Etaamb.openjustice.be
Verslag
gepubliceerd op 05 november 2003

Verslag over de werking van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. - Jaar 2002 1(...) 1.1. Inhoud van het gegevensbestand De Centrale voor Kredieten aan Particulieren heeft tot doel (...)

bron
federale overheidsdienst economie, k.m.o., middenstand en energie
numac
2003011518
pub.
05/11/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE


Verslag over de werking van de Centrale voor Kredieten aan Particulieren. - Jaar 2002 (Opgesteld door de Nationale Bank van België overeenkomstig de bepalingen van artikel 71, paragraaf 3, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet) 1. Overzicht van de geregistreerde inlichtingen 1.1. Inhoud van het gegevensbestand De Centrale voor Kredieten aan Particulieren heeft tot doel de verzwaring van de schuldenlast van particulieren af te remmen door aan de deelnemende instellingen inlichtingen te verstrekken betreffende terugbetalingsmoeilijkheden inzake consumenten-kredieten en hypothecaire leningen voor privé-doeleinden. Eind 2002 waren in het gegevensbestand van de Centrale 552 030 contracten en 402 589 personen geregistreerd.

Het totale achterstallige bedrag van de geregistreerde contracten die niet werden geregulariseerd, beliep eind 2002 1.913,8 miljoen EUR of gemiddeld nagenoeg 2.873 EUR per contract voor de consumentenkredieten en 19.370 EUR voor de hypothecaire kredieten. 1.2. Evolutie van het aantal geregistreerde contracten en personen De evolutie van het aantal geregistreerde contracten en personen (toestand einde jaar) kan als volgt worden samengevat : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het aantal geregistreerde contracten steeg tussen eind 2001 en 2002 met 10 512 eenheden of 1,9 pct. en het aantal geregistreerde personen met 5 138 eenheden of 1,3 pct. Het aantal personen voor wie meer dan één contract werd gemeld beliep eind 2002 145 418 of circa 36 pct. van het totaal aantal geregistreerde personen. De gedetailleerde uitsplitsing van het aantal personen volgens het aantal contracten waarvoor ze werden geregistreerd, wordt weergegeven in onderstaande tabel.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Wat de evolutie van het aantal geregistreerde contracten betreft, wordt in de hiernavolgende tabel de netto-aangroei bepaald als de resultante van het aantal nieuwe registraties enerzijds en het aantal schrappingen anderzijds.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Het totaal aantal geregistreerde contracten is in de loop van 2002 aangegroeid met ongeveer 10 500 eenheden, tegenover circa 23 800 eenheden in 2001.

De netto-aangroei in 2002 is duidelijk lager dan die in 2001 en is een gevolg van de daling van de nieuwe registraties gekoppeld aan een stijging van het aantal schrappingen. De vermindering van het aantal nieuwe registraties moet in verband gebracht worden met de teruggang in de toekenning van kredieten aan particulieren ingevolge de zwakke conjunctuur. De toename van het aantal schrappingen wordt in hoofdzaak verklaard door de oprichting van het "Fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast". Dit Fonds wordt immers gespijsd door de bijdragen van de kredietgevers, berekend op het bedrag van hun achterstallige kredieten. Deze kredietgevers hebben daarom inventariscontroles uitgevoerd, hetgeen tot meer regularisaties van betalingsachterstanden heeft geleid dan in het verleden. 1.3. Evolutie van het aantal bijwerkingen De Centrale verwerkte in 2002 nagenoeg 1,6 miljoen bijwerkingen. Die bijwerkingen werden verricht door ongeveer 300 actieve deelnemers. Van het aantal bijwerkingen heeft ongeveer 7,4 pct. betrekking op eerste meldingen en 92,6 pct. op evoluties van de debetstand (met inbegrip van regularisaties), hetgeen het uitgesproken dynamisch karakter van de Centrale beklemtoont. 1.4. Collectieve schuldenregeling Overeenkomstig het koninklijk besluit tot regeling van de registratie van de berichten van collectieve schuldenregeling door de Nationale Bank van België dienen de griffies van de rechtbanken van eerste aanleg uiterlijk 24 uur na de uitspraak van de beschikking van toelaatbaarheid, een afschrift van het bericht van collectieve schuldenregeling aan de Centrale te melden. Zodra een minnelijke of een gerechtelijke aanzuiveringsregeling wordt bereikt, moet de informatie daaromtrent eveneens worden medegedeeld. De door de griffies toegestuurde inlichtingen worden door de Centrale in het gegevensbestand geregistreerd en voor raadpleging ter beschikking gesteld.

Eind 2002 werden 23 789 berichten van toelaatbaarheid gemeld, waarbij het in 77 pct. van die gevallen personen betreft die op het ogenblik van de mededeling door de griffie reeds voor achterstallige kredietovereenkomsten in het gegevensbestand van de Centrale waren geregistreerd. Slechts 8 313 aanzuiveringsregelingen, hetzij 34,9 pct. van de meegedeelde berichten, werden gemeld (24,3 pct. minnelijke regelingen en 10,6 pct. gerechtelijke regelingen). 2. Overzicht van het aantal raadplegingen Vóór het afsluiten of wijzigen van een krediet dat onder het toepassingsveld van de wet op het consumentenkrediet valt, hebben de deelnemers (instellingen en personen, erkend door het Ministerie van Economische Zaken) de wettelijke verplichting het gegevensbestand van de Centrale te raadplegen.De evolutie van het aantal raadplegingen en van het percentage "bevestigende" antwoorden (antwoorden waarbij de persoon waarover geraadpleegd wordt, geregistreerd is) wordt in onderstaande tabel weergegeven.

Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Uitgedrukt als gemiddelde per werkdag bedroeg het aantal "punctuele" raadplegingen in 2002 ongeveer 16 960. De quasi-totaliteit (ca. 99 pct.) van die raadplegingen wordt "on line" verricht. 3. Ontvangsten en werkingskosten van de Centrale De evolutie van ontvangsten en werkingskosten van de Centrale kan voor de laatste drie jaar als volgt worden samengevat : Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld De inkomsten van het jaar 2002 zijn lager dan het voorgaande jaar, ingevolge de daling van het aantal raadplegingen (- 5,5 pct.) gecombineerd met de tariefdaling van de on line-raadplegingen; dat tarief werd op 1 april 2001 teruggebracht van 0,371 naar 0,32 EUR (- 14 pct.). De exploitatiekosten zijn toegenomen met minder dan 1,6 pct.

Per saldo komt het resultaat van het boekjaar 2002 uit op een verlies van ongeveer 70.000 EUR. 4. Inzage- en rectificatierecht De geregistreerde persoon wordt, overeenkomstig de wettelijke bepalingen, ambtshalve en schriftelijk op de hoogte gesteld wanneer hij voor de eerste maal in de Centrale wordt opgenomen.Tijdens het verslagjaar werden in die context gemiddeld ongeveer 293 kennisgevingen per werkdag verstuurd.

Voor wat betreft het inzagerecht waarover elke persoon beschikt, wordt vastgesteld dat het aantal schriftelijke aanvragen om inlichtingen gemiddeld ongeveer 42 per dag beliep, terwijl het aantal vragen om inlichtingen in de vestigingen van de Bank nagenoeg 150 per dag beliep. In geval van betwisting van de gegevens die op zijn naam werden geregistreerd, kan de betrokkene een beroep doen op de diensten van de Centrale die met de kredietverstrekker die de mededeling heeft verricht, in contact zal treden voor een aanvullend onderzoek van het dossier. Desgevallend wordt het bestaan van een betwisting in het gegevensbestand opgetekend en bij eventuele raadpleging medegedeeld aan de kredietverstrekkers. 5. Ontwikkelingen in het wettelijke kader In het kader van het door de Regering vooropgestelde preventieve beleid inzake de strijd tegen de overmatige schuldenlast, werden initiatieven genomen die uiteindelijk hebben geleid tot de wet van 10 augustus 2001 betreffende de Centrale voor Kredieten aan Particulieren.Deze wet breidt de "negatieve" Centrale uit tot een positief registratiesysteem, waarin, naast de betalingsachterstallen, eveneens consumentenkredieten en hypothecaire leningen met een normaal verloop zullen worden opgenomen. De positieve Centrale zal in werking treden op 1 juni 2003. Opdat de Centrale van meet of aan adequate inlichtingen zou kunnen verstrekken inzake de beoordeling van het kredietrisico, is de wet eveneens van toepassing op de lopende kredietovereenkomsten voorzover die overeenkomsten nog een looptijd hebben van minimum zes maanden op het ogenblik van de effectieve inwerkingtreding. 6. Statistische brochure In het kader van de problematiek van de overkreditering van de gezinnen, vragen verschillende instellingen en instanties regelmatig aan de Bank allerhande informatie betreffende het aantal en de evolutie van de in de Centrale geregistreerde personen en contracten. De Bank heeft een aantal statistische reeksen opgenomen in een specifieke brochure die halfjaarlijks wordt geactualiseerd. Die brochure kan op de website van de Bank (http://www.nbb.be) worden geraadpleegd of bij de dienst Documentatie [tel.: 02-221 20 33; fax: 02)-221 30 42] worden aangevraagd.

^