Etaamb.openjustice.be
Samenwerkingsakkoord van 26 oktober 2001
gepubliceerd op 12 september 2002

Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gemeenschappen met betrekking tot de Interuniversitaire attractiepolen - fase V

bron
diensten van de eerste minister
numac
2002021337
pub.
12/09/2002
prom.
26/10/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

26 OKTOBER 2001. - Samenwerkingsakkoord tussen de Staat en de Gemeenschappen met betrekking tot de Interuniversitaire attractiepolen - fase V


Gelet op de bijzondere wet tot hervorming der instellingen van 8 augustus 1980, inzonderheid op artikel 6bis , § 1, en § 2, 2°, 4° en 5°, en op artikel 92bis , § 1, ingevoegd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988 en gewijzigd bij de bijzondere wet van 16 juli 1993;

Overwegende dat een specifieke ondersteuning van excellerende netwerken inzake fundamenteel onderzoek, waarbij ploegen van meerdere instellingen uit verschillende Gemeenschappen die aan een gemeenschappelijk wetenschappelijk project meewerken hun bijdrage tot de algemene vooruitgang van de wetenschappen;

Overwegende dat de recente beslissingen van de Raad van de Europese Unie die uitgaan van de mededeling "Naar een Europese ruimte van het onderzoek" van het bevorderen van het netwerkonderzoek en het versterken van het Europees wetenschapspotentieel via een grotere samenwerking in de onderzoekprogramma's van de verschillende Lidstaten prioritaire doelstellingen van de Unie maken;

Overwegende dat door een wetenschappelijke samenwerking op Belgisch vlak, zoals die in het kader van de Interuniversitaire attractiepolen (IUAP's), de Belgische onderzoekers gunstig geplaatst zijn om een belangrijke rol te spelen in het meer en meer in netwerk verrichten van het fundamenteel onderzoek in Europees en internationaal verband;

Overwegende dat het IUAP-systeem voor de ondersteuning van het fundamenteel onderzoek in Europa als tamelijk uitzonderlijk en de kern zelf van een degelijk wetenschapsbeleid werd beschouwd door een panel van onafhankelijke buitenlandse experts dat, in de loop van het jaar 2000, een alomvattende evaluatie heeft gemaakt van het IUAP programma zoals het tot dan was verlopen (cf. interuniversity attraction poles - report of the expert panel);

Overwegende dat de IUAP-formule ruim de verwachtingen heeft ingelost wat de gestelde oogmerken betreft en dus dient te worden voortgezet;

Overwegende dat het IUAP-begeleidingscomité tijdens zijn vergaderingen van 2 en 20 oktober 2000 en 6 en 24 november 2000 geraadpleegd werd over de evaluatie en de voorgestelde fase V van het programma;

Gelet op het advies van de Federale Raad voor Wetenschapsbeleid uitgebracht op 16 november 2000;

Gelet op de beslissing van de federale Ministerraad van 22 december 2000 in verband met de uitvoering van fase V van de IUAP's;

Gelet op de beraadslagingen van de Interministeriële Conferentie voor Wetenschapsbeleid van 14 maart 2001 en 13 juni 2001 over de uitvoering van fase V van de IUAP's;

Overwegende dat, net zoals dat gebeurd is voor de voorgaande fases van de IUAP's, een samenwerkingsakkoord duidelijk moet aangeven op welke manier de Gemeenschappen betrokken zullen worden bij de uitvoering en de follow-up van fase V van de IUAP's;

Gelet op de beslissingen van de Gemeenschapsregeringen, genomen op 22 juni 2001 door de Vlaamse Regering, op 26 september 2001 door de Regering van de Franse Gemeenschap en op 20 december 2001 door de Regering van de Duitstalige Gemeenschap;

De Staat, vertegenwoordigd door de heer Charles Picqué, Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, en door de heer Yvan Ylieff, Regeringscommissaris belast met het Wetenschapsbeleid, toegevoegd aan de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek;

De Vlaamse Gemeenschap, vertegenwoordigd door Mevr. Marleen Vanderpoorten, Minister van Onderwijs en Vorming;

De Franse Gemeenschap, vertegenwoordigd door Mevr. Françoise Dupuis, Minister van Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek;

De Duitstalige Gemeenschap, vertegenwoordigd door de heer Bernard Gentges, Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme; zijn overeengekomen als volgt : Algemene bepaling

Artikel 1.Dit samenwerkingsakkoord beschrijft de wijze van samenwerking voor de uitvoering en de follow-up van fase V van het IUAP-programma zoals vastgelegd door de federale Ministerraad van 22 december 2000.

Stuurcomité

Art. 2.Het begeleidingscomité van fase V van het IUAP-programma - dat voortaan "stuurcomité" genoemd wordt - bestaat uit 12 leden, te weten 2 ambtenaren van de federale Overheid, 1 ambtenaar van de Vlaamse Gemeenschap, 1 ambtenaar van de Franse Gemeenschap, 2 buitenlandse experts en 6 vertegenwoordigers van de universitaire wetenschappelijke wereld, namelijk 3 vertegenwoordigers aangewezen door de VLIR en 3 vertegenwoordigers aangewezen door de CREF. Het wordt voorgezeten door de Secretaris-generaal van de Federale diensten voor Wetenschappelijke, Technische en Culturele Aangelegenheden (DWTC) of door zijn afgevaardigde.

Het secretariaat van het comité wordt gevoerd door de operationele IUAP-leiding van de DWTC. De leden van het stuurcomité vertolken in dit comité hun mening niet als vertegenwoordiger van hun gemeenschap of van hun instelling, maar als garant van de belangen van de hele Belgische wetenschappelijke gemeenschap.

Evaluatie en selectie van de IUAP-netwerken

Art. 3.Een openbare oproep voor voorstellen zal worden opgesteld door de DWTC en goedgekeurd door het stuurcomité. Hij zal gepubliceerd worden in het Belgisch Staatsblad en rechtstreeks opgestuurd worden aan de universitaire instellingen, de federale wetenschappelijke instellingen en de Koninklijke Militaire School.

De voorstellen voor netwerken zullen ingediend worden bij de DWTC op de manier en volgens de timing bepaald in de oproep voor voorstellen.

De voorstellen voor netwerken zullen door de DWTC onderworpen worden aan een evaluatie door buitenlandse experts.

De door de DWTC voorgestelde selectie van de netwerken zal gebeuren op grond van deze evaluatie en rekening houdende met de beperkingen opgelegd door de sleutels voor de verdeling onder en binnen de Gemeenschappen vastgelegd in artikel 4 van dit akkoord.

Zij zal - samen met de resultaten van de evaluatie - meegedeeld worden aan het stuurcomité, dat hierover een advies zal uitbrengen. Indien dit advies niet unaniem is, zal het de verschillende naar voren gebrachte standpunten weergeven.

De federale Minister van Wetenschappelijk Onderzoek zal de uiteindelijke selectie van de netwerken doorvoeren rekening houdende met het advies van het stuurcomité, aan wie zijn beslissing meegedeeld zal worden.

Sleutels voor de verdeling onder en binnen de gemeenschappen

Art. 4.Buiten de enveloppe bestemd voor de deelneming van de federale wetenschappelijke instellingen en van de Koninklijke Militaire School en die voor de deelneming van buitenlandse onderzoekinstellingen aan de IUAP-netwerken, is de sleutel voor de verdeling onder de gemeenschappen van de financiële middelen van fase V van de IUAP's vastgesteld op 56,0 % N - 44,0 % F. De verdeling onder de Universiteiten van, enerzijds, de Vlaamse Gemeenschap en, anderzijds, die van de Franstalige Gemeenschap wordt volledig aan ieder van die Gemeenschappen zelf overgelaten.

Follow-up van het IUAP-programma

Art. 5.Het stuurcomité zal minstens tweemaal per jaar bijeenkomen om het verloop van het programma te volgen en iedere nuttige aanbeveling uit te brengen.

Het zal, op verzoek van zijn leden, kunnen beschikken over de regelmatige wetenschappelijke verslagen opgestuurd door de netwerken aan de DWTC. Het zal ook iedere aanbeveling kunnen uitbrengen in verband met een latere voortzetting van het programma.

Duur van het samenwerkingsakkoord

Art. 6.Dit samenwerkingsakkoord wordt gesloten voor een periode die eindigt op 30 juni 2007. Het kan worden verlengd op verzoek van de Staat of van de Vlaamse en de Franse Gemeenschap.

Inwerkingtreding van het samenwerkingsakkoord

Art. 7.Dit samenwerkingsakkoord treedt in werking op 1 maart 2001.

Gedaan te Brussel, in zes exemplaren, op 26 oktober 2001.

Voor de Staat : De Minister van Economie en Wetenschappelijk Onderzoek, Ch. PICQUE De Regeringscommissaris belast met het Wetenschappelijk Onderzoek, toegevoegd aan de Minister van Wetenschappelijk Onderzoek, Y. YLIEFF Voor de Vlaamse Gemeenschap : De Minister van Onderwijs en Vorming, M. VANDERPOORTEN Voor de Franse Gemeenschap : De Minister van Hoger Onderwijs, Onderwijs voor Sociale Promotie en Wetenschappelijk Onderzoek F. DUPUIS Voor de Duitstalige Gemeenschap : De Minister van Onderwijs en Vorming, Cultuur en Toerisme, B. GENTGES

^