Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 04 september 2001

Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie Oproep tot kandidaten In uitvoering van artikel 121 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en van Bij toepassing van artikel 82 van voormeld koninklijk besluit van 20 juli 2001, geschiedt de eerste(...)

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
2001000867
pub.
04/09/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN BINNENLANDSE ZAKEN


Algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie Oproep tot kandidaten In uitvoering van artikel 121 van de wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus, en van artikel 82 van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de werking en het personeel van de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie, wordt een oproep tot kandidaten gedaan voor de eerste aanstelling van de twee betrekkingen van adjunct-inspecteur-generaal bij de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie.

Bij toepassing van artikel 82 van voormeld koninklijk besluit van 20 juli 2001, geschiedt de eerste aanstelling tot de betrekkingen van adjunct-inspecteur-generaal overeenkomstig de bepalingen met betrekking tot de aanstelling tot de betrekkingen van directeur bedoeld in de hoofdstukken II en III van het koninklijk besluit van 31 oktober 2000 houdende vaststelling van de voorwaarden en de modaliteiten van de eerste aanstelling tot bepaalde betrekkingen voor de federale politie en de algemene inspectie van de federale politie en de lokale politie met uitzondering van artikel 8, § 6, zesde lid.

Deze betrekkingen maken tevens het voorwerp uit van een interne mededeling binnen de politiediensten.

Zowel mannelijke als vrouwelijke kandidaten komen voor voormelde twee betrekkingen in aanmerking.

De bijzondere voorwaarden inzake het profiel zijn vervat in de bijlage bij deze oproep tot kandidaten.

De kandidaten eerder geslaagd voor de assessment-proef voor een mandaatfunctie bij de federale politie, georganiseerd bij toepassing van voormeld koninklijk besluit van 31 oktober 2000, zijn voor deze selectie, vrijgesteld van die proef.

De kandidaturen dienen vergezeld te zijn van volgende documenten : - een uittreksel uit de geboorteakte; - een officieel document uitgaande van de overheid tot dewelke de kandidaat behoort, tot bevestiging dat hij de vereiste graad bezit; - een door de functionele overste gewaarmerkt conform afschrift van de laatste evaluatie, of een attest van afwezigheid van evaluatie; - een attest van afwezigheid van zware tuchtstraffen, uitgaande van de functionele overste; - een curriculum vitae; - een uiteenzetting van de kwaliteiten en van de motivering van de kandidaat voor de uitoefening van de te begeven functie, in het licht van het functieprofiel; - de vermelding van het of de telefoonnummers waarop de kandidaat kan worden gecontacteerd.

De kandidaturen moeten aangetekend verstuurd worden aan de Minister van Binnenlandse Zaken, Koningsstraat 60-62, te 1000 Brussel binnen een termijn van 16 dagen die aanvangt op de datum van bekendmaking van deze oproep in het Belgisch Staatsblad. Aan elke kandidaat zal een ontvangstbewijs worden toegestuurd.

Bijlage aan de oproep tot kandidaten Functieprofiel Functie van adjunct-inspecteur-generaal Aanstelling De adjunct-inspecteur-generaal wordt door de Koning aangesteld voor een termijn van vijf jaar die één enkele keer kan hernieuwd worden, op gezamenlijk voorstel van de Ministers van Justitie en van Binnenlandse Zaken.

Plaats in de organisatie Binnen de algemene inspectie van de federale politie en van de lokale politie staat de adjunct-inspecteur-generaal de inspecteur-generaal bij in de leiding en in de algemene, operationele en administratieve dienstorganisatie. Hij handelt conform de bevelen, onderrichtingen en richtlijnen van de inspecteur-generaal.

Algemene functiebeschrijving De adjunct-inspecteur-generaal : - leidt, coördineert en verzekert de opvolging van de degelijke uitvoering van de opdrachten die toevertrouwd worden aan de verschillende diensten van de algemene inspectie; - ziet terzake heel in het bijzonder toe op het organisationeel of methodologisch aspect; - analyseert en interpreteert de resultaten van de onderzoeken, inspecties of controles uitgevoerd door de diensten van de inspectie, met het oog op het informeren van de overheden, en dit op punctuele of meer globale wijze; - houdt de inspecteur-generaal op de hoogte van elk belangrijk feit dat de bevoegdheden van de algemene inspectie kan aanbelangen; - staat de inspecteur-generaal bij in de opdrachten van public relations en van vertegenwoordiging bij de overheden of diensten; - verzekert de dienstcontinuïteit bij afwezigheid van de inspecteur-generaal.

Algemene voorwaarden De aanwijzingen geschieden uitsluitend op vrijwillige basis.

Komt uitsluitend in aanmerking voor een mandaat, het personeelslid dat : - deel uitmaakt van het operationeel kader; - beantwoordt aan de profielvereisten; - niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een eindevaluatie met vermelding « onvoldoende » in de loop van de vijf jaar die de indiening van de kandidatuur voorafgaan; - zich bevindt in een administratieve stand waarin het zijn aanspraken op bevordering en baremische loopbaan kan doen gelden; - geen niet-uitgewiste zware tuchtstraf heeft opgelopen; - de leeftijd van zestig jaar niet heeft bereikt; - ten minste vijfendertig jaar oud is of een dienstanciënniteit heeft van ten minste tien jaar in een graad van officier of in de graad die vereist is om zich kandidaat te stellen.

Deze voorwaarden moeten vervuld worden op de ultieme datum voor het indienen van de kandidatuur.

Bijzondere voorwaarden A. Kennis Grondige kennis van de wettelijke bepalingen inzake politie.

Grondige kennis van de organisatie, de structuren en de verschillende bevoegdheden van de twee niveaus van de geïntegreerde politiedienst.

Kennis van het algemeen organisatiemanagement.

Kennis van het politioneel beleid op federaal en lokaal niveau, evenals van de politiefunctie.

Kennis van het human ressources beleid.

B. Vaardigheden Geschiktheid tot bevelvoering.

De vaardigheid om de principes van human ressources toe te passen binnen de organisatie.

De vaardigheid voor het ontwikkelen van een opdracht, een visie en de waarden voor de algemene inspectie.

De bekwaamheid tot het vervullen van een voorbeeldrol.

Persoonlijke betrokkenheid bij het verzekeren dat het managementsysteem van de organisatie ontwikkeld, geïmplementeerd en voortdurend verbeterd wordt.

De vaardigheid de door de wet bepaalde en door de overheden opgelegde opdrachten uit te voeren.

De vaardigheid om de medewerkers te motiveren.

De vaardigheid om de verschillende opdrachten uitgaande van de verschillende overheden op een coherente manier tot een goed einde te brengen en dit met de beschikbare middelen en volgens de voorgeschreven procedures.

De vaardigheid om te organiseren : de vaardigheid om een organisatiestructuur te ontwikkelen met als uitgangspunt het doeltreffend en effectief uitvoeren van de taken binnen de algemene inspectie.

De vaardigheid tot delegeren : zijn eigen beslissingsbevoegdheden en verantwoordelijkheden onder de collega's en/of medewerkers te verdelen.

De vaardigheid de dienstactiviteiten te plannen : effectieve prioriteiten vastleggen en aangeven welke acties nodig zijn om op korte en lange temijn de vooropgestelde objectieven te realiseren.

De bekwaamheid om te relativeren.

De bekwaamheid beslissingen te nemen in volle autonomie en zonder de verantwoordelijkheid van opduikende problemen door iemand anders te laten dragen.

De bekwaamheid om initiatieven te nemen.

De vaardigheid om te onderhandelen.

De vaardigheid om samen te werken : samen met zijn medewerkers naar een gemeenschappelijk doel streven.

Over goede mondelinge en schriftelijke communicatieve vaardigheden beschikken.

De vaardigheid om problemen te analyseren en op te lossen : in staat zijn de mogelijke oorsprong van problemen op te sporen en bij te dragen tot het zoeken van oplossingen.

De vaardigheid tot opvolging en correctief begeleiden.

Contactvaardig zijn.

C. Houdingen Dynamisch en creatief zijn : de nodige verbeeldingskracht bezitten om een doel buiten de afgebakende wegen te bereiken en klaar zijn om risico's te nemen teneinde op te treden, spijts de onzekerheden, en klaar zijn om nieuwe of alternatieve doelstellingen te formuleren die breken met de tradities en de vigerende gewoontes.

Blijk geven van een grote integriteit.

Blijk geven van een grote objectiviteit : respect voor anderen zonder favorisitme noch discriminatie.

Over het nodige gezag beschikken : niet alleen een voldoende dominante persoonlijkheid zijn om mensen en situaties te beheersen en te leiden, maar dit gezag ook weten uit te stralen zodat men als vanzelfsprekend als leider wordt aanvaard.

Blijk geven van duidelijkheid en transparantie door het bannen van elke mysterieuze of wispelturige houding waarvan men zelden weet wat de betekenis ervan is of wat het nagestreefd doel is, en door zich eenvoudig, duidelijk en verstaanbaar uit te drukken om een juiste perceptie van het bericht toe te laten.

Bijzonder bestand zijn tegen frustratie en incasseringsvermogen hebben.

Stressbestendig zijn.

Open staan voor de problemen van alle personeelsleden en ze kunnen behandelen met discretie.

Innoverende denkpistes uitwerken.

Blijk geven in alle omstandigheden van een correcte houding.

De vaardigheid bezitten tot aanpassing.

Bereid zijn zich te schikken naar het politieconcept zoals voorzien in de wet op de geïntegreerde politie.

D. Specifieke eisen Cognitief engagement : de wil en het vermogen zich steeds verder te vervolmaken in de uitoefening van zijn/haar functie, onder meer via schriftelijke documentatiebronnen, het bijwonen van colloquia, vormingssessies, symposia.

Sociaal engagement : het vermogen empatisch en sociaal voelend het maatschappelijke probleemveld aan te pakken vanuit een politioneel vaktechnische achtergrond.

Ervaring in de toepassing van moderne managementtechnieken.

Praktische expertise in het leidinggeven.

^