Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 24 februari 2004

Uittreksel uit arrest nr. 18/2004 van 29 januari 2004 Rolnummer 2846 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 40 van de programmawet van 5 augustus 2003 , ingesteld door de Algemene Centrale d(...) Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslag(...)

bron
arbitragehof
numac
2004200254
pub.
24/02/2004
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

ARBITRAGEHOF


Uittreksel uit arrest nr. 18/2004 van 29 januari 2004 Rolnummer 2846 In zake : het beroep tot vernietiging van artikel 40 van de programmawet van 5 augustus 2003 (gebruik van de talen in bestuurszaken), ingesteld door de Algemene Centrale der Openbare Diensten.

Het Arbitragehof, beperkte kamer, samengesteld uit voorzitter M. Melchior en de rechters-verslaggevers P. Martens en L. Lavrysen, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 26 november 2003 ter post aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 27 november 2003, is beroep tot vernietiging van artikel 40 van de programmawet van 5 augustus 2003 (gebruik van de talen in bestuurszaken) ingesteld door de Algemene Centrale der Openbare Diensten, met zetel te 1000 Brussel, Fontainasplein 9-11.

Op 11 december 2003 hebben de rechters-verslaggevers P. Martens en L. Lavrysen, met toepassing van artikel 71, eerste lid, van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, de voorzitter ervan in kennis gesteld dat zij ertoe zouden kunnen worden gebracht aan het Hof, zitting houdende in beperkte kamer, voor te stellen een arrest te wijzen waarbij wordt vastgesteld dat het beroep klaarblijkelijk niet tot de bevoegdheid van het Hof behoort. (...) II. In rechte (...) B.1. In het enig middel van het verzoekschrift wordt aangevoerd dat artikel 23 van de Grondwet zou zijn geschonden omdat de vakorganisaties niet zijn geraadpleegd vooraleer de bestreden norm werd aangenomen. De schending van artikel 23 van de Grondwet zou dus niet voortvloeien uit de inhoud van de bestreden wet, maar wel uit het proces van totstandkoming ervan.

B.2. In geschillen inzake de artikelen van titel II van de Grondwet is het Hof uitsluitend bevoegd om na te gaan of de inhoud, en niet het proces van totstandkoming, van wettelijke bepalingen grondwettig is.

De uitbreiding van de bevoegdheden van het Hof, ten aanzien van de referentienormen waarop zijn toetsing steunt, door de bijzondere wet van 9 maart 2003, heeft, in tegenstelling tot wat de verzoekende partij aanvoert, niet tot gevolg kunnen hebben dat de toetsing van het Hof is uitgebreid tot de naleving van de vormvereisten die aan de goedkeuring van de norm voorafgaan. Luidens artikel 142, tweede lid, 3o, van de Grondwet, dat het de bijzondere wetgever mogelijk maakte de bevoegdheden van het Hof uit te breiden, doet het Hof immers « bij wege van arrest, uitspraak over [...] de schending door een wet, een decreet of een in artikel 134 bedoelde regel, van de artikelen van de Grondwet die de wet bepaalt ». Uit die bepaling vloeit voort dat de door het Hof uitgeoefende toetsing, in geschillen inzake de artikelen van titel II van de Grondwet, alleen betrekking kan hebben op de bestaanbaarheid van de inhoud van de aan het Hof voorgelegde norm met de in het geding zijnde grondwettelijke bepalingen, en niet op het proces van totstandkoming ervan.

B.3. Het Hof kan bijgevolg niet nagaan of de vormvereisten inzake het onderhandelen met de vakorganisaties werden nagekomen vóór de goedkeuring van de bestreden wet.

B.4. Het beroep is klaarblijkelijk onontvankelijk.

Om die redenen, het Hof, beperkte kamer, met eenparigheid van stemmen uitspraak doende, verklaart het beroep tot vernietiging onontvankelijk.

Aldus uitgesproken in het Frans, het Nederlands en het Duits, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Arbitragehof, op de openbare terechtzitting van 29 januari 2004.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Melchior.

^