Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 05 januari 2021
gepubliceerd op 13 januari 2021

Samenwerkingsakkoord tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten

bron
vlaamse overheid
numac
2020044068
pub.
13/01/2021
prom.
05/01/2021
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

5 JANUARI 2021. - Samenwerkingsakkoord tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten


Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980Relevante gevonden documenten type wet prom. 08/08/1980 pub. 11/12/2007 numac 2007000980 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Bijzondere wet tot hervorming der instellingen. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot hervorming der instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wetten van 8 augustus 1988, 16 juli 1993 en 13 juli 2001, artikel 6, § 1, V;

Gelet op het samenwerkingsakkoord van 18 juni 2003Relevante gevonden documenten type samenwerkingsakkoord prom. 18/06/2003 pub. 01/09/2003 numac 2003021190 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Samenwerkingsakkoord tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij sluiten tussen de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met betrekking tot de uitoefening van de geregionaliseerde bevoegdheden op het gebied van Landbouw en Visserij, artikel 17 en 18;

Gelet op het koninklijk besluit van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/10/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003022958 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren sluiten houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren;

Overwegende Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad;

Overwegende Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad (verordening officiële controles);

Overwegende Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2313 van de Commissie van 13 december 2017 tot vaststelling van de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort voor het verkeer binnen het grondgebied van de Unie en het plantenpaspoort voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen een beschermd gebied;

Overwegende Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/827 van de Commissie van 13 maart 2019 betreffende criteria waaraan de professionele marktdeelnemers moeten voldoen om te beantwoorden aan de voorwaarden van artikel 89, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, en procedures om te waarborgen dat aan die criteria wordt voldaan;

Overwegende Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie;

Overwegende Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen;

Overwegende Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen;

Overwegende Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken;

Overwegende Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen;

Overwegende Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal;

Overwegende Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad;

Overwegende Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad;

Overwegende Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen;

Overwegende Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen;

Overwegende Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad;

Overwegende Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt;

Overwegende Uitvoeringsrichtlijn (EU) 2020/177 van de Commissie van 11 februari 2020 tot wijziging van de Richtlijnen 66/401/EEG, 66/402/EEG, 68/193/EEG, 2002/55/EG, 2002/56/EG en 2002/57/EG van de Raad, Richtlijnen 93/49/EEG en 93/61/EEG van de Commissie en Uitvoeringsrichtlijnen 2014/21/EU en 2014/98/EU wat betreft plaagorganismen bij planten op zaden en ander plantaardig teeltmateriaal;

Overwegende dat het in het belang van de hele plantaardige sector is dat er tussen de Federale Staat en de Gewesten duidelijke afspraken gemaakt worden voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten;

Komen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat, het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het volgende overeen:

Artikel 1.Voor de toepassing van dit akkoord wordt verstaan onder: 1° "de gewesten": het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest;2° "de Federale Staat": de federale Staat België;3° "de entiteit": voor: - het Vlaams Gewest: het Departement Landbouw en Visserij; - het Waals Gewest: le Département du Développement, de la Ruralité, des Cours d'eau et du Bien-être animal; - het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: Gewestelijke overheidsdienst Brussel en Brussel Leefmilieu; - de Federale Staat: het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen, hierna "het Agentschap"; 4° "Verordening plantengezondheid": Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad van 26 oktober 2016 betreffende beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr.228/2013, (EU) nr. 652/2014 en (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van de Richtlijnen 69/464/EEG, 74/647/EEG, 93/85/EEG, 98/57/EG, 2000/29/EG, 2006/91/EG en 2007/33/EG van de Raad; 5° "Verordening officiële controles": Verordening (EU) 2017/625 van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2017 betreffende officiële controles en andere officiële activiteiten die worden uitgevoerd om de toepassing van de levensmiddelen- en diervoederwetgeving en van de voorschriften inzake diergezondheid, dierenwelzijn, plantgezondheid en gewasbeschermingsmiddelen te waarborgen, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr.999/2001, (EG) nr. 396/2005, (EG) nr. 1069/2009, (EG) nr. 1107/2009, (EU) nr. 1151/2012, (EU) nr. 652/2014, (EU) 2016/429 en (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, de Verordeningen (EG) nr. 1/2005 en (EG) nr. 1099/2009 van de Raad en de Richtlijnen 98/58/EG, 1999/74/EG, 2007/43/EG, 2008/119/EG en 2008/120/EG van de Raad, en tot intrekking van de Verordeningen (EG) nr. 854/2004 en (EG) nr. 882/2004 van het Europees Parlement en de Raad, de Richtlijnen 89/608/EEG, 89/662/EEG, 90/425/EEG, 91/496/EEG, 96/23/EG, 96/93/EG en 97/78/EG van de Raad en Besluit 92/438/EEG van de Raad; 6° "Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072": Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 van de Commissie van 28 november 2019 tot vaststelling van eenvormige voorwaarden voor de uitvoering van Verordening (EU) 2016/2031 van het Europees Parlement en de Raad, wat betreft beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, en tot intrekking van Verordening (EG) nr.690/2008 van de Commissie en tot wijziging van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2019 van de Commissie; 7° "handelsrichtlijnen": - Richtlijn 66/401/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen; - Richtlijn 66/402/EEG van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaigranen; - Richtlijn 68/193/EEG van de Raad van 9 april 1968 betreffende het in de handel brengen van vegetatief teeltmateriaal voor wijnstokken; - Richtlijn 98/56/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van siergewassen; - Richtlijn 1999/105/EG van de Raad van 22 december 1999 betreffende het in de handel brengen van bosbouwkundig teeltmateriaal; - Richtlijn 2002/54/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van bietenzaad; - Richtlijn 2002/55/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van groentezaad; - Richtlijn 2002/56/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van pootaardappelen; - Richtlijn 2002/57/EG van de Raad van 13 juni 2002 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van oliehoudende planten en vezelgewassen; - Richtlijn 2008/72/EG van de Raad van 15 juli 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad; - Richtlijn 2008/90/EG van de Raad van 29 september 2008 betreffende het in de handel brengen van teeltmateriaal van fruitgewassen, alsmede van fruitgewassen die voor de fruitteelt worden gebruikt; 8° " koninklijk besluit van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/10/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003022958 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren sluiten": koninklijk besluit van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/10/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003022958 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren sluiten houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren;9° "quarantaineorganisme": een plaagorganisme bedoeld in artikel 3 van de Verordening plantengezondheid, dat opgenomen is in bijlage II of bijlage III van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072;10° "gereguleerd niet-quarantaineorganisme": een plaagorganisme bedoeld in artikel 36 van de Verordening plantengezondheid en dat opgenomen is in bijlage IV van Uitvoeringsverordening (EU) 2019/2072 of in de handelsrichtlijnen;11° "professionele marktdeelnemer": de persoon gedefinieerd als professionele marktdeelnemer in artikel 2, 9) van de Verordening plantengezondheid;12° "plantaardig teeltmateriaal": voor opplant bestemde planten die onder het toepassingsgebied van de handelsrichtlijnen vallen en de voor opplant bestemde planten van hop;13° "Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2313": Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2313 van de Commissie van 13 december 2017 tot vaststelling van de vormvoorschriften voor het plantenpaspoort voor het verkeer binnen het grondgebied van de Unie en het plantenpaspoort voor het binnenbrengen in en het verkeer binnen een beschermd gebied;14° "plantenpaspoort": officieel etiket bedoeld in artikel 78 en 83 en bijlage VII van de Verordening plantengezondheid en dat voldoet aan de voorschriften vermeld in bijlage I bij dit samenwerkingsakkoord;15° "fytosanitair certificaat voor uitvoer": certificaat bedoeld in artikel 100 en bijlage VIII, deel A, van de Verordening plantengezondheid en waarvan het model zich bevindt in bijlage II bij dit samenwerkingsakkoord;16° "fytosanitair certificaat voor wederuitvoer": certificaat bedoeld in artikel 101 en bijlage VIII, deel B, van de Verordening plantengezondheid en waarvan het model zich bevindt in bijlage III bij dit samenwerkingsakkoord;17° "pre-uitvoercertificaat": certificaat bedoeld in artikel 102 en bijlage VIII, deel C, van de Verordening plantengezondheid en waarvan het model zich bevindt in bijlage IV bij dit samenwerkingsakkoord.

Art. 2.De Federale Staat is inzake quarantaineorganismen, bevoegd voor het opstellen van regelgeving conform de Verordening plantengezondheid en de Verordening officiële controles en de uitvoering van de officiële controles en andere officiële activiteiten, zoals vermeld in artikel 2 van de Verordening officiële controles.

Dit houdt minstens het volgende in: - het bestrijden van de quarantaineorganismen; - het uitvoeren van de controles op de aanwezigheid van de quarantaineorganismen op Belgisch grondgebied, inclusief de invoer; - het opsporen, vaststellen en sanctioneren van non-conformiteiten en inbreuken; - in voorkomend geval, het uitreiken van plantenpaspoorten; - in voorkomend geval, het uitreiken van fytosanitaire certificaten en pre-uitvoercertificaten; - de erkenning van de professionele marktdeelnemers voor het afleveren van een plantenpaspoort en de controle op de erkenningsvoorwaarden; - het uitvoeren van monitoringsopdrachten.

Art. 3.De Gewesten zijn inzake gereguleerde niet-quarantaineorganismen bevoegd voor het opstellen van regelgeving conform de Verordening plantengezondheid en de Verordening officiële controles en de uitvoering van de officiële controles en andere officiële activiteiten, zoals vermeld in artikel 2 van de Verordening officiële controles, bij de professionele marktdeelnemers voor wat betreft plantaardig teelmateriaal.

Dit houdt minstens het volgende in: - het uitvoeren van de controles op de drempelwaarden van de gereguleerde niet-quarantaineorganismen op het Gewestelijk grondgebied en bij invoer; - het opsporen, vaststellen en sanctioneren van niet-conformiteiten en inbreuken; - in voorkomend geval, het uitreiken van plantenpaspoorten; - in voorkomend geval, het uitreiken van fytosanitaire certificaten en pre-uitvoercertificaten; - de erkenning van de professionele marktdeelnemers voor het afleveren van een plantenpaspoort en de controle op de erkenningsvoorwaarden; - het uitvoeren van monitoringsopdrachten, voor zover van toepassing.

Art. 4.Voor plantaardig teeltmateriaal, waarvoor eisen of maatregelen inzake quarantaineorganismen en/of inzake gereguleerde niet-quarantaineorganismen van toepassing zijn, kunnen de Gewesten en de Federale Staat aan elkaar opdrachten toevertrouwen, in uitvoering van de Verordening plantengezondheid en de handelsrichtlijnen, onverminderd de toekenning van delegaties aan andere gemachtigde instanties.

Deze opdrachten hebben betrekking op de uitvoering van de officiële controles en andere officiële activiteiten die behoren tot de bevoegdheid, zoals vermeld in artikel 2 en 3.

De bevoegde entiteit blijft als enige verantwoordelijk voor de tenuitvoerlegging van de desbetreffende reglementering, voor de opsporing, vaststelling en de sanctionering van inbreuken en voor de erkenning van de professionele marktdeelnemers die onder hun bevoegdheid vallen.

De entiteiten die een opdracht toevertrouwd krijgen, innen de retributies rechtstreeks bij de professionele marktdeelnemers voor deze toevertrouwde opdrachten. De bedragen van de retributies worden in onderling akkoord tussen de entiteiten vastgelegd en weerspiegelen de kostprijs van de geleverde prestatie. De Federale en Gewestelijke overheden nemen daarvoor de nodige reglementaire bepalingen.

Indien een professionele marktdeelnemer in gebreke blijft de retributies te betalen, zal de bevoegde entiteit de niet-betaling van de professionele marktdeelnemer opvolgen en de uitvoerende entiteit zelf vergoeden voor de geleverde prestaties.

Kosten voor labo-analyses van monsters die niet ten laste zijn van professionele marktdeelnemers, worden rechtstreeks door de bevoegde entiteit aan het betrokken laboratorium betaald.

Art. 5.Het toevertrouwen van opdrachten als vermeld in artikel 4 gebeurt op basis van de volgende principes: 1° er worden efficiëntiewinsten geboekt waarbij de werklast van alle bevoegde entiteiten afzonderlijk en tezamen verlaagd wordt.Hierbij wordt gestreefd naar een evenwichtige verdeling van de werklast voor wat het aan elkaar toevertrouwen van opdrachten betreft. Deze efficiëntiewinsten zorgen voor een kostenbesparing voor de professionele marktdeelnemers; 2° er wordt gestreefd naar een uniek loket voor professionele marktdeelnemers waarbij de officiële controles en andere officiële activiteiten inzake quarantaineorganismen en gereguleerde niet-quarantaineorganismen op plantaardig teeltmateriaal door slechts één entiteit verricht worden.De entiteiten zorgen in dit kader voor unieke en gecentraliseerde informatie op hun respectievelijke websites die alle noodzakelijke gegevens voor de professionele marktdeelnemer bevat; inclusief informatie over welke entiteit bevoegd is en welke entiteit welke taak op zich neemt; 3° voor de professionele marktdeelnemers waar de bevoegde entiteiten van de Gewesten in het kader van de handelsrichtlijnen een officiële certificering uitvoeren, wordt er naar gestreefd om de opdrachten, met betrekking tot de eisen inzake quarantaineorganismen op plantaardig teeltmateriaal eveneens toe te vertrouwen aan deze entiteiten;4° voor de professionele marktdeelnemers waar geen officiële certificering in het kader van de handelsrichtlijnen door de bevoegde entiteiten van de Gewesten plaatsvindt, wordt er naar gestreefd om de opdrachten, met betrekking tot de eisen inzake gereguleerde niet-quarantaineorganismen, op plantaardig teeltmateriaal toe te vertrouwen aan het Agentschap;5° de opdrachten met betrekking tot de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen op uit derde landen ingevoerde zendingen van plantaardig teeltmateriaal worden toevertrouwd aan het Agentschap;6° de opdrachten met betrekking tot de aflevering van pre-uitvoercertificaten en fytosanitaire certificaten op voor de uitvoer en wederuitvoer naar derde landen bestemde zendingen van plantaardig teeltmateriaal worden toevertrouwd aan de entiteit die bij de betrokken professionele marktdeelnemer als uniek loket fungeert;7° er kunnen door de bevoegde entiteiten in onderling overleg afspraken gemaakt worden over de werkwijzen en over het toevertrouwen van opdrachten met betrekking tot andere soorten, organismen en locaties of soorten die onder artikel 29 of 30 van de Verordening plantengezondheid vallen.

Art. 6.§ 1. Overeenkomstig artikel 4 en 5 komen de Federale Staat en de gewesten overeen om de opdrachten vermeld in § 2 en 3 aan elkaar toe te vertrouwen. § 2. De Federale Staat vertrouwt volgende opdrachten toe aan de entiteiten van de gewesten voor wat betreft de quarantaineorganismen op plantaardig teeltmateriaal: 1° voor wat betreft de pootaardappelen: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen met uitzondering van de grondbemonsteringen voorafgaand aan de keuring en certificering; - afgifte van plantenpaspoorten, fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 2° voor wat betreft de zaaizaden inclusief standaardzaad: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen met uitzondering van de grondbemonsteringen voorafgaand aan de keuring en certificering; - afgifte van plantenpaspoorten of toezicht op de afgifte van plantenpaspoort voor standaardzaad; - afgifte van fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 3° voor wat betreft het teeltmateriaal van fruitgewassen voor gespecialiseerde fruitboomkwekerijen en producenten van onderstammen en entmateriaal en fruitgewassen waar de bevoegde entiteit van het Gewest officiële certificeringen uitvoert in het kader van de handelsrichtlijnen: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen met uitzondering van de grondbemonsteringen voorafgaand aan de keuring en certificering; - afgifte van plantenpaspoorten, fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 4° voor wat betreft het teeltmateriaal en plantgoed van groentegewassen, met uitzondering van zaad: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen met uitzondering van de grondbemonsteringen voorafgaand aan de keuring en certificering; - afgifte van plantenpaspoorten, fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 5° voor wat betreft het vegetatief teeltmateriaal van wijnstokken: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen met uitzondering van de grondbemonsteringen voorafgaand aan de keuring en certificering; - afgifte van plantenpaspoort, fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 6° voor wat het Vlaams Gewest betreft, het jaarlijks opvragen van de plantenpaspoortplichtige soorten en het uitwisselen van deze gegevens in kader van de registratie van professionele marktdeelnemers. § 3. De gewesten vertrouwen volgende opdrachten toe aan het Agentschap voor wat betreft de gereguleerde niet-quarantaineorganismen op plantaardig teeltmateriaal: 1° voor wat betreft het teeltmateriaal van siergewassen en andere voor opplant bestemde planten voor sierdoeleinden: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen; - toezicht op de afgifte van plantenpaspoorten; - afgifte van fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en preuitvoercertificaten; 2° voor wat betreft het teeltmateriaal van fruitgewassen met uitzondering van de gespecialiseerde fruitboomkwekerijen en producenten van onderstammen en entmateriaal en fruitgewassen waar de bevoegde entiteit van het Gewest officiële certificeringen uitvoert in het kader van de handelsrichtlijnen: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen; - toezicht op de afgifte van plantenpaspoorten; - afgifte van fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 3° voor wat betreft het bosbouwkundig teeltmateriaal: - controle ter plaatse op de voorwaarden voor het behoud van de erkenning voor het afleveren van plantenpaspoorten; - visuele veld- en partijcontroles; - bemonsteringen; - toezicht op de afgifte van plantenpaspoorten; - afgifte van fytosanitaire certificaten voor uitvoer en wederuitvoer en pre-uitvoercertificaten; 4° voor wat betreft de uitvoer van het plantaardig teeltmateriaal: - de onderhandelingen met derde landen over de organismen die in EU gereguleerde niet-quarantaineorganismen, zijn en in de exporteisen van de derde landen voorkomen;5° voor wat betreft de invoer van het plantaardig teeltmateriaal: - controle op de aanwezigheid van gereguleerde niet-quarantaineorganismen onder de drempelwaarden; - afhandelen van invoerdossiers.

Art. 7.Voor de opdrachten die worden toevertrouwd aan een andere entiteit stelt de bevoegde entiteit in onderling akkoord een lastenboek op waarin de modaliteiten van de te verrichten taken worden omschreven. Het eerste lastenboek wordt opgemaakt voor 31 oktober 2020. Minstens jaarlijks en in functie van de noodzaak kan het lastenboek in onderling akkoord aangepast worden.

Art. 8.De bevoegde entiteit bezorgt aan de entiteit aan wie ze opdrachten toevertrouwt, de gegevens die noodzakelijk zijn om deze opdrachten uit te voeren. Ze bezorgen elkaar minstens jaarlijks lijsten van de door hen gecontroleerde professionele marktdeelnemers.

De entiteit aan wie opdrachten toevertrouwd worden, maakt de resultaten ervan over aan de bevoegde entiteit.

Bij vaststelling van inbreuken meldt de entiteit aan wie de opdrachten toevertrouwd worden dit onmiddellijk aan de bevoegde entiteit die vervolgensde nodige maatregelen treft.

Art. 9.De entiteiten leveren indien nodig aan elkaar technische bijstand in functie van het type en de aard van de toevertrouwde opdrachten.

Art. 10.De vermelde verwijzingen naar Europese regelgevingen zijn deze die van kracht zijn bij het in werking treden van dit samenwerkingsakkoord. In geval van hun vervanging of wijziging dienen zij gelezen te worden als verwijzingen naar de nieuwe Europese regelgevingen.

Art. 11.§ 1. De Permante Werkgroep (PW) ICLB neemt de taak van stuurcomité binnen dit samenwerkingsakkoord op. Het stuurcomité komt samen op vraag van het beheerscomité wanneer punten het technische kader overschrijden of geen consensus bereikt wordt in het beheerscomité. Het stuurcomité wordt door het beheerscomité geïnformeerd over de opvolging van dit samenwerkingsakkoord. Daarnaast krijgt het stuurcomité rechtstreeks de verslagen van de vergaderingen van het beheerscomité. § 2. Er wordt in de schoot van de PW ICLB een ad hoc Werkgroep (WG) voor de uitvoering van de plantengezondheidsmaatregelen opgericht die de taak van beheerscomité voor dit samenwerkingsakkoord opneemt. Deze ad hoc werkgroep wordt samengesteld uit experten van de bevoegde entiteiten. De FOD Volksgezondheid zal deelnemen als waarnemer.

Het beheerscomité volgt de uitvoering van dit samenwerkingsakkoord op.

Het beheerscomité komt minstens één maal per jaar samen om de werking van het vorige jaar te evalueren en eventueel bij te sturen. Het beheerscomité is ook bevoegd voor de praktische opvolging van dit samenwerkingsakkoord.

De eventuele vaststellingen van het niet naleven van dit samenwerkingsakkoord of bij problemen met de uitvoering ervan zal op eenvoudige vraag van één van de leden het beheerscomité samenkomen met het oog op een minnelijke regeling. Bij gebrek aan consensus wordt het probleem doorgestuurd naar het stuurcomité.

Het beheerscomité is verantwoordelijk voor de organisatie en de opvolging van de HFAA (Health and Food Audits and Analysis) audits, inclusief de opvolging van de actieplannen.

Art. 12.Dit samenwerkingsakkoord geldt voor onbepaalde duur. Elke partij kan dit jaarlijks opzeggen voor 31 oktober, mits een opzeggingstermijn van 1 jaar die begint te lopen vanaf 1 november.

Art. 13.De bestaande bilaterale overeenkomsten tussen het Agentschap en de bevoegde entiteiten van de Gewesten ter uitvoering van het koninklijk besluit van 10 oktober 2003Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 10/10/2003 pub. 07/11/2003 numac 2003022958 bron federaal agentschap voor de veiligheid van de voedselketen Koninklijk besluit houdende het toevertrouwen aan de Gewesten van de uitvoering van bepaalde taken die tot de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen behoren sluiten worden behouden tot het inwerking treden van dit samenwerkingsakkoord. Het gaat om de: - overeenkomst van 28 juni 2019 tussen het Agentschap en het Departement Landbouw en Visserij; - overeenkomst van 15 maart 2004Relevante gevonden documenten type overeenkomst prom. 15/03/2004 pub. 17/05/2004 numac 2004022229 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 type overeenkomst prom. 15/03/2004 pub. 17/05/2004 numac 2004022230 bron federale overheidsdienst sociale zekerheid Verordening tot wijziging van de verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 sluiten tussen het Agentschap en het Directoraat- Generaal Landbouw van het Ministerie van het Waalse Gewest.

Voor wat het Vlaams Gewest betreft zal de overeenkomst van 28 juni 2019 eveneens toegepast worden op de pootaardappelen die in het productieseizoen 2020 vermeerderd worden.

Art. 14.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 november 2020.

Opgemaakt te Brussel, 5 januari 2021.

VOOR DE FEDERALE STAAT: De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL VOOR HET VLAAMS GEWEST: De Vice-Minister President van de Vlaamse Regering, Minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS VOOR HET WAALS GEWEST: De Vice-President van Wallonië, Minister van Economie, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Landbouw, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, W. BORSUS VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: De Minister van de Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

Bijlage I: voorgeschreven gegevens op het plantenpaspoort Het plantenpaspoort overeenkomstig het model bedoeld in deel A en deel B van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2313 vermeldt na de letter "B" de code "BE -" gevolgd door het vestigingseenheidsnummer van de Kruispuntbank voor Ondernemingen van de professionele marktdeelnemer die door de entiteit erkend is om het plantenpaspoort af te leveren.

Het plantenpaspoort overeenkomstig het model bedoeld in deel C en deel D van de bijlage bij Uitvoeringsverordening (EU) 2017/2313 vermeldt als registratienummer de code "BE -" gevolgd door het vestigingseenheidsnummer van de Kruispuntbank voor Ondernemingen van de professionele marktdeelnemer. Voor gecertificeerde knollen van Solanum tuberosum L., bestemd voor opplant, kan het erkenningsnummer, toegekend door de gewestelijke dienst bevoegd voor de certificering, vermeld worden in plaats van het vestigingseenheidsnummer.

Gezien om gevoegd te worden bij het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, VOOR DE FEDERALE STAAT: De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL VOOR HET VLAAMS GEWEST: De Vice-Minister President van de Vlaamse Regering, Minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS VOOR HET WAALS GEWEST: De Vice-President van Wallonië, Minister van Economie, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Landbouw, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, W. BORSUS VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: De Minister van de Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, VOOR DE FEDERALE STAAT: De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL VOOR HET VLAAMS GEWEST: De Vice-Minister President van de Vlaamse Regering, Minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS VOOR HET WAALS GEWEST: De Vice-President van Wallonië, Minister van Economie, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Landbouw, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, W. BORSUS VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: De Minister van de Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, VOOR DE FEDERALE STAAT: De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL VOOR HET VLAAMS GEWEST: De Vice-Minister President van de Vlaamse Regering, Minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS VOOR HET WAALS GEWEST: De Vice-President van Wallonië, Minister van Economie, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Landbouw, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, W. BORSUS VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: De Minister van de Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om gevoegd te worden bij het samenwerkingsakkoord van 5 januari 2021 tussen de Ministers van Landbouw van de Federale Staat en de gewesten inzake de verdeling van opdrachten voor de toepassing van de beschermende maatregelen tegen plaagorganismen bij planten, VOOR DE FEDERALE STAAT: De Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's en Landbouw, Institutionele Hervormingen en Democratische Vernieuwing, D. CLARINVAL VOOR HET VLAAMS GEWEST: De Vice-Minister President van de Vlaamse Regering, Minister van Economie, Innovatie, Werk, Sociale economie en Landbouw, H. CREVITS VOOR HET WAALS GEWEST: De Vice-President van Wallonië, Minister van Economie, Onderzoek en Innovatie, Digitalisering, Landbouw, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, W. BORSUS VOOR HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST: De Minister van de Klimaattransitie, Leefmilieu, Energie en Participatieve Democratie, A. MARON

^