Etaamb.openjustice.be
Protocol van 28 november 2018
gepubliceerd op 05 februari 2019

Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden betreffende het beheer en de financiering van de applicatie voor de financiering van de rust- en verzorgingstehuizen, rustoorden voor bejaarden, centra voor dagverzorging, revalidatiecentra, psychiatrische verzorgingstehuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en palliatieve dagcentra

bron
rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering
numac
2019010471
pub.
05/02/2019
prom.
28/11/2018
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

RIJKSINSTITUUT VOOR ZIEKTE- EN INVALIDITEITSVERZEKERING


28 NOVEMBER 2018. - Protocolakkoord tussen de Federale Regering en de in de artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden betreffende het beheer en de financiering van de applicatie voor de financiering van de rust- en verzorgingstehuizen, rustoorden voor bejaarden, centra voor dagverzorging, revalidatiecentra, psychiatrische verzorgingstehuizen en multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en palliatieve dagcentra (RVT)


Gelet op de respectieve bevoegdheden waarover de Federale Staat en de in artikelen 128, 130, 135 en 138 van de Grondwet bedoelde overheden, hierna de Gemeenschappen/Gewesten genoemd, beschikken met betrekking tot het te voeren ouderenzorgbeleid;

Gelet op de persoonsgebonden bevoegdheden betreffende het te voeren ouderenzorgbeleid;

Overwegende dat in het kader van de zesde Staatshervorming nieuwe bevoegdheden op het vlak van gezondheid (krachtens de Bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming) naar de deelstaten werden overgedragen;

Overwegende dat bepaalde materies betreffende het gezondheidsbeleid (krachtens de Bijzondere wet van 6 januari 2014Relevante gevonden documenten type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200341 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Bijzondere wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014021007 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 77 van de Grondwet type wet prom. 06/01/2014 pub. 31/01/2014 numac 2014200332 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet met betrekking tot de Zesde Staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet sluiten met betrekking tot de Zesde Staatshervorming) onder de bevoegdheid van de federale overheid blijven ressorteren;

Overwegende dat, gezien de einddatum van de overgangsperiode (31/12/2018), het technisch niet haalbaar is om een samenwerkingsakkoord af te sluiten, en het raadzaam is om voor de komende jaren als voorlopige oplossing over te gaan tot een protocolakkoord;

Overwegende dat RVT een informaticatoepassing is voor het beheren van de processen voor de financiering van de Rust- en Verzorgingstehuizen, Rustoorden voor Bejaarden, Centra voor Dagverzorging, Revalidatiecentra, Psychiatrische Verzorgingstehuizen en Multidisciplinaire begeleidingsequipes voor palliatieve verzorging en palliatieve dagcentra (quota, einde loopbaan, forfait, derde luik) die voortvloeien uit de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994, en uit de programmawet van 2 januari 2001 en onder welke benaming dan ook vanaf 1 januari 2019 al dan niet geheel of gedeeltelijk worden overgenomen in de regionale regelgeving;

Overwegende dat dit akkoord bedoeld is om te bepalen hoe het onderhoud, de exploitatie en de ontwikkelingen van de door de ondertekenende partijen gebruikte informaticatoepassing RVT beheerd en gefinancierd worden;

Is er het volgende beslist: TITEL I. - Algemeen

Artikel 1.In dit Protocol wordt verstaan: a) onder "RIZIV", het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering bedoeld in artikel 10 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen gecoördineerd op 14 juli 1994;b) onder "RVT", een informaticatoepassing voor het beheren van de processen voor de financiering van de Rust- en Verzorgingstehuizen (einde loopbaan, forfait, derde luik, quota) en andere voorzieningen;c) onder "RaaS", RVT-as-a-Service, het project om de applicatie RVT aan te passen aan de noden van de ondertekenende partijen van dit protocol.

Art. 2.De ondertekenende partijen beslissen om vanaf 1 januari 2019 gebruik te maken van een unieke en gemeenschappelijke versie van de applicatie RVT (met uitzondering van de Vlaamse Gemeenschap die de applicatie RVT reeds zal gebruiken vanaf 1 december 2018), gehost door het RIZIV. Indien een van de partijen beslist om niet langer gebruik te maken van de applicatie RVT, moet een schriftelijke opzegging van 1 jaar worden voorgelegd aan de andere ondertekenende partijen vooraleer deze opzegging van kracht kan worden. Deze opzegging kan pas plaats vinden vanaf 1 januari 2019.

De opzegperiode vangt aan op 1 januari van het jaar volgend op de datum waarop de beslissing om niet langer gebruik te maken van de applicatie RVT werd betekend.

Alle ondertekenende partijen zijn medegebruiker van de applicatie RVT en medeverantwoordelijk voor de goede werking ervan.

Als een ondertekenende partij beslist om de applicatie RVT niet meer te gebruiken, zal ze een volledige kopie van de applicatie RVT van het RIZIV en de gegevens die nodig zijn voor de uitoefening van haar bevoegdheden, verkrijgen.

Naast de broncode en de databank worden ook de volgende gegevens doorgegeven: - volledige en actuele documentatie waaronder de functionele en technische analyse, de software-architectuurdocumenten, het logisch datamodel, de testscenario's, de release notes, de installatiehandleiding en de scripts die de herinstallatie in detail beschrijven, en de testdata; - volledige documentatie van de berekeningen en de berekeningsparameters; - de evolutieve en correctieve wijzigingen moeten ook gedocumenteerd worden. De broncode moet voldoende commentaar bevatten om de wijzigingen duidelijk aan te duiden en de link te leggen met bovengenoemde documenten. Er moet ook een oplijsting zijn van alle verschillende versies en hun functionaliteiten en van de bug-fixes sinds de initiële bouw van de applicatie; - de instellingen om in te loggen op de applicatie en een overzicht van de veiligheidscertificaten die noodzakelijk zijn voor een goede werking ervan; een beschrijving van de infrastructuur en van de nodige softwarelicenties; de ontwikkeltools en de kenmerken van de ontwikkel- en exploitatieomgevingen.

Indien bovenstaande elementen onvoldoende aanwezig zijn, krijgt de ondertekenende partij die een einde wil maken aan het gebruik van RVT tot maximaal 40 werkdagen kosteloze technische ondersteuning van het RIZIV om die informatie aan te vullen.

TITEL 2. - Opvolging van een nieuwe ontwikkeling

Art. 3.Er wordt een Stuurgroep opgericht om de applicatie RVT te beheren.

Elke ondertekenende partij beschikt binnen deze Stuurgroep over maximaal twee vertegenwoordigers en plaatsvervangers.

De Stuurgroep zal om de 6 weken bijeenkomen en minimum 4 keer per jaar. De Stuurgroep wordt voorgezeten door een IT Projectleider RIZIV. De IT Projectleider bezorgt de agenda en de te behandelen documenten minstens 3 werkdagen vóór de vergaderingen, stelt een verslag op van elke vergadering van de Stuurgroep, afwisselend in het Nederlands en in het Frans, en bezorgt dit aan de vertegenwoordigers van de ondertekenende partijen. HOOFDSTUK I. - Ontvangst van een ontwikkelingsaanvraag

Art. 4.Alle aanvragen voor ontwikkeling of correctie van de applicatie RVT geformuleerd door een van de ondertekenende partijen moeten worden gericht aan de IT Projectleider.

De IT-Projectleider houdt een permanente inventaris bij van de aanvragen die in elektronisch formaat toegankelijk is voor alle ondertekenende partijen.

Ontwikkelingen van gemeenschappelijke functionaliteiten voor alle ondertekenende partijen moeten gestimuleerd worden.

Ontwikkelingen van specifieke functionaliteiten door een of meer van de ondertekenende partijen moeten mogelijk zijn. Zie artikel 9 van dit protocol.

Art. 5.Analyse van een aanvraag De IT-Projectleider bepaalt de impact en de coherentie van de aanvraag voor de ganse applicatie RVT en voor de verschillende ondertekenende partijen.

De IT-Projectleider en zijn team evalueren: - de technische haalbaarheid, - de vereiste middelen voor de ontwikkeling en een planning, - de impact op de exploitatiekosten of op de nodige investeringen in materiaal.

Art. 6.Beslissing voorafgaand aan nieuwe ontwikkelingen De analyses worden vervolgens voorgelegd aan en besproken in functionele werkgroepen waartoe alle ondertekenende partijen uitgenodigd zijn en worden ten slotte formeel goedgekeurd in de Stuurgroep.

Indien de ontwikkeling een impact heeft op de andere onderteken- ende partijen is hun voorafgaande instemming vereist.

De verdeling van de financiering van de ontwikkelingen tussen de ondertekenende partijen wordt bepaald in de Stuurgroep.

Art. 7.Planning van de ontwikkeling De ontwikkelingen van de applicatie worden onderverdeeld in "releases" die gepland worden in de Stuurgroep.

De Stuurgroep zal de globale planning van de ontwikkelingen aanpassen om zo nodig de nieuwe ontwikkelingen in te lassen.

De Stuurgroep zal de data bepalen voor de acceptatietesten, de validatie en de releases.

Art. 8.Testen, validatie en ingebruikname Na elke ontwikkeling en vóór de applicatie ter beschikking wordt gesteld van de ondertekenende partijen voert het IT-projectteam testen uit op de test omgeving, op basis van een vooraf opgesteld en aangeleverd testplan (verantwoordelijkheid van het RIZIV met medewerking van de ondertekenende partij) en bijhorende test scenario's (verantwoordelijkheid van de ondertekenende partij), om na te gaan of de applicatie conform de functionele analyse is en of het geheel nog correct functioneert.

Vervolgens zullen de ondertekenende partijen de business acceptatietesten uitvoeren op de validatie omgeving en een verslag van die testen bezorgen aan de IT-Projectleider. Na de testfase en het corrigeren van de knelpunten die tijdens deze testfase aan het licht kwamen, zullen de ondertekenende partijen de ingebruikname van de applicatie valideren.

De Stuurgroep en de Directie ICT zullen samen het moment bepalen waarop de nieuwe versie van de applicatie in gebruik zal worden genomen, ervoor zorgend dat er zo weinig mogelijk impact is op de continuïteit van de processen van de ondertekenende partijen.

Art. 9.Specifieke ontwikkelingen Voor ontwikkelingen die specifiek bedoeld zijn voor een van de betrokken partijen, kan een deelproject voor deze ontwikkeling worden opgestart. Dit soort project wordt opgevolgd door een Projectgroep met de ondertekenende partijen die bij dit project betrokken zijn.

Op geregelde tijdstippen wordt hierover verslag uitgebracht aan de Stuurgroep van de applicatie RVT. Indien het project een impact heeft op de andere ondertekenende partijen (werking van de applicatie, planning van de ontwikkelingen, ...), moeten de andere ondertekenende partijen geraadpleegd worden en moeten ze de ingebruikname en de wijzigingen aan de planning van de ontwikkelingen valideren. HOOFDSTUK II. - Specifieke verantwoordelijkheden met betrekking tot de kwaliteit van de ontwikkelingen

Art. 10.Verantwoordelijkheden van de IT-projectleider: - beheer van het informaticateam en naleven van de vereisten (requirements) bepaald door de Stuurgroep; - controleren van de coherentie van de ontwikkelingen; - coördinatie van de business acceptatietesten. Een Business acceptatietest is een validatie van de werking van de applicatie die na iedere nieuwe ontwikkeling gewijzigd wordt.

Art. 11.Verantwoordelijkheden van de RaaS Stuurgroep (met de vertegenwoordigers van alle ondertekenende partijen): - eindverantwoordelijkheid over de applicatie RVT; - goedkeuring van de inhoud van de releases; - controle van het feit of de projecten op koers liggen om de doelstellingen te bereiken (validatie voortgangsrapporten en beheren van de risico's en issues); - goedkeuring van de goede werking van de applicatie na de fase van acceptatietesten door alle partners ingevolge een nieuwe ontwikkeling of een onderhoud in de applicatie. De toestemming geven voor het in gebruik nemen van de nieuwe ontwikkelingen en overgaan tot de analyse, de opvolging en het beheer van de risico's; - keurt het einde en afsluiten van een release goed. HOOFDSTUK III. - Service Level Agreement, documentatie en geschillenbeheer

Art. 12.Service Level Agreement De Directie ICT van het RIZIV zal vóór 1 januari 2019 in overleg met de Stuurgroep een verwerkersovereenkomst ondertekenen en een Service Level Agreement opstellen (met inachtneming van de voorschriften van dit protocolakkoord) waarin volgende zaken worden omschreven: - de gedetailleerde procedure voor het indienen van een aanvraag voor een nieuwe ontwikkeling; - de wijze waarop beslissingen worden genomen; - de procedure voor het corrigeren van een kritisch probleem; - de methode en de timing voor het uitvoeren van de tests en de validatie; - de kwaliteit van de dienstverlening; - het beheer van de exploitatieomgevingen van de applicatie RVT; - de manier van opvolging van het budget en de voortgang van de projecten; - de maandelijkse rapportering over de beschikbaarheid en performantie van de applicatie en de opgetreden incidenten; - Real-time monitoring van de applicatie en het onmiddellijk melden van onderbrekingen in de servicetijd.

Art. 13.Documentatie Het IT-projectteam documenteert de broncode.

De documentatie over de wijzigingen aan de applicatie RVT staat ter beschikking van de organisaties van de ondertekenende partijen in een gedeelde IT-bibliotheek.

Art. 14.Beheer van de geschillen en meningsverschillen In geval van een meningsverschil of een geschil (over de planning, de ontwikkelingen,...) binnen de Stuurgroep, moet een bijeenkomst van de verantwoordelijken van de verschillende administraties van de onder- tekenende partijen worden gepland om een oplossing te vinden. HOOFDSTUK IV. - Andere activiteiten van de IT Projectleider

Art. 15.De IT-Projectleider is verantwoordelijk voor de opleiding van nieuwe gebruikers van de ondertekenende partijen (met uitzondering van de specifieke ontwikkelingen bedoeld in artikel 9 van dit protocol).

De IT-Projectleider is verantwoordelijk voor de opleiding van de gebruikers ingevolge wijzigingen aan de applicatie RVT. De IT-Projectleider ondersteunt de ondertekenende partijen bij het beheren van de wijzigingen indien die worden aangebracht aan de applicatie RVT. De IT-Projectleider moet voldoende kunnen communiceren in het Nederlands en in het Frans.

Andere verantwoordelijkheden van de IT-Projectleider: - de coherentie van de ontwikkelingen controleren en het beschikbare budget bewaken en hier regelmatig over rapporteren; - de opstartfase van projecten begeleiden en onder andere de deliverables zoals projectcharters, scope documenten, enz. controleren; - de planning van de releases en de planningen van de projecten binnen een release opvolgen; - de communicatie tussen de diverse actoren faciliteren; - ervoor zorgen dat de lessen die geleerd zijn en de oplossingen van projecten die al gerealiseerd zijn, opnieuw gebruikt worden; - toezien op het gebruik van de overeengekomen normen en standaarden; - de business analyse begeleiden en controleren, onder andere input bij die analyse leveren; - de business acceptatietesten coördineren. HOOFDSTUK V. - IT-team

Art. 16.Het informaticateam belast met de ontwikkeling van de applicatie RVT maakt deel uit van de Directie ICT van het RIZIV. De samenstelling ervan zal variëren in functie van het aantal en de aard van de aanvragen voor ontwikkelingen (analist, ontwerper, ontwikkelaar, projectleider). De samenstelling van het informaticateam is transparant voor de ondertekenende partijen en in lijn met de planning en het budget.

Art. 17.De Directie ICT van het RIZIV: - is verantwoordelijk voor het afleveren van de afgesproken producten, met de afgesproken kwaliteit, binnen de afgesproken tijd en voor de afgesproken kost; - verzekert zich ervan dat de afgeleverde producten de verwachte baten zullen opleveren; - bewaakt en controleert de voortgang van het project binnen de toleranties, zoals vastgelegd door het Stuurgroep; - ziet erop toe dat alles rond risico's, kwaliteit en resultaten wordt geregistreerd en beheerst; - stelt rapporten op over situaties die de vastgestelde toleranties kunnen bedreigen; - stelt een afwijkingsplan op indien noodzakelijk.

Art. 18.De leden van het informaticateam die betrokken zijn bij het project vullen "timesheets" in die door de IT-Projectleider gebruikt zullen worden om ten minste elke zes weken aan de ondertekenende partijen verslag uit te brengen over het aantal gepresteerde mandagen en ETC, en ook voor elk project.

Deze rapportering zal ook betrekking hebben op de verdeling van de mandagen tussen de ondertekenende partijen. HOOFDSTUK VI. - Helpdesk

Art. 19.Voor IT support beschikt de Directie ICT van het RIZIV over een IT ServiceDesk.

Eén persoon in elke administratie zal de unieke verantwoordelijke zijn voor het melden van incidenten. Deze persoon zal kunnen beschikken over een back-up in geval van afwezigheid. De meldingen gebeuren bij voorkeur via e-mail en bij urgente gevallen bijkomend per telefoon.

Het informaticateam zal per e-mail antwoorden.

De ondertekenende partijen zullen de eerste lijn support bieden aan hun gebruikers. Problemen bij derden (bv. eHealth) zullen ook rechtstreeks vanuit de ondertekenende partijen worden opgevolgd. Pas in het geval dat er geen oplossing voorhanden is of er is sprake van een structureel probleem of een bug in de applicatie, zal men een beroep doen op de tweede lijn support van het RIZIV. De Directie ICT van het RIZIV zal zo spoedig mogelijk (best effort) de vragen beantwoorden of een oplossing vinden. De Directie ICT van het RIZIV is operationeel tussen 8 uur en 17 uur van maandag tot vrijdag. HOOFDSTUK VII. - Financiering

Art. 20.De ondertekenende partijen dragen bij tot de financiering van de exploitatie, het onderhoud en de nieuwe ontwikkelingen van de applicatie RVT volgens de onderstaande modaliteiten :

Art. 21.Onderhouds- en exploitatiekosten Een klein deel van de bevoegdheden blijft bij het RIZIV, concreet gaat het om de financiering van Coma, MS, ALS en Huntington.

De verwachte kosten verbonden aan het onderhoud en de exploitatie van de applicatie RVT vanaf 2019 bedragen jaarlijks 50.000 Euro en worden verdeeld onder de ondertekenende partijen volgens onderstaande verdeelsleutel: Vlaamse Gemeenschap 1/4 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad 1/4 Waalse Gewest 1/4 RIZIV 1/4 De onderhoud - en exploitatiekosten omvatten: Onderhoudskosten voor bestaande infrastructuur en software (Licenties, ...) Proactief onderhoud, monitoring en dagelijkse opvolging Beheer en oplossing van incidenten Uitrol van software (in test en productie) Uitvoering van back-up Indien een van de ondertekenende partijen beslist om niet langer gebruik te maken van RVT, worden de kosten gelijk verdeeld over de andere deelnemende partijen.

Art. 22.Financiering ontwikkelingskosten na 2018 Elk jaar X vóór april, zullen de Directie ICT van het RIZIV en de IT-Projectleider, in overleg met de ondertekenende partijen binnen de Stuurgroep bepalen welke de nodige ontwikkelings- en Onderhouds- en exploitatiekosten zijn voor het komende jaar (X+1).

Voor de ontwikkelingskosten zal elke gemeenschap een budget voorzien dat overeenkomstig is met de inschatting van de gevraagde functionaliteiten voor hun gemeenschap. In principe financiert elke gemeenschap dus zijn eigen ontwikkelingen.

Voor de kosten van gemeenschappelijke ontwikkelingen zal de verdeling van de geraamde kosten voor elk jaar gebaseerd zijn op de voormelde verdeelsleutel: Vlaamse Gemeenschap 1/4 Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad 1/4 Waalse Gewest 1/4 RIZIV 1/4 In de mate van het mogelijke zullen de gevraagde functionaliteiten worden gebouwd binnen het voorziene budget (scope to budget), dit houdt in dat de prioriteiten van de gevraagde functionaliteiten kunnen gewijzigd worden mits goedkeuring door de Stuurgroep.

Indien een bijkomend budget vereist is in de loop van dat jaar, dan zal er een voorstel tot budgetaanpassing aan de Stuurgroep worden voorgelegd.

De verdeling van de financiering van de specifieke ontwikkelingen vermeld in artikel 9 van dit protocol wordt per geval bepaald door de Stuurgroep: - ofwel een financiering door het budget voor gemeenschappelijke ontwikkelingen; - ofwel een financiering door een budget dat ter beschikking wordt gesteld door de administratie(s) betrokken bij die specifieke ontwikkelingen.

Art. 23.Financieringsmechanisme De door de Stuurgroep geraamde bedragen zullen worden opgenomen in de budgetvoorstellen van het RIZIV bij de opmaak van de begroting in het jaar X-1 dat voorafgaat aan de verwezenlijking van de ontwikkelingen.

De Directies Financiën en ICT van het RIZIV zullen een analytische boekhouding bijhouden.

In de maanden januari, april, juli en oktober van elk jaar X zal het Riziv een factuur sturen naar de Vlaamse Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en het Waalse Gewest om hen te verzoeken de onderhouds- en exploitatiekosten, evenals de development-kosten voor telkens 3 maanden te betalen.

Indien de initieel voorziene kredieten voor RaaS ingeschreven in de begroting van het RIZIV ontoereikend zijn, zal een budgettaire herschikking overwogen moeten worden (concreet gaat het dan bijvoorbeeld over een aanpassing van de scope, ofwel een budgetverhoging overeen te komen in de stuurgroep). Een aanpassing van de begroting gebeurt over het algemeen in april van elk jaar en de goedgekeurde kredieten worden ter beschikking gesteld van het RIZIV na de stemming over de aanpassingswet door de Kamer en na ondertekening van de wet door de Koning (normaliter begin juli).

Indien de initieel voorziene kredieten voor RaaS ingeschreven in de begroting van het RIZIV niet volledig worden aangewend ingevolge een beslissing van het Stuurgroep (bijvoorbeeld om bepaalde ontwikkelingen niet uit te voeren), zal voor dit niet aangewende krediet, geen factuur naar de Vlaamse Gemeenschap, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad en het Waalse Gewest verstuurd worden. HOOFDSTUK VIII. - Bescherming van de privacy en aansprakelijkheid voor de verwerking van de gegevens

Art. 24.De Stuurgroep zal toezien op de naleving van de wetgeving betreffende de bescherming van de privacy en de verwerking van persoonsgegevens.

Opgemaakt te Brussel, op 28 november 2018, in 4 originele exemplaren.

Voor de Federale Staat : De Administrateur-Generaal van RIZIV, M. DE COCK De Directeur ICT, M. N. MARLY Voor de Vlaamse Gemeenschap: De Administrateur-Generaal van VAZG, M. Dirk DEWOLF Pour la Région Wallonne: L'Administratrice-Générale de l'AViQ, Alice BAUDINE Pour le Collège Réuni de la Commission communautaire commune, par la décision du 13 juillet 2017 : Le Comité Général de gestion d'Iriscare Représenté par Tania DEKENS, coordinatrice de l'Office

^