Etaamb.openjustice.be
Protocol van 18 juli 2002
gepubliceerd op 03 oktober 2002

Protocol tussen de Federale Staat en de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap inzake de invoering van sociale clausules in de door een federaal organisme gegunde overheidsopdrachten

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
2002022683
pub.
03/10/2002
prom.
18/07/2002
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN, VOLKSGEZONDHEID EN LEEFMILIEU


18 JULI 2002. -Protocol tussen de Federale Staat en de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap inzake de invoering van sociale clausules in de door een federaal organisme gegunde overheidsopdrachten


Gelet op het artikel 35 van de Grondwet en de overgangsbepaling bij dit artikel;

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de wet van 8 augustus 1988, inzonderheid artikel 92bis , § 1;

Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse instellingen, inzonderheid op artikel 42;

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming van de instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, gewijzigd bij de wet van 18 juli 1990, inzonderheid op artikel 55bis ;

Gelet op het decreet van de Waalse Gewestraad van 6 mei 1999 en het decreet van de Duitstalige gemeenschapsraad van 10 mei 1999 houdende de uitoefening door de Duitstalige Gemeenschap van de bevoegdheden van het Waalse Gewest inzake Tewerkstelling en Opgravingen.

Gelet op het decreet van de Duitstalige gemeenschapsraad van 17 januari 2000 houdende de oprichting van een dienst voor arbeidsbemiddeling in de Duitstalige Gemeenschap Overwegende dat dit protocol van akkoord het resultaat is van overleg tussen de Federale Staat en de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap;

Overwegende dat de Federale Staat zich in artikel 13, § 2, van het samenwerkingsakkoord betreffende de sociale economie van 4 juli 2000 ertoe verbonden heeft de wettelijke mogelijkheden inzake de invoering van sociale clausules binnen het kader van de uitvoeringsvoorwaarden voor overheidsopdrachten te onderzoeken en een voorstel uit te werken;

Overwegende dat dit akkoord tot doel heeft gevolg te geven aan de verbintenis om, ter uitvoering van de beslissing genomen tijdens de Ministerraad van 9 november 2001, een begeleidingscommissie uit te werken, die zal instaan voor de uitvoering, de opvolging en de controle van de sociale clausules;

Overwegende dat deze begeleidingscommissie slechts echt doeltreffend zal zijn op voorwaarde dat de gewestelijke en gemeenschapsinstellingen inzake tewerkstelling en, indien van toepassing, beroepsopleiding, met name het Arbeitsamt, de BGDA-ORBEm, het FOREm en de VDAB, daaraan meewerken;

Overwegende dat de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap bevoegd zijn inzake tewerkstelling en, indien van toepassing, beroepsopleiding;

Overwegende dat voor de goede werking van deze procedure ze daarenboven in gans het land op een eenvormige manier moet worden toegepast;

Overwegende dat de Gewesten hun eigen initiatieven inzake sociale clausules reeds hebben ontwikkeld, waarvoor de tussenkomst van de bevoegde instellingen nodig is; 1. Voorstelling van het dispositief 1.1. De Federale Staat heeft zich in artikel 13, § 2, van het samenwerkingsakkoord betreffende de sociale economie van 4 juli 2000 ertoe verbonden de wettelijke mogelijkheden voor de invoering van sociale clausules in overheidsopdrachten te onderzoeken en een voorstel uit te werken; 1.2. Een voorstel in die zin werd de Ministerraad van 9 november 2001 voorgelegd en goedgekeurd. 1.3. De sociale clausule heeft betrekking op overheidsopdrachten van de Regie der Gebouwen voor een bedrag hoger dan 272.682,88 EUR en waarvan de duur 60 werkdagen overschrijdt. Ze voorziet in de indienstneming van werknemers tot 5 % van de loonmassa voor elke bedoelde bouwplaats. 1.4. De invoeging van een sociale clausule in de overeenkomst betreffende de overheidsopdracht wordt de Regie der Gebouwen betekend door middel van een ministeriële omzendbrief. 1.5. De informatie, de steun voor de uitvoering, de controle, de opvolging en de evaluatie van de sociale clausule worden door de opdrachtgever aan de begeleidingscommissie gedelegeerd. 2. De Begeleidingscommissie zal als volgt worden samengesteld : 1° een vertegenwoordiger van de gewestelijke en gemeenschapsinstelling inzake tewerkstelling en, indien van toepassing, beroepsopleiding;2° de begeleidingsstructuur. Deze zal als volgt worden samengesteld : - een vertegenwoordiger van de cel sociale economie - een vertegenwoordiger van de juridische dienst van de Tewerkstelling departement - een vertegenwoordiger van de Regie der Gebouwen 3. Verbintenis van de Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap 3.1. De Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap verbinden zich ertoe iemand aan te duiden, die in verbinding met de Begeleidingscommissie zal staan. 3.2. De Gewesten en de Duitstalige Gemeenschap verbinden zich ertoe de instellingen bevoegd inzake tewerkstelling en, indien van toepassing, beroepsopleiding, met name het Arbeitsamt, de BGDA-ORBEm, het FOREm en de VDAB, in te lichten en te betrekken over de invoering van de sociale clausule. 3.3. In dit kader, zullen de bevoegde instellingen belast worden met verschillende uit te voeren missies. Deze zullen niet verschillen van hun gewoonlijke activiteiten. De instellingen zullen de volgende taken moeten vervullen : 1° het organiseren van een selectie van werknemers op basis van de sociale planning die door de begeleidingsstructuur werd geleverd;2° werknemers aan de opdrachtnemer en/of aan zijn onderaannemers voorstellen, naar gelang van de sociale planning of bij de voortijdige beëindiging van een arbeidscontract;3° de opdrachtnemer of zijn onderaannemer inlichten over de eventuele steunmaatregelen inzake tewerkstelling waarvan ze zouden kunnen genieten;4° met de Begeleidingsstructuur de nodige informatie uit te wisselen voor de evaluatie van de maatregel, twee jaar na de toepassing ervan. Deze informatie moet algemeen en naamloos zijn maar niettemin relevant zijn voor een correcte kwantitatieve en kwalitatieve evaluatie van de invloed van de maatregel. 3.4. De gewestelijke of gemeenschapsinstelling zal de raamovereenkomst die werd gesloten met de opdrachtnemende onderneming medeondertekenen. 4. De Begeleidingsstructuur 4.1. Volgende taken en opdrachten van de Begeleidingscommissie werden overeengekomen : 1° ten behoeve van het doelpubliek en de ondernemingen informatiebrochures uit te werken;2° een dialoog aan te gaan met de beroepsorganisaties;3° instaan voor informatie, coördinatie, opvolging en controle van de uitvoering in verband met de sociale clausule.In die zin staat ze de opdrachtgever bij voor zijn opdracht van toezicht op de uitvoering van de overeenkomst betreffende de overheidsopdracht; 4° de opdrachtnemer (en/of zijn onderaannemers) bijstaan in de uitvoering van de sociale clausule, in het bijzonder door middel van opvolging van de informatie en controle;5° de opdrachtgever (de leidend ambtenaar) inlichten over alle tekortkomingen betreffende de sociale clausule op basis van de door de opdrachtnemer en de gemeenschappelijke en gewestelijke instellingen verschafte informatie;6° het eindverslag van de arbeidsovereenkomst opstellen op basis van de fiches die zijn overhandigd door de betrokken werknemer en op basis van de fiches en de commentaar van de begeleiders-voogd 7° een evaluatie over het systeem twee jaren na de invoering van deze sociale clausule in te stellen op basis van de uitgewisseld informatie en in samenwerking met een onafhankelijke studiedienst. 4.2. Om deze controleopdracht te kunnen vervullen, wijst de Begeleidingsstructuur gemandateerde afgevaardigden aan. Overeenkomstig artikelen 1 en 2 van de algemene aannemingsvoorwaarden van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en concessies voor openbare werken, als bijlage bij het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, zijn deze personen gemachtigd om de bouwplaats op eigen verantwoordelijkheid te betreden om hun opdracht van opvolging van de sociale clausules te kunnen vervullen. 5. Uitvoering van onderhavig protocol De protocolsluitende overheden verbinden zich ertoe de bepalingen van dit protocol onverwijld uit te voeren. Aldus gesloten te Brussel, op 18 juli 2002.

Voor de federale Regering : De Vice-Eerste Minister, Minister van Werkgelegenheid en Gelijke Kansenbeleid, Mevr. L. ONKELINX De Vice-Eerste Minister, Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie, J. VANDE LANOTTE Voor de Vlaamse Regering : De Minister van Werkgelegenheid en Toerisme, R. LANDUYT Voor de Waalse Regering : De Minister van Tewerkstelling en Vorming, Mevr. M. ARENA Voor de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest : De Minister van Tewerkstelling, Economie, Energie en Huisvesting, E. TOMAS Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President en Minister van Werkgelegenheid, Gehandicaptenbeleid, Media en Sport, K.-H. LAMBERTZ Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld

^