Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 10 april 2001

Openstaande betrekking van adviseur-generaal Oproep tot de kandidaten Er wordt de belanghebbende ambtenaren ter kennis gebracht dat de betrekking van adviseur-generaal op de personeelsformatie van het Federaal Ministerie van Tewerks(...) Functiebeschrijving : De adviseur-generaal leidt de buitendiensten van de Administratie van de A(...)

bron
ministerie van tewerkstelling en arbeid
numac
2001012298
pub.
10/04/2001
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN TEWERKSTELLING EN ARBEID


Openstaande betrekking van adviseur-generaal Oproep tot de kandidaten Er wordt de belanghebbende ambtenaren ter kennis gebracht dat de betrekking van adviseur-generaal (rang 15) op de personeelsformatie van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid - Hoofdbestuur (Administratie van de arbeidshygiëne en -geneeskunde) te begeven is. Deze betrekking is zowel voor vrouwen als voor mannen toegankelijk.

Functiebeschrijving : De adviseur-generaal leidt de buitendiensten van de Administratie van de Arbeidshygiëne en -geneeskunde, dit wil zeggen de Medische Arbeidsinspectie en het Laboratorium voor industriële toxicologie.

Zijn gezag strekt zich uit over : - de 5 directies van de buitendiensten die 5 geneesheren-directeurs omvatten en die momenteel beschikken over 24 geneesheren-arbeidsinspecteurs, 24 sociaal controleurs, 1 scheikundig adjunct-adviseur, 3 industriële ingenieurs en 12 administratieve bedienden; - het Laboratorium voor industriële toxicologie dat 1 adviseur, 1 industrieel ingenieur-directeur, 5 adjunct-adviseurs, 2 industrieel ingenieurs en 2 administratieve bedienden ter beschikking heeft.

De Medische Arbeidsinspectie is belast met : - het toezicht op de toepassing door de werkgever van de wettelijke en reglementaire bepalingen op het vlak van het welzijn op het werk, met uitsluiting van de arbeidsveiligheid; - de controle op de uitvoering, door de preventieadviseurs (arbeidsgeneesheer, ergonomen, hygiënisten en deskundigen op het vlak van de psycho-sociale aspecten van het werk) van de reglementaire opdrachten die hen worden opgelegd in de schoot van de ondernemingen, en op de naleving van de deontologische en ethische regels van de preventiepraktijken; - de opvolging van de werking van de diensten voor preventie en bescherming op het werk, met name voor wat betreft het kwaliteitssysteem; - de onderzoeken met betrekking tot de aangifte voor beroepsziekten en aandoeningen die met het werk verband houden; - expertiseopdrachten voor wat betreft het medisch toezicht van de werknemers; - de behandeling van de beroepen tegen de beslissingen van de arbeidsgeneesheer; - juridisch-technische ondersteuning te geven aan de werkgevers en aan de werknemers, alsook aan de verschillende betrokken partijen, in de schoot van de ondernemingen, en dit op het vlak van het welzijnsbeleid op het werk; - het toezicht op het op de markt brengen en het gebruik van nieuwe chemische stoffen; - het toezicht op de verplichtingen van de leveranciers van chemische producten aan werkgevers; - administratieve onderzoeken met betrekking tot de erkenning van laboratoria voor toxicologie, ondernemingen die asbest verwijderen, preventieorganismen, instellingen voor opleiding van eerstehulpverleners; - opdrachten van bemiddeling in geschillen waarbij de preventie-adviseurs betrokken zijn; - expertiseopdrachten op het vlak van controlegeneeskunde voor absenteïsme.

Het Laboratorium voor industriële toxicologie is belast met : - het uitvoeren van, op vraag van de Medische inspectie, metingen van chemische en fysische agentia op de werkplaatsen; - het uitvoeren van studieprogramma's over blootstelling van werknemers die werken met nieuwe technologieën; - het ontwikkelen van methodes van monsterneming en analyses, aangepast aan specifieke blootstellingsvoorwaarden op de werkplaatsen; - de erkenning en de organisatie van kwaliteitscontroles van de laboratoria voor toxicologie.

De essentiële opdrachten van de adviseur-generaal bestaan uit : - het definiëren van een inspectiebeleid en het bepalen van de oriëntaties, de doelstellingen en de prioriteiten; - plannen, programmeren, op middellange termijn, van de acties van de buitendiensten; - de buitendiensten leiden en waken over hun goede werking; - een beheerssysteem ontwikkelen inzake de kwaliteit van de Medische inspectie waarvan hij de technische verantwoordelijkheid verzekert; - organisatie en coördinatie van de activiteiten en van de middelen van de diensten en de controle en opvolging verzekeren; - de eenheid van jurisprudentie doen respecteren in de uitvoering van het geheel van de inspectieopdrachten, het verzekeren van de coherentie en homogeniteit bij de tussenkomsten van de inspecteurs, alsook de gelijke behandeling van de burger; - het ontwikkelen van methodes en instrumenten voor de Inspectie, aangepast aan de evolutie van het recht en van de wetenschap, aan de nieuwe vormen van arbeidsorganisatie, en naargelang de grootte van de ondernemingen; - uitwerken van permanente opleidingsbehoeften van het personeel en organisatie van opleidingsprogramma's; - opstellen van investerings- en werkingsbudgetten voor de buitendiensten; - organisatie van de ontwikkeling, het optimaal gebruik, en de kennis van de technologische werkinstrumenten, op het vlak van de informatica; - het uitwerken van informatieprocedures en bepalingen over de prestaties van de buitendiensten; - samenwerking met de diensten die belast zijn met het uitwerken van de reglementering, de humanisering en de bevordering van de arbeid; - uitwerking van de nodige samenwerkingsplatformen met de diensten van de Technische inspectie (AAV), het Fonds voor Beroepsziekten en het Fonds voor Arbeidsongevallen (erkenning van de diensten voor eerstehulp); - het Voorzitterschap van de interne overlegorganen van de Inspectie; - vertegenwoordiging van de Inspectie in de schoot van verschillende nationale, internationale en Europese instanties, bevoegd op het vlak van arbeidsgeneeskunde en gezondheid, het welzijn op het werk, met uitsluiting van de arbeidsveiligheid; - voorbereiding van de nodige instrumenten met het oog op de efficiënte toepassing van de reglementering op de werkplaats.

Tenslotte is de adviseur-generaal de medewerker van de directeur-generaal die hij bijstaat en advies geeft, vooral in de huidige omstandigheden van modernisering van de openbare diensten. Hij kan ook de directeur-generaal vervangen.

De functie wordt uitgeoefend op het Hoofdbestuur.

De titularis van de functie moet : - een grondige kennis hebben van de inhoud, de concepten en de principes van de wetgeving en reglementering met betrekking tot de bescherming op het werk alsook over de arbeidsinspectie; - een grondige kennis hebben over de disciplines gezondheid op het werk, toxicologie en fysio-pathologie van het werk en over de risicoanalyse voor de gezondheid en de veiligheid; - een uitgebreide kennis hebben voor wat betreft de eisen inzake kwaliteitssystemen over gezondheid en veiligheid in de ondernemingen; - in staat zijn om een inspectiebeleid voor te bereiden, ondersteund door een plan dat de objectieven voor de buitendiensten klaar en kwalificeerbaar maakt; - beschikken over beheers-organisatorische en coördinatie-kwaliteiten; - in staat zijn een goed beleid van medische inspectie te voeren; - beschikken over een goed begrip van de ontwikkeling van een management-proces voor kwaliteit; - blijk geven van een geschiktheid voor communicatie, overleg en motivatie; - een visie hebben over het geheel van de krachtlijnen van het departement van tewerkstelling en arbeid; - een europese en internationale visie hebben over de medische inspectie en over het recht met betrekking tot gezondheid op het werk; - een zeer ruime beschikbaarheid hebben.

Overeenkomstig de voorwaarden vereist door artikel 20sexies, § 1, van het koninklijk besluit van 7 augustus 1939 betreffende de evaluatie en de loopbaan van het Rijkspersoneel, gewijzigd door het koninklijk besluit van 2 juni 1998 en artikel 13 van het koninklijk besluit van 16 juli 1998 betreffende de mobiliteit van het personeel van sommige overheidsdiensten, staat deze betrekking open : 1. voor de rijksambtenaren die titularis zijn van een graad van rang 15;2. voor de ambtenaren van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid die titularis zijn van een graad van rang 13 en die ten minste één jaar graadanciënniteit en twaalf jaar anciënniteit in niveau 1 tellen. Bovendien bepaalt artikel 20septies van voornoemd koninklijk besluit dat de rijksambtenaren die benoemd zijn tot een graad van rang 17, 16 of 15 volgens een bijzondere benoemingswijze of ingevolge een eerste benoeming gebaseerd op bepalingen die afwijken van die welke in de personeelsstatuten zijn voorgeschreven, gedurende de eerste negen jaar die volgen op hun benoeming uitgesloten zijn van de toepassing van artikel 20sexies, § 1, 1°.

De aandacht wordt er tevens op gevestigd dat overeenkomstig de bepalingen voorzien door het ministerieel besluit van 2 december 1997 tot vaststelling van het organiek reglement van het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, de titularissen van deze betrekking het diploma van doctor in de genees-, heel- en verloskunde dienen te bezitten.

De belanghebbende ambtenaren worden verzocht hun kandidatuur, bij aangetekend schrijven, toe te sturen aan de secretaris-generaal van het Federaal Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid, Belliardstraat 51, 1040 Brussel, binnen een termijn van tien werkdagen die ingaat op de eerste werkdag volgend op de publicatie van dit bericht in het Belgisch Staatsblad (poststempel geldt als bewijs).

De sollicitatiebrief vermeldt de datum, de naam, de voornamen, de graad van de gegadigde, het bestuur waaronder hij ressorteert, alsmede zijn bekwaamheden inzake beheer van de overheidsdiensten.

De kandidaten die niet tot het Ministerie van Tewerkstelling en Arbeid behoren, moeten een voor eensluidend verklaard document verstrekken, afgeleverd door de personeelsdienst van de administratie die hen tewerkstelt, waarin bevestigd wordt dat zij een graad van rang 15 definitief bekleden en met vermelding van de datum van benoeming in die graad.

^