van zijn schaal op deze datum heeft bereikt. » HOOFDSTUK XII. - Nuttige ervaring

Art. 32.In artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, worden de woorden « acht jaar » vervangen door de woorden « negen jaar ».

Art. 33.In artikel 17, § 1, van het koninklijk besluit van 15 april 1958 houdende bezoldigingsregeling van het onderwijzend, wetenschappelijk en daarmee gelijkgesteld personeel van het Ministerie van Openbaar Onderwijs, worden de woorden « negen jaar » vervangen door de woorden « tien jaar ». HOOFDSTUK XIII. - De middelen om inzonderheid deel te nemen aan de diverse affectatiecommissies of commissies voor personeelsbeheer

Art. 34.In artikel 7bis, tweede lid, van het decreet van 17 juli 2003 waarbij middelen ter beschikking van de vakverenigingen worden gesteld om hun opdrachten te verwezenlijken in de sector van het onderwijs, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° De woorden « artikelen 7, 8, 11 en 12 » worden vervangen door de woorden « artikelen 5 tot 12 »;2° De woorden « en 200 lestijden van het lestijdenpakket » worden ingevoegd tussen de woorden « totaal aantal lestijden-leerkracht » en de woorden « of equivalent ». HOOFDSTUK XIV. - Bepalingen tot wijziging van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving

Art. 35.In artikel 3, § 3, vierde lid, punt 6°, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, worden de woorden « van het derde differentiatie- en oriëntatiejaar » ingevoegd tussen de woorden « leerling » en de woorden « van het gewoon onderwijs ».

Art. 36.Artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 18 april 1967 tot regeling van de wijze waarop het aantal opvoeders in het rijksonderwijs wordt berekend, zoals gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 456 van 10 september 1986, wordt aangevuld met het volgende lid : « Een aanvullende halve opdracht opvoeder wordt toegekend per internaat waarvan het aantal interne leerlingen die ingeschreven worden de 30ste dag volgend op het begin van het schooljaar, zich in één van de volgende schijven bevindt : - 11 tot 20; - 32 tot 41; - 53 tot 62; - 74 tot 83; - 95 tot 104; - 116 tot 125; - 137 tot 146; - 158 tot 167; - 179 tot 188; - 200 tot 209; - 221 tot 230; - 242 tot 251; - 263 tot 272; - 284 tot 293, enz. ».

HOODSTUK XV. - De inspectie

Art. 37.In artikel 53, tweede lid, van het decreet van 8 maart 2007 betreffende de algemene inspectiedienst, de dienst voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap georganiseerde onderwijs, de cellen voor pedagogische raadgeving en begeleiding van het door de Franse Gemeenschap gesubsidieerde onderwijs en betreffende het statuut van de personeelsleden van de algemene inspectiedienst en van de pedagogische adviseurs, worden de woorden « Op basis van de structuur van de algemene inspectiedienst, zoals bepaald in artikel 3, tweede lid, » geschrapt. HOOFDSTUK XVI. - Bepalingen betreffende het systeem van bekrachtiging van de bevoegdheden

Art. 38.Overeenkomstig artikel 25 van het Samenwerkingsakkoord van 22 oktober 2003 betreffende de bekrachtiging van de bevoegdheden op het gebied van de voortgezette beroepsopleiding, gesloten tussen de Franse Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Franse Gemeenschapscommissie waaraan instemming werd verleend bij het decreet van de Raad van 22 oktober 2003, komt de Franse Gemeenschap elk jaar tegemoet binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten : 1° Wat betreft de werkingskosten van het Consortium voor de bekrachtiging van de bevoegdheden, naar rata van 30 % van de begroting vastgesteld in onderlinge overeenstemming door de contracterende partijen;2° Wat betreft de inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie erkend als centra voor de bekrachtiging van de bevoegdheden : a) in de kosten van de georganiseerde bekrachtigingsproeven waarvan de Regering van de Franse Gemeenschap het aantal en het type proeven bepaalt per begrotingsjaar op basis van de vaste kosten per type proeven jaarlijks vastgesteld door het Consortium voor de bekrachtiging van de bevoegdheden;b) in de tenlasteneming van de kosten voor de audit van de centra voor de bekrachtiging van de bevoegdheden voor elk betrokken vak;c) in de tenlasteneming van de lestijden toegekend aan de centra voor de bekrachtiging van de bevoegdheden bestemd voor de coördinatie van de centra, de begeleiding, de oriëntatie en de evaluatie van de kandidaten;3° Wat betreft de commissies inzake referentiemodellen : a) in de tenlasteneming van de verplaatsingskosten van de vertegenwoordigers van het onderwijs voor sociale promotie die deelnemen aan de commissies inzake referentiemodellen of aan elke andere commissie of werkgroep onder de voorwaarden vastgesteld door de bepalingen die van toepassing zijn op de personeelsleden van de Diensten van de Regering;b) in de tenlasteneming van de lestijden toegekend aan een inrichting voor het onderwijs voor sociale promotie die een lid van zijn personeel afvaardigt binnen een commissie inzake referentiemodellen om de uren te compenseren die door dit personeelslid in de inrichting niet gepresteerd werden. De lestijden bedoeld in het eerste lid, 3°, b), worden toegekend op basis van een lijst van aanwezigheden opgesteld door de uitvoerende cel en zijn beperkt tot hoogstens vijf lestijden per dag.

De inrichtingen voor het onderwijs voor sociale promotie die de betrokken opleiding(en) organiseren, zijn de enige die ertoe gemachtigd zijn om een lid van hun personeel af te vaardigen binnen de commissies inzake referentiemodellen. Voor elk beroep zal een oproep tot kandidaten plaatsvinden via de onderwijsnetten.

De Regering bepaalt de nadere regels voor de toekenning van de lestijden bedoeld in dit artikel. HOOFDSTUK XVII De bezoldiging van december tot december van de personeelsleden van de Franse Gemeenschap

Art. 39.Het koninklijk besluit nr. 279 van 30 maart 1984 betreffende de betaling na vervallen termijn van de wedden van sommige personeelsleden van de openbare sector, wordt opgeheven.

TITEL IV. - Slotbepalingen

Art. 40.De artikelen 28 tot 31 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 september 2008.

Art. 41.De artikelen 16 en 17 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 juli 2008.

Art. 42.De artikelen 18, 35 en 36 en artikel 39 van dit decreet hebben uitwerking met ingang van 1 december 2008.

Art. 43.De artikelen 5 tot 15, 19 tot 27, 32, 34 en 38 van dit decreet treden in werking op 1 januari 2009.

Art. 44.Artikel 33 van dit decreet treedt in werking op 1 januari 2010.

Art. 45.Artikel 37 van dit decreet heeft uitwerking met ingang van 15 december 2008.

Art. 46.De artikelen 1 tot 4 hebben uitwerking met ingang van 31 december 2008.

Art. 47.Voor de rest van het schooljaar 2008-2009 dienen de vakbondsorganisaties hun aanvraag(en) in om in aanmerking te komen voor artikel 7bis van het decreet van 17 juli 2003, zoals gewijzigd bij dit decreet, volgens de nadere regels van artikel 7quater, § 2, van hetzelfde decreet.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Brussel, 12 december 2008.

De Minister-President, R. DEMOTTE De Vice-Presidente, Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President, Minister van Begroting, Financiën, Ambtenarenzaken en Sport, M. DAERDEN De Minister van Leerplichtonderwijs, C. DUPONT De Minister van Cultuur en Audiovisuele Sector, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK De Minister van Jeugd en Onderwijs voor sociale promotie, M. TARABELLA Nota (1) Zitting 2008-2009. Stukken van het Parlement. - Ontwerp van decreet, nr. 611-1. - Adviezen van de commissies nr. 611-2 tot nr. 611-5. - Commissieamendementen, nr. 611-6. - Verslag nr. 611-7. - Vergaderingsamendementen, nr. 611-8.

Integrale verslagen. - Bespreking. Vergadering van 8 december 2008. - Hervatting van de bespreking en aanneming. Vergadering van 9 december 2008.

^