Beslissing van het Directiecomité houdende oprichting en samenstelling van personeelscomités bij de Federale Overheidsdienst Financiën en waarbij aan deze personeelscomités sommige bevoegdheden inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel worden toevertrouwd

Het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op de artikelen 73, § 3, 78 en 79;

Gelet op het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, inzonderheid op de artikelen 23, 26 en 26bis ;

Gelet op het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën, en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid op de artikelen 35, § 3 en 36, §§ 2 en 3;

Gelet op het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen, inzonderheid op artikel 6, §§ 4 en 6;

Gelet op het koninklijk besluit van 12 augustus 2003 tot oprichting van personeelscomités bij de Federale Overheidsdienst Financiën;

Gelet op het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel en houdende sommige wijzigingen met betrekking tot de loopbaan in de niveaus B, C en D bij de Federale Overheidsdienst Financiën en bij de Pensioendienst voor de Overheidssector, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op de beslissing van 19 december 2003 van het Directiecomité houdende oprichting en samenstelling van personeelscomités van de Federale Overheidsdienst Financiën en waarbij aan deze personeelscomités sommige bevoegdheden inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel worden toevertrouwd, Beslist :

Artikel 1.Een personeelscomité wordt opgericht bij de hiernavolgende entiteiten van de Federale Overheidsdienst Financiën : 1° Belastingen en Invordering;2° Patrimoniumdocumentatie;3° Thesaurie.

Art. 2.Het personeelscomité "Belastingen en Invordering" is samengesteld als volgt : de Administrateur-generaal van de Belastingen en Invordering, Voorzitter de Administrateur "Particulieren" de Administrateur "K.M.O." de Administrateur "Grote Ondernemingen" de Administrateur "Fraudebestrijding" de Administrateur "Douane en Accijnzen" de Administrateur "Invordering" de Directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie.

Art. 3.Het personeelscomité "Patrimoniumdocumentatie" is samengesteld als volgt : de Administrateur-generaal van de Patrimoniumdocumentatie, Voorzitter de Administrateur "Rechtszekerheid" de Administrateur "Opmetingen en Waarderingen" de Administrateur "Patrimoniumdiensten" de Administrateur "Niet Fiscale Invordering" de Administrateur "Informatieverzameling" de Directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie.

Art. 4.Het personeelscomité "Thesaurie" is samengesteld als volgt : de Administrateur-generaal van de Thesaurie, Voorzitter de Administrateur "Beheer van de Munt" de Administrateur "Depositos en Consignaties en Verzetbetekening" de Administrateur "Internationale en Europese financiële aangelegenheden" de Administrateur "Betalingen" de Administrateur "Financiering van de Staat en Financiële markten" de Directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie.

Art. 5.De voorzitter van elk personeelscomité duidt het lid van het comité aan dat hem vervangt ingeval van afwezigheid of van verhindering. Bij ontstentenis van dergelijke aanwijzing wordt het voorzitterschap waargenomen door het oudste lid.

Ieder lid duidt een ambtenaar aan die behoort tot minstens de klasse A3, die hem vervangt ingeval van afwezigheid of van verhindering. Deze lijst van plaatsvervangers wordt gevalideerd door het Directiecomité.

Bij ontstentenis van aanwijzing van een Administrateur, kan de voorzitter van het betrokken personeelscomité een ambtenaar die behoort tot minstens de klasse A3, aanduiden als lid van dit personeelscomité. Deze aanduiding wordt gevalideerd door het Directiecomité.

Art. 6.De werking van de personeelscomités verloopt volgens de regels die werden vastgelegd in het huishoudelijk reglement van 1 augustus 2008 van het Directiecomité van de Federale Overheidsdienst Financiën.

In afwijking van artikel 5, eerste lid, van het bovenvermeld huishoudelijk reglement, zal de voorzitter van het personeelscomité op vraag van de Directeur van de stafdienst Personeel en Organisatie, of zijn afgevaardigde, die zich om redenen die verband houden met de eenheid van rechtspraak niet kan verzoenen met een voorstel, de stemprocedure schorsen.

Zo er na de bespreking nog steeds geen akkoord is, zal de voorzitter van het personeelscomité het geschil betreffende de eenheid van rechtspraak ter beslissing voorleggen aan het Directiecomité. Het personeelscomité zal zich voegen naar de uitspraak van het Directiecomité.

Art. 7.De bij artikel 73, § 3 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel aan het Directiecomité toegekende macht wordt toevertrouwd aan het personeelscomité van de entiteit waar de verandering van vakklasse moet geschieden, behalve : a) voor de betrekkingen van niveau A in de centrale diensten;b) voor de betrekkingen van de klasse A3 in de buitendiensten.

Art. 8.De bij de artikelen 23, 26 en 26bis van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel aan het Directiecomité toegekende machten worden toevertrouwd aan het personeelscomité van de entiteit waar de bevordering moet geschieden, behalve : a) voor de betrekkingen van niveau A in de centrale diensten;b) voor de betrekkingen van de klasse A3 in de buitendiensten.

Art. 9.De bij de artikelen 35, § 3 en 36, §§ 2 en 3 van het koninklijk besluit van 29 oktober 1971 tot vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst Financiën, en van de bijzondere bepalingen die er voorzien in de uitvoering van het statuut van het Rijkspersoneel, aan het Directiecomité toegekende machten worden toevertrouwd aan het personeelscomité van de entiteit waar de mutaties, de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van graad, de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van vakklasse en de met mutaties gelijkgestelde veranderingen van titel moeten geschieden, behalve : a) voor de betrekkingen van niveau A in de centrale diensten;b) voor de betrekkingen van de klasse A3 in de buitendiensten.

Art. 10.De bij de artikelen 78 en 79 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel aan het Directiecomité toegekende machten inzake de formulering van de definitieve voorstellen van tuchtstraffen worden toevertrouwd aan de personeelscomités, behalve voor wat betreft het personeel van niveau A van de centrale diensten.

Art. 11.De bij artikel 6, §§ 4 en 6, van het koninklijk besluit van 8 augustus 1983 betreffende de uitoefening van een hoger ambt in de rijksbesturen aan het Directiecomité toegekende machten worden toevertrouwd aan het personeelscomité van de entiteit waarbinnen de aanwijzing voor de uitoefening van een hoger ambt moet geschieden, behalve : a) voor de aanstelling in de betrekkingen van de klasse A3 en A4 in de centrale diensten;b) voor de aanstelling in de betrekkingen van de klasse A3 in de buitendiensten.

Art. 12.De bij artikel 12 van het koninklijk besluit van 27 april 2007 houdende diverse bepalingen tot uitvoering van het koninklijk besluit van 4 augustus 2004 betreffende de loopbaan van niveau A van het Rijkspersoneel en houdende sommige wijzigingen met betrekking tot de loopbaan in de niveaus B, C en D bij de Federale Overheidsdienst Financiën en bij de Pensioendienst voor de Overheidssector aan het Directiecomité toegekende machten worden toevertrouwd aan het personeelscomité van de entiteit waarbinnen de aanwijzing voor de uitoefening van een hoger ambt moet geschieden, behalve voor de aanstelling in de betrekkingen van de centrale diensten.

Art. 13.De beslissing van 19 december 2003 van het Directiecomité houdende oprichting en samenstelling van personeelscomités van de Federale Overheidsdienst Financiën en waarbij aan deze personeelscomités sommige bevoegdheden inzake de loopbaan van het Rijkspersoneel worden toevertrouwd, wordt opgeheven.

Art. 14.Deze beslissing treedt in werking op 15 oktober 2008.

Brussel, 17 oktober 2008.

De Voorzitter van het Directiecomité, d.d. (wg) Jean-Pierre ARNOLDI (sé) De Secretaris, (wg) Marianne GABRIELS (sé)