Etaamb.openjustice.be
Arrest
gepubliceerd op 28 juli 2010

Uittreksel uit arrest nr. 56/2010 van 12 mei 2010 Rolnummer 4780 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 van de programmawet van 22 decem(...) Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechter(...)

bron
grondwettelijk hof
numac
2010203069
pub.
28/07/2010
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

GRONDWETTELIJK HOF


Uittreksel uit arrest nr. 56/2010 van 12 mei 2010 Rolnummer 4780 In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 317 (prijsvaststelling van bepaalde geneesmiddelen door de minister van Economische Zaken) van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten, gesteld door de Raad van State.

Het Grondwettelijk Hof, samengesteld uit de voorzitters M. Bossuyt en M. Melchior, en de rechters R. Henneuse, E. De Groot, L. Lavrysen, J.-P. Snappe en P. Nihoul, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter M. Bossuyt, wijst na beraad het volgende arrest : I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging Bij arrest nr. 196.411 van 28 september 2009 in zake de vzw « Unamec » en anderen tegen de Belgische Staat, vertegenwoordigd door de minister van Ondernemen, waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 8 oktober 2009, heeft de Raad van State de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Miskent artikel 317, juncto artikel 313, 2°, van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, afzonderlijk genomen en in samenhang gelezen met de artikelen 33 en 108 van de Grondwet, doordat deze bepaling de minister van Economie machtigt om ten aanzien van de producenten en leveranciers van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen de maximumprijzen van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen vast te stellen zonder dat bij wet of koninklijk besluit de voorwaarden en criteria daarvoor worden bepaald, waardoor de verzoekende partijen de grondwettelijke waarborgen worden ontzegd die geboden worden door de bescherming van de wetgever, de democratische controle en de algemene verordeningsbevoegdheid van de Koning, terwijl de producenten en leveranciers van andere producten niet geviseerd kunnen worden door ministeriële besluiten waarbij, zonder dat er bij wet of koninklijk besluit nadere regels werden bepaald, maximumprijzen worden vastgesteld ? ». (...) III. In rechte (...) B.1. Titel VI van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten draagt als opschrift : « Economische zaken : prijsvaststelling van de in het raam van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering terugbetaalbare geneesmiddelen ».

Aan de bepalingen van die titel zijn niet alleen de geneesmiddelen bedoeld in artikel 1 van de wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies sluiten op de geneesmiddelen onderworpen, met uitzondering van de magistrale bereidingen en de veeartsenijkundige geneesmiddelen (artikel 313, § 1, 1°), maar ook « de door de Koning met toepassing van artikel 1bis van de voornoemde wet van 25 maart 1964Relevante gevonden documenten type wet prom. 25/03/1964 pub. 21/06/2011 numac 2011000361 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet op de geneesmiddelen type wet prom. 25/03/1964 pub. 11/12/2017 numac 2017031760 bron federaal agentschap voor geneesmiddelen en gezondheidsproducten Wet op de geneesmiddelen - Bekendmaking overeenkomstig artikel 13bis, § 2quinquies, laatste lid, van de geïndexeerde bedragen van de heffingen en retributies sluiten geheel of ten dele met geneesmiddelen gelijkgestelde voorwerpen, apparaten en substanties, die worden aangeduid door de Minister die de Economische Zaken onder zijn bevoegdheid heeft » (artikel 313, § 1, 2°).

Artikel 317 van de voormelde programmawet bepaalt : « De Minister kan maximumprijzen vaststellen in het algemeen voor de door hem aangeduide categorieën van geneesmiddelen.

Deze prijzen mogen lager zijn dan de prijzen toegepast op de datum van zijn beslissing ».

B.2. De prejudiciële vraag heeft betrekking op de machtiging die artikel 317 aan de bevoegde minister verleent. Meer bepaald vraagt de verwijzende rechter of die machtiging op discriminerende wijze afbreuk doet aan de waarborgen die door de artikelen 33 en 108 van de Grondwet worden geboden.

B.3. Artikel 33 van de Grondwet bepaalt : « Alle machten gaan uit van de Natie.

Zij worden uitgeoefend op de wijze bij de Grondwet bepaald ».

B.4. Artikel 108 van de Grondwet bepaalt : « De Koning maakt de verordeningen en neemt de besluiten die voor de uitvoering van de wetten nodig zijn, zonder ooit de wetten zelf te mogen schorsen of vrijstelling van hun uitvoering te mogen verlenen ».

B.5. Het Hof is niet bevoegd een bepaling te censureren die de bevoegdheidsverdeling tussen de wetgevende macht en de uitvoerende macht zou schenden, tenzij die schending indruist tegen de regels inzake de bevoegdheidsverdeling tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten of tenzij de wetgever, door de uitvoerende macht op te dragen een maatregel te nemen die niet onder zijn bevoegdheid valt, aldus een categorie van personen uitsluit van het optreden van een democratisch verkozen vergadering, waarin de Grondwet uitdrukkelijk voorziet.

B.6. De regels die de bevoegdheden verdelen tussen de Staat, de gemeenschappen en de gewesten zijn niet in het geding en evenmin is de aangelegenheid die het voorwerp uitmaakt van artikel 317 van de programmawet van 22 december 1989Relevante gevonden documenten type programmawet prom. 22/12/1989 pub. 14/11/2011 numac 2011000693 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Programmawet sluiten van dien aard dat de Grondwet uitdrukkelijk het optreden van een democratisch verkozen vergadering vereist.

B.7. Het Hof is derhalve niet bevoegd om op de prejudiciële vraag te antwoorden.

Om die redenen, het Hof stelt vast dat het niet bevoegd is om de prejudiciële vraag te beantwoorden.

Aldus uitgesproken in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/1989 pub. 18/02/2008 numac 2008000108 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet op het Arbitragehof sluiten op het Grondwettelijk Hof, op de openbare terechtzitting van 12 mei 2010.

De griffier, P.-Y. Dutilleux.

De voorzitter, M. Bossuyt.

^