Etaamb.openjustice.be
Programmadecreet van 15 december 2006
gepubliceerd op 22 februari 2007

Programmadecreet houdende diverse maatregelen betreffende de internaten, de psycho-medisch-sociale centra, de schoolgebouwen, de financiering van de universiteiten en van de Hogescholen, de sociale subsidies van de hogescholen en van de hogere kunstscholen, de begrotingsfondsen, de waarborg verleend door de Franse Gemeenschap voor de financiële producten van de RTBF en het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap

bron
ministerie van de franse gemeenschap
numac
2007200526
pub.
22/02/2007
prom.
15/12/2006
ELI
eli/decreet/2006/12/15/2007200526/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 DECEMBER 2006. - Programmadecreet houdende diverse maatregelen betreffende de internaten, de psycho-medisch-sociale centra, de schoolgebouwen, de financiering van de universiteiten en van de Hogescholen, de sociale subsidies van de hogescholen en van de hogere kunstscholen, de begrotingsfondsen, de waarborg verleend door de Franse Gemeenschap voor de financiële producten van de RTBF en het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap


Het Parlement van de Franse Gemeenschap heeft aangenomen en Wij, Regering, bekrachtigen hetgeen volgt : HOOFDSTUK I. - Bepalingen betreffende de Internaten

Artikel 1.In afwijking van artikel 32, § 2, vierde lid, van de wet van 29 mei 1959 tot wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving, wordt het bedrag van de werkingssubsidies, wat de internaten betreft, voor het schooljaar 2006-2007, vastgesteld op het bedrag dat voor het schooljaar 2005-2006 toegekend werd, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2006.

Art. 2.In artikel 6, § 1, van het koninklijk besluit van 10 september 1986 houdende rationalisatie en programmatie van de internaten van het door de Staat georganiseerde of gesubsidieerde onderwijs, gewijzigd bij het programmadecreet van 16 december 2005, wordt het jaar « 2007 » vervangen door het jaar « 2008 ». HOOFDSTUK II. - Bepalingen betreffende de psycho-medisch-sociale centra

Art. 3.Artikel 52 van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra, wordt aangevuld als volgt : « In afwijking van het eerste lid, c) en d) wordt het bedrag van de subsidies, voor het schooljaar 2006-2007, vastgesteld op het bedrag dat voor het schooljaar 2005-2006 toegekend werd, zoals bepaald in het vorige lid, geïndexeerd volgens de verhouding van het algemeen indexcijfer van de consumptieprijzen tussen 1 januari 2007 en 1 januari 2006 ».

Art. 4.De werkingsdotaties van de door de Franse Gemeenschap georganiseerde psycho-medisch-sociale centra worden, voor het schooljaar 2006-2007, verhoogd op dezelfde grondslag als voor de verhoging van de subsidies bedoeld in artikel 52, vierde lid, van het koninklijk besluit van 13 augustus 1962 tot regeling van de psycho-medisch-sociale centra. HOOFDSTUK III. - Bepalingen betreffende de schoolgebouwen

Art. 5.In artikel 7 van het decreet van 24 juni 1996 betreffende het noodprogramma voor de schoolgebouwen van het door de Franse Gemeenschap ingericht of gesubsidieerd basisonderwijs en secundair onderwijs, zoals laatst gewijzigd bij het programmadecreet van 16 december 2005 houdende verschillende maatregelen betreffende de internaten, de psychisch-medisch-sociale centra, de schoolgebouwen, de wijze van berekening van de werkingssubsidies in het gewoon kleuteronderwijs, de positieve discriminatie, de universitaire instellingen, de hogescholen en de sociale subsidies, worden de woorden "2002, 2003, 2004, 2005 en 2006" vervangen door de woorden "2002, 2003, 2004, 2005, 2006 en 2007". HOOFDSTUK IV. - Statutaire bepalingen betreffende het onderwijs

Art. 6.In artikel 44, derde streepje, van het decreet van 25 juli 1996 betreffende de opdrachten en betrekkingen in de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde Hogescholen, worden de woorden « meesterassistent (bijzondere vakken) in het niet-universitair hoger onderwijs » vervangen door de woorden « meesterassistent (bijzondere vakken) of meester praktische opleiding (bijzondere vakken : bureautika) in het niet-universitair hoger onderwijs ».

Art. 7.In artikel 14quinquies van het koninklijk besluit van 22 maart 1969 tot vaststelling van het statuut van de leden van het bestuurs- en onderwijzend personeel, van het opvoedend hulppersoneel, van het paramedisch personeel der inrichtingen voor kleuter-, lager, gespecialiseerd, middelbaar, technisch onderwijs, onderwijs voor sociale promotie en kunstonderwijs van de Staat, alsmede der internaten die van deze inrichtingen afhangen en van de leden van de inspectiedienst die belast is met het toezicht op deze inrichtingen, zoals gewijzigd bij het decreet van 3 maart 2004, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in 5° worden de woorden « Verviers en Vielsam » vervangen door de woorden « en Verviers »;2° in 7° worden de woorden « en Virton » vervangen door de woorden « Virton en Vielsam ». HOOFDSTUK V. - Bepalingen betreffende de financiering van de universiteiten

Art. 8.In artikel 29 van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, gewijzigd bij het decreet van 20 juli 2006, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 1, eerste lid, wordt het bedrag van « 103.120.007 euro » vervangen door het bedrag van « 103.391.946 euro »; b) In § 2, wordt het bedrag van « 311.155.481 euro » vervangen door het bedrag van « 311.976.032 euro »; c) In § 3 wordt het bedrag van « 5.090.641 euro » vervangen door het bedrag van « 5.155.989 euro ».

Art. 9.In artikel 32bis, eerste lid, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, gewijzigd bij het decreet van 20 juli 2006, wordt het bedrag van « 8.109.320 euro » vervangen door het bedrag van « 8.130.705 euro ».

Art. 10.Artikel 46, § 1, van de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, wordt aangevuld met een § 8 : « § 8. Binnen de perken van de budgettaire kredieten betaalt de Franse Gemeenschap jaarlijks haar bijdragen in de uitgaven van het personeel en van de werking van de VZW « interuniversitaire bibliotheken van de Franse Gemeenschap van België ».

Onverminderd de organen bevoegd voor de administratieve en begrotingscontrole wordt de Regeringscommissaris, aangesteld bij de Interuniversitaire Raad van de Franse Gemeenschap met toepassing van artikel 16 van het decreet van 9 januari 2003 betreffende de adviesorganen op het vlak van het wetenschappelijk en universitair beleid en het overleg tussen de verschillende adviesorganen uit het hoger onderwijs, belast met het toezicht op het gebruik van de subsidie bedoeld in het vorige lid, overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 55 tot 58 van het koninklijk besluit van 17 juli 1991 houdende coördinatie van de wetten op de Rijkscomptabiliteit ».

Art. 11.Voor het begrotingsjaar 2007, naast de financiering bedoeld in de wet van 27 juli 1971 op de financiering en de controle van de universitaire instellingen, wordt een globaal bedrag van 1.236.000 euro dat bestemd is voor de betaling van de bijkomende kosten die voor de begrotingsjaren 2005, 2006 en 2007 werden veroorzaakt door de toekenning van een vermeerderd vakantiegeld, verdeeld onder de « Université de Liège », de « Université de Mons-Hainaut », de « Faculté des Sciences agronomiques de Gembloux » en de « Faculté polytechnique de Mons ».

Het bedrag bedoeld in het vorige lid wordt verdeeld als volgt onder de vier universiteiten op basis van hun geraamde werkelijke bijkomende kosten : - « Université de Liège » 808.000 euro; - « Université de Mons-Hainaut » : 187.000 euro; - « Faculté des Sciences agronomiques de Gembloux » : 125.000 euro; - « Faculté polytechnique de Mons » : 116.000 euro. HOOFDSTUK VI. - Bepalingen betreffende de financiering van de Hogescholen

Art. 12.In artikel 10 van het decreet van 9 september 1996 betreffende de financiering van de door de Franse Gemeenschap ingerichte of gesubsidieerde hogescholen, gewijzigd bij het decreet van 20 juli 2006, wordt het bedrag van « 264.121.858 euro » vervangen door het bedrag van « 269.173.893 euro ».

Art. 13.Artikel 83 van het decreet van 30 juni 2006 tot modernisering van de werking en de financiering van de hogescholen, wordt opgeheven. HOOFDSTUK VII. - Bepalingen betreffende de sociale subsidies van de hogescholen en de hogere kunstscholen

Art. 14.In artikel 89 van het decreet van 5 augustus 1995 houdende de algemene organisatie van het hoger onderwijs in hogescholen, gewijzigd bij het decreet van 16 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In § 2 wordt het bedrag van « 49,58 euro » (2000 BEF) vervangen door het bedrag van « 52,06 euro »;b) § 5 wordt opgeheven.

Art. 15.In artikel 59 van het decreet van 20 december 2001 tot vaststelling van de regels die specifiek zijn voor het hoger kunstonderwijs georganiseerd in de hogere kunstscholen (organisatie, financiering, omkadering, statuut van het personeel, rechten en plichten van studenten), gewijzigd bij het decreet van 16 december 2005, worden de volgende wijzigingen aangebracht : a) In het eerste lid wordt het bedrag van « 52,33 euro » vervangen door het bedrag van « 55,01 euro »;b) Het vierde lid wordt opgeheven. HOOFDSTUK VIII. - Bepalingen betreffende de begrotingsfondsen

Art. 16.Punt 1 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt gewijzigd volgens de tabel gevoegd als bijlage I van dit decreet.

Art. 17.Punt 15 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt geschrapt.

Art. 18.Punten 3 en 16 gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, worden gewijzigd volgens de tabel opgenomen in bijlage 2 van dit decreet.

Art. 19.De punten 30, 31 en 45 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, worden gewijzigd volgens de tabel opgenomen in bijlage 3 van dit decreet.

Art. 20.Punt 11 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt gewijzigd volgens de tabel gevoegd als bijlage 4 van dit decreet.

Art. 21.Punt 54 van de tabel gevoegd bij het decreet van 27 oktober 1997 houdende aanwijzing van de begrotingsfondsen vermeld in de algemene uitgavenbegroting van de Franse Gemeenschap, wordt gewijzigd volgens de tabel gevoegd als bijlage 5 van dit decreet. HOOFDSTUK IX. - Bepalingen betreffende de waarborg verleend door de Franse Gemeenschap voor de financiële producten van de « R.T.B.F »

Art. 22.Artikel 22, § 3, van het decreet van 14 juli 1997 houdende het statuut van de "Radio-Télévision belge de la Communauté francaise (RTBF)" wordt gewijzigd als volgt : « § 3. De Gemeenschap mag haar waarborg verlenen voor de door het bedrijf aangegane leningen. De Franse Gemeenschap mag haar waarborg verlenen voor de financiële producten in verband met het beheer van het rente- en wisselrisico (afgeleide producten) aangegaan door de « R.T.B.F. ». Het beheerscontract bepaalt de nadere regels voor het sluiten van de met de waarborg van de Gemeenschap aangegane leningen en producten in verband met het beheer van het rente- en wisselrisico. » HOOFDSTUK X. - Bepalingen betreffende het « Fonds Ecureuil » van de Franse Gemeenschap

Art. 23.De bepaling vervat in artikel 3 van het decreet van 20 juni 2002 betreffende de oprichting van het "Fonds Ecureuil" van de Franse Gemeenschap wordt vervangen als volgt : «

Artikel 3.Het Fonds heeft ten doel de financiële reserves aan te leggen en te beheren zodat, in het kader van de delegatie van de opdrachten, het bovenvermelde Fonds alle financiële opdrachten kan vervullen die aan dat Fonds worden toevertrouwd door de Franse Gemeenschap ».

Art. 24.De bepaling vervat in artikel 4 van het decreet wordt vervangen als volgt : «

Artikel 4.§ 1. In dit vooruitzicht wordt het Fonds met de volgende opdrachten belast : 1° zijn inkomsten innen en zijn uitgaven beheren;2° zijn reserves beheren;3° de opdrachten vervullen die hem worden toevertrouwd bij decreet met het oog op de uitvoering van het financiële beleid van de Franse Gemeenschap in het kader van haar bevoegdheden;4° geldvoorschotten geven in de gevallen bepaald door de Regering. § 2. Bij onvoldoende reserves van het Fonds geeft de Franse Gemeenschap het Fonds de financiële middelen die nodig zijn voor het vervullen van zijn opdrachten ».

Art. 25.Het opschrift van Hoofdstuk VI van het decreet wordt vervangen als volgt : « HOOFDSTUK VI. - Middelen en uitgaven van het Fonds ».

Art. 26.De bepaling vervat in artikel 18 van het decreet wordt vervangen als volgt : «

Artikel 18.§ 1. De middelen van het Fonds bestaan uit : 1° De reserves en voorzieningen die bestaan op 31 december 2005;2° De meerwaarden en geldelijke inkomsten van het beleggen van gelden en reserves van het Fonds;3° De stortingen door de Franse Gemeenschap aan het Fonds van de bedragen bestemd voor het vervullen van de opdrachten die aan het Fonds toevertrouwd worden, zoals bedoeld in artikel 4, § 1, 3° en 4°. § 2. De Regering van de Franse Gemeenschap kan beslissen om aan het Fonds een geheel of een gedeeltelijk bedrag te storten dat overeenstemt met het creditsaldo van de fusie van de financiële rekeningen van de Franse Gemeenschap, vastgesteld door zijn kashouder op 31 december van het vorige jaar. »

Art. 27.De artikelen 19 en 20 van het decreet van 20 juni 2002 betreffende de oprichting van het "Fonds Ecureuil" van de Franse Gemeenschap, worden opgeheven. HOOFDSTUK XI. - Slotbepalingen

Art. 28.Artikel 6 heeft uitwerking met ingang van 1 september 1996.

Artikel 17 heeft uitwerking met ingang van 1 november 2006.

De artikelen van hoofdstuk X treden in werking op 1 januari 2006.

De andere artikelen treden in werking op 1 januari 2007.

Kondigen dit decreet af, bevelen dat het in het Belgisch Staatsblad zal worden bekendgemaakt.

Gegeven te Brussel, 15 december 2006.

De Minister-Presidente, belast met het Leerplichtonderwijs en het Onderwijs voor sociale promotie, Mevr. M. ARENA De Vice-Presidente en Minister van Hoger Onderwijs, Wetenschappelijk Onderzoek en Internationale Betrekkingen, Mevr. M.-D. SIMONET De Vice-President en Minister van Begroting en Financiën, M. DAERDEN De Minister van Ambtenarenzaken en Sport, Cl. EERDEKENS De Minister van Cultuur, de Audiovisuele sector en Jeugd, Mevr. F. LAANAN De Minister van Kinderwelzijn, Hulpverlening aan de Jeugd en Gezondheid, Mevr. C. FONCK _______ Nota Zitting 2006-2007 Stukken van de Raad. - Ontwerp van decreet, nr. 316-1.

Commissieamendementen, nr. 316-2. - Adviezen van de commissies, nr. 316-3 tot nr. 316-5. - Verslag nr. 316-6. - Vergaderingsamendementen, nr. 316-7.

Integrale verslagen. - Bespreking. - Vergaderingen van 12 en 13 december 2006. - Aanneming. Vergadering van 13 december 2006.

^