Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 07 februari 2005

Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - adjunct-griffier bij het vredegerecht van het kanton Elsene : 1 ; - beambte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 5 (*); - adjunct-secretaris bij het parket van de pr(...) - beambte bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel(...)

bron
federale overheidsdienst justitie
numac
2005009077
pub.
07/02/2005
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE


Rechterlijke Orde. - Vacante betrekkingen - adjunct-griffier bij het vredegerecht van het kanton Elsene : 1 (*); - beambte bij de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 5 (*); - adjunct-secretaris bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1, vanaf 1 maart 2005; - beambte bij het parket van de procureur des Konings bij de rechtbank van eerste aanleg te Brussel : 1.

De kandidaturen voor een benoeming in de Rechterlijke Orde moeten bij een ter post aangetekend schrijven aan Mevr. de Minister van Justitie, Directoraat-generaal Rechterlijke Organisatie - Dienst Personeelszaken - 3/P/R.O. II., Waterloolaan 115, 1000 Brussel, worden gericht binnen een termijn van één maand na de bekendmaking van de vacature in het Belgisch Staatsblad (artikel 287 van het Gerechtelijk Wetboek).

De kandidaten dienen een afschrift bij te voegen van het bewijs dat zij geslaagd zijn voor het examen voor de griffies en parketten van hoven en rechtbanken, ingericht door de Minister van Justitie, en dit voor het ambt waarvoor zij kandidaat zijn.

Voor elke kandidatuurstelling dient een afzonderlijk schrijven te worden gericht.

De kennis van het Nederlands en van het Frans is vereist van de kandidaten voor de vacante plaatsen in de griffie van de gerechten die aangeduid zijn met een sterretje (*), overeenkomstig de bepalingen van de artikelen 53 en 54bis van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken.

^