Etaamb.openjustice.be
Protocol van 15 april 2021
gepubliceerd op 26 april 2021

Protocolakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen

bron
federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu
numac
2021031114
pub.
26/04/2021
prom.
15/04/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

15 APRIL 2021. - Protocolakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen


Memorie van toelichting Algemene Toelichting Zowel het contactonderzoek als de handhaving van de quarantaine en testing door de bevoegde gefedereerde entiteiten en de handhaving van de coronamaatregelen op de arbeidsplaats door de bevoegde sociaal inspecteurs spelen een belangrijke rol in de bestrijding van de COVID-19-pandemie.

De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (hierna ook verkort: RSZ) speelt een belangrijke ondersteunende rol in de strijd tegen het coronavirus COVID-19.

In opdracht van de bevoegde gefedereerde entiteiten (verwerkingsverantwoordelijken) verrijkt de RSZ zowel bepaalde besmettingsgegevens uit Gegevensbank I als bepaalde PLF-gegevens in het bijzonder met tewerkstellingsgegevens. Dit stelt de bevoegde gefedereerde entiteiten in staat om besmettingshaarden op de werkvloer beter te detecteren en waar nodig sneller op te treden en faciliteert de handhaving van de verplichte quarantaine en testing. De RSZ levert ook anonieme statistieken aan voor beleidsverantwoordelijken en onderzoekers.

Onverminderd de politionele handhaving, staan de sociaal inspecteurs ook in voor het toezicht op de naleving van de `COVID'-maatregelen op het werk. Ter ondersteuning van dit toezicht, worden bepaalde PLF-gegevens verrijkt met tewerkstellingsgegevens.

De doelstelling van het voorliggende protocolakkoord betreft de uitwerking van een rechtszeker en rechtsgeldig juridisch kader voor deze ondersteunende verwerkingen van persoonsgegevens door de essentiële elementen van deze verwerkingen te bepalen.

Artikelsgewijze toelichting Artikel 1 Deze bepaling bevat een aantal definities. De omschrijving van de samenwerkingsakkoorden van 25 augustus 2020 en 24 maart 2021 beogen te voorkomen dat door de herhaling ervan de tekst al te zwaar wordt. De begrippen "Gegevensbank I", "cluster", "collectiviteit", en "Personen Categorie II" hebben dezelfde betekenis als in het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten. Voor het begrippen "PLF" en "Gegevensbank PLF" wordt verwezen naar het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021. Tot slot wordt het identificatienummer van de sociale zekerheid gedefinieerd. Het INSZ-nummer is ofwel een rijksregisternummer ofwel een bis-nummer.

Art. 2.

Deze bepaling voorziet de essentiële elementen van de ondersteunende verwerkingen door de RSZ in de hoedanigheid van verwerker, van bepaalde persoonsgegevens van besmette personen uit Gegevensbank I, voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke, met het oog op het ondersteunen en opsporen van clusters en collectiviteiten.

Concreet ontvangt de RSZ dagelijks van Sciensano de index cases (identiteit van de besmette persoon, datum positieve test, postcode).

Vervolgens koppelt de RSZ de index cases met de tewerkstellingsgegevens van de betrokken werknemer of zelfstandige.

Dagelijks wordt het resultaat van deze verwerking aan de bevoegde regionale gezondheidsdiensten bezorgd. Het gaat om een lijst met de volgende informatie: - bij welk bedrijf en op welke locatie (werf/exploitatiezetel) een besmette persoon in de voorbije twee weken heeft gewerkt; - het aantal personen dat er in de voorbije dagen tewerkgesteld was; - hoeveel personen van het bedrijf of op de locatie de voorbije twee weken positief getest hebben; - of het bedrijf behoort tot de risicosectoren bepaald door de bevoegde regionale diensten; - aanvullende informatie zoals de naam van de onderneming, het adres en preventiediensten (als contactpersonen).

Een eerste essentieel element betreft de doeleinden van deze verwerking, meer bepaald het ondersteunen van het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten.

Verder worden de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke(n) aangewezen. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid treedt op als verwerker voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke.

Als derde essentieel element worden de categorieën van betrokkenen bepaald. Het betreft de "Personen Categorie II" voor zover de coronavirus COVID-19-test uitwees dat ze besmet zijn.

Voorts worden de categorieën van persoonsgegevens omschreven die worden verwerkt. Sciensano bezorgt aan de RSZ de volgende drie persoonsgegevens : het INSZ-nummer, de datum van de coronavirus COVID-19-test en de postcode.

Het INSZ-nummer is noodzakelijk voor een eenduidige identificatie van de betrokkene. Voor het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, is het noodzakelijk dat het resultaat van de verwerkingen aan de datum van een (positieve) COVID-19-test van de betrokken besmette persoon wordt gekoppeld. De mededeling van de postcode is noodzakelijk met het oog op het bepalen van de bevoegde gefedereerde entiteit. Deze gegevens zijn afkomstig uit de Gegevensbank I, waarvoor Sciensano de verwerkingsverantwoordelijke is.

Gegevensbank I is de gegevensbank waarin gegevens worden verwerkt in het kader van het uitvoeren van het contactonderzoek.

Deze 3 voormelde gegevens worden door de RSZ, in de hoedanigheid van verwerker, verwerkt, vergeleken en samengevoegd met bepaalde identificatie-, contact-, tewerkstellings- en verblijfsgegevens. Deze koppeling gebeurt met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, in het bijzonder deze die gerelateerd zijn aan tewerkstelling. Dit stelt de bevoegde gefedereerde entiteiten in staat om besmettingshaarden op de werkvloer beter te detecteren en op te volgen alsook om sneller de nodige maatregelen ter plaatse te treffen voor het indijken van coronavirus COVID-19 uitbraken en clusters.

Volledigheidshalve en teneinde misvattingen te vermijden, wordt onderlijnd dat de RSZ de voornoemde persoonsgegevens van besmette personen niet voor andere doeleinden verwerkt. De verwerkingen ter ondersteuning van het toezicht op de naleving van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, door de bevoegde sociaal inspecteurs, betreft een verrijking van bepaalde PLF-gegevens. Dit wordt verder verduidelijkt in de artikelsgewijze toelichting bij artikel 4.

Een vijfde essentieel element betreft de maximale bewaringstermijn.

Paragraaf 3 bepaalt vooreerst de maximale bewaringstermijn door de RSZ (verwerker) van de persoonsgegevens uit Gegevensbank I. Deze gegevens worden door de RSZ (verwerker) niet langer bewaard dan noodzakelijk en worden uiterlijk 14 kalenderdagen na ontvangst van deze gegevens verwijderd. De maximale bewaringstermijn stemt overeen met de maximale incubatietijd van het coronavirus COVID-19. Na uiterlijk 14 kalenderdagen worden de persoonsgegevens zodanig anoniem gemaakt dat de betrokkene niet (meer) identificeerbaar is en worden de ontvangen persoonsgegevens verwijderd. De anonieme gegevens worden verwerkt met het oog op wetenschappelijke of statistische studies inzake de verspreiding van het coronavirus COVID-19 en/of voor beleidsondersteuning op dit gebied, met inbegrip van epidemiologische monitoring door Sciensano. De algemene verordening gegevensbescherming heeft geen betrekking op de verwerking van dergelijke anonieme gegevens, onder meer voor statistische of onderzoeksdoeleinden.

Voorts wordt de bewaringstermijn voor de verwerkingsverantwoordelijken bepaald. De bevoegde gefedereerde entiteiten bewaren de persoonsgegevens die resulteren uit de verwerkingen - dit zijn de gegevens na verrijking door de RSZ - overeenkomstig artikel 15 van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten.

Art. 3.

Deze bepaling voorziet de essentiële elementen van de ondersteunende verwerkingen door de RSZ in de hoedanigheid van verwerker, van bepaalde gegevens uit de Gegevensbank PLF, voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke.

Concreet ontvangt de RSZ dagelijks bepaalde PLF-gegevens en koppelt deze met de tewerkstellingsgegevens van de betrokken werknemer of zelfstandige. Voor de werknemers of zelfstandigen die in het buitenland wonen of verblijven, zoals bijvoorbeeld seizoenarbeiders, worden de gegevens geaggregeerd op de verblijfplaats. Op deze wijze kunnen verblijfplaatsen met een potentieel gezondheidsrisico in kaart worden gebracht. Gelet op de vaak precaire verblijfssituatie van bijvoorbeeld seizoensarbeiders, is er een verhoogd risico op besmetting en verdere verspreiding van de cluster.

Voor dit type van verwerking werd een haalbaarheidsstudie uitgevoerd.

Pas recent heeft één van de bevoegde gefedereerde entiteiten formeel bevestigd deze verwerking in de nabije toekomst te willen implementeren, gelet op de epidemiologische situatie. Ook de andere gefedereerde entiteiten worden hierover bevraagd. Een gegevensbeschermingseffectenbeoordeling wordt opgesteld overeenkomstig artikel 35 en 36 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Een eerste essentieel element betreft de doeleinden van deze verwerking. Deze verwerking heeft een dubbele finaliteit: zowel de opsporing en het onderzoek van clusters en collectiviteiten als het handhaven van de verplichte quarantaine en testing.

Verder worden de verwerker en de verwerkingsverantwoordelijke(n) aangewezen. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid treedt op als verwerker voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke.

Als derde essentieel element worden de categorieën van betrokkenen bepaald. Het betreft de in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die werkzaamheden uitoefenen in België.

Deze categorie van personen verplaatst zich in het algemeen meer naar het buitenland (grotendeels verplaatsingen naar hun thuisland) en verblijft soms in omstandigheden die een potentieel gezondheidsrisico kunnen vormen. De bevoegde gefedereerde entiteiten beschikken in het algemeen over minder kwalitatieve contactgegevens over deze categorie van personen, ermee rekening houdende dat het PLF niet steeds correct en volledig wordt ingevuld. Deze omstandigheden maken dat zowel inzake het opsporen en vervolgen van clusters en collectiviteiten als inzake de handhaving van de quarantaine en testing bijzondere aandacht wordt besteed aan deze categorie van personen.

Vervolgens worden de categorieën van persoonsgegevens omschreven die worden verwerkt.

Het gaat om volgende persoonsgegevens uit de Gegevensbank PLF, waarvoor de dienst Saniport van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de verwerkingsverantwoordelijke is: 1° de naam en voornaam: noodzakelijk met het oog op een unieke identificatie van de betrokkene;2° geslacht: dit gegeven behoort tot de minimale identificatiegegevens om een persoon met voldoende zekerheid te kunnen identificeren, bij gebrek aan bestaand INSZ-nummer;3° geboortedatum, noodzakelijk met het oog op een unieke identificatie van de betrokkene;4° het INSZ-nummer, of voor de personen aan wie geen INSZ-nummer werd toegekend, hun paspoort-of identiteitskaartnummer, noodzakelijk met het oog op de unieke identificatie van de betrokkene;5° telefoonnummer(s), opdat men indien noodzakelijk de betrokkene kan bereiken.Het contacteren van bepaalde personen, via elke mogelijke manier van communicatie, waaronder telefonisch, per e-mail of via fysiek bezoek (in voorkomend geval bezoek aan de collectiviteit) is essentieel met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten. Ook voor de opvolging van de handhaving van de verplichte quarantaine en testing is het noodzakelijk dat de bevoegde gefedereerde entiteiten de betrokken personen kunnen contacteren om na te gaan of zij de quarantaine en testing naleven en om de verifiëren of alles goed met hen gaat; 6° verblijfsadres, is nodig in geval van fysiek bezoek (in voorkomend geval bezoek aan de collectiviteit) in het kader van het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten.Voor de handhaving van de verplichte quarantaine en testing is het noodzakelijk om te weten op welk adres de betrokkene in quarantaine wenst te verblijven; 7° e-mailadres: de mededeling van het e-mailadres is ingegeven door de noodzaak om personen in bepaalde situaties, met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, te bereiken via elk mogelijke manier van communicatie, waaronder ook per e-mail;8° aanduiding of betrokkene al dan niet langer dan 48 uur in België zal verblijven;gezien deze parameter bepalend is om te beslissen of de betrokkene al dan niet in quarantaine moet gaan en/of wanneer men zich moet laten testen; 9° aanduiding of het al dan niet een professionele reis betreft;dit gegeven is relevant gezien voor professionele reizen andere regels gelden op basis waarvan wordt beslist om al dan niet in quarantaine te gaan; 10° in voorkomend geval, het certificaatnummer van de professionele reis;dit gegeven is relevant aangezien de verklaring (op eer) van het professioneel karakter an sich niet volstaat. Zonder dit certificaatnummer kan een reis niet als professioneel beschouwd worden; 11° aanduiding of de betrokkene al dan niet een inwoner van België is; sommige regels inzake quarantaine en testing kunnen verschillen naargelang men al dan niet inwoner van België is; 12° aanduiding of betrokkene al dan niet 48 uren in het buitenland heeft verbleven;dit gegeven is ter zake dienend gezien de duur van het verblijf in het buitenland één van de bepalende factoren is voor de quarantaineverplichting; 13° land, en of landen en, in voorkomend geval, de regio of regio's in het buitenland waar betrokkene heeft verbleven;dit gegeven is relevant gezien er andere regels gelden naargelang de epidemiologische situatie van het betrokken land of regio; 14° begin- en einddatum van het verblijf in het buitenland, dit gegeven is een relevante indicator om de epidemiologische situatie op het moment van verblijf in het buitenland na te gaan, waardoor bijgevolg de COVID-19-maatregelen bij terugkeer in België kunnen verschillen;15° de datum van aankomst in België, is relevant aangezien de data van quarantaine en testing hierop geënt zijn. Deze 3 voormelde gegevens kunnen door de RSZ, in de hoedanigheid van verwerker voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, worden verwerkt, vergeleken en samengevoegd met bepaalde identificatie-, contact-, tewerkstellings- en verblijfsgegevens, met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, in het bijzonder deze die gerelateerd zijn aan tewerkstellingen, alsook met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing.

Paragraaf 3 voorziet in de mogelijkheid om de PLF-gegevens te verduidelijken, wijzigen of aanvullen bij uitvoerend samenwerkingsakkoord, en dit enkel in geval van wijziging van het PLF. In voorkomend geval, wordt voorafgaand aan de verwerking een nieuwe gegevensbeschermingseffectenbeoordeling uitgevoerd overeenkomstig artikelen 35 en 36 van de algemene verordening gegevensbescherming.

Een vijfde essentieel element betreft de maximale bewaringstermijn.

Paragraaf 4 bepaalt vooreerst de maximale bewaringstermijn door de RSZ (verwerker) van de persoonsgegevens afkomstig uit de Gegevensbank PLF. Deze gegevens worden door de RSZ (verwerker) niet langer bewaard dan noodzakelijk en worden uiterlijk 28 kalenderdagen na de datum van aankomst op het Belgisch grondgebied verwijderd. Deze maximale bewaringstermijn stemt overeen met de maximale bewaringstermijn van gegevens in de PLF-gegevensbank, bepaald bij artikel 7 van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021.

Voorts wordt de maximale bewaringstermijn van de resultaatgegevens voor de verwerkingsverantwoordelijken bepaald, in functie van het doeleinde van de verwerking. De maximale bewaring van de resultaatgegevens die worden verwerkt met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, geschiedt overeenkomstig artikel 15 van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten. De maximale bewaring van de resultaatgegevens die worden verwerkt met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing geschiedt overeenkomstig artikel 5 van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021.

Tot slot regelt paragraaf 5 de doorgifte van de resultaatsgegevens door de gefedereerde entiteiten aan de lokale overheden en door de gefedereerde entiteiten of de lokale overheden aan de politiediensten.

Dit gebeurt overeenkomstig artikel 3, § 2, van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 en overeenkomstig de regelgeving van de gefedereerde entiteiten.

Art. 4 Deze bepaling voorziet de essentiële elementen van de verdere verwerking door de RSZ in de hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke van bepaalde gegevens uit de Gegevensbank PLF, met het oog op de ondersteuning van het toezicht door de bevoegde sociaal inspecteurs op de naleving van de COVID-19-maatregelen op de arbeidsplaatsen.

Concreet ontvangt de RSZ dagelijks bepaalde PLF-gegevens, die hij koppelt aan de tewerkstellingsgegevens van de betrokken werknemer of zelfstandige. Deze personen worden ingedeeld in drie categorieën.

Een eerste categorie betreft de in het buitenland wonende of verblijvende werknemers of zelfstandigen die werkzaamheden uitvoeren in België, waaronder bijvoorbeeld de seizoensarbeiders. Een tweede categorie betreft de personen die in het systeem van aanwezigheidsregistratie (Check-in at Work) zijn aangegeven als effectief werkend in de sectoren bouw, vlees, land- en tuinbouw of schoonmaak. Een derde categorie omvat de overige personen die kunnen gekoppeld worden aan een onderneming of exploitatiezetel.

Een eerste essentieel element betreft de doeleinden van deze verwerking, meer bepaald het toezicht door de bevoegde sociaal inspecteurs op de naleving van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op de arbeidsplaatsen.

Verder wordt de verwerkingsverantwoordelijke aangeduid. De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid treedt op als verwerkingsverantwoordelijke voor deze verdere verwerking.

Als derde essentieel element worden de categorieën van betrokkenen bepaald. Het gaat om de personen die ertoe gehouden zijn het PLF in te vullen.

Vervolgens worden de categorieën van persoonsgegevens omschreven die worden verwerkt. Deze gegevens zijn beperkter dan de PLF-gegevens die in toepassing van artikel 3 worden verwerkt voor de bevoegde gefedereerde entiteiten, gelet op de verschillende doelstelling van de verwerking. Terwijl het verblijfsadres, de telefoonnummers en het e-mailadres ter zake dienend zijn om de betrokkene te kunnen bereiken met het oog op het onderzoek en de opsporing van clusters en collectiviteiten alsook met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing, zijn deze gegevens niet ter zake dienend voor de controles door de bevoegde sociaal inspecteurs op de naleving van de COVID-19-maatregelen op de arbeidsplaats.

Het gaat om volgende persoonsgegevens uit de Gegevensbank PLF, waarvoor de dienst Saniport van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, de verwerkingsverantwoordelijke is: 1° de naam en voornaam: noodzakelijk met het oog op een unieke identificatie van de betrokkene;2° geslacht: dit gegeven behoort tot de minimale identificatiegegevens om een persoon met voldoende zekerheid te kunnen identificeren, bij gebrek aan bestaand INSZ-nummer;3° geboortedatum, noodzakelijk met het oog op een unieke identificatie van de betrokkene;4° het INSZ-nummer, of voor de personen aan wie geen INSZ-nummer werd toegekend, hun paspoort-of identiteitskaartnummer, noodzakelijk met het oog op de unieke identificatie van de betrokkene;5° aanduiding of betrokkene al dan niet langer dan 48 uur in België zal verblijven: dit gegeven wordt gebruikt als filter opdat de persoonsgegevens van personen die niet langer dan 48 uur in België verblijven niet worden verwerkt;6° aanduiding of het al dan niet een professionele reis betreft;dit gegeven is relevant gezien voor professionele reizen andere regels gelden op basis waarvan wordt beslist om al dan niet in quarantaine te gaan. Personen die in quarantaine zijn, kunnen telewerken, indien de functie telewerkbaar is, maar mogen zich in beginsel niet op de arbeidsplaats begeven, tenzij voor hen een uitzondering geldt; 7° in voorkomend geval, het certificaatnummer van de professionele reis;dit gegeven is relevant aangezien de verklaring (op eer) van het professioneel karakter an sich niet volstaat. Zonder dit certificaatnummer kan een reis niet als professioneel beschouwd worden; 8° aanduiding of de betrokkene al dan niet een inwoner van België is; sommige regels inzake quarantaine en testing kunnen verschillen naargelang men al dan niet inwoner van België is. Personen die in quarantaine zijn, kunnen telewerken, indien de functie telewerkbaar is, maar mogen zich in beginsel niet op de arbeidsplaats begeven, tenzij voor hen een uitzondering geldt; 9° aanduiding of betrokkene al dan niet 48 uren in het buitenland heeft verbleven;dit gegeven is ter zake dienend gezien de duur van het verblijf in het buitenland één van de bepalende factoren is voor de quarantaineverplichting. Personen die in quarantaine zijn, kunnen telewerken, indien de functie telewerkbaar is, maar mogen zich in beginsel niet op de arbeidsplaats begeven, tenzij zij tot de uitzondering behoren; 10° land, en of landen en, in voorkomend geval, de regio of regio's in het buitenland waar betrokkene heeft verbleven;dit gegeven is relevant gezien er andere regels gelden naargelang de epidemiologische situatie van het betrokken land of regio; 11° begin- en einddatum van het verblijf in het buitenland, dit gegeven is een relevante indicator om de epidemiologische situatie op het moment van verblijf in het buitenland na te gaan, waardoor bijgevolg de COVID-19-maatregelen bij terugkeer in België kunnen verschillen;12° aankomstdatum in België, is relevant aangezien de data van quarantaine en testing hierop geënt zijn. Deze selectie van PLF-gegevens wordt door de RSZ gekoppeld aan identificatie-, contact-, en tewerkstellingsgegevens met het oog op het toezicht door de bevoegde sociaal inspecteurs op de naleving van de maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19 op de arbeidsplaatsen. Hierbij dient te worden benadrukt dat het steeds gaat om indicaties, die door de sociaal inspecteurs steeds ter plaatse worden geverifieerd en waarbij de betrokkenen de gelegenheid hebben hun standpunt kenbaar te maken. Bij de individuele besluitvorming is steeds een substantiële menselijke tussenkomst, waarbij naast met de indicaties resulterend uit de verwerking ook andere elementen in overweging worden genomen. Voor de vaststelling van inbreuken is steeds de tussenkomst van bevoegde ambtenaren vereist.

Een vijfde essentieel element betreft de maximale bewaringstermijn, zowel van de PLF-gegevens als van de persoonsgegevens van de resultaatverwerkingen. Paragraaf 4 voorziet dat de RSZ en de bevoegde sociaal inspecteurs deze gegevens niet langer bewaren dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt. Deze persoonsgegevens worden door de RSZ vernietigd uiterlijk 28 dagen na de datum van aankomst van de betrokkene op het Belgisch grondgebied. Deze maximale bewaringstermijn stemt overeen met de maximale bewaringstermijn van de PLF-gegevens in de PLF-gegevensbank, bepaald bij artikel 7 van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021.

Tot slot regelt paragraaf 5 de doorgifte door de RSZ van de persoonsgegevens die resulteren uit deze verwerking. De RSZ kan de resultaatsgegevens enkel meedelen aan de sociaal inspecteurs van de andere diensten en instellingen die overeenkomstig artikel 17, § 2, eerste lid van het Sociaal Strafwetboek bevoegd zijn voor het toezicht op de naleving van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te beperken op de arbeidsplaats en dit enkel voor dezelfde doelstelling van dit toezicht. Het gaat om de sociaal inspecteurs van de volgende diensten en instellingen: de Algemene Directie Toezicht op de Sociale Wetten van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (FOD WASO), de Algemene Directie Toezicht op het Welzijn op het Werk van de FOD WASO, de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA), FEDRIS, het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering (RIZIV) en het Rijksinstituut voor de sociale verzekering der zelfstandigen (RSVZ). Deze doorgifte is gerechtvaardigd aangezien ook de sociaal inspecteurs van deze diensten en instellingen bevoegd zijn voor het betreffende toezicht, en er ook gezamenlijke controles worden uitgevoerd door sociaal inspecteurs van verschillende instellingen.

Art. 5.

Deze bepaling draagt de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid op om toezicht de houden op de uitvoering en naleving van de bepalingen van het protocolakkoord en om aanpassingen voor te stellen.

Art. 6.

Deze bepaling verduidelijkt dat dit protocolakkoord geen samenwerkingsakkoord is zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten. Protocolakkoorden zijn nochtans een belangrijk instrument van samenwerking. De partijen streven ernaar om, op basis van de bepalingen van dit protocolakkoord, een samenwerkingsakkoord te sluiten.

Art. 7.

Dit artikel bepaalt de inwerkingtreding en de buitenwerkingtreding van de bepalingen van dit protocolakkoord. Dit protocolakkoord treedt in werking op de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad, met uitzondering van artikel 4. Deze bepaling heeft net zoals artikel 8 van het ministerieel besluit van 12 januari 2021Relevante gevonden documenten type ministerieel besluit prom. 12/01/2021 pub. 12/01/2021 numac 2021030118 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Ministerieel besluit houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken sluiten houdende wijziging van het ministerieel besluit van 28 oktober 2020 houdende dringende maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, uitwerking met ingang van 12 januari 2021.

15 APRIL 2021. - Protocolakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen Overwegende Verordening (EG) nr. 2016/679 van het Europese Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van richtlijn 95/48/EG;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, artikelen 5, § 1, I en 6bis, § 2, 1° en 2°, en 92bis;

Overwegende het feit dat de Gemeenschappen en Gewesten in het algemeen bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid;

Overwegende dat een aantal materies met betrekking tot het gezondheidsbeleid tot de bevoegdheid blijven behoren van de Federale Staat;

Gelet op het Samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten tussen de Federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers;

Gelet op de wet van 4 augustus 1996Relevante gevonden documenten type wet prom. 04/08/1996 pub. 08/06/2005 numac 2005015073 bron federale overheidsdienst buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende instemming met de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Republiek Gabon tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, ondertekend te Brussel op 14 januari 1993 type wet prom. 04/08/1996 pub. 24/07/1997 numac 1996015142 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking Wet houdende goedkeuring van de Overeenkomst tussen het Koninkrijk België en de Arabische Republiek Egypte tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen, ondertekend te Kaïro op 3 januari 1991 type wet prom. 04/08/1996 pub. 21/10/1999 numac 1999015088 bron ministerie van buitenlandse zaken, buitenlandse handel en internationale samenwerking Wet houdende instemming met het Protocol tussen de regering van het Koninkrijk België en de regering van de Franse Republiek betreffende het kraamgeld, ondertekend te Brussel op 26 april 1993 sluiten betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk;

Overwegende het schrijven van de Gegevensbeschermingsautoriteit van 2 februari 2021 aan alle Belgische regeringen en parlementen waarin ze vraagt erop toe te zien dat de maatregelen die worden genomen in de strijd tegen het coronavirus de fundamentele gegevensbeschermingsbeginselen eerbiedigen;

Overwegende de noodzaak van een rechtszeker en rechtsgeldig juridisch kader inzake de verwerkingen van persoonsgegevens in het kader van de strijd tegen de verspreiding van het coronavirus COVID-19;

Overwegende dat de essentiële elementen van dergelijke verwerking van persoonsgegevens krachtens artikel 6.3 algemene verordening gegevensbescherming, samen gelezen met artikel 22 van de Grondwet en artikel 8 van het EVRM duidelijk en nauwkeurig moeten worden bepaald;

Overwegende dat dit protocolakkoord tot stand is gekomen met respect voor de bevoegdheidsverdeling die krachtens de bijzondere wet tot hervorming der instellingen aan de verschillende bevoegdheidsniveaus werden toegekend dankzij een intense samenwerking in de schoot van de Interministeriële Conferentie die kadert in een lange traditie van samenwerking binnen de Interministeriële Conferentie Volksgezondheid tussen de verschillende bevoegdheidsniveaus van ons land;

Overwegende dat zowel het contactonderzoek als de handhaving van de coronamaatregelen op de arbeidsplaats van vitaal belang zijn voor de volksgezondheid en voor het vermijden van een heropflakkering van de COVID-19-pandemie;

De Federale Staat, vertegenwoordigd door de Federale Regering, in de persoon van Alexander De Croo, Eerste minister, en Frank Vandenbroucke, Vice-eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door de Vlaamse Regering, in de persoon van Jan Jambon, Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management, en Wouter Beke, Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding;

Het Waalse Gewest, vertegenwoordigd door zijn regering, in de persoon van Elio Di Rupo, Minister-President van de Waalse Regering en Christie Morreale, Vice-Minister-President van de Waalse Regering en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door zijn regering in de persoon van Oliver Paasch, Minister-President en Minister van Lokale Besturen en Financiën en Antonios Antoniadis, Vice-Minister-President en Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting;

De Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, vertegenwoordigd door het Verenigd College in de persoon van Rudi Vervoort, Voorzitter van het Verenigd College en Alain Maron en Elke Van Den Brandt, leden belast met Gezondheid en Welzijn;

Hierna gezamenlijk de Partijen genoemd; zijn overeengekomen wat volgt:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit protocolakkoord wordt verstaan onder: 1° " samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten": het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten tussen de Federale staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die (vermoedelijk) met het coronavirus COVID19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano;2° "samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021": het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waals Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende de gegevensoverdracht van noodzakelijke gegevens naar de gefedereerde entiteiten, de lokale overheden of politiediensten met als doel het handhaven van de verplichte quarantaine of testing van de reizigers komende van buitenlandse zones bij wie een quarantaine of testing verplicht is bij aankomst in België;3° "Gegevensbank I": de gegevensbank opgericht bij Sciensano bedoeld in artikel 1, § 1, 6°, van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;4° "cluster": een concentratie van personen besmet of mogelijks besmet met het coronavirus COVID-19 in collectiviteiten bedoeld in artikel 1, § 1, 2°, van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;5° "collectiviteit": een gemeenschap van personen met betrekking tot dewelke de bevoegde gezondheidsinspecties oordelen dat er een verhoogd risico op de verspreiding van het coronavirus COVID-19 bestaat, bedoeld in artikel 1, § 1, 3°, van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;6° "Personen Categorie II": de personen bij wie een coronavirus COVID-19-test is uitgevoerd bedoeld in artikel 1, § 1, 14°, van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten;7° "Passenger Locator Form (PLF)": formulier dat reizigers voorafgaand aan hun reis dienen in te vullen en in voorkomend geval voor te leggen aan de vervoerder voorafgaand aan boarding bedoeld in artikel 1, 1°, van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021; 8 ° "Gegevensbank PLF": de databank, opgericht bij de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu, bedoeld in artikel 1, 4°, van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021; 9° "INSZ-nummer": het identificatienummer bedoeld in artikel 8, § 1, 1° of 2°, van de wet van 15 januari 1990Relevante gevonden documenten type wet prom. 15/01/1990 pub. 08/07/2010 numac 2010000396 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten houdende oprichting en organisatie van een Kruispuntbank van de sociale zekerheid.

Art. 2.§ 1. Met het oog op het ondersteunen van het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten kan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in de hoedanigheid van verwerker ten behoeve van de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke, de in paragraaf 2 bepaalde persoonsgegevens uit Gegevensbank I van Personen Categorie II voor zover de coronavirus COVID-19-test uitwees dat ze besmet zijn, verwerken, samenvoegen en vergelijken met identificatie-, contact-, tewerkstellings- en verblijfsgegevens. § 2. De persoonsgegevens afkomstig uit Gegevensbank I, bedoeld in paragraaf 1, betreffen: 1° het INSZ-nummer;2° de datum van de coronavirus COVID-19-test;3° de postcode. § 3. De persoonsgegevens uit Gegevensbank I worden door de voormelde Rijksdienst niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt en worden uiterlijk 14 kalenderdagen te rekenen vanaf de datum van ontvangst van deze persoonsgegevens verwijderd.

De bevoegde gefedereerde entiteiten bewaren de persoonsgegevens die resulteren uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1 overeenkomstig artikel 15 van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten.

Art. 3.§ 1. Met het oog op het ondersteunen van het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten en met het oog op het handhaven van de verplichte quarantaine en testing kan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in de hoedanigheid van verwerker ten behoeve van de bevoegde gefedereerde entiteiten, die ieder voor hun bevoegdheid, optreden als verwerkingsverantwoordelijke, de in paragraaf 2 bepaalde persoonsgegevens afkomstig uit de gegevensbank PLF van de in het buitenland wonende of verblijvende werknemers en zelfstandigen die werkzaamheden uitoefenen in België, verwerken, samenvoegen en vergelijken met identificatie-, contact-, tewerkstellings- en verblijfsgegevens. § 2. De persoonsgegevens afkomstig uit de gegevensbank PLF bedoeld in paragraaf 1, betreffen: 1° naam en voornaam;2° geslacht;3° geboortedatum;4° het INSZ-nummer of, voor de personen aan wie geen INSZ-nummer werd toegekend, paspoort- of identiteitskaartnummer;5° telefoonnummer(s);6° verblijfsadres;7° e-mailadres;8° aanduiding of betrokkene al dan niet langer dan 48 uur in België zal verblijven;9° aanduiding of het al dan niet een professionele reis betreft;10° in voorkomend geval, het certificaatnummer van de professionele reis;11° aanduiding of betrokkene al dan niet een inwoner van België is;12° aanduiding of betrokkene al dan niet 48 uren in het buitenland heeft verbleven;13° land of landen en, in voorkomend geval, de regio of regio's in het buitenland waar betrokkene heeft verbleven;14° begin- en einddatum van het verblijf in het buitenland;15° aankomstdatum in België. § 3. In overeenstemming met artikel 1, § 5, van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 en onverminderd de toepassing van artikel 1, §§ 1, 2, en 3, van hetzelfde samenwerkingsakkoord kunnen de partijen, in geval van wijziging van het PLF, de persoonsgegevens bedoeld in paragraaf 2, verduidelijken, wijzigen of aanvullen bij uitvoerend samenwerkingsakkoord zoals voorzien in artikel 92bis, § 1, derde lid, van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen. § 4. De persoonsgegevens afkomstig uit de gegevensbank PLF worden door de voormelde Rijksdienst niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt en worden gewist uiterlijk 28 kalenderdagen na de datum van aankomst van de betrokkene op het Belgisch grondgebied.

De bevoegde gefedereerde entiteiten bewaren de persoonsgegevens die resulteren uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1 en die zij verwerken met het oog op het opsporen van clusters en collectiviteiten overeenkomstig artikel 15 van het samenwerkingsakkoord van 25 augustus 2020Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 25/08/2020 pub. 15/10/2020 numac 2020010437 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, het Waalse Gewest, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, betreffende de gezamenlijke gegevensverwerking door Sciensano en de door de bevoegde gefedereerde entiteiten of door de bevoegde agentschappen aangeduide contactcentra, gezondheidsinspecties en mobiele teams in het kader van een contactonderzoek bij personen die met het coronavirus COVID-19 besmet zijn op basis van een gegevensbank bij Sciensano sluiten.

De bevoegde gefedereerde entiteiten bewaren de persoonsgegevens die resulteren uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1 en die zij verwerken met het oog op het handhaven van de verplichte quarantaine en testing overeenkomstig artikel 5 van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021. § 5. De persoonsgegevens die resulteren uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1 mogen, overeenkomstig artikel 3, § 2, van het samenwerkingsakkoord van 24 maart 2021 en de regelgeving van de gefedereerde entiteiten, door de gefedereerde entiteiten worden meegedeeld aan de lokale overheden en door de gefedereerde entiteiten en de lokale overheden aan de politiediensten, die deze persoonsgegevens verder mogen verwerken met het oog op de opvolging en de handhaving van de verplichte quarantaine en testing.

Art. 4.§ 1. Met het oog op het toezicht op de arbeidsplaatsen bedoeld in artikel 16, 10°, van het Sociaal Strafwetboek door de sociaal inspecteurs bedoeld in artikel 17, § 2, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek op de naleving van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken, mag de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, in de hoedanigheid van verwerkingsverantwoordelijke, de in paragraaf 2 bepaalde persoonsgegevens uit de gegevensbank PLF van personen die ertoe gehouden zijn het PLF in te vullen verder verwerken, samenvoegen en vergelijken met identificatie-, contact-, en tewerkstellingsgegevens. § 2. De persoonsgegevens afkomstig uit de gegevensbank PLF bedoeld in paragraaf 1, betreffen: 1° naam en voornaam;2° geslacht;3° geboortedatum;4° INSZ-nummer, of, voor de personen aan wie geen dergelijk INSZ-nummer werd toegekend: het paspoort- of identiteitskaartnummer;5° aanduiding of betrokkene al dan niet langer dan 48 uur in België zal verblijven;6° aanduiding of het al dan een professionele reis betreft;7° in voorkomend geval, het certificaatnummer van de professionele reis;8° aanduiding of betrokkene al dan niet een inwoner van België is;9° aanduiding of betrokkene al dan niet 48 uren in het buitenland heeft verbleven;10° land of landen en in voorkomend geval de regio of regio's waar betrokkene in het buitenland heeft verbleven;11° begin- en einddatum van het verblijf in het buitenland;12° aankomstdatum in België. § 3. De persoonsgegevens die voortkomen uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1, kunnen door de voormelde Rijksdienst enkel worden meegedeeld aan de sociaal inspecteurs van de diensten of instellingen bedoeld in artikel 17, § 2, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek, die belast zijn met het toezicht op de naleving op de arbeidsplaatsen van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 te beperken voor het verwerkingsdoeleinde bepaald in paragraaf 1. § 4. De persoonsgegevens afkomstig uit de PLF-gegevensbank bedoeld in paragraaf 2 en de persoonsgegevens die voortkomen uit de verwerkingen bedoeld in paragraaf 1 worden door de voormelde Rijksdienst en door de bevoegde sociaal inspecteurs bedoeld in artikel 17, § 2, eerste lid, van het Sociaal Strafwetboek niet langer bewaard dan noodzakelijk voor de doeleinden waarvoor zij worden verwerkt en worden vernietigd uiterlijk 28 dagen na de datum van aankomst van de betrokkene op het Belgisch grondgebied.

Art. 5.§ 1. De Interministeriële conferentie Volksgezondheid houdt toezicht op de uitvoering en naleving van dit protocolakkoord en legt, indien nodig, voorstellen tot aanpassing voor. § 2. De Interministeriële conferentie Volksgezondheid komt bijeen zodra een partij bij het protocolakkoord daarom verzoekt.

Art. 6.Onderhavig protocolakkoord is geen samenwerkingsakkoord zoals bedoeld in artikel 92bis van de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming van de instellingen. Partijen streven ernaar om, op basis van de bepalingen van dit protocolakkoord, een samenwerkingsakkoord te bereiken.

Art. 7.Dit protocolakkoord treedt in werking op de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt, met uitzondering van artikel 4 dat uitwerking heeft met ingang van 12 januari 2021.

Dit protocolakkoord houdt op uitwerking te hebben op de dag waarop een samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap, het Waalse Gewest en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende bijzondere verwerkingen met het oog op het opsporen en onderzoeken van clusters en collectiviteiten, met het oog op de handhaving van de verplichte quarantaine en testing en met het oog op het toezicht op de naleving door de bevoegde sociaal inspecteurs van de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus COVID-19 tegen te gaan op de arbeidsplaatsen in werking treedt.

Gedaan te Brussel, op 15 april 2021, in één origineel exemplaar.

De Eerste Minister, A. DE CROO De Vice-eerste Minister en Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Fr. VANDENBROUCKE De Minister-President van de Vlaamse Regering en Vlaams Minister van Buitenlandse Zaken, Cultuur, ICT en Facilitair Management van de Vlaamse Regering, J. JAMBON De Vlaamse Minister van Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding van de Vlaamse Regering, W. BEKE De Minister-President van de Waalse Regering, E. DI RUPO De Vice-Minister-President en Minister van Werk, Vorming, Gezondheid, Sociale Actie, Gelijke Kansen en Vrouwenrechten van de Waalse Regering, Ch. MORREALE De Minister-President en Minister van Lokale Besturen en Financiën van de Duitstalige Gemeenschap, O. PAASCH De Vice-Minister-President en Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting van de Regering van de Duitstalige Gemeenschap, A. ANTONIADIS De Voorzitter van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, R. VERVOORT De Minister, lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, A. MARON De Minister, lid van het Verenigd College van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie, belast met Gezondheid en Welzijn, E. VAN DEN BRANDT

^