Etaamb.openjustice.be
Overeenkomst
gepubliceerd op 25 oktober 2002

Regeling tussen de bevoegde autoriteiten van Frankrijk en België inzake uitwisseling van inlichtingen en administratieve samenwerking ter bestrijding van het ontgaan en ontduiken van belasting Op basis van - de Richtlijn 77/799/EEG van de Raa - de Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve bi(...)

bron
ministerie van financien
numac
2002003454
pub.
25/10/2002
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN FINANCIEN


Regeling tussen de bevoegde autoriteiten van Frankrijk en België inzake uitwisseling van inlichtingen en administratieve samenwerking ter bestrijding van het ontgaan en ontduiken van belasting Op basis van - de Richtlijn 77/799/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 19 december 1977 betreffende de wederzijdse bijstand van de bevoegde autoriteiten van de Lidstaten op het gebied van de directe belastingen en de indirecte belastingen, gewijzigd door de Richtlijn 79/1070/EEG van de Raad van 6 december 1979, door de Richtlijn 92/12/EEG van de Raad van 25 februari 1992, alsmede door iedere andere latere Richtlijn die de genoemde Richtlijn zou aanvullen en/of vervangen (hierna genoemd « de Richtlijn »), - de Verordening (EEG) nr. 218/92 van de Raad van 27 januari 1992 betreffende de administratieve bijstand op het gebied van de indirecte belastingen (B.T.W.), alsmede op basis van iedere andere Verordening die de genoemde Verordening zou aanvullen en/of vervangen (hierna genoemd « de Verordening »), - het Multilaterale Verdrag OESO/Raad van Europa inzake wederzijdse administratieve bijstand in fiscale aangelegenheden, ter ondertekening voorgelegd op 25 januari 1988, zodra dit Verdrag in de beide Staten in werking zal zijn getreden (hierna genoemd « het multilaterale Verdrag inzake bijstand »), - de Overeenkomst tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele belasting en tot regeling van wederzijdse administratieve en juridische bijstand inzake inkomstenbelastingen, van het slotprotocol en van de bijgevoegde brieven, ondertekend te Brussel op 10 maart 1964, zoals gewijzigd door het Avenant bij de genoemde Overeenkomst, ondertekend te Brussel op 8 februari 1999 (hierna genoemd « de Overeenkomst van 1964 »), - de Overeenkomst van 12 augustus 1843 ondertekend te Rijsel tussen België en Frankrijk, inzake de uitwisseling van inlichtingen verkregen uit de aan de registratieformaliteit onderworpen akten, de aangiften van nalatenschap of de overdracht bij overlijden en andere administratieve documenten (hierna genoemd « de Overeenkomst van 1843 »), - van de Overeenkomst van 20 januari 1959 tussen België en Frankrijk tot voorkoming van dubbele aanslag en tot regeling van sommige andere vraagstukken inzake de belastingen op de erfenissen en registratierechten (hierna genoemd « de Overeenkomst van 1959 »), komen de bevoegde autoriteiten van België en van Frankrijk, zoals zij omschreven zijn respectievelijk in artikel 1, § 5, van de Richtlijn, in art. 2 van de Verordening en in art. 18 van de Overeenkomst van 1959, overeen bepalingen in te voeren inzake - de uitwisseling van inlichtingen, - gelijktijdige belastingcontroles, - de aanwezigheid van belastingambtenaren van de ene Staat op het grondgebied van de andere Staat, - een grensoverschrijdend dispositief voor rechtstreekse uitwisseling van inlichtingen.

I. AUTOMATISCHE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN De automatische uitwisseling van inlichtingen heeft betrekking op : A. Inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen : 1. inkomsten, bestaande uit salarissen, lonen en andere soortgelijke beloningen zoals bedoeld in de artikelen 10 en 11 van de Overeenkomst van 1964;2. beloningen van bestuurders en van de andere personen zoals bedoeld in artikel 9 van dezelfde Overeenkomst; 3. inkomsten betaald in de vorm van renten of van kapitalen en bestaande uit pensioenen, andere gelijksoortige beloningen, lijfrenten, onderhoudsuitkeringen, afkoopwaarden of « vervangingsinkomsten » (d.w.z. vergoedingen, renten of diverse uitkeringen bestemd om een verlies aan beroepsinkomsten te compenseren als gevolg van werkloosheid, ziekte, ongeval of een andere soortgelijke omstandigheid) zoals bedoeld, naar het geval, in de artikelen 10, 12 of 18 van de Overeenkomst van 1964; 4. royalty's en andere opbrengsten en inkomsten zoals bedoeld in artikel 8 van de voornoemde Overeenkomst;5. dividenden en interest, zoals bedoeld in de artikelen 15 en 16 van dezelfde Overeenkomst, betaald door schuldenaars die geen financiële instellingen zijn;6. erelonen, commissies, makelaarslonen, restorno's, gages en andere beloningen betaald aan natuurlijke personen of aan rechtspersonen;7. de verwerving van onroerende goederen, de eigendom van onroerende goederen en/of de inkomsten van onroerende goederen zoals bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst van 1964;8. ondernemingswinst zoals bedoeld in de artikelen 4 en 5 van de Overeenkomst van 1964 en de baten zoals bedoeld in artikel 7 van dezelfde Overeenkomst;9. inlichtingen (aanslagbiljetten of berekeningsnota's) die betrekking hebben op de personenbelasting geheven door een Staat ten laste van de inwoners van de andere Staat. B. Inzake belasting op de toegevoegde waarde : teruggaven aan belastingplichtigen die voor B.T.W.-doeleinden zijn geïdentificeerd in de andere Staat de teruggaven van belasting over de toegevoegde waarde, verkregen op grond van de toepassing van de Richtlijn 79/1072/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 6 december 1979.

C . Inzake registratierechten, successie- en schenkingsrechten : 1. mutaties inzake onroerende goederen;2. inlichtingen met betrekking tot de oprichting van vennootschappen of de kapitaalsverhogingen van vennootschappen van een Staat waaraan inwoners van de andere Staat deelnemen. II. SPONTANE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN De intensivering van de spontane uitwisseling van inlichtingen heeft betrekking op : A . Inzake belastingen naar het inkomen : 1. inlichtingen met betrekking tot de wijzigingen van woonplaats van een persoon van één van beide overeenkomstsluitende Staten naar de andere overeenkomstsluitende Staat;2. inlichtingen (aanslagbiljetten of berekeningsnota's) die betrekking hebben op de belasting geheven door een Staat ten laste van natuurlijke personen zoals bedoeld in artikel 25, §§ 2 en 3, van de Overeenkomst van 1964, die inwoners zijn van die Staat en die in de andere Staat inkomsten verkrijgen die in die andere Staat belastbaar zijn. B . Inzake belasting over de toegevoegde waarde : 1. overschrijding van de omzetdrempel bij verkopen op afstand en keuze van de plaats van levering bij verkopen op afstand a) het overschrijden van de omzetdrempel inzake verkopen op afstand, zoals bedoeld in artikel 28ter , titel B, lid 2, van de Richtlijn 77/388/EEG;b) de opties inzake verkopen op afstand als bedoeld in artikel 28ter , titel B, lid 3, van de Richtlijn 77/388/EEG;2. diensten met een vermoedelijk onregelmatig of fictief karakter a) het verrichten van diensten als bedoeld in artikel 6, van de Richtlijn 77/388/EEG, in de gevallen waarin er in de Staat die de inlichtingen verstrekt een vermoeden bestaat dat de handelingen in de andere Staat niet zijn aangegeven, een fictief karakter hebben, niet aan de werkelijke afnemer zijn gefactureerd of andere onregelmatigheden vertonen; b) de diensten die, op het eerste gezicht, geen onregelmatig karakter hebben, maar die een bepaalde omvang vertonen (bijvoorbeeld meer dan 2.500 EUR) en die geacht worden plaats te vinden in de andere Staat en waarvoor de schuldenaar van de BTW de afnemer van de dienst is. Deze handelingen werden bijgevolg vrij van BTW gefactureerd door de dienstverrichter in de inlichtingenverstrekkende Staat; c) de intracommunautaire leveringen met vrijstelling wanneer er in de inlichtingenverstrekkende Staat een vermoeden bestaat dat deze leveringen een fictief karakter vertonen (gevallen van carrouselfraude);3. intracommunautaire leveringen zonder vrijstelling intracommunautaire leveringen van goederen zonder toepassing van de vrijstelling van de BTW als bedoeld in artikel 28quater , titel A, van de Richtlijn 77/388/EEG aan een in de andere Staat gevestigde belastingplichtige; 4. diplomatieke en consulaire betrekkingen e.d. de toepassing van de vrijstelling van BTW op grond van artikel 15, lid 10, van de Richtlijn 77/388/EEG; 5. intracommunautaire verwervingen a) de gevallen waarbij gegevens die zijn meegedeeld op grond van artikel 4, lid 3, van Verordening (EEG) nr.218/92 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 27 januari 1992, beduidend afwijken van het bedrag van de aangegeven intracommunautaire verwervingen; b) de gevallen waarbij er in de inlichtingenverstrekkende Staat een vermoeden bestaat dat de intracommunautaire verwervingen een fictief karakter vertonen (gevallen van carrouselfraude);6. belastingplichtigen die onmiddellijk of op ongewone wijze omvangrijke intracommunautaire leveringen verrichten met als bestemming de andere Staat;7. BTW-identificatienummers de individuele BTW-identificatienummers die zijn toegekend aan belastingplichtigen die niet in de inlichtingenverstrekkende Staat gevestigd zijn;8. intracommunautaire leveringen van landvoertuigen de op grond van artikel 28quater , titel A, van de Richtlijn 77/388/EEG van de BTW vrijgestelde intracommunautaire leveringen van landvoertuigen door andere dan de onder punt 12 genoemde incidentele belastingplichtigen die in de Staat van vertrek tijdelijk worden ingeschreven in het wegverkeer met het oog op hun overbrenging naar de Staat van aankomst;9. leveringen van accijnsprodukten a) regeling voor de verkopen op afstand : leveringen aan particulieren van accijnsprodukten waarvoor het vervoer van de Staat van vertrek of verzending naar de Staat van aankomst wordt verricht door of voor rekening van de leverancier;b) vrijgestelde intracommunautaire leveringen aan operatoren die er niet toe gehouden zijn hun intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan accijnsprodukten, - aan de belasting te onderwerpen (belastingplichtigen die vrijgestelde handelingen verrichten, belastingplichtigen onderworpen aan de franchiseregeling, landbouwondernemers onderworpen aan de forfaitaire regeling - z. respectievelijk de artikelen 13, 24 en 25 van de Richtlijn 77/388/EEG - en de niet-belastingplichtige rechtspersonen die niet over een geldig BTW-identificatienummer beschikken voor hun intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan accijnsprodukten). De spontane uitwisseling zal betrekking hebben op elke betwisting van intracommunautaire leveringen van accijnsprodukten zoals hiervoor beschreven die een bepaalde omvang overschrijden; 10. bedrijfsdomiciliëringen inlichtingen met betrekking tot bedrijven gevestigd in domiciliëringscentra;11. leveringen van nieuwe vaartuigen en luchtvaartuigen de intracommunautaire leveringen, door andere dan onder 12 hierna genoemde incidentele belastingplichtigen, van nieuwe schepen en luchtvaartuigen als bedoeld in artikel 28bis , lid 2, van de Richtlijn 77/388/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 mei 1977 aan niet voor BTW-doeleinden geïdentificeerde personen;12. leveringen van nieuwe vervoermiddelen door incidentele belastingplichtigen de intracommunautaire leveringen van nieuwe vervoermiddelen als bedoeld in artikel 28bis , lid 2, van de Richtlijn 77/388/EEG door incidentele belastingplichtigen als bedoeld in artikel 28bis , lid 4, van de Richtlijn 77/388/EEG, waarvoor zij een recht op aftrek van BTW uitoefenen. C . Inzake registratierechten, successie- en schenkingsrechten : 1. inlichtingen met betrekking tot schenkingen van roerende waarden hoger dan 25.000 EUR ten gunste van een onderdaan van de andere Staat; 2. inlichtingen met betrekking tot roerende waarden hoger dan 25.000 EUR verkregen door nalatenschap door een erfgenaam-legataris die onderdaan is van de andere Staat.

D . Inzake de met het zegel gelijkgestelde taksen : betreffende de jaarlijkse taks op de verzekeringscontracten, de inlichtingen met betrekking tot de verzekeringscontracten waarvoor het risico zich in de andere Staat bevindt en de identificatie van de verzekerde en de verzekeraar.

III. UITWISSELING VAN INLICHTINGEN OP VERZOEK EN SPONTANE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN DIE HIERBOVEN NIET WORDEN OPGESOMD De bevoegde autoriteiten van beide Staten zullen eveneens toezien op de intensivering van de uitwisseling van inlichtingen op verzoek alsook de spontane uitwisseling van inlichtingen, die niet specifiek worden opgesomd in punt II hiervoor, en die voor de andere Staat van nut kunnen zijn voor de juiste vaststelling van de belastingen.

IV. GELIJKTIJDIGE BELASTINGCONTROLES A . Definitie Voor de toepassing van deze Regeling wordt onder gelijktijdige belastingcontrole verstaan, een controle ondernomen krachtens een regeling waarbij de twee deelnemende Staten overeenkomen om gelijktijdig en op onafhankelijke wijze, elk op zijn grondgebied, een controle uit te voeren naar de belastingtoestand van één of meerdere belastingplichtige(n) die een gemeenschappelijk of aanvullend belang vertegenwoordigt (vertegenwoordigen), met als doel de aldus verkregen inlichtingen uit te wisselen.

B . Doelstellingen De doelstellingen van de gelijktijdige belastingcontroles zijn inzonderheid : 1. het juiste bedrag van de door een belastingplichtige verschuldigde belasting te bepalen in de gevallen waarin : a) de lasten verdeeld of toegerekend zijn en de winst omgedeeld is tussen belastingplichtigen, die inwoner zijn van verschillende landen, of meer algemeen, wanneer in een belastingdossier problemen opduiken inzake verrekenprijzen;b) duidelijke technieken van belastingontwijking en -ontduiking of regelingen die verrichtingen inhouden waarvan de wezenlijke inhoud verschillend is van de door belastingplichtige(n) voorgestelde juridische vorm, gecontroleerde financieringsverrichtingen, prijsmanipulaties, kostenverdelingen of fiscale schuilplaatsen worden vastgesteld;c) niet aangegeven inkomsten, fiscale aspecten inzake het witwassen van geld en corruptiepraktijken, betalingen van verborgen commissielonen of van andere onwettige betalingen, enz.worden vastgesteld; d) verrichtingen met belastingparadijzen of technieken inzake belastingontwijking en -ontduiking met behulp van belastingparadijzen, worden aangetoond;e) de principes van de verleggingsregeling door de koper of de ontvanger inzake BTW toepassing vinden.2. het vergemakkelijken van het uitwisselen van inlichtingen betreffende : a) de handelspraktijken van multinationale ondernemingen, de ingewikkelde transacties, de problemen van belastingcontrole en de trend tot het niet respecteren van de belastingverplichtingen die inzonderheid kunnen eigen zijn aan een industrie of een groep van industrieën;b) akkoorden inzake kostenverdeling;c) de herverdelingsmethoden van winst in specifieke gevallen zoals de wisselverrichtingen op wereldschaal en de nieuwe financiële instrumenten. Een gelijktijdige belastingcontrole vervangt op geen enkele wijze de procedure van onderling overleg voorzien in artikel 24 van de Overeenkomst van 1964.

C . Selectie van de dossiers en controleprocedure De bevoegde autoriteiten van beide Staten bepalen in onderling overleg de criteria en de selectieprocedures van de dossiers die in aanmerking komen voor een gelijktijdige controle, alsmede de bij zo'n controle te volgen procedure.

D . Personeel De controles zullen door ambtenaren van de Belastingadministratie van elke Staat afzonderlijk worden uitgevoerd in het kader van de nationale wetten en praktijken door de bepalingen toe te passen die van kracht zijn aangaande het uitwisselen van inlichtingen. Er zal geen uitwisseling van personeel zijn, maar de aanwezigheid van vertegenwoordigers van de bevoegde autoriteiten van een Staat zou gerechtvaardigd kunnen zijn (indien dit door de wet is toegestaan) om een efficiëntere controle mogelijk te maken.

V. AANWEZIGHEID VAN BELASTINGAMBTENAREN VAN DE ENE STAAT OP HET GRONDGEBIED VAN DE ANDERE STAAT Onder voorbehoud van de wettelijke en administratieve bepalingen van beide Staten, kunnen ambtenaren van een belastingadministratie van de ene Staat aanwezig zijn op het grondgebied van de andere Staat om er inlichtingen in te zamelen die van nut kunnen zijn voor de vaststelling van de belasting naar het inkomen en het vermogen, de belasting over de toegevoegde waarde, de registratierechten, de successie- en schenkingsrechten en de accijnzen van één van beide of van beide Staten. De bevoegde autoriteiten van beide Staten bepalen in onderling overleg de te volgen voorwaarden en procedures in het kader van zo'n verplaatsing van ambtenaren.

VI. GRENSOVERSCHRIJDEND DISPOSITIEF VOOR RECHTSTREEKSE UITWISSELING VAN INLICHTINGEN De bevoegde autoriteiten komen overeen een grensoverschrijdend dispositief in te voeren voor rechtstreekse uitwisseling van inlichtingen tussen de plaatselijke ambtenaren van de beide Staten.

De uitwisseling van inlichtingen gebeurt door correspondenten die als bevoegde autoriteiten zijn aangewezen door een wisseling van brieven tussen de beide Staten.

Het dispositief zal betrekking hebben op alle belastingen die in deze regeling worden bedoeld en zal worden ingevoerd in de volgende domeinen : A . samenwerking tussen plaatselijke diensten die nabij de grenzen gelegen zijn;

B . onderzoek en controle inzake internationale fiscale fraude;

C . gelijktijdige bilaterale of multilaterale belastingcontroles.

De bevoegde autoriteiten kunnen overeenkomen dit dispositief naar andere gebieden en andere diensten uit te breiden.

VII. DIVERSE BEPALINGEN A . De bevoegde autoriteiten komen overeen dat de wederkerigheid een fundamenteel aspect is van de wederzijdse bijstand en verbinden zich ertoe om een sfeer van samenwerking te behouden bij het uitwisselen van de inlichtingen die het voorwerp zijn van de bepalingen van de Overeenkomst van 1964 of van de Richtlijn, teneinde te verzekeren dat de toepassing ervan conform is met het wederkerigheidsprincipe.

B . Inzake de geheimhouding van de inlichtingen waarover een Staat kennis heeft door toepassing van deze regeling en de beperkingen bij de uitwisseling van inlichtingen, zijn de bepalingen van de artikelen 7 en 8 van de Richtlijn, van artikel 20 van de Overeenkomst van 1964, van artikel 14 van de Overeenkomst van 1959 en van de artikelen 21 en 22 van het Multilateraal Verdrag inzake bijstand, van toepassing.

C . De inlichtingen als bedoeld in punt I zullen zoveel mogelijk geautomatiseerd en op digitale wijze worden verstrekt en voor de inlichtingen als bedoeld in punt I, A zal het door de OESO uitgewerkte genormaliseerd model worden gevolgd. Deze inlichtingen bevatten, in de mate van het mogelijke, de Fiscale Identificatienummers (FIN) van de belastingplichtigen niet-inwoners die hen door hun woonplaatsstaat zijn toegekend.

D . De inlichtingen als bedoeld in punt I met betrekking tot een bepaald kalenderjaar of tijdvak zullen zo spoedig mogelijk na de beèindiging van dat jaar of tijdvak worden toegestuurd.

E . Indien mocht blijken dat de gegevens die in het kader van de automatische of de spontane uitwisseling van inlichtingen of de uitwisseling van inlichtingen op verzoek door een Staat zijn verstrekt, onjuist of onvolledig zijn, zijn de bevoegde autoriteiten van die Staat verplicht hierover zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de bevoegde autoriteiten van de andere Staat. Er zou in een terugzending van de inlichtingen moeten worden voorzien telkens wanneer dat van nut is voor de Staat die de inlichtingen heeft doorgegeven.

F . De bevoegde autoriteiten stellen elkaar in kennis van de instanties waaraan de inlichtingen moeten worden toegestuurd.

G . Deze regeling zal in werking treden op 1 september 2002. Zij zal voor de eerste maal van toepassing zijn op de uitwisseling van inlichtingen die betrekking hebben op het jaar 2002.

H . Vanaf de datum waarop deze Regeling voor de eerste maal van toepassing is, zullen de bepalingen van de administratieve akkoorden van 1971 met betrekking tot de automatische uitwisseling van inlichtingen betreffende grensarbeiders en van 1979 (in werking getreden op 1 januari 1980) inzake de uitwisseling van inlichtingen, ophouden van toepassing te zijn.

I . Deze regeling kan op ieder ogenblik, in onderling overleg, door de bevoegde autoriteiten worden gewijzigd.

J . Deze regeling zal worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en in het « Bulletin officiel des impôts de France ».

Opgemaakt in tweevoud te Parijs op 10 juli 2002.

Aan Belgische zijde : Voor de Minister van Financiën, De Adjunct-administrateur-generaal van de belastingen, J.-M. DELPORTE Aan Franse zijde : Voor de Minister van Economische Zaken, van Financiën en van Industrie : De Directeur van de Belastingwetgeving, Adjunct-directeur-generaal van de belastingen, H. LE FLOC'H-LOUBOUTIN

^