Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 13 februari 1999

Vacante betrekking van Directeur-generaal van de Kanselarij van de Eerste Minister Oproep tot de kandidaten De belangstellende opperambtenaren worden ervan in kennis gesteld dat de betrekking van Directeur-generaal van de Kanselarij(...) Benoemingsvoorwaarden Overeenkomstig artikel 20quinquies van het koninklijk besluit van 7 august(...)

bron
diensten van de eerste minister
numac
1999021045
pub.
13/02/1999
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

DIENSTEN VAN DE EERSTE MINISTER


Vacante betrekking van Directeur-generaal van de Kanselarij van de Eerste Minister (Rang 16) Oproep tot de kandidaten De belangstellende opperambtenaren worden ervan in kennis gesteld dat de betrekking van Directeur-generaal van de Kanselarij van de Eerste Minister (rang 16) vanaf 1 juli 1999 vacant zal zijn. Deze betrekking staat open zowel voor mannen als voor vrouwen.

Benoemingsvoorwaarden Overeenkomstig artikel 20quinquies van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het rijkspersoneel, kunnen tot een graad van rang 16 worden benoemd: 1° de rijksambtenaren die titularis zijn van een graad van rang 16;2° de rijksambtenaren die titularis zijn van een graad van rang 15 en die ten minste één jaar graadanciënniteit tellen. Opdrachten van het betrokken bestuur.

De Kanselarij van de Eerste Minister heeft als voornaamste opdrachten: 1° De uitvoering van de administratieve taken met betrekking tot het secretariaatswerk van de Ministerraad, van het Ministerieel Comité en het College voor inlichting en veiligheid, van het Overlegcomité Federale Regering en Gemeenschaps- en Gewestregeringen en van sommige interministeriële conferenties alsook van de Opvolgingscommissie van de milieutaksen;materiële, technische en administratieve bijstand verlenen bij de vergaderingen en werkzaamheden ervan en bijhouden van de archieven. 2° De kritische analyse voor de Eerste Minister van ieder voorstel voorgelegd aan bedoelde Raad en Comités en het onderzoek van ieder probleem omtrent de vorming, de organisatie en de werking van de Regering, het opstellen van richtlijnen in deze aangelegenheid en het toezicht op de naleving ervan.3° Het opvolgen van de parlementaire vragen in het algemeen en het voorbereiden van de antwoorden op de vragen gesteld aan de Eerste Minister.4° De ontwikkeling en het beheer van de databank Regedoc (met de dossiers van de Ministerraad) en van het federale netwerk Fedenet.Dit elektronische netwerk biedt een gebruiksvriendelijke toegang tot databanken en verzorgt de interdepartementale e-mail voor de uitwisseling van documenten en berichten tussen federale overheidsdiensten. 5° Het beheer, wat de Eerste Minister betreft, van de geschilzaken van de Belgische Staat, meer bepaald voor de Raad van State en voor de hoven en rechtbanken, en van de geschillen van de Ministerraad voor het Arbitragehof alsmede het onderzoek van elke algemene aangelegenheid die de Eerste Minister aanbelangt, en in het bijzonder de bevoegdheidsproblemen.6° De studie van de algemene, juridische, economische, technologische en statistische aspecten van de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, het beheer van de reglementering van die overheidsopdrachten, de vertegenwoordiging van de Eerste Minister in die materie bij de nationale en supranationale overheidsinstellingen, de uitoefening van de bevoegdheden van de Eerste Minster ten opzichte van de Commissie voor de overheidsopdrachten alsook het secretariaat en het archiefbeheer van deze Commissie en de interministeriële werkgroep voor de overheidsopdrachten.7° Het administratief beheer, wat de Eerste Minister betreft, van de hervorming der instellingen, met inbegrip van de voorbereiding en de uitvoering van de overdracht van personeel en goederen tussen de federale administraties en de diensten van de Gemeenschaps- en Gewestregeringen, alsook van de ontbinding of de herstructurering van nationale instellingen van openbaar nut of elke andere instelling, op basis van de herverdeling van de bevoegdheden tussen de Staat, de Gemeenschappen en de Gewesten.8° De uitvoering van de reglementering op de vakbondspremies en de controle van de representativiteit van de vakorganisties in de overheidssector.9° De uitvoering van de administratieve taken met betrekking tot de secretariaten van sommige onderhandelings- of overlegcomités, opgericht krachtens de wet van 19 december 1974 met betrekking tot de organisatie van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van het personeel van deze overheidsdiensten en die worden voorgezeten door de Eerste Minister.10° Het mede-uitwerken en de toepassing, voor wat de Diensten van de Eerste Minister betreft, van de regels tot toekenning van eervolle onderscheidingen in de nationale orden, en de behandeling van de eervolle onderscheidingen van de Gemeenschappen en de Gewesten.11° Het beheer van het personeel van al de besturen die onder het gezag van de Eerste Minister zijn geplaatst, van diens kabinetten en van sommige ministeriële kabinetten die ermee verbonden zijn, de bijzondere controle op de ministeriële kabinetten, het secretariaatswerk en het bijhouden van de archieven van de Directieraad van de voormelde besturen en de toepassing van het administratief, geldelijk en syndicaal statuut op die diensten, en de deelneming aan het administratief bestuur van het Federaal Planbureau.12° Het opmaken en het uitvoeren van de begroting en de boekhouding van de hoger vermelde besturen en kabinetten, het beheer van het economaat, het beheer van de vakbondspremies (ook wat de ontvangsten betreft) en de toelagen onder meer aan het persagentschap Belga, aan de Koning Boudewijnstichting, aan de Federale Voorlichtingsdienst en aan het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, alsmede het verlenen van administratieve bijstand aan sommige van deze instellingen.13° De logistieke steun aan de Studiecommissie betreffende het lot van de bezittingen van de leden van de Joodse gemeenschap van België geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, en aan de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging.14° Het secretariaat van het Millennium Forum 2000. Beschrijving van de uit te oefenen functie Als ambtenaar met de hoogste graad in de Diensten van de Eerste Minister (voor wat de diensten betreft die onder het gezag van de Eerste Minister zijn geplaatst), staat de Directeur-generaal in voor de eenheid van, het toezicht op en de coördinatie van het beheer, de organisatie van de diensten, het opmaken en uitvoeren van de begroting. Hij legt aan de Eerste Minister de behandelde zaken voor en licht ze toe, ontvangt zijn onderrichtingen en zorgt voor de uitvoering van de ministeriële en regeringsbeslissingen.

Hij leidt de Diensten, plant, organiseert, coördineert en controleert de werkzaamheden, verdeelt de taken en de opdrachten, en verspreidt de informatie. Hij zit de Directieraad, het basisoverlegcomité en de interne begeleidingscommissie voor gelijke kansen voor mannen en vrouwen, voor. Hij ziet erop toe dat de Kanselarij en de Diensten waaruit ze is samengesteld optimaal en naar behoren werken, zorgt ervoor dat de structuren, het personeel en de geldelijke en materiële middelen toereikend zijn om de opgelegde doelstellingen te verwezenlijken. Daartoe draagt hij bij tot het opstellen van een strategisch kader voor de organisatie in termen van te bereiken doelstellingen en aan te wenden middelen. Bovendien zorgt hij voor een hechte band tussen de personeelsleden door een gunstig werkklimaat te scheppen dat bijdraagt tot de individuele ontplooiing van de personeelsleden.

In regelmatig overleg met de dienstchefs legt hij beheerskeuzen vast voor de Diensten, volgt hij de uitvoering ervan en de werking van de diensten op en oordeelt hij of de vooropgestelde doelstellingen werden bereikt.

Hij coördineert alle Kanselarijopdrachten, zowel de steun aan de Regeringswerking door de Eerste Minister bij te staan in zijn functie van Regeringshoofd, als het beheer van de aangelegenheden die tot de eigen bevoegdheid van de Eerste Minister behoren als hoofd van het bestuur.

Enerzijds gaat het om de organisatie van de gezamenlijke actie van de Diensten met het oog op een optimaal verloop van de werkzaamheden van de federale Regering en in het bijzonder om de hulp bij de werking van de collegiale organen ervan, in de eerste plaats de Ministerraad. Dit secretariaats- en studiewerk veronderstelt een bestendige samenwerking met het of de Kabinet(ten), met uiteenlopende graad van tussenkomst door de administratie in de verschillende stadia van de dossiers. Dat kan, afhankelijk van het geval, gaan van de voorbereiding tot de afronding (publicatie); het omvat minstens het nazicht en het onderzoek van de dossiers, het plaatsen ervan op de agenda, hun verspreiding, de notificatie van de beslissingen en de archivering in de Regeringsdatabank Regedoc. De regeringswerkzaamheden worden op de voet gevolgd aan de hand van boordtabellen die in verband met de uitvoering van het Regeringsakkoord en de voortgang van de parlementaire werkzaamheden worden bijgehouden.

Gelijklopend wordt de informatieomloop verzekerd tussen de Regeringsleden en tussen de departementen, vooral via de interdepartementale elektronische briefwisseling van Fedenet, dat ook toegang verleent tot de databanken. De Eerste Minister speelt overigens ook een vooraanstaande rol in het informatiebeleid van de Regering, waar zijn Diensten bij betrokken zijn.

Anderzijds gaat het om de organisatie van de behandeling van de specifieke dossiers van de Diensten van de Eerste Minister waaronder hoofdzakelijk de regelgeving inzake de overheidsopdrachten maar ook diegene inzake bepaalde aspecten betreffende de vakbonden in de overheidsdiensten, te weten hun representativiteit die dient te worden gecontroleerd en de toekenning van vakbondspremies waarvan de financiering moet worden gewaarborgd en waarbij moet worden toegezien op de betaling aan de leden. De Dienst van de overheidsopdrachten is verantwoordelijk voor de ontwikkelingen in de wetgeving, in samenspraak met de Commissie voor de overheidsopdrachten, en ziet er via verschillende middelen op toe dat ze correct wordt toegepast, dat België vertegenwoordigd is in de betrokken internationale instellingen, dat nuttig advies wordt gegeven bij elk verzoek van een aanbestedende overheid en dat het standpunt van de overheid wordt bepaald in geval van geschillen terzake. De administratie is tevens verantwoordelijk voor het beheer van de geschillen van de Staat die vertegenwoordigd is door de Eerste Minister, maar ook van de eigen geschillen van de Ministerraad voor het Arbitragehof.

Het algemeen beheer van de Diensten zelf behelst het globale en het individuele personeelsbeheer, voor alle statuten, en de begrotingsmiddelenbeheersing. Dat veronderstelt onder meer overleg met het Kabinet, en de vertegenwoordiging van de Diensten in de verschillende bilaterale vergaderingen.

Profiel De te benoemen Directeur-generaal zal bijgevolg de volgende eigenschappen moeten bezitten: - aanleg hebben voor management (gezag en overtuiging hebben, leiding kunnen geven, beslissingen kunnen nemen, beoordelingsvermogen bezitten) en voor beheer (de te bereiken doelstellingen en resultaten bepalen, prioriteiten vastleggen, een gedragslijn uittekenen, resultaten beoordelen), over organisatie- en coördinatievermogen beschikken (duidelijke richtlijnen en impulsen kunnen geven, kunnen delegeren); - zin hebben voor diplomatie (bekwaam zijn om conflicten en problemen op te lossen), voor communicatie (voorzitterschap van diverse zowel formele als informele organen, vertegenwoordiging van de Eerste Minister, bekwaam zijn om te informeren, te raadplegen en te overleggen met de verschillende verantwoordelijken), en voor human resources (het personeel van het bestuur motiveren en stimuleren, de prestaties kunnen evalueren en beoordelen, kunnen differentiëren, kunnen samenwerken met de Kabinetsleden van de Eerste Minister); - een grote beschikbaarheid, een grote werkkracht en een groot aanpassingsvermogen aan de dag leggen (in staat zijn om het hoofd te bieden aan nieuwe of erg verscheidene omstandigheden); - zin hebben voor initiatief en vernieuwing (bekwaamheid om procedures en technieken te beoordelen en te veranderen om de werking en de organisatie te verbeteren); - onkreukbaar zijn en blijk geven van staatszin; - een grondige kennis hebben van de structuur van de instellingen van het land en van hun bevoegdheden, alsook van de rol hierin van de federale overheid en in het bijzonder van de Eerste Minister en zijn Diensten als oord van overleg, bemiddeling of kruispunt tussen de Machten en de Belgische beleidsniveaus, of tussen deze en het supranationale niveau; - een goede kennis hebben van het begrotingsrecht, de geldende voorschriften en procedures inzake wetgevingstechniek, bestuur, boekhouding, begroting en personeel. Hetzelfde geldt voor de overheidsopdrachten, de geschillen van de Staat die vertegenwoordigd is door zijn ministers of de Ministerraad, de voorschriften die verband houden met het bestaan (van de vorming tot het ontslag) en de werking van de Regering, het statuut van haar leden en de richtlijnen die hun werkzaamheden leiden alsook de regelgeving met betrekking tot de ministeriële kabinetten; - de organisatie en de werking van een Departement kennen; - een degelijke kennis hebben van de administratieve en begrotingscontrole alsook de kennis van de theorie over de organisatie van de overheidsdiensten en de mogelijke juridische beheerswijzen, gezien de Diensten van de Eerste Minister, in verschillende hoedanigheden, optreden in diverse instellingen of deelnemen aan de oprichting ervan, zoals het Federaal Planbureau, het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en Racismebestrijding, de Federale Voorlichtingsdienst, het Persagentschap Belga, de Koning Boudewijnstichting, het Europees Centrum voor vermiste en misbruikte kinderen, de Studiecommissie betreffende het lot van de bezittingen van de leden van de Joodse gemeenschap van België geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, of de Dienst voor de Administratieve Vereenvoudiging.

Indiening van de kandidaturen De kandidaturen moeten bij aangetekend schrijven worden ingediend bij de heer J. van Overbeke, Directeur-generaal van de Kanselarij van de Eerste Minister, Wetstraat 16, 1000 Brussel, binnen een termijn van 10 werkdagen die ingaat op de eerste werkdag die volgt op de bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad (de poststempel geldt als bewijs).

De sollicitatiebrief, met bericht van ontvangst, vermeldt de datum, de naam, de voornamen, de graad van de kandidaat en het bestuur waaronder hij ressorteert en het adres waarnaar de kennisgeving moet worden gezonden en geeft een uiteenzetting van de kwaliteiten die de kandidaat meent te kunnen doen gelden inzake beheer van de overheidsdiensten.

De kandidaten die niet tot de Diensten van de Eerste Minister behoren moeten een voor eensluidend verklaard document bezorgen, verstrekt door de personeelsdienst van hun bestuur, waarin de graad wordt bevestigd die zij definitief bekleden en waarin de datum van benoeming tot die graad wordt vermeld.

^