Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 26 september 2002

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - opsteller bij de griffie van : - het Hof van Cassatie : 2, vanaf 1 oktober 2002; - de politierechtbank te : - Antwerpen : 2; - Mechelen : 1; - Hasselt : 1;(...) - Tongeren : 1; - Halle : 1; - Vilvoorde : 1; - Gent : 1; - Brugge : 2; - Kort(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2002009903
pub.
26/09/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - opsteller bij de griffie van : - het Hof van Cassatie : 2, vanaf 1 oktober 2002; - de politierechtbank te (vanaf 1 oktober 2002) : - Antwerpen : 2; - Mechelen : 1; - Hasselt : 1; - Tongeren : 1; - Halle : 1; - Vilvoorde : 1; - Gent : 1; - Brugge : 2; - Kortrijk : 1; - Hoei : 1; - Luik : 1; - Dinant : 1; - Charleroi : 1; - Bergen : 1; - beambte bij de griffie van : - het Hof van Cassatie : 3, vanaf 1 oktober 2002; - de politierechtbank te (vanaf 1 oktober 2002) : - Antwerpen : 1; - Mechelen : 2; - Brussel : 12 (*); - Oudenaarde : 1; - Brugge : 2; - Verviers : 2; - Dinant : 1; - Charleroi : 1; - Bergen : 1.

De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan de heer Minister van Justitie, Directoraat Generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - 3/P/R.O II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).

De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.

De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

^