Etaamb.openjustice.be
Vacante Bettreking
gepubliceerd op 13 juli 2015

Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie . - Vacature van Werkleider (klasse SW2) van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1869 (Magnetospheres) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannelijke vorm voor een be(...) 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING o Het gaat om een voltijdse betrekking van een(...)

bron
programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid
numac
2015021038
pub.
13/07/2015
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

PROGRAMMATORISCHE FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID


Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA). - Vacature van Werkleider (klasse SW2) van de wetenschappelijke loopbaan. - Vacaturenummer HRM S 1869 (Magnetospheres) Sommige woorden in de jobomschrijving staan in de mannelijke vorm voor een betere leesbaarheid. De functie is zowel voor vrouwen als voor mannen toegankelijk. 1. POSITIE VAN DE FUNCTIE BINNEN DE INSTELLING o Het gaat om een voltijdse betrekking van een statutair wetenschappelijk personeelslid. o Titel en klasse van de wetenschappelijke loopbaan: Werkleider (klasse SW2). o Activiteitengroep van de wetenschappelijke loopbaan waartoe de betrekking behoort: activiteitengroep I "wetenschappelijk onderzoek en experimentele ontwikkeling".

De betrekking zal uitgeoefend worden binnen de dienst Space Physics (D10) - Team: Magnetospheres (D11) van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie, Ringlaan 3, 1180 Brussel. 2. TAALREGIME Deze betrekking is toegankelijk voor kandidaten die kunnen ingedeeld worden bij de Nederlandse of Franse taalrol, bij toepassing van de regels hiertoe bepaald door de wetten op het gebruik van talen in bestuurszaken.3. FUNCTIECONTEXT Het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie van België is een Belgische Federale Wetenschappelijke Instelling (FWI) die ressorteert onder de Programmatorische Overheidsdienst (POD) Wetenschapsbeleid. De instelling heeft als taak de hogere lagen van de aardse atmosfeer te bestuderen. De aeronomie, een bij uitstek multidisciplinaire wetenschap die officieel in 1954 door de wetenschappelijke instanties als wetenschappelijk vakgebied werd erkend, heeft een echt hoge vlucht genomen met de opkomst van de kunstsatellieten en de ontwikkeling van nieuwe technieken voor observaties vanuit de ruimte.

De laatste jaren heeft het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aeronomie aan internationale erkenning gewonnen met zijn wetenschappelijk onderzoek betreffende de aardse atmosfeer en deze van de andere planeten, maar ook met het onderzoek naar de invloed van de zon op ons milieu. Het BIRA, dat een centrale rol speelt in het onderzoek naar de klimaatwijziging in de wereld, tracht antwoorden aan te reiken op de vragen in onze maatschappij over de staat van onze atmosfeer.

In dat kader is het BIRA betrokken bij talrijke internationale projecten met als thema de studie van planeetatmosferen, zoals Venus express, mars express, Solspec (observatie van de zonnestraling) of de interplanetaire observatie Cluster 2 (interactie tussen magnetosfeer en zonnewind).

Sinds de oprichting in 1964, doet het BIRA onderzoek en geeft het publieke dienstverlening op het vlak van de ruimte-aeronomie, d.i. de fysica en chemie van de atmosfeer van de Aarde en van andere planeten, en de kosmische ruimte.

De wetenschappers maken gebruik van instrumenten op de grond, in de lucht, aan boord van ballonnen of in de ruimte en van computermodellen. 4. INHOUD VAN DE FUNCTIE 4.1. Doelstellingen van de functie ten aanzien van de opdrachten van de instelling.

De afdeling "Space Physics" van het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA-IASB) tracht ons fundamenteel wetenschappelijk begrip van de interplanetaire ruimte en van de magnetosfeer en ionosfeer van planetaire objecten in het algemeen te verbeteren. De afdeling behandelt ook potentiële toepassingen van deze inzichten voor het oplossen van problemen waar we mee geconfronteerd worden, voornamelijk wat betreft ruimteweer.

De onderzoeksgroep "magnetospheres" bestudeert de magnetosferen van planeten met een intrinsiek magnetisch veld en de geïnduceerde magnetosferen van planetaire objecten die zo een intrinsiek magnetisch veld missen. Haar doel is het verklaren van de verschillende fysische mechanismes onderliggend aan verscheidene fenomenen. Deze studies worden uitgevoerd door te steunen op waarnemingen vanop de grond en vanuit de ruimte. De rol van observaties vanuit de ruimte is prominent, aangezien het moeilijk is de ijle magnetosferische plasmas waar te nemen en er nood is aan het uitvoeren van in situ metingen.

Het onderzoek steunt momenteel voornamelijk op ESA `s hoeksteen Cluster-missie voor de aardmagnetosfeer en op Rosetta voor de geïnduceerde magnetosferen van kometen, maar exploiteert ook gegevens van tal van andere ruimtetuigen van ESA en NASA. Metingen vanop grondniveau daarentegen kunnen bijkomende informatie leveren omdat zij een andere kijk bieden op de magnetosfeer.

Het D11-team bestaat momenteel uit 7 medewerkers. De onderzoeksthema's kunnen ruw verdeeld worden in (a) de studie van het buitenste deel van de magnetosfeer, d.w.z. de interactie tussen zonnewind en magnetosfeer, en haar relatie met gebieden op hoge magnetische breedtegraad, (b) de studie van de binnenkant van de magnetosfeer en diens relatie ten opzichte van de gebieden op lage magnetische breedtegraad, en (c) de studie van geïnduceerde magnetosferen. 4.2. Resultaatgebieden.

De aan te werven wetenschapper zal een goede kennis hebben van de fysische processen die de werking van magnetische en elektrische velden bepalen en van de beweging van plasmadeeltjes in de magnetosfeer. Dit vraagt een begrip van de koppeling tussen de magnetosfeer en de ionosfeer.

De wetenschapper zal op de hoogte zijn van zowel ruimte-instrumenten als observatietechnieken op grondniveau gebruikt voor de waarneming van de magnetosfeer.

De wetenschapper zal vertrouwd zijn met (op zijn minst bepaalde aspecten van) empirische en fysische modelleringstechnieken voor de magnetosfeer of sub-gebieden ervan.

De wetenschapper zal in staat zijn om de opgedane kennis te gebruiken in multi-disciplinaire studies en in ruimteweer-toepassingen.

De wetenschapper zal verantwoordelijk zijn voor de samenwerking met andere wetenschappers in de groep, en in het bijzonder voor de begeleiding van jonge wetenschappers en hun introductie in het onderzoeksdomein.

De wetenschapper zal derhalve op de hoogte zijn van recent onderzoek binnen dit domein. Hij zal samenwerken met andere partners zowel binnen als buiten België die aan magnetosferisch onderzoek doen. Hij zal actief betrokken zijn bij het bevorderen van onderzoek aan het BIRA-IASB door nieuwe onderzoeksprojecten voor te stellen en door fondsen te werven. Hij zal de onderzoeksresultaten verspreiden via wetenschappelijke publicaties in peer-reviewed tijdschriften, via voordrachten op wetenschappelijke conferenties, en via publicaties en andere activiteiten die gericht zijn op het bredere publiek. 5. COMPETENTIEPROFIEL 5.1. Vereiste diploma's en opleidingen.

De kandidaat dient houder te zijn van volgend(e) diploma('s): Doctor in de Wetenschappen of van Doctor in de Toegepaste Wetenschappen of van Doctor in de Ingenieurswetenschappen.

De kandidaten dienen vertrouwd te zijn met onderzoek rond de magnetosfeer en een wetenschappelijke werkervaring van minstens 4 jaar hebben in betreffend kennisdomein die als wetenschappelijke anciënniteit kan worden gevaloriseerd in de zin van het statuut van het wetenschappelijk personeel (KB 25 februari 2008 artikel 7, § 2). 5.2. Technische kundigheden (kennis, specialisaties, ervaring(en), ...). 5.2.1. Vereiste competenties, specialiteit(en) en ervaring(en) waaraan de kandidaten dienen te voldoen om weerhouden te worden (toelatingscriteria).

Beschikken over een goede algemene kennis van magnetosferische fysica, van plasmafysica, van de ionosfeer-magnetosfeer koppeling, en van ruimteweer-fenomenen;

Ervaring hebben met observatietechnieken vanop de grond en vanuit de ruimte die relevant zijn voor de studie van de magnetosfeer, en in het bijzonder met de technieken voor gegevensinterpretatie die men nodig heeft om waarnemingen om te zetten in relevante natuurkundige informatie;

Ervaring hebben die relevant is voor de modellering van fenomenen in de magnetosfeer aan de hand van empirische gegevens en/of natuurkundige kennis;

Ervaring hebben met statistische methodes;

Beschikken over ICT-vaardigheden die men nodig heeft om wetenschappelijke gegevens in verband met de magnetosfeer te verkrijgen, te verwerken en te gebruiken;

Over minimum vier jaar ervaring (wetenschappelijke anciënniteit) beschikken in één of meerdere van de volgende domeinen: a. Theoretisch werk in verband met magnetosferische processen;b. Magnetosferische waarnemingen vanop de grond en/of de ruimte;c. Constructie en werking van magnetosferische instrumenten;d. Ontwikkeling en gebruik van magnetosferische modellen;e. Ruimteweer-modellen van de magnetosfeer. Bewezen bekwaamheid op het gebied van: a. Publicaties in peer-reviewed tijdschriften;b. Voordrachten van onderzoeksresultaten op conferenties;c. De opmaak van projectvoorstellen voor BELSPO, ESA, of de Europese Commissie;d. De opvolging van wetenschappelijke onderzoeksprojecten. Een vlotte kennis van (geschreven en gesproken) Engels. 5.2.2. Bijkomende gewenste ervaring(en), kennis en bekwaamheden die tot aanbeveling strekken (bijkomende rangschikkingscriteria).

Een minimale kennis van de andere landstaal dan diegene waarin de kandidaat aangenomen wordt, wordt sterk aanbevolen, aangezien het BIRA-IASB een federaal tweetalig instituut is. 5.2.3. Bijkomende troeven.

Kennis van de fysica van de binnenste magnetosfeer (plasmasfeer, ringstroom, stralingsgordels) 5.3. Generieke competenties (gedragscompetenties, vaardigheden, ...).

Op een zelfstandige wijze, maar binnen een team kunnen werken.

Gemotiveerd, creatief, nieuwsgierig zijn met betrekking tot aëronomie en in het bijzonder met betrekking tot magnetosferische wetenschap.

Geïnteresseerd zijn in het verspreiden van de onderzoeksresultaten, ook naar een niet-gespecialiseerd publiek toe.

Proactief zijn in het vormen en uitwerken van samenwerkingen zowel binnen het Instituut, binnen België, als over de gehele wereld.

Taken kunnen organiseren en zich kunnen houden aan een resultaatgericht plan.

In team kunnen werken en kennis en ervaring delen met collega's.

Snel kunnen handelen of reageren wanneer de situatie dat vereist (bv. met deadlines kunnen omgaan), stressbestendigheid Oor hebben voor de noden van onderzoekscollega's, projectpartners, doelpubliek.

Bij kunnen dragen aan het onderzoek en onderzoeksprojecten kunnen bekomen en op die manier het werk van de groep bestendigen en uitbreiden.

Open staan voor persoonlijke ontwikkeling: initiatief nemen om kennis te verwerven, de evoluties opvolgen, zelfkennis over eigen competenties (sterktes en zwaktes).

Objectieven behalen: de inzet, wil en ambitie hebben om resultaten te boeken; verantwoordelijkheid opnemen voor ondernomen acties, opportuniteiten herkennen, resultaatsgericht zijn. 5.4. Vereisten waaraan moet worden voldaan voor een werving in de klasse SW2. o Minstens 4 jaar wetenschappelijke ervaring bezitten die als wetenschappelijke anciënniteit kan worden gevaloriseerd in de zin van het statuut (art. 7, § 2 - 3, van het koninklijk besluit van 25 februari 2008Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021029 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen type koninklijk besluit prom. 25/02/2008 pub. 07/04/2008 numac 2008021028 bron programmatorische federale overheidsdienst wetenschapsbeleid Koninklijk besluit tot vaststelling van het geldelijke statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen sluiten tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel van de federale wetenschappelijke instellingen). o Eén of meer relevante verwezenlijkingen in het kader van deze functie. Deze verwezenlijkingen zullen specifiek door de jury geëvalueerd worden op basis van de context en van de voorwaarden vastgesteld onder de rubrieken 4 en 5 hierboven. 6. ARBEIDSVOORWAARDEN 6.1. Bezoldiging - loopbaan.

De gekozen kandidaat wordt aangeworven als Werkleider (klasse SW2) met de daaraan verbonden weddenschaal SW21.

Minimumbezoldiging (brutobedragen aangepast aan de huidige index, reglementaire toelagen niet inbegrepen): SW21 (4 jaar anciënniteit): 55.200,29 € per jaar (4.600,02 € per maand) De normale tijdsduur van de proefperiode bedraagt één jaar. 7. TOELAATBAARHEIDS- EN DEELNEMINGSVOORWAARDEN 7.1. De gekozen kandidaat moet op de datum van zijn indiensttreding volgende voorwaarden vervullen : o Belg zijn of burger van een staat die deel uitmaakt van de Europese Economische Ruimte of de Zwitserse Confederatie; o de burgerlijke en politieke rechten genieten; o aan de dienstplichtwetten voldaan hebben; o een gedrag hebben dat beantwoordt aan de eisen van het gesolliciteerd ambt. 7.2. Uiterlijk op de dag waarop de termijn eindigt voor het indienen der kandidaturen, moeten volgende voorwaarden vervuld zijn: o houder zijn van het/de vereiste diploma('s) (zie punt 5.1 hierboven); o voldoen aan de vereiste technische bekwaamheden (zie punt 5.2.1 hierboven) en deze bewijzen. o voldoen aan de vereiste generieke competenties (zie punt 5.3.hierboven). o beantwoorden aan de vereiste algemene competenties (zie punt 5.4 hierboven) 7.3. In de beide hierna vermelde gevallen geldt volgend voorbehoud voor deelname aan de selectieprocedure. 7.3.1. Het vereiste diploma werd behaald in een ander land dan België.

In dit geval zal de voorzitter van de jury van de wetenschappelijke instelling vooraf nagaan of het door de kandidaat voorgelegde diploma kan worden aanvaard bij toepassing van de bepalingen van de Richtlijnen 89/48/EEG of 92/51/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen.

Daarom dient de betrokken kandidaat aan zijn kandidatuur, behalve een kopie van het voorgelegde diploma, volgende bescheiden en inlichtingen toe te voegen, nodig voor bedoeld onderzoek: o een vertaling van het diploma indien dit niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol); o een verklaring waarmee de onderwijsinrichting, die het diploma heeft uitgereikt, volgende inlichtingen verstrekt (voor zover deze inlichtingen niet voorkomen in het diploma zelf): 1. het aantal studiejaren dat normalerwijze vereist is voor het behalen van het diploma;2. moest een verhandeling worden ingediend voor het behalen van het diploma? 3.de verworven kennis en bekwaamheden die aan de basis liggen van het uitreiken van bedoeld diploma; o een vertaling van deze verklaring indien deze niet werd uitgereikt in het Nederlands, Frans, Duits of Engels (vertaling in het Nederlands voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; vertaling in het Frans voor de kandidaten die kunnen worden ingedeeld bij de Franse taalrol). 7.3.2. Het vereiste diploma werd behaald in een andere taal dan het Nederlands of het Frans. o De taal waarin de studies werden gedaan, die hebben geleid tot het behalen van het vereiste diploma, bepaalt in principe de taalrol waarbij de kandidaat moet worden ingedeeld bij toepassing van de wetten op het gebruik van de talen in bestuurszaken. o Wanneer een diploma van doctor vereist is, dat werd behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift (of wanneer de kandidaat een dergelijk diploma voorlegt om aan de diplomavereisten te voldoen), wordt de taalrol dan ook bepaald door de taal waarin de studiecyclus werd gevolgd die heeft geleid tot het universitair einddiploma dat toegang gaf tot het doctoraat. o In de gevallen waarin deze studies werden gedaan in een andere taal dan het Nederlands of het Frans, dient de betrokken kandidaat daarom in het bezit te zijn van een bewijs van taalkennis, afgeleverd door SELOR, het Selectiebureau van de Federale Overheid, Simon Bolivarlaan 30, 1000 Brussel; e-mail: taal@selor.be). Uit dit bewijs moet blijken dat de betrokkene geslaagd is in het taalexamen dat met betrekking tot het vaststellen van het taalregime in de plaats komt van het opgelegde diploma: - taaltest Nederlands - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Nederlandse taalrol; - taaltest Frans - artikel 7, voor een functie van niveau 1/A, indien de kandidaat wenst te worden ingedeeld bij de Franse taalrol. 8. BIJKOMENDE INLICHTINGEN Meer informatie omtrent de inhoud van deze betrekking kan worden bekomen bij Dr.Johan De Keyser, Diensthoofd van de divisie Space Physics, tel.: 02 373 03 68, e-mail: johan.dekeyser@aeronomie.be 9. SELECTIEPROCEDURE o De jury van de wetenschappelijke instelling bepaalt wie van de kandidaten, die een ontvankelijke kandidatuur hebben ingediend, het meest geschikt worden geacht voor de betrekking (maximum 5 kandidaten kunnen aldus worden geselecteerd). o Indien de jury het noodzakelijk acht, kan hij de kandidaten vragen om eender welke bijkomende proef af te leggen die de jury bepaalt om hun geschiktheid voor de te begeven functie te beoordelen. o De kandidaten die aldus in aanmerking worden genomen, zullen vervolgens uitgenodigd worden om voor de jury te verschijnen voor een hoorzitting met het oog op de vaststelling van de rangschikking der kandidaten. o Deze rangschikking wordt pas definitief nadat ze werd meegedeeld aan de betrokken kandidaten die daarbij de mogelijkheid hebben erover klacht in te dienen en te vragen om door de jury te worden gehoord. 10. SOLLICITATIEPROCEDURE 10.1. De kandidaturen moeten worden ingediend binnen 30 kalenderdagen volgend op de datum van bekendmaking van deze vacature in het Belgisch Staatsblad.

Ze moeten worden ingediend bij aangetekende brief gericht aan: Stafdienst Personeel & Organisatie, cel "werving en selecties" van de POD Wetenschapsbeleid, Louizalaan 231, 1050 Brussel. 10.2. In de kandidatuur dient uitdrukkelijk te worden gepreciseerd: o de gesolliciteerde betrekking; o het correspondentieadres; elke wijziging van dit adres dient onmiddellijk te worden meegedeeld. 10.3. Aan de kandidatuur toe te voegen bescheiden: o een volledig en waarheidsgetrouw curriculum vitae; o indien reeds wetenschappelijke activiteiten werden verricht: attesten om deze te wettigen (attesten afgeleverd door de werkgevers, de autoriteiten die beurzen toekenden, ...); voor meer informatie betreffende de te verstrekken inlichtingen: zie de nota betreffende de toekenning van de wetenschappelijke anciënniteit die kan worden geraadpleegd op de website van de POD Wetenschapsbeleid (www.belspo.be, rubriek "Vacatureberichten"). De nota kan ook via mail aangevraagd worden op het adres selections-selecties@belspo.be ; o een kopie van het/ de vereiste diploma's; o indien een diploma van doctor, behaald na verdediging in het openbaar van een proefschrift, wordt voorgelegd om te voldoen aan de diplomavereisten, dient bovendien een kopie te worden toegevoegd van het diploma dat werd behaald bij het afsluiten van de studiecyclus welke toegang gaf tot het doctoraat; o indien deze diploma's, of één ervan, werden uitgereikt in een andere taal dan het Nederlands, Frans, Duits of Engels dient daarvan bij het voorgelegde dossier tevens een vertaling te worden toegevoegd; o een lijst van de eventueel gepubliceerde wetenschappelijke werken; o de bescheiden en inlichtingen hierboven bedoeld onder punt 7.3.1., indien het/ de vereiste diploma(`s), behaald door de kandidaat, werd(en) uitgereikt door een andere dan een Belgische instelling; o het bewijs van taalkennis bedoeld onder punt 7.3.2., ingeval dit bewijs noodzakelijk is of wanneer de kandidaat wenst dat zijn indeling bij een taalrol gebeurt op basis van dat bewijs. 10.4. Zijn onontvankelijk: de kandidaturen die bovenstaande sollicitatieprocedure niet respecteren.

^